Binnenkort vier ik
mijn 57ste verjaardag en de 17e van mijn website, die – onder verschillende
namen en op verschillende domeinen – al die tijd aanwezig is geweest op het
WWW. Elf jaar geleden schreef ik ter gelegenheid van de 46ste, respectievelijk
6e verjaardag voor de rubriek REFLEXXIONZZ! het drieluik ‘Mannen van 45’, dat
ik nu uit de archieven heb gevist voor deze rubriek ‘Uit de oude modem’.
Ik had toen een jaar lang ervaring opgedaan met 45 zijn.
Diverse mannen in mijn omgeving waren ook rond de 45. Ook hun wederwaardigheden
heb ik verwerkt in de stukjes. Ik begon er diverse trends in te zien. Sommige
mannen van 45 waren nog beklagenswaardiger dan ik, al beseften ze het zelf
niet.
Bijvoorbeeld de minor
poet Daan Droevendael, die ik toen nog als vriend beschouwde. Hij had
genoeg van zijn concubine, stortte zich met enthousiasme in andere verhoudingen, en bezocht regelmatig
hoeren en snoeren, of ontbood ze aan huis. Behalve tot minor poems leverden deze escapades hem ook inspiratie tot proza.
Wekelijks verhaalde hij me per email met veel bravoure over zijn seksuele avonturen,
waarbij geen enkel weerzinwekkend detail onvermeld bleef.
Zielig eigenlijk, zoals alle mannen van 45 vaak wel een
beetje zielig zijn. Maar mijn veronderstelling dat het daarna allemaal beter
zou worden, klopte ook niet. Ik merk er in ieder geval nog niet veel van.
Anyway: hier is het stukje van weleer.
Frans Mensonides
27 oktober 2013
Mannen
van 45 (1)
(min of meer in de
stijl van het tijdschrift MAD, maar dan zonder leuke plaatjes, die je er in
sommige gevallen gemakkelijk bij kunt denken)
Je beseft dat je een
man van 45 bent, als …
… de mensen steeds
vaker beweren, dat je in elk opzicht meer en meer op je vader gaat lijken;
… twee keer per maand zo langzamerhand ook wel genoeg is;
… je ergens vaag het idee krijgt dat je nu eindelijk volwassen gaat worden;
… je nog best evenveel zou kunnen als 15 jaar geleden, als je maar niet altijd
zo moe was;
… je de tol gaat betalen, waar je gehoopt had dat je de vruchten zou gaan
plukken;
… je steeds vaker trots bent op wat je nog kunt;
… je de jaren tot je VUT gaat aftellen (en hoopt dat je het nog haalt);
… de meisjes, waarop je valt, in toenemende mate wel je dochter hadden kunnen
zijn;
… je tweede jeugd voorbij is en je nog niet toe bent aan je derde;
… je nog zelden deelneemt aan wedstrijden wie het verst kan pissen;
… je als een berg opziet tegen de rest van je leven;
… je 15 jaar geleden mannen van 45 stokoud vond;
… je vindt dat je het allemaal anders had moeten aanpakken;
… je vraagt, waar de jaren gebleven zijn, en je plannen, en je idealen;
… je steeds vaker terugdenkt aan je grootouders;
… je jezelf dikwijls betrapt op uitdrukkingen als “toen ik nog een jonge vent
was”;
… je denkt dat er steeds meer jonge mensen bijkomen, en je je afvraagt waar ze
allemaal vandaan komen, en hoe het komt dat ze al maar jonger worden;
… je ontdekt hebt, dat de meeste veranderingen toch neerkomen op meer-van-hetzelfde
en niets-nieuws-onder-de-zon;
… het met je vrienden (die ook zo om en debij 45 zijn) ook sukkelen is;
… je weinig behoefte meer hebt, de wereld, de maatschappij of wat dan ook te
verbeteren, en jezelf al helemaal niet;
… de top 40 van deze week je voorkomt als een onverdraaglijke, vormeloze brei
geluid (behalve dan natuurlijk die cover van die Blondie-hit uit 1979);
… heel veel dingen voor jou eigenlijk niet zo verschrikkelijk broodnodig meer
hoeven;
… de medische encyclopedie geen Ver van mijn bed-show meer is;
… je je met schrik realiseert dat je over 5 jaar 50 bent, over 15 jaar 60 en
over 45 jaar 90;
… het lichaamsvet zich nu definitief heeft genesteld op de verkeerde plaatsen;
… je je voorneemt nu eindelijk dat donorcodicil eens in te vullen, omdat het
over 5 jaar niet meer hoeft, daar dan niemand jouw aftandse organen nog wil
hebben;
… je je tandarts steeds vaker ziet, en je kapper nog slechts sporadisch;
… je je om dit alles nog drukmaakt, en er nog niet helemaal voor afgestompt bent;
… een jaar in jouw gevoel nog maar 8 maanden duurt;
… je moeder volgend jaar al 75 wordt;
… je ineens op de kalender ziet dat je 46ste verjaardag er al weer zit aan te
komen.
