LAATSTE
ZES AFLEVERINGEN
208. OERANGST; 'De SCHREEUW' VAN MUNCH (29/11/2015)
207. IN
DE HERHALING (HERTALING): MIJN EIGEN ZEESTRAAT VAN HUYGENS
(22/11/2015)
206. ELINE
VERE (1): HAAGSCHE KRINGEN (15/11/2015)
205. NEP-NEDERLANDSE
LANDSCHAPPEN EN POTBOILERS:
THE GLASGOW BOYS (08/11/2015)
204. ONZE SPREEKWOORDEN (2): 'EEN
KOP ALS EEN TUURHAMER' , OFWEL: OMA-ISMEN (01/11/2015)
203. FEL-REALISTISCH,
SURREALISTISCH,
HYPER-REALISTISCH: MUSEUM MORE IN GORSSEL (25/10/2015)
Ik heb een steen verlegd,
in een rivier op aarde.
Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten.
Ik leverde bewijs van mijn bestaan.
Omdat, door het verleggen van die ene steen,
de stroom nooit meer dezelfde weg zal gaan.
´De Steen´, Bram Vermeulen
Vorige week bezocht ik twee herdenkingsbijeenkomsten voor
mijn afgelopen winter overleden moeder – en voor vele anderen, die ik niet
gekend heb, want zulke gelegenheden dragen een nogal massaal karakter. De
eerste ging uit van het verzorgingstehuis waar moeder de laatste anderhalf jaar
van haar leven heeft doorgebracht; de tweede van de uitvaartverzorger. Het is een heel nieuwe trend. Ik had er nog nooit van gehoord, totdat die
twee uitnodigingen in mijn brievenbus belandden.
Op weg naar de eerste herdenkingsplechtigheid, op
dinsdagavond, dacht ik: dit is als vanouds, me reppen vanuit mijn werk om op
tijd in het verzorgingstehuis te zijn. Moeder ging met de kippen op stok, net
als vrijwel iedereen daar.
Na het nare karwei van het leegruimen van haar kamer, ben ik
nog maar één keer terug geweest in dat tehuis: om er te stemmen voor de
Provinciale Staten en het Hoogheemraadschap. Toen merkte ik al, dat ik het
tehuis bijna net zo zeer miste als mijn moeder. Maar wat had ik er nog te
zoeken?
Het is een apart wereldje, waarin iedereen in zijn eigen cocon
van gedachten leeft en wetten van daarbuiten niet meer gelden. Wie of wat je
ook was in het leven, je bent daar in ieder geval aan het einde van je weg. Daarin
is iedereen gelijk. Kantoor- en ander gedoe, dat me de hele dag had
beziggehouden, werd daar wel heel erg betrekkelijk. Het was soms bijna een
toevluchtsoord.
Hoe verloopt zo’n herdenkingsdienst? Hij staat onder leiding
van de geestelijk verzorgster. Zij steekt een dikke kaars aan, een kaars voor
alle overledenen tezamen. Die worden vervolgens opgesomd, in chronologische
volgorde van verscheiden, van oktober 2014 tot en met september 2015. Het zijn
er 20 à 25, op een bevolking van nog geen 100. Mijn moeder was al de vierde van
het jaar 2015, en zij overleed op 12 januari.
Alles is doordesemd van de dood, in zo’n tehuis – vaak van
een genadige dood, die niet meer terneer drukt. Naast familieleden van
ontslapenen zijn er bij de plechtigheid ook bewoners aanwezig. Ik kan hun
gedachten wel raden: wordt volgend jaar ook HUN naam afgeroepen?
De voorgangster draagt gedichten voor en kondigt een
muzikaal intermezzo aan, een nocturne van Chopin op de piano. En ik moet denken
aan mijn moeder – ik doe natuurlijk niet anders, deze avond – die in haar jeugd
vijf jaar pianoles heeft gehad. Ze was niet bijzonder muzikaal en geen grote muziekliefhebster,
maar die piano stond er en moest bespeeld worden. ‘Speel eens wat, Lia, jij kunt
toch piano spelen?’, zei later wel eens iemand tegen haar. Maar ze weigerde resoluut
achter het klavier plaats te nemen; ‘ Ik heb tóch alles verleerd...’
