Nee, dit is NIET deel 12 van wat ik
de Corona-saga of
-cyclus noem. Die bestond uit geïllustreerde verslagen van wandelingen
en
fietstochten in de omgeving van Leiden. Het 11e deel,
geschreven in mei en begin
juni van dit jaar, was het laatste. Aan de onderkant van de
pagina die je nu
leest, staat een inhoudsopgave van dat elftal. Ik nam me voor, absoluut
het
dozijn niet vol te maken.
De situatie rond corona deed me
vorige maand toch weer
twijfelen aan dat ferme besluit. Reizen met het openbaar vervoer durf
ik al
enige tijd niet meer te maken. De laatste rit waarvan ik foto’s en een
verslag
op mijn site heb gezet, was die op zaterdag 23 oktober met een
Huilie-stadsbus
in Utrecht (eigenlijk Heuliez, maar voor mij klonk deze
vermoedelijk laatste
rit van 2021 in mijn rol van De digitale reiziger als huilie, huilie).
Na een paar weken verveling ging Ik
toch opnieuw te voet en
ter fiets tochtjes maken door de regio, en wel na donker. Dus gaat de
corona-reeks toch nog verder. Zie dit stuk maar als deel 11a of 11bis.
Van zondag 28 november tot/met
zaterdag 18 december hadden we een vijf-tot-vijf-lockdown.
Tussen 17:00 en 5:00 uur waren de niet-essentiële winkels, de
sportscholen en
-terreinen, de restaurants en kroegen en nog een paar andere dingen
gesloten.
Dat was een aanscherping van de
gedeeltelijke lockdown van 2
weken eerder. Maar het was vanzelfsprekend nog steeds maar een
halfslachtige
lockdown, veel minder strikt dan die in landen waar ze corona er wél
onder
hebben gekregen. Overdag waren er nog een hele boel dingen open.
Met de persco van zaterdag 18 december is daaraan een einde gekomen. In
verband met de opmars van de omikron-variant besloot het kabinet tegen
alle verwachting in, een keer redelijk op tijd in te grijpen, in plaats
van veel te laat. Hulde!, maar ik had het niet zien aankomen.
Dat maakte dit heel actuele stuk
opeens tot een terugblik.
5 uur in de middag, het moment waarop
vrijwel alles op slot
ging, is in de donkere weken voor kerstmis ook zo ongeveer het tijdstip
dat de
burgerlijke schemering overgaat in de nautische. Dat betekent dat de
zon meer
dan 6 graden onder de zuidwestelijke horizon is gedoken. En dat
betekent weer
dat het zo goed als aardedonker is.
Deuren werden gesloten, mensen
verlieten de straten en de
duisternis nam bezit van de stad. Ergens tussen 5
uur en middernacht trok ik de
deur achter me dicht en vertrok ik met een camera op zak. Mijn doel:
niet die
ragscherpe foto’s maken die je neemt als het zonlicht de gevels kust.
Wél: de wat
vage, soms sombere doch vaak ook sfeervolle plaatjes van een stille
stad in een
(fop-)lockdown.
Mijn compact-camera heeft een
schemerfunctie. Als ik die
activeer en ik druk de sluiter in, dan maakt hij 4 opnamen achter
elkaar (klik-klik-klik-klik),
en telt het licht van die 4 beelden als het ware bij elkaar op om nog
iets
zichtbaars op de foto te krijgen. Daarbij corrigeert hij nog wel een
beetje
voor trillingen, maar het bezit van een vaste hand is wel een vereiste
voor
deze vorm van fotografie.
De camera heeft naast een schemer-
ook een nachtstand. Maar
die vereist het werken met een statief. Dat ga ik niet meeslepen
onderweg. Daarmee
zou ik ook nog het risico lopen dat de weinige voorbijgangers zich met
mijn
fotograferende activiteiten zouden gaan bemoeien.
Thuis meteen kijken op het
computerscherm of de foto’s geslaagd
zijn! Soms is er zo weinig kleur aanwezig, dat ik dat beetje kleur er
maar helemaal
uithaal en er een ouderwetse zwart-witfoto van maak. Daardoor vallen de
foto’s
met nog wel kleur erin, juist weer extra op.
