De nieuwe halteborden van Qbuzz stonden er vorige week al
D-Dag - Beloften-beloften - Bonte vlootschouw van bussen - Toen werd het februari - Stadsbus Leiden: ruilverkaveling - Lijn 55 - Gouda: service to the boon? - Alphen aan den Rijn: stadsbus naar Holwerd - Bio Science Park: bussen in alle windrichtingen - Foutloos parcours; clean sheet - Noordwijk(erhout); ‘Snel’bussen naar de Duin- en Bollenstreek - Cul-de-sac: Lijn 56 Roelofarendsveen – Leiden –
Sassenheim - Zuidplas (1): buitengewoon lekker leven - Zuidplas (2): Driving home for stamppot - Eindpunt
Heden:
concessiewisseling in Zuid-Holland Noord (ZHN), de
thuisregio van ondergetekende. Op D-dag ( Dienstregelingsdag, zondag 15
december 2024, de dag dat dit stuk online gaat) maakt de bus van Arriva
na 12
jaar plaats voor die van Qbuzz. De komende 12 à 13 weken ga ik met
Qbuzz op reis
in ZHN, en daar hieronder verslag van doen.
Parallel aan dit ‘QBlog’ komt er ook
nog ook een pagina over
de wijzigingen in het spoorboekje van NS en van enkele regionale
spoorwegmaatschappijen;
wijzigingen die ook vandaag ingaan. Beide blogs zullen me regelmatig
weglokken
achter de geraniums vandaan, totdat ergens in het voorjaar mijn
Interrail-reisseizoen van start gaat.
Qbuzz kondigt ingrijpende
verbeteringen aan ten opzichte van
de jaardienstregeling 2024 van Arriva. Als opwarmertje hieronder alvast
een
opsomming van een paar beloften waar wij, reizigers de nieuwe
concessiehouder graag
aan zullen houden.
Maar eerst even netjes afscheid nemen
van Arriva. Hun
concessie startte een dozijn jaar geleden. HIER vindt je de zeer lange
pagina
die ik erover schreef in de winter van 2012 / 2013.
Die concessie had zullen lopen t/m
2020, met mogelijke
verlenging tot/met 2022. In dat laatste jaar werd in verband met
corona-perikelen besloten tot nog eens een verlenging met 2 jaar, tot
december
2024.
‘Aan alle goede dingen komt een
eind’, luidt een bezonken,
realo- pessimistische tegeltjeswijsheid. Aan alle slechte dingen
gelukkig ook,
en ook aan alle matige dingen komt een eind. Het laatste is wel van
toepassing
op 12 jaar stads- en streekvervoer door Arriva.
Afkomstig uit een geslacht van
onderwijzers, strooi ik graag
met rapportcijfers. Bij Arriva kom ik uit op 6’jes. Een heel
doorsnee-busbedrijf, beoordeeld op aspecten als punctualiteit,
materieel,
klantvriendelijkheid en betrouwbaarheid. Vrij saai, zelfs. Bij Arriva’s
voorganger Connexxion en voor-voorganger ZWN hing ik zo ongeveer 2 keer
per
maand aan de klachtentelefoon, maar bij Arriva kwam dat veel minder
vaak voor.
Dat zou ook kunnen komen doordat ik
milder ben geworden in
de loop der jaren. Op een gegeven moment berust een mens in wat er mis
is met
de maatschappij, waaronder matig openbaar vervoer. Verder heb ik in
2020 een
elektrische fiets aangeschaft voor mijn mobiliteit in de omgeving, en
was ik
met ingang van dat jaar ook OV-forens af. Minder reizen met Arriva, dus
sowieso
al minder klachten.
Echt om over naar huis te schrijven,
of om blogs over te
schrijven, waren de prestaties van Arriva doorgaans niet. Ook deze
vervoerder
had bijvoorbeeld als nawee van corona veel last van rituitval door
personeelsgebrek. Maar zo bont als EBS maakten
ze het dan ook weer niet. De
bus kwam meestal wel opdagen, zij het zelden op tijd.
Ook
de haltevertrekstaten hingen er hier en daar al een
week van te voren
In juli 2023 gunde de provincie
Zuid-Holland het vervoer in
ZHN aan Qbuzz en gaf daarmee het nakijken aan de zittende vervoerder
Arriva. Ook
de andere inschrijvers: EBS en Transdev, grepen ernaast.
