Na ‘Manoeuvres
in het duister’, mijn vorige fiets- / wandel-fotorapportage,
had ik toch behoefte aan iets meer kleur en licht op mijn foto’s. Nu
dus even
geen avondlijke omzwervingen meer, maar op pad als de winterzon de
gevels en de
boomtoppen kust.
Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, maar juist
de donkere tijd
van het jaar is een ideaal seizoen om zonbeschenen opnames te maken.
Zie maar
eens een knappe foto te maken als op een zomermiddag de zon de straten
geselt
met licht, terwijl de slagschaduwen poelen van duisternis zijn! Je moet
heel
lang wachten totdat de zon naar de kim daalt, of op een onchristelijk
vroeg
tijdstip opstaan om hem te zien opkomen.
Maar in de winter: altijd warme kleuren
voorhanden. Op dagen
dat de zon tenminste wil schijnen. Niet alle foto’s hieronder zijn even
zonnig.
Een paar keer dook de zon vrijwel onmiddellijk achter de wolken nadat
ik
gewapend met camera op pad was gegaan. De titel van dit stuk luidt:
‘Zoek de zonzij’,
wat geen garantie inhoudt dat ik die ook werkelijk zou vinden.
Ook deze keer alleen maar foto’s uit Leiden
en omgeving.
Zoals ik vorige week schreef op FHM’s, heb ik een heel beperkte actieradius, door
omstandigheden die in dat stukje worden uiteengezet. In 2022 kwam ik
tot nu toe
niet verder van huis dan Voorburg in het zuidwesten, Katwijk aan den
Rijn in
het noordwesten en Hazerswoude-Rijndijk in het oosten. En van die
laatste 2
plaatsen kan ik hier dan nog niet eens zonfoto’s laten zien.
Onvermijdelijk zag ik op die weinige
vierkante kilometers
wel dingen die ik al eens eerder op de foto heb gehad. Maar nu dan in
zonlicht,
of vanuit een andere hoek, of met een andere uitsnede. Mijn lijfspreuk
luidt ook
dit jaar nog steeds: ‘Je maakt nooit 2 keer dezelfde foto’.
Dat doe ik zeker niet in de kern van Wassenaar.
Het zijn
allemaal eerste foto’s. Ik heb het centrum van Wassenaar jarenlang
overgeslagen:
nergens om; louter omdat hij uit de slinger lag van alles waar ik
naartoe
wilde. Niet helemaal terecht; er staan toch een paar aardige dingen,
als je er
goed om je heen kijkt.
Langstraat. Het pand met het torentje was van 1878-1925
raadhuis.
Het Baljuwhuis aan het Plein dateert uit de
1740’s. Baljuws waren
machtige lieden die belast waren met ordehandhaving en rechtspraak in
een
streek. Mannen, voor wie de dorpelingen sidderden; althans, dat zou ik
me
kunnen voorstellen.
Na de Napoleontische tijd woonden er burgemeesters
en
dorpsdokters in het Baljuwhuis. Tegenwoordig wordt deze riante woning
particulier bewoond.
Huize Neyenburgh aan de Schoolstraat
Heb ik wel eens verteld dat ik in Voorburg geboren
ben, en
dat het daardoor míjn dorp blijft, en dat ik geen betere besteding van
een
zonnige winternamiddag kan bedenken dan langs de Vliet naar Voorburg te
fietsen?
De Houtzaagmolen De Salamander aan de Vliet bij
Leidschendam
dateert van 1777, maar staat niet meer op zijn originele plek. De
molen, in
1980 niet meer dan een bouwval, is in de periode 1985-1995 gedemonteerd
op een net
iets andere plek herbouwd met gebruikmaking van origineel materiaal.
Hij kan nu ook
weer echt zagen.
Wat meters beneden de fraaie, moderne
Sijtwendebrug over de Vliet tussen
Voorburg en Leidschendam ligt de Sijtwendetunnel, verkeersader voor
auto’s en
trams (HTM-lijn 19)
De kledingzaak op Herenstraat 17 heet Diciassette,
wat knap
sjiek klinkt, maar gewoon 17 is in het Italiaans. Hun filiaal Undici
(net niet
zichtbaar op de foto) is gevestigd op nummer 11. En beide hoeven niets
te
betalen voor deze reclame in aflevering tredici van mijn corona-sage.