Vier categorieën van objecten zijn
bij uitstek geschikt voor avondfotografie bij lockdown, heb ik gemerkt.
Dat zijn:
monumentale panden in de binnenstad en in
dorpskernen;
als contrast daarmee flats in buitenwijken met veel
waterpartijen;
winkels en winkelcentra zonder kopers;
uitgaansbuurten
zonder
uitgaanders.
Maar ook andere zaken vielen me op
bij mijn manoeuvres in
het
duister (zonder orkest, anders zou je aan de 80’s synthpopband OMD gaan
denken).
Opvallend waren overal weer
de
ongelooflijk smakeloze
kerstversieringen die ik zag achter ramen, aan balkons en in tuinen.
Ook in
2021 moeten 2 dagen kerstmis weer een heel akelig jaar goedmaken. Ik
heb er
zoveel mogelijk omheen proberen te fotograferen, hoe moeilijk het ook
is om die
bakens met dat bulkende felle licht te negeren.
Hier volgen een ruime 40 nachtfoto’s;
de eerste pluk. Er
komt nog een vervolg.
Oh ja: ik heb een paar zaken
gefotografeerd die ik in de
corona-reeks overdag ook al eens heb vastgelegd. Maar zoals ik altijd
zeg en blijf herhalen: je
maakt nooit twee keer dezelfde foto.
De Oude Singel (links)
en de Oude Vest (rechts)
Kweekschool voor
Zeevaart, gebouwd in 1879
Vergaderzalencentrum
Nieuwe Energie in de oude spinnerij van
textielfabrikant Clos en Leembruggen, in het Singelpark
Leiden
Het grachtje De Vliet
Rapenburg
Koepoortsbrug
De Haarlemmerstraat, die
feeëriek geïllumineerd is
Nieuwstraat
Kloksteeg
Morsstraat
Nieuwe Beestenmarkt
Voorschoterweg
Twee foto’s die met de
vierwieler van doen hebben. Die
verscheen ‘s avonds nauwelijks meer op de weg. Vóór 17:00 uur was het
bijna nog
net zo druk als het vóór corona was, maar na donker tuitte ook langs
verkeersaders
de stilte je in de oren.
Het nieuwe
Leonardo-college op de hoek van de Telderskade en
de Churchill-laan heeft ’s avonds overal blauw-groenig licht achter de
ramen (soms ook paars). Het komt heel
spookachtig over als je erlangs loopt, maar doet het goed op een foto.
En
toch een OV-foto in dit stuk. Een reizigster beklimt de
gloednieuwe hellingbaan naar het perron van station Lammenschans om de
trein
van 23:27 uur naar Utrecht te halen. De meest troosteloze foto van het
hele
stel, vind ik, maar je kunt er wel een heel verhaal omheen bedenken.
Maar als je dat doet: laat mij erbuiten, alsjeblieft, uit dat verhaal;
ik ken die dame niet, en kwam toevallig langs.
De Kanaalweg met een
blik op de Lammenschansdriehoek, de
wijk waar de straten zijn genoemd naar Griekse letters, en daardoor nu
ineens naar
virusvarianten.
Twee maal winkelcentrum
De Luifelbaan langs de Vijfmeilaan
en op het Bevrijdingsplein
De McDonald’s aan de
Rooseveltstraat: lege bankjes in het
restaurantgedeelte maar een lange rij auto’s bij de drive in. Afhalen
mag nog
wel, tot diep in de nacht.
Park Allemansgeest.
Achter elk van die rechthoekige vlakjes wonen
mensen met hun eigen verhaal, hun eigen sores en soms hun eigen geluk.
Dat is
overal zo, maar zo’n naam met ‘alleman’ erin nodigt uit om er een keer
bij stil
te staan.
Leidseweg
Dorpskerk
Voorstraat
Het oude postkantoor
Treubstraat
Viswinkel aan
de Schoolstraat
Bijna weer thuis van de
wandeling. Voorschoterweg zonder auto’s en met een
tankstation zonder klanten.
De Dorpsstraat in Oegstgeest maakte al in de middeleeuwen deel uit van
de
Postritweg, een (onverharde) route van Den Haag naar Amsterdam.