De provincie hoopt met Qbuzz het
voorzieningenniveau van
vóór corona terug te laten keren, en daarmee ook de passagiersaantallen
wat op
te krikken. In 2019 pakten in de regio ZHN ca. 70.000 mensen per
werkdag de
bus. Het jaar daarop halveerde dat aantal, maar daarna kroop het
langzaam
omhoog tot 55.000 instappers in 2023. Die legden per rit gemiddeld 8 km
af, in
totaal van Leiden tot aan even voorbij de maan.
55.000, een Johan Cruyff ArenA vol,
Is dat veel? Het is meer
dan in de 2 andere streekvervoerconcessiegebieden van de provincie bij
elkaar (Hoeksche
Waard / Goeree Overflakkee en Drechtsteden, Molenlanden, Gorinchem).
Maar op
een bevolking van ca. 750.000 mensen in ZHN valt het lichtelijk tegen.
Er is
zeker ruimte voor verbetering.
De nieuwe concessie loopt tot eind
2032, met de mogelijkheid
tot verlenging tot eind 2037.
nu geschiedenis: Arriva-bus in ZHN (hier: Noordwijk)
Hoe denken Qbuzz en de provincie de
ZHN’er weer de bus in te
krijgen? Met legio aanlokkelijk klinkende maatregelen! Ik licht er een
paar
uit.
* Frequentieverhoging
‘Meer zitplaatsen’, zo formuleert Qbuzz het wat ongelukkig. Dat wil
niet
zeggen, dat er in één bus meer stoelen komen te staan dan vroeger. Nee,
er gaan
25% meer bussen rijden vergeleken met de dienstregeling van 2023.
Zo krijgen bijvoorbeeld de
stadsdiensten van Leiden, Gouda
en Alphen aan den Rijn eindelijk weer eens een acceptabel
voorzieningenniveau. Dat
was dramatisch afgekalfd. Uurdienst in de avonduren, de weekenden en de
vakantieperioden: compleet onwaardig voor toch redelijk (middel-)grote
steden.
Vanaf nu is halfuurdienst het minimum
in die 3 steden, 18
uur per dag en 7 dagen per week.
* Betere aansluitingen op de treinen.
Bij de Sprinterstations
Bodegraven, Boskoop, Hillegom, Nieuw-Vennep, Sassenheim, Voorhout,
Woerden en
Zoetermeer Lansingerland komen er strakke aansluitingen van trein op
bus en vice
versa.
Een poosje geleden las ik een
beleidsstuk waarin zelfs
sprake was van aansluitgarantie: de bus zou wachten op een vertraagde
trein.
Dat lijkt me lastig te organiseren. Ik heb er ook niets meer over
gehoord; een
losse flodder van een overijverige provinciale ambtenaar of
Qbuzz-medewerker,
denk ik.
Bushalte
Voorhout Station
* Meer rechtstreekse
verbindingen
Bijvoorbeeld in en om Leiden, waar de aloude ‘doorkoppeling’ gedeeltelijk in
ere is hersteld. Tot/met 2008 reden de bussen uit de Duinstreek (Kat-
en
Noordwijk) na aankomst op Leiden Centraal via het centrum door naar
Leiden
Zuid-West en Leiderdorp. Daardoor waren er rechtstreekse verbindingen
tussen
het centrum van Leiden en de kust.
Toen was dat ineens afgelopen: al
deze doorgekoppelde streeklijnen
eindigden voortaan bij Leiden Centraal (zie dit stukje
op mijn site). Met
ingang van heden rijden er weer wat lijnen vanuit de streek naar
bestemmingen
in Leiden. Waaronder deze:
* Hoogwaardig OV op de as
Zoetermeer – Katwijk
Een heel oude belofte wordt ingelost:
een doorgaande R-netverbinding
Zoetermeer– Katwijk, mét doorkoppeling, dus. Lijn 400 (Zoetermeer –
Leiden
Centraal via Leiden Centrum) wordt gekoppeld aan de lijnen 430
en 431 (van Leiden
Centraal resp. naar Katwijk ESTEC en Katwijk Boulevard).
De lijnnummers worden nu 400, resp.