De monumentale historische Algemene Begraafplaats
Parkweg is
in gebruik genomen in 1875. In de jaren 30 raakte hij in verval, na
opening van
de Oosterbegraafplaats aan de Rodelaan (waar mijn ouders rusten). In
2009 /
2010 werd de begraafplaats grondig opgeknapt. Er vinden sindsdien ook
weer
nieuwe begrafenissen plaats op deze dodenakker, een aangenaam rustpunt
midden
in een levendig dorp.
SQM Offices is een keten van hypermodern
ingerichte
kantoorverzamelgebouwen en vergaderlocaties. De kantoorklerken kunnen
er
sporten, eten, en misschien nog wel werken, ook. Toch moet dit
tegenwoordig wel
een noodlijdende sector zijn, na de opmars van Teams en Zoom.
De Vliet, officieel het Rijn-Schiekanaal, loopt
als een
blauw lint door deze aflevering heen. Blauw? Grijs, eerder, zelfs met
zon. Die brug, die is wel mooi blauw.
Blik op de overkant
van de Vliet vanuit de nieuwbouwwijk
Park Allemansgeest.
En hier net andersom.
Zaterdagmiddagwandeling.
De Krimkade in de Krimwijk. De Krim in Oost-Europa
is heel actueel,
op het moment. Maar waarom dit Voorschotense wijkje uit de 30's t/m
50’s zo heet,
dat heb ik niet kunnen vinden.
Molenlaan in het centrum.
Ook in mijn eigen omgeving fotografeer ik soms nog
iets
nieuws. Dit rustieke hoekje achter de Zilverfabriek zag ik laatst voor
het
eerst, hoewel het maar op een stijf kwartier lopen van huis ligt.
De zon gaat onder in
Voorschoten.
En tot slot nog even kriskras door Leiden.
Gravensteen
Stadhuis
Academie
Rapenburg
De Meelfabriek is een vaste waarde in deze reeks,
en je ziet
het 45 meter hoge industriële complex ook niet gemakkelijk over het
hoofd. De verbouwing
en moderne aanbouw lijken na een kleine 35 jaar toch nog hun voltooiing
te naderen.
De Oude Vest en de Herengracht. Grachten lenen
zich bij
uitstek voor een panorama. Wat gek dat ik dat nooit eerder ontdekt heb.
De Nieuwe Rijn.
Regenboog boven de bouwputten voor het Bio Science
Park
West. Ik sta hier eigenlijk niet in Leiden, maar ‘op’ Oegstgeest,
geloof ik.
Peuk?? In ieder geval: 4 maal Polderpark Cronesteyn.
Markant poortje in
Tuinstadwijk.
Blik op de
Stadsmolensloot en de van den Brandelerkade in de
Professorenwijk
‘Waar zie jij de zon
op deze foto?’
Wat zou je zeggen van de maan, die immers het zonlicht in onze richting
kaatst?
Met deze foto van de huizen aan het Plantsoen, dat
deel
uitmaakt van het Singelpark
Leiden, eindigt dit in beginsel zonnige artikel.
Het is – ik stipte het al even aan - het 13e van wat ik ooit de
corona-trilogie
heb gedoopt, voornamelijk geschreven in perioden van nationale of
zelfopgelegde
lockdown. Inmiddels zijn het al vier trilogieën plus 1.
Er komt de komende weken volgens mijn planning nog
een
zonnige aanvulling. En het is vast ook niet het laatste artikel van de
cyclus.
Het 'narratief' van de regering luidt nu: ‘corona
is voorbij’. Het valt dus te voorzien dat in werkelijkheid het ergste
nog moet
komen. We hebben dat al een paar keer eerder meegemaakt.
Ik sta even stil op en bij deze brug, waarvan je
een stuk
van de leuning ziet. In de eerste plaats natuurlijk om de foto te
maken. Maar
ook en vooral omdat het de van Disselbrug is.
