Randstadrail rijdt! (15): ZoRo in de zomer


‘Deden steden als Leiden en Utrecht er eeuwen over om het predikaat “grote stad” (100.000 inwoners) te verkrijgen; Zoetermeer groeit in 15 jaar tijd van een klein dorpje tot een grote stad. Een stad die vele mensen en later ook regeringsfuncties uit Den Haag moet overnemen. Het is maar zeer de vraag, of het snelle tempo, waarin de woontorens opgetrokken worden, bevordelijk is voor de kwaliteit van de woningen. Ook vervreemden m.i. de mensen in dergelijke steden van elkaar, zó dat ze hun eigen buren nauwlijks kennen. Woontorens met hoogtes van 50 meter, zoals die in Zoetermeer voorkomen, lijken me niet erg bevordelijk voor het contact met de grond. (In de Bijlmermeer bijvoorbeeld maakt men de flats niet hoger dan 30 meter, zodat de bewoner nog enigszins kan waarnemen wat er op de grond gebeurd).’

Schrijver dezes anno 1972, in een schoolwerkstuk voor aardrijkskunde

Randstadrailnetwerk. Het zwarte stippellijntje is de ZoRo-lijn, compleet met pirouette bij Driemanspolder.  
Kaartje overgenomen van projectsite Randstadrail en zelf aangevuld.


In de snijdende winterkou, in deel 13 van deze reeks, verkneukelde ik me op een zomerwandeling over de Landscheiding tussen Delfland en Schieland, langs de in aanleg zijnde HOV-baan voor de ZoRo-bus (Zoetermeer-Rodenrijs). Maar toen het eindelijk zo ver was, vond ik dat het best een paar graden koeler had mogen zijn: die brandende zon in die open poldervlaktes, op mijn licht kalend schedeldak; een mens kon wel een zonnesteek krijgen. Het deugt ook nooit.

Wat was de ZoRo-lijn ook alweer? Een 13,5 kilometer lange buslijn met de volgende route: van Randstadrail- en busknooppunt Zoetermeer Centrum West, langs NS-stations Zoetermeer en Zoetermeer Oost, via bedrijventerrein Lansinghage, over de Landscheiding, langs de HSL-baan tussen Berkel en Bergschenhoek door, naar Randstadrailstation Rodenrijs.  De ZoRo gaat dus rijden van rail naar rail langs rail, maar zal zelf een bus zijn.

Tussen Rodenrijs en Zoetermeer wordt 6,5 km nieuwe busbaan aangelegd. In Zoetermeer rijdt hij 7 km over bestaande infrastructuur, over ondermeer de Zuidweg en de Oostweg, staaltjes van fantasierijke straatnaamgeving. Op die twee wegen hebben wel ingrijpende aanpassingen plaatsgevonden van de infrastructuur: aanleg van busstroken, herinrichting van kruispunten, opknappen van halteperrons; zie de mededeling van de gemeente.

Op het kaartje hierboven is de ZoRo-lijn getrokken met een stippellijntje.  HIER en HIER kun je officiële werktekeningen van ingenieurs raadplegen. De bus stelt straks na opening, hopelijk december 2012, Berkelaars en Bergschenhoekers in staat om sneller, doch wel met een overstap, te reizen naar het centrum van Rotterdam.

Ik begon op vrijdag 29 juni 2012 in Rodenrijs. Maar mijn plan, in één ruk door te lopen naar Zoetermeer, stiet op een wegversperring bij de Anthuriumweg, in het uiterste noorden van Berkel / Bergschenhoek. Ook tussen Randstadrailstation Rodenrijs en de Wildersekade kon ik niet langs de busbaan in aanleg plus het HSL-spoor lopen, en moest ik via de bebouwde kom van Rodenrijs.

Op woensdag 1 augustus deed ik een poging vanaf de Zoetermeerse kant. Maar ook deze keer kondigden gele, zwartbeletterde borden al kilometers van te voren aan dat er nog steeds een wegversperring lag bij de Anthuriumweg. Ik moest uitwijken naar Bleiswijk. Een heel stuk van de Landscheiding heb ik dus helemaal niet gezien.