401. Op het
gemeenschappelijk traject tussen Zoetermeer Centrum-West en
Katwijk Gemeentehuis
rijdt in de spits elke 5 minuten een bus en in de dal-uren elke 7½
minuut.
Hoogwaardig hoogfrequent vervoer!
Archief De digitale reiziger, 2022 en 2014
R-netten
bij Valkenburg ZH en Stompwijk
*
Bio Science Park
Ook meer rechtstreekse verbindingen naar het grote
universitaire- en bedrijventerrein Bio Science Park in Leiden. Dat gaat
qua
busvervoer steeds meer lijken op Utrecht Science Park (Ja, Engels is de
voertaal onder wetenschappers en ook op hun parken!). Bio Science Park
is nu
vanuit alle windrichtingen bereikbaar zonder overstappen. Een stuk of
10 lijnen
rijden over het terrein of er rakelings langs.
* Stadsbussen op de Breestraat
Een heel verrassende ontwikkeling
verder in het centrum van Leiden, de stad
waar ik al 61½ jaar import ben. Dit artikel begint nu wel een erg Leids
verhaal
te worden, maar in en om die stad ligt wel het zwaartepunt van de regio
ZHN.
De Breestraatkwestie is al vaak
besproken op deze site.
Veel buslijnen, waaronder stadslijnen, zijn in de loop van de jaren
weggepest
uit deze winkelstraat, en omgeleid langs de periferie van het centrum.
Zonder dat
ik snap hoe het komt, is er nu plotseling een kentering opgetreden.
Alle
stadsbussen en enkele streekbussen rijden nu weer over de Breestaat.
Een paar instanties en belangenclubs
hebben er een meloen
voor moeten doorslikken, maar die bussen zijn nu weer in genade
aangenomen. Vast
geen jubelstemming heerst er nu bij de Vereeeniging Oudt Leyden. Mijn
lidmaatschap
van die club heb ik enkele jaren geleden opgezegd na een
scheldkanonnade van
hun zijde in het Leydfch Dagblad over die lelijke bussen in de
Breestraat.
Archief De digitale reiziger,
2023
Halte Pelikaan in Leiden. De in 2023
in gebruik genomen Centrumroute blijft
het terrein van o.a. de R-netten Zoetermeer – Katwijk en van bus 45 die
vanuit
de regio Haaglanden op visite komt in Leiden. De laatste valt niet
onder de
concessie ZHN.
* Betaalbaarheid
Al het hierboven opgesomde moois zal
niet
leiden tot hogere ritprijzen, afgezien van een geringe tariefsverhoging
om
gelijke tred te houden met de inflatie. De meeste R-net- en
snelbuslijnen
hadden tot nu toe een zeer pittig tarief van ca. 20 cent per km. Maar
de prijs
wordt nu voor alle lijnen gelijkgetrokken naar 16,1 cent - plus
uiteraard het
instaptarief van 1,12 euro dat in het hele land gelijk is.
Afgelopen woensdag maakte Qbuzz
bekend dat hun bussen in ZHN
de eerste 8 dagen, dus van 15 t/m 22 december, gratis rijden, bij wijze
van
kennismakingsgeschenk. In dank aanvaard!
En
last but not
least:
* Nul uitstoot
Dat is vooral aantrekkelijk voor
voetgangers
en fietsers die nu niet meer bedwelmd worden met uitlaatgassen, als er
een bus
passeert. Bij Arriva reden alleen de stadsbussen op stroom, dat sinds
2019. Maar
bij Qbuzz zal er op den duur geen gifwolkje meer uit de uitlaat komen.
Wie nu denkt, dat er op de dag van
heden, 15 december 2024,
meteen een hele vloot e-bussen klaar staat, die moet ik teleurstellen.
Dat is
bijna bij geen een concessiewisseling het geval; er is altijd wat met
de
elektrische bussen. Ik viel dan ook niet omver van verbazing, toen ik
in een
mededeling van de provincie las dat het merendeel van die bussen nog
niet
geleverd was.
Al een jaar geleden heeft Qbuzz maar
liefst 252 elektrische
bussen besteld voor ZHN, waarvan 112 bij het Vlaamse Van Hool en 140
bij de Italiaanse
busbouwer IVECO. Nu is het zo, dat Van Hool eerder dit jaar failliet is
gegaan,
en IVECO de bussen momenteel nog niet kan leveren.