Hij is genoemd naar een grijze eminente, een alom
gerespecteerd man met grote verdiensten voor de maatschappij; een
bruggenbouwer
naar wie terecht een BRUG is genoemd en niet een straat of plein; een
veelzijdig
man met een brede visie, zowel op zijn vak als op de maatschappij als
geheel; iemand
die altijd bescheiden bleef onder de hem toegebrachte loftuitingen.
Ik doel nu op Dr. Elie François van Dissel
(1832-1908), ingenieur
bij het Hoogheemraadschap Rijnland, statenlid van de Provincie
Zuid-Holland en
raadslid en wethouder in Leiden.
Wie kent hem niet? IK, zei de gek; ik kende hem 24
uur
geleden nog niet, maar heb hem bijgelezen in het Nieuw Nederlandsch Biografisch
Woordenboek.
Frans
Mensonides
20 februari 2022
Foto’s dateren van 16 december 2021 t/m 17 februari 2022.
Nog een korte toegift bij de reeks zonnige winterfoto’s
hierboven. En die toegift bestaat uit net zo zonnige voorjaarsfoto’s, ook uit
Leiden en omstreken.
Een bank met de vorm van een golf. Noordwijk aan Zee op een vroege lentedag, om precies te zijn
woensdag 9 maart.
Het lot van vele koningen en andere
hoogwaardigheidsbekleders: postuum door duiven te worden bescheten, zonder er
nog iets aan te kunnen veranderen. Standbeeld van koning Willem II (1792-1849)
op het Buitenhof in Den Haag.
Leidse Hout in de laatste zonnestralen van de dag.
‘Is hier ook een abattoir?’, vroeg Drs. P. zich ooit af in
zijn onsterfelijke ‘Dodenrit’. In Leiden kon die vraag van 1903 tot 1980 met
een volmondig ‘Ja’ beantwoord worden. In die jaren was aan de Pasteurstraat in
Leiden Noord het Openbaar Slachthuis Leiden gevestigd. Daarna werd het complex
gesloopt, op een paar monumentale bijgebouwen na. In één ervan heeft tot de
coronacrisis nog een poosje een steakhouse gezeten, een steekhuis in een
slachthuis, dat klopt ergens wel.
Verder heeft het complex na de sloop een leegte achtergelaten
die gevuld werd met het 10 ha. grote Slachthuispark, een groene oase aan de
rand van de wijk Nieuw Leyden.
Voorhout
Noordwijkerhout
Op 18 en 20 april heb ik mijn traditionele fietsrondjes
gemaakt door een stuk Bollenstreek, langs velden met bloeiende tulpen. Vorig
jaar was het overal aangenaam stil, maar dit voorjaar worden de bloemen weer als
vanouds platgetrapt door toeristen uit 5 continenten.
Sommige bollenboeren maken van de nood een deugd, plaatsen
een stalletje met bloembollen en andere zaken op hun terrein, verdienen zo nog
een extraatje, en staan in ruil daarvoor oogluikend toe dat mensen hun
tulpenvelden betreden.
Al die toeristen uit verre landen zijn druk bezig met het
fotograferen van die bloemenpracht, en merken niet dat een streekbewoner hen op
zijn beurt fotografeert. Ik kijk achter me of iemand MIJ misschien… maar nee.
Tot slot: De Leiden vanaf De Burcht.
Ondertussen ben ik al weer wekenlang met het openbaar
vervoer op pad door heel Nederland - na een veel kortere coronawinter dan in
2021; zouden we toch de goede kant op gaan? Medio maart liet ik de rubriek Beminde zaterdag herrijzen en begon ik ook aan mijn traditionele rondje langs
alle wijzigingen in het spoorboekje.
Dit fotoreeksje is het hopelijke besluit van mijn ‘corona-sage’
in 13 delen. Hieronder een overzicht van alle 13 verschenen afleveringen.
Frans Mensonides
29 april 2022
Foto’s gemaakt van 23 februari tot/met 20 april 2022.
Tespelduyn bij Noordwijkerhout
©
Frans Mensonides, Leiden, 2022