Het oude, al lang niet
meer als zodanig in gebruik zijnde
raadhuis aan de Wijttenbachweg, met aanpalende brandspuit.
Winkelcentrum Lange Voort
Het v/m Grootseminarie
van het bisdom Haarlem is tegenwoordig
appartementencomplex
Het Rijnsburgse
winkelcentrum In de Hoftuin, nog maar heel kort na de klok
van 5 uur.
Ergens in Rijnsburg. Wat
zouden die mensen in dat hoekje
zetten als de kerstboom straks is afgetuigd?
Rapenburg
Spinozahuisje
En
daarmee zit dit avondlijk rondje door de regio erop. Een
vervolg staat op de planning!
Frans
Mensonides
17 december 2021
Herzien: 19 december 2021
Foto’s dateren van 17 november tot/met 14 december 2021
De Lange Mare is gedempt
En hier is dan het beloofde vervolg
op de reeks avondfoto’s die
hierboven staat. Ik maakte voor die foto’s gebruik van de
Schemer-functie op mijn
fotocamera, waarmee je toch redelijk scherpe foto’s kunt maken bij
schaars
licht, zonder een statief mee te zeulen. Ik heb een Sony-compactcamera;
dat had
ik geloof ik nog niet verteld.
Na publicatie van dat stuk maakte ik
nog wat nieuwe foto’s
in de schemering. Totdat ik op een avond vergeten
bleek te zijn om een geheugenkaart in mijn camera te stoppen. Ja, dom,
inderdaad; wat je zegt!
In arren moede nam ik mijn smartphone
ter hand. Toen kwam ik
erachter dat ook die een functie heeft voor foto’s in het
donker. Die heet
echter geen Schemer, maar NIGHT. Foto’s maken in echt diep duister? Ik,
altijd
tuk op nieuwe uitdagingen, ging ermee aan de slag.
Ik heb sinds kort een nieuwe phone
van een nieuw merk, een OPPO; de
oude – uit 2016, middensteentijd – had het begeven. Die nieuwe beschikt
over een
goede beeldstabilisatie (hoe het ook maar werkt), zodat je soms toch
knappe foto’s
neemt bij lange belichtingstijden.
Soms, maar meestal niet. Er mislukken
er erg veel. Een heel lichte
beweging is al gauw te veel voor de beeldstabilisator, en dan krijg je
een foto
met louter kleurige strepen. Die soms een onbedoeld artistiek effect
geven,
zoals deze:
Maar feitelijk is hij gewoonweg mislukt. De oogst, krap 30 foto’s in 4
weken, is wat karig. Maar je
weet niet half, hoeveel ik er heb moeten maken om 30 toonbare over te
houden.
Je moet ook zeker niet fotograferen
met handjes die tintelen
van de kou. Ik bezit sinds kort handschoenen met elektrische
verwarmingselementen;
heel plezierig voor het fietsen bij temperaturen rond het vriespunt. Ze
hebben
batterijen die je kunt opladen op het lichtnet. Daarna zorgen ze ervoor
dat je
een paar uur kunt fietsen zonder kâhwe klâhwe.
Ik wist eerst niet dat zoiets
bestond, en aarzelde even toen
ik ze online bestelde. Was het niet het toppunt van overbodige luxe en
decadentie,
om geld uit te geven aan zulke handschoenen? Een beetje kou, wat erg
zeg!;
straks kan ik helemaal nergens meer tegen. Wat was er mis met de wollen
wanten
waarmee ik in de helse winter van 1963 naar de kleuterschool liep? De
ijzige
wind ging er dwars doorheen, en ik kon beter de handen in de zakken
steken; dat
was er mis mee.
Dank zij die elektrische handschoenen
is nu mijn
ontwikkeling voltooid van verstokte mooiweerfietser tot een
12-maanden-per-jaar-wielrijder onder vrijwel alle weersomstandigheden.
Bittere
noodzaak om nog ergens te komen, want van het openbaar vervoer durf ik
nog
steeds geen gebruik te maken.