Met andere woorden: er ontbreekt
niets aan de busconcessie
ZHN, behalve de bussen. Maar dat is ook wel wat kort door de bocht
gezegd. Er
komen vervangende diesels, waaronder, net als vorig jaar in de Zaanstreek, ouwe
karren uit Berlijn, en er komen touringcars. Verder loopt er een grote
bestelling van elektrische bussen van Yutong uit China, in de plaats
van die
van het failliete Van Hool. En nu maar hopen dat Qbuzz voldoende
materieel bij
elkaar heeft kunnen schrapen om vanaf maandagmorgen een volledige
dienstregeling te kunnen rijden (vandaag, zondag, zal het wel lukken).
Ik voorzie weer eens een hausse aan
uitgevallen ritten. Dat
is wel even een domper op de feestvreugde. Ik ga de komende maanden op
pad met de
Qbuzzen die wél rijden, om te ervaren hoe het allemaal in de praktijk
gaat
uitpakken. Binnenkort meer!
Frans Mensonides
D-dag 15 december 2024
Archief De digitale reiziger 2018
Bergambacht ligt in het zuidoosten van de provincie, maar ziet wel een bus uit Zuid-Holland Noord rijden
Het is altijd hetzelfde liedje, en toch verbaast het me
iedere keer weer: wat een onbeschrijflijke puinhoop wordt het toch steevast bij
de overgang van een concessie naar een andere vervoersmaatschappij! De komst
van Qbuzz naar de regio Zuid-Holland Noord (ZHN) kón ook gewoonweg niet goed
gaan. Zoals hierboven uiteengezet, heeft Qbuzz een ernstig tekort aan bussen,
en dan wordt het lastig om een busbedrijf te runnen.
De busreiziger uit deze streek krijgt deze weken dan ook het
volle pond van de ellende over zich heen: heel erg veel rituitval, bussen
zonder lijnnummer of bestemming, niet-elektrische bussen die nieuw gewéést
zijn, chauffeurs die de weg moeten vragen aan de passagiers, digitale
reisinformatie bij de halte of in de app die niet klopt…
Maar ‘Jmegpnidbk’, zoals staat in mijn digitale
aantekeningen waaruit ik dit stukje gebrouwen heb. Wat bedoelde ik ook alweer met die afkorting?
Oh ja: je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.
Qbuzz vond zelf ook wel dat ze met goed fatsoen geen geld
konden vragen voor de wanprestatie die ze aan het leveren waren. Men bepaalde
dat het vervoer tot / met zondag 5 januari 2025 gratis zou zijn. Het leverde Qbuzz
een strop op van naar mijn grove schatting zo’n ton aan gederfde inkomsten per
dag. Dat wordt dus circa 2 miljoen voor die 3 weken.
Daar komt vermoedelijk nog een fikse boete bovenop van de
provincie Zuid-Holland, wegens het rijden met dieselbussen in plaats van
uitstootloze. Verder heeft de provincie aangekondigd dat ze de uitgevallen
ritten niet gaan vergoeden; terecht, vanzelfsprekend.
Echt door de ondergrens zakte de busmaatschappij toen er een
of meer bussen (de verhalen erover spreken elkaar tegen) van de weg gehaald werden
door de politie, dan wel de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW). Er zouden
bussen rondrijden met vervalste kentekenplaten, meerdere bussen met hetzelfde
kenteken, en / of er zouden ongekeurde en te oude bussen ingezet zijn. Qbuzz
weigert elk commentaar in de media.
Die hele concessiewissel zadelt mij op met heel gemengde
gevoelens. Als openbaar vervoer-voorvechter zie ik het liefst dat het busvervoer
soepeltjes verloopt voor iedereen die ervan gebruik van wil maken. Maar als
OV-hobbyist en -fotograaf geniet ik al wekenlang van een bonte vlootschouw van
bussen. Je ziet oude en nieuwe, rode, blauwe, gele, witte en groene, diesel uitwalmende
en elektrieke bussen langsparaderen, als je een halfuurtje bij Leiden Centraal
staat te kijken.
