Any way, we cut a hit
and we toured a bit
With a song he said he couldn't use.
And now he calls and begs and crawls,
It's telephone deja vu.
We got percentage points and lousy joints
And all the glitter we can use,
Mama so uh huh, don't call us, now we'll call you!
Listen kid you paid for the call,
You ain't bad but I've heard it all before.
Don't call us, we'll call you.
Volledige tekst staat HIER
Luisteren naar een fragment van dit nummer? klik op de zwart-witradio
Don’t Call Us, We’ll Call You, een vrolijk rocknummertje dat me altijd weer terugvoert naar de zomer van 1975. Dat was de tijd dat ik welgemoed mijn eerste sollicitatiebrieven schreef. ‘Wij houden uw brief in portefeuille’, moest wel zo ongeveer de Nederlandse vertaling zijn van die titel.
In de vorige aflevering volgden we Dr. Hook op hun weg naar de roem, belichaamd door zijn verschijning op de omslag van het muziektijdschrift Rolling Stone. De mannen in de song van Sugarloaf & Jerry Corbetta zijn zo ver nog lang niet. Ze verkeren in het stadium van demo’tjes opsturen naar platenmaatschappijen en er dan achteraanbellen. ‘Kunt u me doorverbinden met A & R?’ (Artists and Repertoire).
Wanhopig beloven de artiesten de gekste dingen om maar een contract in de wacht te slepen: al zouden ze naakt over het podium moeten huppelen… Maar de man van A & R aarzelt. ‘Ja, het is allemaal best aardig, maar lijkt het niet een tikje op de Beatles, die nu toch echt wel een beetje ‘uit’ zijn? Maar goed, mochten we jullie nog nodig hebben, we hebben jullie nummer in de Rolodex!’
Don’t Call Us, We’ll Call You is gebaseerd op ware feiten. CBS had Sugarloaf een platencontract geweigerd. De band had drie hits in de Billboard top 100 gehad - die in Nederland overigens de tipparade niet gehaald hebben. Maar dat was alweer vier jaar geleden; een halve eeuwigheid in de popwereld.
Het nummer loopt goed af. In het laatste couplet scoren de artiesten een grote hit. De platenbonzen bellen nu eindelijk dan toch op. Maar nu is het antwoord nee: ‘Nou houden we júllie eens een poosje in portefeuille!’
Ook in werkelijkheid liep het goed af met Don’t Call Us, We’ll Call You. Het werd de grootste hit van Sugarloaf, met een plekje in de Billboard top 10. Dat was dus niet te danken aan CBS; de single verscheen op het relatief onbekende Claridge-label. Het was wel te danken aan een vrolijke melodie met een pittige baslijn en een geinig, telkens terugkerend riedeltje op de vibrafoon.
En het was niet in de laatste plaats te danken aan een paar aardige grappen. De indertijd in Amerika hyperpopulaire deejay Wolfman Jack, of een goede imitator van hem, brulde een station call: ‘Stereo 92’. Sugarloaf en Corbetta stalen een paar beroemde basloopjes: uit I Feel Fine van de genoemde heren uit Liverpool en uit Superstition van Stevie Wonder. En evenals in het nummer van Dr Hook gaven de bandleden ook parlando blijk van hun gevoelens. Zingen door een telefoon is natuurlijk ook een beetje raar, zelfs als je de afdeling A & R aan de lijn hebt.
Maar de aardigste vondst was wel: die telefoonpiepjes aan het begin en eind van het nummer, die zo lekker vals door de melodie heen tetteren. Nu had je natuurlijk mensen met een absoluut gehoor, die erin slaagden, die piepjes te herleiden tot de oorspronkelijke telefoonnummers. Vervolgens gingen die grapjassen die nummers ook drukken op hun telefoon (helemaal nieuw toen: druktoetsen). Wie het tweede nummer drukte, kreeg tot zijn verrassing het Witte Huis in Washington aan de lijn, maar drukte je het eerste, dan kwam je terecht bij … platenmaatschappij CBS; een subtiele wraakoefening!
CBS had toch al de ultieme zeperd, de concurrentie een hit te zien scoren met een nummer dat ze zelf hadden afgewezen. Ook voor uitgevers is het een ware nachtmerrie. Er zijn er, die spellen echt àlles uit wat ze krijgen, tot de meest verschrikkelijke bagger aan toe. Maar ook hen overkomt het nog wel eens dat ze een later kassucces afwijzen; het koopgedrag van het publiek is nou eenmaal onvoorspelbaar.
Toetsenist en zanger Jerry Corbetta (1948) heeft een grillige carrière gemaakt in de muziekbizniz en zal wel vaak naar de telefoon hebben moeten grijpen. Na het uiteengaan van Sugarloaf speelde hij in uitlopende groepen, zoals Disco Tex and the Sex-o-lettes en wat er was overgebleven van de befaamde jaren-60-band Four Seasons.
Hij staat nog steeds op de bühne, nu als lid van The Classic Rock All Stars, een soort retro-supergroep met onder meer Mike Pinera, die gitaar speelde bij Iron Butterfly en Alice Cooper. Ze hebben een website tegenwoordig. A & R hoeft niet meer te bellen; klikken is voldoende.
© Frans Mensonides, Leiden, 2007
Deel 73: The Cover of the Rolling Stone / Dr. Hook & Medicine Show (1972)
Deel 71/72: My Little Town / Paul Simon (1975) en My Home Town / Marvin, Welch & Farrar (1971), door Wim Scherpenisse
Deel 70: Hurricane / Bob Dylan (1975)
Deel 69: A Salty Dog / Procol Harum (1969)
Deel 68: Sixteen Tons / Tennessee Ernie Ford (1955)
Deel 66/67: Rhinestone Cowboy / Glenn Campbell (1975) en Bronco Bill's Lament / Don McLean (1972), door Wim Scherpenisse
Deel 65: Albatross / Fleetwood Mac (1868), door: Frans ten Kleij
Deel 63/64: Shine on You Crazy Diamond en Arnold Layne / Pink Floyd (1975; 1967)
Deel 62: Wat een geluk / Rudi Carrell (1960)
Deel 61: Do the Strand / Roxy Music (1973)
Deel 60: Thick as a Brick pts. 1 & 2 / Jethro Tull (1972)
Deel 59: Everything counts / Depeche Mode (1983)
Deel 58: Air / Ekseption (1969)
Deel 57: All the Young Dudes / Mott The Hoople (1973) tevens: Top-2000-special
Deel 56: Een fijne dag / Drs. P (1973)
Deel 55: Matthew and Son / Cat Stevens (1967)
Deel 54: The Worker / Fischer-Z (1979)
Deel 53: Atlantis / Donovan (1968/1969)
Deel 52: Proud Mary / Creedence Clearwater revival (1969)
Deel 51: The Eve of the War / Jeff Wayne (1978)
Deel 50: Daddy Cool / Boney M (1976)
Deel 49: Spirit in the sky / Norman Greenbaum (1970)
Deel 48: Monkey on Your Back / Outsiders (1967)
Soundbites nrs 1 t/m 47 in het archief van REFLEXXIONZZ! << naar thuispagina Frans Mensonides