Natuurlijk, het kán weer, het mág
weer, alles kan en mag weer,
en lijkt zelfs wel weer te móéten. De omikronvariant – met 60.000
besmettingen per
dag - is maar een verkoudheidje, je gaat er minder dood aan dan aan
delta, de
ziekenhuisopnames zijn veel milder, en mensen met een kwetsbare
gezondheid, die
nu nog steeds wat te zeuren hebben, hadden al dood moeten wezen voordat
deze
variant uirbrak. Dat is het narratief in dit land, om het modewoord
‘narrartief’
er ook eens tegenaan te gooien.
Dat woord heeft de afgelopen jaren
trouwens een opmerkelijke
opgang doorgemaakt en daarbij tevens een heel nare bijklank gekregen.
In de
tijd dat ik taal & letterkunde studeerde, was ‘narratie(f)’
vooral een letterkundige
term. Het betekende niet veel meer of minder dan ‘verhaal’ of
‘vertelling’, waargebeurd
of fictie, al dan niet met literaire intenties. Een neutrale term. Maar
tegenwoordig
is een narratief meestal een praatje-voor-de-vaak om mensen te
overtuigen van
de juistheid van een standpunt. Een deftig woord voor een kutsmoesje.
Maar laat ik er niet over doorgaan,
over narratieven, noch over
corona, voordat ik en ook de lezer er helemaal narrig van worden.
Voorlopig voor
mij in ieder geval geen verre reizen, maar alleen wat nachtelijke
plaatjes uit
de omgeving.
Zoals de trouwe lezer weet, heb ik een godsgruwelijke hekel
aan kerstmis. Neemt niet weg dat ik op de late kerstavond (het liep al
tegen de
nachte waar de herdertjes bij lagen) ineens engelen hoorde zingen. Nee,
onzin! Maar
ik zag wel 2 kerken in mooi stemmig floodlight.
De eerste, in het dorpshart van
Zoeterwoude-Dorp, is de
Protestantse Dorpskerk. De onderste is de kerk in Zoeterwoude-Zuidbuurt
met de
lugubere naam Sint-Jan Onthoofdingskerk, waarover ik het al had in
een eerder
deel van de corona-reeks. Deze kerk is eindpunt van vele
kerkpaden.
Let even op de klokken aan de torens!
5 minuten
tijdsverschil; zo snel fiets je op een elektrische fiets van
Zoeterwoude Dorp
naar Zuidbuurt! Het is toch 2 kilometer, en ik moest eerst die speciale
handschoenen
weer aantrekken en aanzetten voordat ik kon opstappen, en ze daarna
uittrekken
om weer een foto te kunnen maken.
Geen floodlight met kerstmis bij het v/m kruisherenklooster Mater
Dolorosa, het laatste gebouw van Leiden voordat je via een brug over de
A4 Zoeterwoude
binnenrijdt. Het complex, dat tegenwoordig Huize Weipoort heet, is op 4
jaar na
een eeuw oud en huisvest sinds de jaren 80 studenten.
De Garenmarkt lag er al in de 15e
eeuw, maar werd in de
vorige eeuw parkeerterrein. Heel recent veranderde het plein in het dak
van een
ondergrondse parkeergarage met plek voor 4000 wielen. Nu de vierwielers
naar
onderen zijn verbannen, ziet de Garenmarkt er zelf er weer begaanbaar
en
aantrekkelijk uit. Hij werd ingericht als evenemententerrein een heeft
opvallende
verlichting.
Het gebouw rechts is de voormalige
meisjes-HBS waar mijn
moeder in de jaren 40 zuchtte op Franse thema’s en wiskundesommen.
De Oude Singel heet zo, omdat hij in
de Gouden Eeuw in 1659 bij
een stadsuitleg werd vervangen door een nieuwe singel, een paarhonderd
meter
meer naar het noorden. Die nieuwe, wijdere ring van singels en wallen
doet nu
dienst als Singelpark,
de laatste jaren ook uitgebreid op deze site beschreven
en gefotografeerd.
2 maal de Herengracht vanaf de brug
ter hoogte van de Groenesteeg.
Ik heb de gracht naar het noorden gefotografeerd in kleur en naar het
zuiden in
zwart wit. Ook de Herengracht is aangelegd bij de stadsuitbreiding van
1659.