En die afsluitingen komen dan juist weer doordat er overal langs het 6,5 km lange traject voortvarend gewerkt wordt aan die busbaan. Dat ik daarvan al met al niet zoveel gezien heb, is niet zo erg. Foto’s van een busbaanaanleg: zand in vrachtwagens, geschep in de grond, geelgejaste zwetende mannen, zijn noch erg esthetisch, noch erg verrassend en boeiend. Ík weet van zo’n foto in ieder geval niets te maken. Maar het was een mooie wandeling langs het front in de eeuwige veroveringsoorlog van stad op land. Er is op bijna elke hectometer wel iets te zien, mooi of lelijk, maar altijd onverwachts en opmerkelijk.

Het heeft me van jongs af aan gefascineerd, nieuwbouw; het moet wel in de genen zitten, bij de kleinzoon van een architect. Tussen beide wandelingen in vond ik in een oude rommelkast een schoolwerkstuk van 40 jaar geleden, toen ik ten tweeden male de derde klas van het gymnasium deed. Ik heb er hierboven uit geciteerd, inclusief spelfouten, die toen nog niet automatisch rood onderlijnd werden, maar met de hand, door een docent. Het valt me nog mee, het taalgebruik, voor een derdeklasser. Het kon echt slechter; ik hoef me er niet voor te schamen. Ik schreef ook bondiger dan tegenwoordig; het ging allemaal nog met pen op foliovellen papier, met schrijfkramp.

Het werkstuk moest gaan over een (controversieel) onderwerp uit de Nederlandse sociale geografie, en daarover moesten wij een gefundeerde mening verwoorden. We mochten samenwerken in groepen. Ik koos grote woningbouwprojecten als onderwerp. Twee leerlingen uit de parallelklas, van wie een mijn buurjongen was, sloten zich bij me aan omdat ze zelf nog geen onderwerp hadden. Eén van hen zou het schoppen tot journalist, de ander tot architect, niet van huizen, maar van ICT-systemen. Van het derde lid van dit triumviraat kwam niks terecht, zoals de trouwe lezer weet.

Ik nam Zoetermeer en de Bijlmer voor mijn rekening. Studie- en illustratiemateriaal vroegen we per briefkaart aan bij de gemeenten. Zelf wilde ik er ook gaan kijken. Zoetermeer was te befietsen. Ik herinner me zandvlakten, waar je altijd wind tegen had, en dus zand in de ogen kreeg, met die nieuwe, hoge torens aan de einder. Er reed toen ook al een bus van Leiden naar Zoetermeer, eens per uur: lijn 4 van Westnederland, welk busbedrijf het vervoer in het Groene Hart in 1969 had overgenomen van Citosa (zie deze historische site). In Den Haag kwam je vanuit Zoetermeer met bus 3 uit Boskoop. Pas in 1973 kreeg Zoetermeer zijn eerste NS-station, aan de lijn Den Haag CS - Gouda, een paar jaar later gevolgd door al die Sprinterstations aan de 'Krakeling'.

De Bijlmer deed ik met een van krap zakgeld aangeschaft hardkartonnen treinretourtje. Station Amsterdam Bijlmer bestond uit twee houten noodperrons met een loopbrug over het spoor en kaartverkoop in een noodgebouwtje; ook alweer te midden van stuivend zand. Op Stationsweb staan er een paar foto’s van. Vergelijk het eens met station Amsterdam Bijlmer ArenA dat nu op ongeveer dezelfde plek staat…Er stopte geloof ik maar eens per half uur een trein. Vanuit de Bijlmer reisde je per bus naar het centrum van Amsterdam. De metro zou pas jaren later gaan rijden.

Dat werkstuk bewaar ik, en gooi ik niet weg. Maar een bundeltje proefwerken uit de brugklas, plus een dik stencil met grammaticale aantekeningen bij Caesars De bello Gallico heb ik nu toch maar aan de papierbak prijsgegeven. Ik gruw nog als ik het lees. Je moest dat rotstencil zo ongeveer uit je kop kennen; het heette kortweg: Het Stencil. Een stencil was een voorloper van het huidige kopietje of printje, zeg ik erbij voor de jongeren onder de lezers.

Dat was een zijsprong binnen een zijsprong; nu weer terug naar de ZoRo-lijn. Hier volgen de plaatjes in hodologische volgorde van Rodenrijs naar Zoetermeer.