Zo’n pastoraal werkster moet tijdens haar speech
spitsroeden lopen, in een tehuis voor alle gezindten en ook mensen zonder gezindte;
ik schreef het al in het stukje over het kerstdiner. Ze moet iets zeggen waar
iedereen zich in kan vinden en niemand zich aan stoort. Deze plechtigheden zijn
geen kerkdiensten, al zijn ze volgens mij gebaseerd op het katholieke
Allerzielen.
Ik zie een familie terug die ik nog ken: mensen die vrijwel
iedere avond rond hun oude moeder geschaard zaten in het Grand Café van het
tehuis: kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen. ‘Ach, is jullie moeder
ook overleden?’
‘Ja, van de zomer, ‘zomaar van de ene dag op de andere. Toch nog onverwachts’.
‘Hoe reageerden de kleintjes?’, vraag ik. Nou, ze hadden de oudste, van 5 jaar,
mee naar het graf genomen, maar die had het toch niet goed begrepen, alles rond
de dood, die nog zover weg is. ‘Oude Oma is in een steen veranderd’, zo keek
hij later terug op het kerkhofbezoek.
De locatiemanager van het tehuis doet een ronde langs de
tafeltjes om met iedereen wat na te praten. Ik vertel haar over mijn
gehechtheid aan het tehuis. Voel ik niet iets voor vrijwilligerswerk, vraagt ze
me. Ik beloof erover na te zullen denken, maar iemand anders dan mijn moeder
voortrollen in een rolstoel? Mijn dementerende moeder, die op de terugweg
altijd heel serieus zei: ‘Ga jij nou maar eens zitten, dan zal IK wel duwen!’
***
De traditie van herdenkingsbijeenkomsten (hoe kort die ook
is) schrijft voor dat ze diep in november gehouden worden. Dat is het seizoen
dat de natuur sterft, in tegenstelling tot de mens om binnenkort weer tot leven te
komen. Op deze zondagmiddag levert de novembermaand er passend weer bij. In een
kleine orkaan, onder striemende regenvlagen en in de duisternis van een
poolnacht begeef ik me naar een rouwcentrum in Leiderdorp – weer alleen, en
mede namens mijn broer, die gezien zijn gezondheidstoestand moeilijk kan
reizen. Het rouwcentrum ligt langs de snelweg, nabij een verpleeghuis en
ziekenhuis; een horreur van een plek.
Binnen zit een kleine tweehonderd man te wachten op het
aflezen van 50 namen. In het midden van de zaal staat een lange, smalle tafel met
bloemstukken erop. Die symboliseren de levensweg, zegt de spreekster, die hier
geen geestelijk verzorgster heet, maar uitvaartbegeleidster is. Aan het ene
eind van de tafel staan bolbloemen, in het midden zonnebloemen en verderop
stukken met droogbloemen en herfstbladeren; een heel smaakvol geheel. Wat zou
mijn moeder dat mooi gevonden hebben, zo’n prachtig bloemstuk…
De muzikale omlijsting wordt deze keer verzorgd door een zanger-gitarist
die onder meer ‘Photographs and Memories’ van Jim Croce ten gehore brengt,
‘Fragile’ van Sting en ‘De Steen’ van Bram Vermeulen. Het laatste lied – ik
kende het nog niet - brengt de gedachte tot uitdrukking dat een mens, door het
leven dat hij geleefd heeft, de wereld toch altijd iets blijvends nalaat. Een
mooie gedachte. Maar de song doet mij ook ineens weer denken aan die versteende
overgrootmoeder.