Mannen
van 45 (2) - Onderpresteren
40 jaar. Op zichzelf
vind ik dat al een prestatie, zo’n lange tijd mijn licht onder de korenmaat te
laten schijnen. Alle reden om er even bij stil te staan (alsof ik ooit iets
anders gedaan heb).
De onderwijzer van de
vierde klas schreef het al met vette rode halen op een ruïneus kerstrapport:
“Frans kan beter, maar is veels [sic] te slordig.” Ik ben dat jaar nog
voorwaardelijk bevorderd. Maar op de middelbare school ben ik volkomen
gesjeesd, hetgeen niet zozeer was te wijten aan te weinig uitvoeren, als wel
aan helemaal niets uitvoeren.
“Zonde dat iemand met
jouw verstand niet meer weet te bereiken”, zei me enkele jaren later de
afdelingschef op kantoor. Het was tijdens een personeelsbeoordelingsgesprek,
waarbij hij verder niet veel bezwaren tegen me kon inbrengen: ik was altijd
aanwezig als ik aanwezig moest zijn, en daar nietsdoen me ernstiger verveelde
dan werken, pakte ik vaak nog flink aan, ook. Diezelfde chef heeft mijn
doorstroming naar een minder lichte functie overigens een hele tijd
tegengehouden, omdat hij het niet kon verkopen aan een aantal jaloerse
collega’s op de afdeling, die hun koperen jubileum in onderprestatie al achter
de rug hadden.
Tot mijn 30ste vond ik
het volslagen onzinnig, ambities te koesteren om iets te bereiken in de wereld;
sedert mijn 40ste, een reeks ontluisterende ervaringen rijker, weet ik dat ik
indertijd gelijk had in mijn jeugdige bezonnenheid.
En nu? Ik doe in grote
lijnen nog hetzelfde werk als onder die chef die mijn talent als
onderpresteerder ontdekt heeft. Mijn studie Nederlands is momenteel bezig te
ontaarden in een tienjarenplan. Geen idee hoe dat alles komt; lui ben ik niet,
daar ligt het niet aan. Ik heb toch ook in nog geen half jaar tijd ruim 50
columns volgeschreven; deze hier zit ik zelfs om kwart over zeven in de morgen
al te typen.
Zelf houd ik me altijd
voor, dat ik een generalist ben. Ik kan van alles, maar nixx echt goed. Ik heb
geen roeping, of althans maar heel kort, tot ik iets anders hoor, dat harder
roept.
“Je bent gewoon te
over-perfectionistisch”, zei onlangs een vriendelijk iemand tegen me, die het
goed met me voorhad, “op die manier krijg je nooit eens wat af”. Mijn gezicht
klaarde op. Zo had ik het nog nooit bekeken. Ik geloof niet dat het waar is,
maar een bruikbaar excuus is het in ieder geval wel.
En verder? Een lintje
kun je bij mijn weten niet krijgen voor een jubileum in onderprestatie (tenzij
je je tijd hebt uitgezeten op een ministerie of in de diplomatieke dienst), dus
speld ik me dat zelf maar op de revers; bij dezen.
Mannen
van 45 (3) - Een vergeten minderheidsgroep
Waar “mannen” staat,
kan vaak ook “vrouwen” gelezen worden. Deze column gaat echter alleen over
mannen. Het is me namelijk duidelijk geworden, dat de treurnis van de
middelbare man schromelijk onderschat wordt. De vrouwelijke overgang is een
algeheel erkend leed, maar de mannelijke “penopauze” (het woord alleen al!) kan
bij iedereen die toevallig geen man van rond de 45 is, alleen maar een meewarig
lachje opwekken, alsof het alleen om dat wormvormig aanhangsel zou gaan, dat
bovendien bij velen nog tot op hoge leeftijd blijft functioneren.