De ZoRo-baan begint aan de voet van Randstadrailstation Rodenrijs, waar nu helemaal geen bus stopt. Daarvandaan slingert hij zich via een park in de richting van de eerste halte, Wilderszijde. Op de middelste foto het begin van de busbaan in aanleg. Het oude NS-station van Rodenrijs staat er ook nog, links op de bovenste foto, en is tegenwoordig restaurant. Ook het stationsnaambord is nog aanwezig in Rodenrijs: in de tuin van een particulier.


De Landscheiding is een brede dijk tussen de polders van twee hoogheemraadschappen. Namen als Lansinghage en Lansingerland zijn natuurlijk afgeleid van ‘landscheiding’.

Wat Zoetermeer deed in mijn schooltijd, doet hun buurgemeente Lansingerland (Berkel en Rodenrijs, Bergschenhoek, Bleiswijk) nu: langzaam het groen opvreten. Ik zeg er niets ten nadele van; mensen moeten per slot van rekening wonen. De busbaan komt in de strook niemandsland tussen Berkel en Bergschenhoek, aan de westkant (Berkelse kant) van de HSL.

Aan de Bergschenhoekse zijde staan twee middelbare scholen, waaronder het donkerroodbruine gevaarte op de foto. Enkele leerlingen zitten op een hoge grasheuvel en bekijken vanuit de verte met belangstelling mijn fotograferende activiteiten.

In Bergschenhoek (deze keer niet op de foto) spelen nog steeds geen kinderen op straat; ook in de zomer niet.

 

In noordelijke richting genomen vanaf het viaduct Boterdorpseweg, waar ik van de winter stond te koukleumen. Grond wordt vlakgemaakt voor de busbaan.


 


Jezus Mina, wat is dat? Een gnoe, schat ik op het eerste gezicht, maar die blijken er toch anders uit te zien, als ik het na-google. Zo’n creatuur, daar hoef je niet voor op safari. Hij staat gewoon maar in een weitje in Berkel. Een bok met heel lang haar, bij nader inzien; langharig werkschuw tuig?

Ik bereik het noorden van Berkel en ga op zoek naar een bushalte in een stille, deprimerende wijk vol woonerven (rechtsonder op het mozaïek van zes foto’s). De eerste vijf haltes die ik tegenkom, zijn opgeheven, en dragen oranje zakken. Eindelijk vind ik er een waar nog wel bussen stoppen, maar daar moet ik nog ruim 20 minuten wachten op een bus naar station Rotterdam Noord. Die ZoRo zal in Berkel wel als een uitkomst worden ervaren.

 

Ruim vijf weken later doe ik het noordelijk gedeelte van de ZoRo-route, in de omgekeerde volgorde als waarin ik hem hieronder beschrijf; dat is een beetje verwarrend.

 In het kassengebied onder Zoetermeer loopt de Groendalseweg langs de Landscheiding. Lijn 274 (Zoetermeer – Bleiswijk) rijdt hier in de spits, en rijdt vanaf Bleiswijk verder als lijn 173 naar RaRailstation Berkel Westpolder.

De ZoRo-bus zal van hier tot Zoetermeer dezelfde route volgen als lijn 274, over het bestaande wegennet. De 6,5 km lange ZoRo-baan langs de Landscheiding eindigt, of begint dus hier. Men is druk in de weer met de aanleg, tot waar het oog reikt. Ik ben zojuist in de hitte gepasseerd door een stoffige, walmende, naar diesel en geschroeid rubber stinkende vrachtwagen die zijn zand zal kiepen langs de Landscheiding.

Hier buig ik af naar Bleiswijk, omdat ik niet meer verder kan, en loop door onder de HSL-baan.

 

 


Bus 174 naar Zoetermeer slaat linksaf, bedrijventerrein Lansinghage in. Een wandel-fietspad loopt daarlangs, op het al genoemde front van stad en land. Links zie je industrie, en zie je rotorbladen van windmolens door het zwerk zwieren. Rechts zijn maisvelden te zien (tenzij ik me weer vergis, net als met die zogenaamde gnoe) waarachter treinen rijden.

Bovendien is er een 380-kV-electriciteitsleiding in aanleg. Op die mannen die op 30 meter hoogte in bakjes aan de mast kleven, ben ik niet jaloers; hooguit op het uitzicht dat ze hebben.