De Kweekschool voor Zeevaart aan het
Noordeinde staat ergens
hierboven al afgebeeld. Deze keer heb ik hem vastgelegd vanuit een
andere hoek,
in kleur, en met maan.
En de overbuurman aan het Noordeinde,
het voormalige Boerhaavecollege,
thans een complex van studentenwoningen.
Het voormalige gebouw van ons alom
zeer gewaardeerde lokale
sufferdje het Leidsch Dagblad, dat de ‘ch’ in zijn naam nooit heeft
willen
schrappen. Willem Dudok ontwierp dit gebouw op de hoek van de Witte
Singel en
het Noordeinde in 1917.
Ik heb het heel lang geleden, in het
pre-Internettijdperk,
eens bezichtigd op een Open Monumentendag, en vond het eerder mooi dan
praktisch. Ik meen me te kunnen herinneren dat bij de rondleiding
verteld werd
dat Dudok het redactielokaal vergeten was, net zoals de architect van
paleis
Versailles de toiletten vergeten was. Maar ik heb nergens meer iets
kunnen
vinden over dat redactielokaal, en het is misschien maar een narratief.
Tegenwoordig biedt het gebouw
onderdak aan het kantongerecht
en de reclassering.
overgenomen van Wikipedia, Lange Mare
De Mare is gedempt! Ja, dat zie je op
de foto. De andere, uit
1923, laat de Lange Mare zien voordat de demping plaatsvond. Deze
anonieme fotograaf
richtte zijn lens de andere kant op dan ondergetekende 99 jaar later
zou doen.
‘De Mare is gedempt’ is ook een
Leidse uitdrukking. Als
iemand tegenwerpingen maakt die beginnen met ‘Ja, maarre, maarre’, dan
is het:
‘Jûh, de Mare is gedempt, hoorrrr!’
De Leidse Schouwburg uit 1705 is de
oudste nog bestaande
schouwburg van Nederland. Het derde eeuwfeest, ook alweer 17 jaar
geleden, werd
in 2005 groots gevierd met de opvoering van de 17e-eeuwse
theaterklassieker ‘Belegh
en Ontset van Leyden’ van Reynerius Bontius.
Ik kwam kijken.
De Leidse Schouwburg blijft in ieder
geval tot de volgende
persconferentie dicht; zie de mededeling op hun site. Ze deden van de
week ook
niet mee aan de Actie Kapsalon Theater: een voorstelling bijwonen in
een als
kapperszaak ingerichte schouwburg. Kapsalons mogen namelijk wél open,
in
tegenstelling tot theaters.
Ludiek bedoeld, die actie, maar naar
mijn smaak een tikje
kinderachtig en voorbarig. Nog even geduld, en we kunnen allemaal weer
naar de
kapper én het theater én de kroeg. En het gejammer van: hullie mogen
wel open
en wij niet; ik word er doodmoe van.
‘Ja maarre…’ De Mare is gedempt!
We stappen over de singels heen en
brengen een bezoek aan de
universitaire campus aan de andere kant van het spoor. De architectuur
is er weliswaar
minder eclatant dan op Utrecht Science Park, maar er staan toch wel een
paar opvallende
dingen.
Het SRON (Netherlands Institute for
Space Research) is in
2021 verhuisd van Utrecht naar Leiden. Het gloednieuwe gebouw zou deze
maand
geopend worden door koning Willem-Alexander, maar ik heb niet kunnen
vinden of
dat is doorgegaan.
Leiden mag zich dit jaar
trouwens European City of Science
noemen, wat gepaard gaat met veel activiteiten voor wetenschappers en
leken.
Deze ronde ‘schotel’ maakt deel uit
van de
Gorlaeus-laboratoria,
een complex dat oorspronkelijk verder nog bestond uit een hoge toren en
enkele lagere
gebouwen. Dat ronde gebouw bevat collegezalen. Het ziet er erg
futuristisch
uit, maar staat er al ruim een halve eeuw. Onlangs is
de rest van het complex gesloopt en herbouwd, maar
de 'schotel' is gebleven.