Tegen gratis ritjes heb ik ook geen enkel bezwaar. Bij het genoemde busstation pak ik soms bij impuls ineens een bus die er wel aardig uitziet of misschien een plaats als bestemming heeft waar ik normaliter zelden kom. Zo ben ik de afgelopen 3 weken gesignaleerd in Roelofarendsveen, Alphen aan den Rijn, f
en ook in oorden waarvan je onmogelijk kunt beweren dat ze in
Zuid-Holland
Noord liggen: Haarlem en Schoonhoven. Om nog maar te zwijgen over
Rotterdam (Capelsebrug) en Utrecht (Jaarbeurs), waar soms ook bussen
van Qbuzz rijden op lijn 295 van Syntus.
Het voelt wel raar om in te stappen zonder te betalen. Maar
in Luxemburg, waar het OV altijd gratis is, wen je er ook heel snel aan, is
mijn ervaring. Luxemburg heeft verder nog vóór op ZHN, dat het OV daar wél
naar behoren functioneert.
Sommige reizigers lezen geen mededelingen, kijken niet uit
hun doppen en blijven gerust in- en uitchecken bij chipzuilen met teksten erop:
VANDAAG GRATIS REIZEN.
Verrassingstochten maak ik ook wel eens. Ik stap in een bus
zonder nummer of bestemming, en waar we heen gaan, Jelle zal wel zien! Wie zich
nu afvraagt wie Jelle is of was… zal wel jonger zijn dan ik.
Wat een lol, hè? Maar die is er wel af als ik eens een keer ergens
op tijd moet wezen, en m’n bus blijkt uitgevallen te zijn. Dus laat deze
ellende toch maar gauw voorbij zijn!
Er bestaat alle kans dat een artikel over een chaotisch
busbedrijf ook chaotisch gaat uitpakken. Wat ik maar niet ga doen is: al die pretritjes
beschrijven, met een uitputtende opsomming van alles wat er mis ging.
Nee, laat ik maar wat foto’s met onderschriften plaatsen, en
hopen dat er zo een beetje lijn komt in het verhaal. Voordat er ook lijn komt
in het busvervoer in ZHN, zal er nog heel wat water door Rijn, Vliet, Gouwe,
IJssel, Lek en Spaarne stromen.
Busbrullers in actie op Leiden centraal.
12 winters geleden, toen Arriva ZHN overnam van Connexxion,
duurde het tot na half januari voordat er weer wat regelmaat in de
dienstuitvoering was te onderkennen. Indertijd had je ‘busbrullers’ op Leiden
Centraal, zoals ik ze gedoopt had; hier te zien op archieffoto.
Busbrullers waren Arriva-medewerkers met hesjes, die bij
donker op de perrons dingen stonden te roepen als: ‘Perron A, lijn 5 naar
Voorschoten Starrenburg!!’ Zo vervingen ze de informatie op de bussen en boven
de halteperrons, die het had laten afweten.
Anno 2024/5 zie je helemaal geen functionarissen van Qbuzz
op het Stationsplein aan wie je iets zou kunnen vragen. Alhoewel: één keer heb
ik er een Hesje gezien die het busverkeer stond te observeren en een lijst in
de handen had. Die zou van Qbuzz geweest kunnen zijn. Maar het ook net zo goed
een andere bushobbyist geweest kunnen zijn, een concullega van mij.
Na maandag 6 januari zag ik bij het busstation soms duo's van Qbuzz-hesjes die informatie gaven aan reizigers.
Of er buiten het zicht van de reiziger wel enige coördinatie
plaatsvindt bij Qbuzz, betwijfel ik ook. Ergens, zou je denken, moet toch een
verkeersleider achter een beeldscherm zitten om bijvoorbeeld de schaarste eerlijk
te verdelen. Maar nee, soms vallen er op één verbinding 2 à 3 ritten
achterelkaar uit. Zo lopen de wachttijden wel op.
Qbuzz weet het niveau te evenaren dat EBS een jaar geleden liet
zien in de Zaanstreek. Door de bank genomen valt zo’n kwart van de ritten uit (de situatie in de periode tussen kerst en nieuwjaar);
5 stuks alleen al op dit scherm dat ik zag op maandag 30 december. Bus 169 laat
de reizigers in onzekerheid; hij wordt wel ‘verwacht’, maar er staat toch een
streepje achter. Nee, je krijgt in het leven niet altijd wat je verwacht.