 

 


Een SLET, op weg van Gouda naar Den Haag. Ongeveer op deze plek komt station Bleizo, waarover ik het had in een vorige aflevering. Niets is er nog te zien van het enorme business park dat mensen naar Bleizo moet lokken. Je zit hier een knap eind uit de bewoonde wereld. Aan de overkant van de A12 zie ik, telkens verduisterd door grote vrachtauto’s, het einde van Randstadraillijn RR4, die vanaf de Javalaan hierheen wordt doorgetrokken.

Ik neem nog een kijkje op Lansinghage. Zwish, zwish, zwish, doen de rotorbladen. Hun schaduwen scheren over de stoep. Hier heeft niemand er last van. Staan die dingen in woonwijken, dan worden sommige mensen ziek van het geluid, andere van het zien draaien, weer anderen alleen door suggestie, en nog weer anderen van het gezanik van al die anderen daarover; er zijn dikke rapporten over geschreven pro en contra.

Tussen Lansinghage en Centrum West rijdt maandag t/m vrijdag overdag de Zoetermeerse stadsbus 74. Deze volgt in grote lijnen de toekomstige route van de ZoRo-bus. Hij heeft mij aan boord, want ik heb niet veel zin om een uur langs het Zoetermeerse wegennet te sjouwen.

Ik heb een paar maal betoogd dat de ZoRo-bus eigenlijk een railvoertuig had moeten zijn, om een rechtstreekse verbinding Zoetermeer – Rotterdam mogelijk te maken. Maar wat een bus wel kan, en een railvoertuig niet: met 80 km/uur de krappe bocht van 360 graden nemen bij station Zoetermeer en de Nelson Mandelabrug.

 


‘Sub of the day’, moet dat geen ‘Bus of the day’ zijn? Het eindpunt van de ZoRo-lijn komt te liggen op het busstation bij Centrum West en het Stadshart Zoetermeer. Hopelijk gaat hij rijden om de 10 minuten, met in Rodenrijs een goede aansluiting op de Randstadrail richting Rotterdam, en met een rijtijd van maximaal 20 minuten. Dan kan het best nog wel wat worden met de ZoRo! 

Frans Mensonides
14 augustus 2012
Er geweest: vrijdag 29 juni 2012 en woensdag 1 augustus 2012


Al 7 jaar veel over Randstadrail op deze site:

Deel 14: HTM-lijn 2 (Kraayenstein - Leidschendam Noord) ver-Randstadraild (mei 2012)
Deel 13: Den Haag Centraal – Rotterdam Slinge / ZoRo (februari 2012)
Deel 12: Zoetermeer Javalaan - Zo blij met Bleizo en ZoRo – Even koppelen aan RGL (december 2011) 
Deel 11: Aantakken met Qbuzz; Bleiswijk (augustus 2010) 
Deel 10: Statenwegtunnel in gebruik: Vivat Hofpleinlijn! (augustus 2010) 
Deel 9: (Geen) afscheid van station Rotterdam Hofplein (juli 2010) 
Deel 8: Zuidwaarts Randstadrail op koers? (Berkel-Westpolder, Qbuzz; februari 2009) 
Deel 7: Krakkemikkige Krakeling (november 2007) 
Deel 6: Randstadrail; the movie (oktober 2007) 
Forepark: geen bloemen. geen toespraken (september 2007) 
Deel 5: Geen pgimeuâh, geen wissel-èzâh: RR 4 naar De Uithof (juni 2007) 
Deel 4: In elleke boch´ gaat-ie op z´n zèkant legge; RR 3 naar Loosduinen (maart 2007) 
Deel 3: We hebben weer stroom! Erasmuslijn Rotterdam - Den Haag CS (november 2006) 
Deel 2: TRAMmelant is het handelsmerk; RR4, Oosterheem - Monstersestraat (november 2006) 
Mijn favoriete treinspotplek; (november 2006); in de reeks 50 jaar ik; tien jaar Thuispagina van Frans Mensonides
Deel 1: Een nieuwe reisstijl: kruipen van Hofplein naar Nootdorp (september 2006) 
Deel 0: Diep beschamend! (uitstel opening Randstadrail; september 2006)
Kattenrug op krakeling? Ombouw Hofplein- en Zoetermeerlijn
(juli 2006)
Cappuccino-slurper doet Hofpleinlijn (zomer 2005)



© Frans Mensonides, Leiden, 2012.