De meest opvallende blikvanger op
deze campus is
ongetwijfeld het Onderwijsgebouw van het academisch ziekenhuis LUMC.
Ook ’s
nachts zie je het niet over het hoofd.
Aan de Wassenaarseweg staat het
Laboratorium voor Anatomie
(rechts van het midden op de foto). Het is een ouderwets
universiteitsgebouw te
midden van nieuwbouw, een laatste der Mohikanen. Het dateert uit 1923
en er is
in 1955 nog iets aangebouwd.
Tot 2006 was het Museum
voor Anatomie er nog gevestigd. Het
verhaal wordt eentonig, maar ook dat heb ik van binnen gezien, en wel
tijdens
het Museumweekend van
2003. Het is
verplaatst naar het Onderwijsgebouw, en wordt helaas nog steeds hoogst
zelden
opengesteld voor anderen dan medici.
We keren terug naar de singels, de
Witte Singel in dit
geval, waar de Universiteitsbibliotheek ook in de late avonduren nog
een baken
van licht en kennis is in de duisternis. Hij is doordeweeks open tot
middernacht en in het weekend tot 23:00 uur.
De achter- ofwel ‘zeezijde’ van
station Leiden Centraal op
een avond waarop zo te zien vrijwel niemand nog met de trein wil (noch
naar
zee).
En dan een blik in de nieuwere
wijken. De in aanbouw zijnde Lammenschansdriehoek
langs de Kanaalweg noem ik voor mezelf wel Manhattan aan de Vliet, of
ook wel
de coronavariantenwijk; het laatste omdat de straten zijn genoemd naar
Griekse letters.
Er staan voor Leidse begrippen erg hoge flats; er is een tijd geweest
dat er in
de stad vrijwel geen gebouw meer dan 10 etages telde.
Ik schoot deze hoogbouw overdag
tijdens een
zondagswandeling, en dacht: hier kom ik vanavond voor terug. Maar de
foto’s in
het donker zagen er allemaal niet úít, en ik kreeg ze inclusief die
rare
mislukking die ik hierboven al plaatste.
De wijk Nieuw Leyden,
die in plaats kwam van
energiefabrieken en een gashouder, kreeg in 2011 geen erg gunstige
recensie op
mijn rubriek FHM’s. Ik vond het een wat rommelig geheel. Maar dit
hoekje aan de
Voltastraat zou best gezellig kunnen zijn op een zonnige zomerse
namiddag.
Deze
torenflat in het Morskwartier blijft toch een ‘deksels’
mooi gebouw.
Ik haal het fototoestel, of liever:
de smartphone ook nog
wel eens tevoorschijn in mijn eigen buurt: Leiden Zuid-West. De nieuwe
flat De
Verleyding aan het Boudewijn Buchpad is speciaal voor starters op de
woningmarkt.
Aan
de Leidseweg in Voorschoten kun je op sommige plekken nog duidelijk
zien dat het 100 jaar geleden een landweg was langs boerderijen.
Van café, restaurant en zalencentrum
De Roskam aan de
Turfmarkt in Katwijk aan den Rijn hoef je tenminste het bouwjaar niet
op te
googelen. Het gebouw heeft dienst gedaan als gemeentehuis, gevangenis
en
rechtbank. Aan het eind van de 19e eeuw reed de stoomtram naar Leiden
erlangs
en van 1911-1960 de elektrische (blauwe) tram.
Het heet in normale tijden het
bruisend hart te zijn van het
dorp aan de Rijn, maar is nu alleen maar geopend voor afhaal.
De Koningshof in Katwijk a/d Rijn was
200 jaar geleden het
buiten van de theoloog Carolus Boers, die wel de Duitse Wikipedia heeft
gehaald, maar niet de Nederlandse.
Als afsluiter van deze pagina:
stellingmolen De Valk, het door
toeristen meest gefotografeerde monument van Leiden.
Als het echt waar is dat de pandemie
er bijna op zit, ga ik
zelf binnenkort ook weer eens de toerist uithangen buiten Leiden.
Frans Mensonides
23 januari 2022
Foto’s dateren van 24 december 2021 tot/met 19 januari 2022
©
Frans Mensonides, Leiden, 2021, 2022