Deel 66

Nummer: Rhinestone Cowboy
Uitvoerende Artiest(en): Glen Campbell
Tekst: Larry Weiss
Jaar: 1975
Veronica Top 40: 3
Radio 2 Top 2000: niet genoteerd


Soundbite:

And I dream of the things I'll do
With a subway token and a dollar tucked inside my shoe
There'll be a load of compromisin'
On the road to my horizon
But I'm gonna be where the lights are shinin' on me
Like a rhinestone cowboy
Riding out on a horse in a star-spangled rodeo
A rhinestone cowboy
Gettin' cards and letters from people I don't even know

Volledige tekst: staat hier


Deel 67

Nummer: Bronco Bill's Lament
Uitvoerende Artiest(en): Don McLean
Tekst: Don McLean
Jaar: 1972
Veronica Top 40: (niet op single uitgebracht)
Radio 2 Top 2000: niet genoteerd
Opmerking: Track van album Don McLean (dat de LP-top-20 niet haalde)


Soundbite:

You know I'd like to put my finger on that trigger once again,
And point that gun at all the prideful men.
All the voyeurs and the lawyers who can pull a fountain pen,
And put you where they choose with the language that they use
And enslave you till you work your youth away
Oh god, how I worked my youth away!
Whoo-pee ty yi-oh, whoo-pee ty yi-ay,
One man's work is another man's play
Oh god, how I worked my youth away!


Volledige tekst: staat hier

Beide cowboys beluisteren? klik op de zwart-witradio

 


door: Wim Scherpenisse

Twee cowboys zijn het onderwerp van de soundbites van vandaag: de ik-figuren uit de nummers Rhinestone Cowboy van Glen Campbell en Bronco Bill's Lament van Don McLean.

Beide nummers zijn afkomstig uit de jaren '70. Bronco Bill's Lament staat op het album Don McLean uit 1972, waarvan een andere track, Dreidel, begin 1973 een bescheiden hitje was in Nederland. Rhinestone cowboy stond in het najaar van 1975 in de hitlijsten.

Beide liederen gaan over nepcowboys: artiesten die spelen dat ze cowboys zijn en in een show vol glitter en glamour trachten de gloriedagen van het Wilde Westen te laten herleven. Ze doen hun werk voor een hongerloontje; de enige die er echt wijzer van wordt, is de baas van het spul, bijgestaan door een aantal geslepen juristen.

De twee nummers zijn inhoudelijk elkaars spiegelbeeld. De ik van Glen Campbell droomt van een carrière als showcowboy in de schijnwerpers, terwijl die van Don McLean juist met wrange gevoelens op een dergelijke carrière terugkijkt.

De ik-persoon in het lied van Glen Campbell is het tot nu toe niet voor de wind gegaan, maar hij houdt de moed erin. Hij weet wat er in de wereld van de showbizz te koop is, beweert hij: het is een en al gekonkel en met vriendelijk glimlachen alleen red je het niet. Je zult het op een akkoordje moeten gooien voor je tegen een bloedrode horizon kunt wegrijden op je paard. Desondanks is hij er rotsvast van overtuigd dat het hem zal lukken een 'rhinestone cowboy' te worden. Hij zegt niet 'ik wil' of 'ik zou graag', maar 'ik zál': 'I'm gonna be where the lights are shinin' on me'. Waardoor dit optimisme wordt gerechtvaardigd is een raadsel, want in de tweede strofe van het lied vernemen we dat 's mans enige bezit bestaat uit een muntje voor de metro en een dollar die hij in zijn schoen heeft verstopt. Niettemin werkt zijn enthousiasme aanstekelijk op de luisteraar.

Ook de ik-figuur van Don McLean droomde als jongeman van een bestaan als cowboy. Bij hem is de droom in vervulling gegaan, maar nu hij als oude man op zijn leven terugkijkt, ziet hij helaas weinig wat hem tevreden stemt. Hij heeft zijn hele leven hard gewerkt, liedjes gezongen en gitaar gespeeld op een fonkelend opgetuigd paard, slechts om te constateren dat geen mens hem nog kent en dat hij berooid is achtergebleven. Zijn gitaar en zijn paard waren eigendom van de studio, alleen de revolver aan de muur is van hemzelf. O, wat zou hij al die gladde jongens die hem destijds wurgcontracten hebben laten tekenen, al die 'voyeurs and lawyers', graag een kogel door hun kop jagen met dat ding! 'Oh God, how I worked my youth away!' is de jammerklacht die aan het eind van elk couplet terugkeert. En als klap op de vuurpijl onthult hij dan ook nog dat hij helemaal niet echt zong: hij moest al zijn liedjes playbacken omdat hij totaal onmuzikaal is...

Konden ze maar even met elkaar praten, de vervaarlijk opgewekte ik-figuur van Glen Campbell en de verbitterde oude man van Don McLean! Kon de Glen-ik maar aan de Don-ik vragen hoe zo'n leven nou bevalt, en kon de Don-ik de Glen-ik maar op het hart drukken dat hij wat anders moet gaan doen -- alles liever dan dit!

Maar eigenlijk had die Glen-ik dat natuurlijk allang kunnen weten, want Don McLeans klaaglied was al ruim drie jaar in alle platenwinkels verkrijgbaar op het moment dat Glen Campbells cowboy jubelend de hitladder beklom.


Don McLean op Wikipedia
Glenn Campbell op Wikipedia


© Wim Scherpenisse, Groningen, 2006


Deel 65: Albatross / Fleetwood Mac (1868), door: Frans ten Kleij
Deel 63/64: Shine on You Crazy Diamond en Arnold Layne / Pink Floyd (1975; 1967)
Deel 62: Wat een geluk / Rudi Carrell (1960)
Deel 61: Do the Strand / Roxy Music (1973)
Deel 60: Thick as a Brick pts. 1 & 2 / Jethro Tull (1972)
Deel 59: Everything counts / Depeche Mode (1983)
Deel 58: Air / Ekseption (1969)
Deel 57: All the Young Dudes / Mott The Hoople (1973) tevens: Top-2000-special
Deel 56: Een fijne dag / Drs. P (1973)
Deel 55: Matthew and Son / Cat Stevens (1967)
Deel 54: The Worker / Fischer-Z (1979)
Deel 53: Atlantis / Donovan (1968/1969)
Deel 52: Proud Mary / Creedence Clearwater revival (1969)
Deel 51: The Eve of the War / Jeff Wayne (1978)
Deel 50: Daddy Cool / Boney M (1976)
Deel 49: Spirit in the sky / Norman Greenbaum (1970)
Deel 48: Monkey on Your Back / Outsiders (1967)

Soundbites nrs 1 t/m 47 in het archief van REFLEXXIONZZ! << naar thuispagina Frans Mensonides