Op de vele zondagen de afgelopen weken vielen er net zoveel
bussen uit als door de week. Daaruit maak ik op dat Qbuzz niet alleen een
tekort heeft aan bussen, maar ook aan personeel. Op zondagen staat immers
altijd zo’n 60% van de bussen buiten dienst, dus is er materieel voldoende
voorhanden.
Yutong-bus bij de Vuurbaak van Katwijk
Het pièce de résistance van het busnet in ZHN wordt gevormd
door de doorgaande bussen Zoetermeer – Katwijk op de R-netlijnen 400 / 401. Die
ritten worden nu al allemaal gereden met het paradepaardje van Qbuzz, de Yutong.
Dit zijn de Chinese elektrische bussen die in allerijl besteld zijn na het
faillissement van Van Hool. Ook op andere R-netlijnen zie je de Yutongs al
rijden.
De fabriek van die bussen staat in Zhengzhou, een stad waarvan
ik nog nooit gehoord had toen ik dit stukje begon te tikken. Yutong was al in
2012 actief op de markt van elektrische bussen. In de loop van de jaren hebben
ze er een stuk of 50.000 geleverd over de hele aardkloot. In Zhengzhou ( dit tussen
haakjes, maar het is wel een OV-feitje) heeft men in 25 jaar tijd een metronet
van 450 km aangelegd. In Amsterdam zou zo’n project minstens 600 jaar kosten.
De Yutong-bussen dragen de nummers 8701-8750 en tellen 49
heel comfortabele stoelen, zetels, bijna, en 5 klapbankjes. Ranke, lange bussen,
die iets smaller en langer zijn dan hun voorgangers, en ook wel wat moeilijker manoeuvreerbaar
zijn voor de chauffeurs. De bochten op het busstation bij Leiden Centraal zijn nét
iets te krap opgezet voor die Yutongs.
Verder niks op aan te merken: heel soepel rijdende,
comfortabele bussen.
Op die corridor Zoetermeer – Katwijk heb ik in de eerste
week van de nieuwe concessie een paar ritten gemaakt. De gecombineerde
5-minutendienst in de spits was in werkelijkheid vaak zoiets als: 20 minuten helemaal
niets en daarna 3 bussen vlak achter elkaar.
Wén daar maar aan: het is het noodlot van veel lijnen met
een hoge frequentie, een grote lengte en matige doorstroming. Deze eerste week
viel me op deze lijn op dat ‘negenogen’ vaak precies op rood sprongen bij de
nadering van een bus.
Laat op de middag een Yutong bij de halte Woonhart in Zoetermeer. Grote drukte; de voorganger van deze bus filmde - zoiets meende ik te zien in het tweeduister - : ‘Sorry, bus is vol’, en stoof door.
Ik had het over Haarlem. Daar was ik verzeild geraakt per
trein na mijn rit met de Airport Sprinter (zie het treinblog, dat parallel
loopt aan dit bus-blog).
Er kwam een opvallend barrel van een gelede bus voorrijden
op lijn 250, Haarlem – Leiden. Die bus overschrijdt na Bennebroek de grens van
Noord-Holland Zuid met Zuid-Holland Noord. Daar ik die middag niet echt iets
belangrijks te doen had, besloot ik, de hele rit van 84 minuten in de bus uit
te zitten. Met de trein was ik in 20 minuten in Leiden geweest.
Helaas heb ik alleen een foto van het interieur. Hij leek wel
wat op de gele gelede bus hierboven, maar die bus, met een Utrechts verleden, is
toch een iets ander model.
In Leiden heb ik hem nooit meer teruggezien (door het RDW
van de weg geplukt??). Het was een goorwitte bus, fanatiek ronkend. Het is een
van de 2 Mercedes-Benz Connecto’s die bij Qbuzz ZHN rijden. Ze lijken ouder dan
de 11 jaar die ze op de teller hebben, komen oorspronkelijk uit Polen en zijn
geleend van Oostenrijk. Eh, dat wil zeggen: ze komen uit het land Polen, en
zijn geleend van de touringcarfirma Oostenrijk. Dat, en veel andere dingen in
dit artikel, weet ik dank zij de onvolprezen OV in Nederland Wiki.