Mensen pinken tranen weg. Het lezen van de namenlijst duurt
erg lang, omdat bij vrijwel elke naam een nabestaande naar voren treedt die een
kaarsje aansteekt en dat neerzet op de bloementafel. Dat is facultatief; je
mocht van te voren aangeven of je daar wel geen behoefte aan had. Ik ben niet
zo van de kaarsjes, maar heb het toch maar gedaan: kon ik dát nou niet voor
mijn moeder overhebben?
Waar ik een grens bij trek: mijn moeders naam op een
kartonnen sterretje schrijven en die bevestigen aan een zogenaamde sterrenhemel
aan de wand. Ik weet niet waarom. Kaarsje ja, sterretje nee, het is louter
gevoelsmatig. Zo gek is die sterrenhemel toch ook weer niet; Robbert Dijkgraaf
zei eergisteren in zijn tv-college dat het leven op Aarde ontstaan is uit
sterrenstof, uitgebraakt door supernova’s. Uit de ruimte komt gij, en naar de
ruimte zult gij wederkeren…
Mijn moeder wordt opgelezen als Lia MensoNIEdas-Lamberts. In
het tehuis gebeurde dat dinsdagavond ook al. Tijdens haar leven ook honderden
keren. Zij legde dan altijd geduldig uit dat het MenSOnides is, en geen Griekse
of Joodse naam, maar een Friese.
De jongste overledene die vandaag herdacht wordt, was 48
jaar oud, de oudste op de kop af 100. Ik denk dat ze voor overleden jongeren en
kinderen aparte bijeenkomsten houden; dat beeld van die levensweg, van
levenslente tot levenswinter, is dan wel erg wrang.
Het is zoeken naar de juiste toon, vertelt me na afloop de
uitvaartbegeleider die mijn moeders begrafenis geregeld heeft. Het is pas het
tweede jaar pas dat ze zulke herdenkingen organiseren. Ze zijn inderdaad
gebaseerd op Allerzielen.
Een Allerzielen, ook voor niet-katholieken. Een waardige en
sfeervolle afsluiting van een periode. Maar ook wel een beetje vervreemdend,
vind ik, zeker die van vandaag, te midden van een massa mensen die ik niet ken.
Vergeefs vraag ik me af, wat mijn moeder er van gevonden zou hebben.
FHM
6 december 2015
PS: de ‘moederverhalen’ in deze
rubriek vertellen het
verhaal van haar laatste 5 levensjaren. Ik kan me voor mijzelf geen
betere vorm
van herdenken indenken dan deze verhalen te herlezen. Hier volgen ze:
18. INTAKE:
MOEDER IN ZIEKENHUIS(
21/01/2010)
36. VIER MAANDEN ZORG: ZWACHTELS EN
NAAMSVERKLARING
(08/05/2010)
62. WEEKDOOS, ROLLATOR EN DAGOPVANG,
UITVINDINGEN TEGEN
OUDERDOM
(12/01/2011)
94. OUDER WORDEN, OFWEL: 'HET ZIJN
ALLEMAAL MENSEN VAN DE
DAG'
(01/02/2012)
133.
85!
MOEDERS VERJAARDAG
(17/03/2013)
144. NOOIT
MEER LACHEN; GEVALLEN OVER DE ROLLATOR
(09/06/2013)
146. ZAGEN
EN MALEN, MOEDER IN HET WOONZORGCENTRUM
(13/10/2013)
156. DAGBOEK
VAN EEN KERSTWEEK: DICTEE EN DINER
(29/12/2013)
173. TER
GELEGENHEID VAN MOEDERDAG
(11/05/2014)
181. 'SITUATIES
AAN DE RANDEN VAN HET LEVEN'; MISSTANDEN IN
VERPLEEGHUIS
(16/11/2014)
187. REPRISE:
KERSTDINER(28/12/2014)
189. IN
PLAATS VAN TOESPRAKEN - IN MEMORIAM VOOR MOEDER
(01/02/2015)
191. LEVENSVERHAAL
IN FOTO'S; UIT MIJN MOEDERS ALBUM (15/02/2015)
© Frans Mensonides, Leiden, 2015.