Wij mannen van in de
veertig vormen een vergeten groep. Er worden bijvoorbeeld nooit liedjes over
ons gemaakt. Ik herinner me “meisjes van 13, net d’rtussenin”; was het Paul van
Vliet niet die het zong? Zulke vertederende ballades hoor je nooit over mannen
van 45, hoewel ook wij altijd tussen twee stoelen zitten, zo niet tussen Scylla
en Charibdis. De tweede helft van ons leven is al weer voor ruim een kwart
voorbij, we zijn niet jong meer, maar om de duvel nog niet oud!; we zitten in
een bang niemandsland. De balans is nog niet opgemaakt, maar de rekeningen uit
het verleden drukken er al zwaar op. Ouders gaan dood; kinderen gaan het huis
uit of trekken zich niets meer van ons aan; zelf behoren we tot de verloren en
vergeten generatie daartussen in.
En er is ook geen
enkele sector in de veelgeprezen Zorg die zich over onze bevolkingsgroep ontfermt.
De gelden op de begroting lijken geheel ten goede te komen aan jongeren en
ouderen, maar nooit aan wat halverwege zit. Ooit gehoord van:
randgroep-middelbaren? Probleem-middelbaren? Hang-middelbaren?
Middelbaren-integratie? Sociëteiten voor middelbaren? (die voor jongeren en
bejaarden krijgen honderden miljoenen euro’s per jaar, maar wie richt de eerste
soos op voor heren van rond de 45?) En is er hier in de stad ergens een
middelbaren-consultatiebureau? Wie organiseert middagen met middelbaren-gymnastiek?
Waar staat het HALT-bureau voor middelbare vandalen? Moeten we dan wachten tot
we “Senior” zijn, voordat we weer eens ergens voor in aanmerking komen??
Er is ook in ons
demissionaire kabinet geen staatssecretaris voor middelbare mannen-emancipatie.
Geen enkele van de duizenden wethouders in ons land heeft middelbare mannen in
zijn of haar portefeuille. Ik kom vaak in gemeentelijke archiefbewaarplaatsen,
maar ben er nog nooit een dossier tegengekomen, getiteld: “Intergemeentelijk
middelbare mannenbeleid; Ambtelijk vooroverleg”. En je beseft niet half, over
hoeveel onderwerpen er in ons land ambtelijk vooroverleg gepleegd wordt; je
wilt het vermoedelijk niet eens exact weten!
Vanwaar die geringe
belangstelling van beleidsmakers en bestuurders voor de middelbare man? Ik
denk, dat het er iets mee te maken heeft, dat velen van hen zelf een middelbare
man zijn. En vooral middelbare macht-mannen blijven graag tot het einde toe
volharden dat er niets met hun aan de hand is; dat zij geen hulp nodig hebben.
Dat is het
deerniswekkende van onze minderheidsgroep; misschien hebben wij het wel aan
onszelf te wijten dat niemand zich om ons bekommert, terwijl wij het nadir, het
absolute dieptepunt van ons leven beleven.
Maar er gloort hoop.
Uit het eerder geciteerde onderzoek blijkt ook, dat oudere mannen, die dus hun
middelbare leeftijd achter de rug hebben, steeds gelukkiger worden. Met mannen
van in de 50 gaat het beter dan die in de 40; mannen van in de 60 zijn weer
gelukkiger dan die van in de 50. Hoe minder van het leven er nog resteert, hoe
leuker het wordt.
Dus: kop op,
mannenbroeders; wie weet wat er nog mogelijk is! In de hoop, jullie toch nog
een hart onder de riem gestoken te hebben, tekent uw dienaar,
Frans Mensonides
4 november 2002
Deel 0: Gecensureerd:
aan het
ziekbed van een wethouder (1998, 2001) - 15 jaar thuispagina
Deel 1: Nunc est bulborum; langs
de Geestlijn (2003)
Deel 2: Opkomst en ondergang van
Lovers Rail (1996-1998)
Deel 3: Twee
(mis)managersportretten: Zich
installeren (2002) en Wereld
op Wielen (2000)
Deel 4: Spoorrampjaar 2001
Deel 5: Het hoofdstuk Horeca:
een paar eet- en drinkervaringen (1999, 2000)
Deel 6: Start van Syntus
(1999)
Deel 7: Langs Lange Lijnen: Emmen -
Groningen, met toegift in Beijum (1998)
Deel 8: Stadsdienst Alkmaar op de
digitale snelweg (1997)
Deel 9: Bahn en
Kerstmarkten in het Ruhrgebiet (1998, 1999)
Deel 10: The Lotus Man en andere
ICT-treurnis (1999-2003)
Deel 11: Het aller, allerbeste
uit Langs Lange Lijnen (voorjaar 1998)
Deel 12: Treinreizgerstypen
(1998-2000)
Deel 13: Vier uit 'twee;
verhalen uit REFLEXXIONZZ! (2002)
Deel 14: Lange Lijn langs de Lek (1998; met foto's uit 2013)
© Frans Mensonides, Leiden, 2013.