Met een voor mij ongewoon geduld en gemoedsrust onderging ik
een saaie, ellenlange rit door dorpen en
langs met stro afgedekte bollenvelden. Na Sassenheim kwam de vaart er ineens in.
We namen de A44 en stopten niet meer
voordat de universiteitsgebouwen van Leiden in zicht kwamen.
Het lijnnummer 250 is nieuw, maar de verbinding Haarlem –
Leiden (met talloze routewijzigingen in de loop der decennia) is een van de
oudste streeklijnen van Nederland. De stoomtram tussen die 2 plaatsen ging
rijden in 1881. Aan de exploitatie van deze ‘Bollenlijn’ met elektrische trams
(1932-1949) heb ik in 2010 een hele reeks gewijd. Die was doordrongen van
‘nostalgie over de wieg heen’, zoals ik het noem, terugverlangen naar tijden
die ik zelf niet heb meegemaakt.
R-netlijn 497 Gouda- Schoonhoven nam ik op deze site rond
de jaarwisseling 2018 / 2019 feestelijk in gebruik. Laatst nam ik hem opnieuw,
louter om erachter te komen hoe het eindpunt bij de veerpont over de Lek er nu
uitziet; dat was in 2019 nog niet af, en plek was er volgens mij ook niet voor.
De bus stopt nu ruim 100 meter ten oosten van die pont naar
Gelkenes, en neemt op de terugweg naar Gouda een draai bij de veerstoep.
Behendig slalomt de bus daar langs de file met wachtende auto’s voor de pont, om
te belanden tussen die van auto’s die er net vanaf komen.
Het oude tramstation van Schoonhoven heeft afgedaan als bus-eindpunt.
Het was het eindstation van de tramlijn Gouda – Schoonhoven (1914-1942). De voormalige
busgarage naast het station ligt er verlaten bij.
Schoonhoven, de zilverstad in Zuid-Holland Zuid-Oost, is in warmere maanden een
drukbezochte toeristische trekpleister. Maar op een mistige, nevelige, kille decembermiddag
is de stad het terrein van die ene winterharde fotograferende wandelaar.
Naast de Yutong’s zijn er ook elektrische Stadsbuzz’en
ingestroomd. Onder de nummers 8051-8073 heeft Qbuzz toch een aantal Iveco-bussen
in dienst kunnen nemen. Het zijn de achterneefjes van de Heuliez-bussen die
rijden in onder andere Groningen en Utrecht, met die markante bolle achterkant.
Ook deze bussen rijden heel soepel.
De niet zo erg oude elektrische stadbussen van Arriva kun je
nog steeds aantreffen op de stadsdienst van Leiden (en vast en zeker ook op die
van Alphen en Gouda; daar ben ik nog niet geweest).
Helaas heb ik nog geen ritje kunnen maken in de elektrische Streekbuzz’en.
Ze waren altijd net weg, of reden me tegemoet aan de overkant van de weg, als
ik in een oudje zat.
Deze is maar een diesel. Hij heeft jarenlang gereden
helemaal in Berlijn. Voor Qbuzz rijdt hij nu op lijn 182 naar Alphen aan den
Rijn via Ter Aar.
‘How can I make this about me?’, dat is de opgave waar je
altijd weer voor staat, als je een autobiografische site drijft. Maar het is in
dit geval niet zo moeilijk.
Die lijn had namelijk zonder mijn persoonlijke bemoeienis vermoedelijk
niet bestaan. Ik werkte aan het eind van de vorige eeuw bij de gemeente Ter
Aar, en dat niet eens als beleidsmedewerker verkeer en vervoer. Maar ik was voor
mijn woon-werkverkeer afhankelijk van de bus. En door een ‘vervoersarchitect’
van het toenmalige busbedrijf ZWN, plus een provinciale verkeersambtenaar, werd
het busverkeer naar Ter Aar grondig gesloopt. Het dorp was slechts met extreme
omwegen bereikbaar vanuit Leiden en Alphen, waar veel Ter Aarders winkelen,
dokteren, studeren of de trein nemen.
Ik haalde een plan voor een bus Leiden – Ter Aar - Alphen
uit de bureaulade waarin het terecht was gekomen. Het gemeentebestuur van Ter
Aar wist ik achter het plan te krijgen. De gemeente slaagde er op haar beurt in,
de provincie in beweging te zetten; op zich al zoiets als een Herculeswerk. De
wethouder van Ter Aar was op zijn zachtst gezegd een markante persoonlijkheid, maar
ze kreeg wel dingen voor elkaar.
Lijn 182 verscheen in 1999 voor het eerst in de
dienstregeling van Connexxion, zoals het busbedrijf sinds dat jaar heette. De
lijn overleefde 2 concessiewisselingen en nu al 26 nieuwe jaardienstregelingen.
In de dienstregeling 2025 is het aantal ritten op lijn 182 zelfs nog
uitgebreid. In de dal-uren wordt nu ook om het halfuur gereden, tegen voorheen
om het uur.
Een bijzonder verhaal van die buslijn, met een paar
verrassende plotwendingen. Zie wat ik er in 2012 over schreef bij de komst van
Arriva naar onze regio.
Frysk
Ferfier. Op maandag 16 december zag ik op het Stationsplein in Leiden deze
Fryske bus. Had die misschien vroeg in de morgen bij donker bij knooppunt Joure
een verkeerde afslag genomen? Hij verliet de fabriek in 2012 en heeft sindsdien
dienst gedaan op de stadsdienst van Ljouwert. Later zag ik nog een paar ander bussen
uit het Heitelân.
Ook alweer een vreemd verhaal. Friesland kampt met dezelfde
makke als ZHN. Ook daar is de concessie overgegaan van Arriva naar Qbuzz, en
ook in Friesland kampt Qbuzz met een bustekort. Maar daar is sprake van een
soort vechtscheiding, met rechtszaken en al. Uit wraak over het verlies van de
concessie heeft Arriva geweigerd, bussen te verkopen of te verhuren aan Qbuzz Fryslân.
Maar waarom dan wel aan Qbuzz ZHN? Om de Friezen te pesten? Of
is hier sprake van een of andere schimmige tussenhandelaar? Hier klopt iets
niet!
Ik dacht een sappig
schandaal op het spoor te zijn, maar een Twitteraar (X'er, bedoel ik)
wist te melden dat deze bussen al in een eerder stadium door Arriva
verkocht waren.
Nog zo’n oudje uit 2012. Arriva-logo’s overgeplakt met die
van Qbuzz.
Dit stukje typte ik op maandag 6 januari 2025, de eerste dag
na de kerstvakantie. Qbuzz nam op die dag de stap die ik al zag aankomen: uitkleden
van de dienstregeling. Ze schrappen op voorhand al ritten, in de hoop dat ze de
rest van de ritten dan wel kunnen rijden.
Dat gaat duren tot maandag 27 januari. Tot dan toe zijn er
geen verbeteringen te verwachten. Ik ga in februari wel weer eens kijken hoe de
vlag er dan voorstaat.
Frans Mensonides
8 januari 2025
Oplaadstation voor de lijnen 1, 2, 4
en 14 achter station De Vink
Hoe reilt en zeilt Qbuzz in het concessiegebied Zuid-Holland
Noord, nu februari 2025 al weer een week op streek is? Hierboven staat het
nodige te lezen over de moeizame beginperiode van de concessie, die op zondag 15
december 2024 van start ging.
De puinhoop die Qbuzz er de eerste weken van maakte,
overtrof alles wat we op het gebied van concessiewisselingen meegemaakt hadden.
Elektrische bussen die niet geleverd konden worden, uitval van maar liefst een
kwart van de ritten, tekort aan materieel en personeel; bussen die door de
regio reden zonder aanduiding van lijnnummer en bestemming…
Aan het eind van de kerstvakantie lag er de belofte van Qbuzz
dat de problemen op maandag 27 januari zo niet helemaal, dan toch wel
grotendeels opgelost zouden zijn. Nu, in de 1e week van februari, moet ik zeggen
dat dat alles bijelkaar toch wel wat tegenvalt.
De ergernis-nummer-één, het uitvallen van ritten, is wel
iets afgenomen. Maar de 1% uit de concessievoorwaarden van de provincie
Zuid-Holland is nog lang niet in zicht. ‘7½%’ was het volgens de opgave van Qbuzz
zelf, in de laatste week van januari. Dan zal het in werkelijkheid toch nog wel
10% zijn. Dat is ook het aantal waarop ik zelf terecht kom naar eigen
schatting.
Ik heb geen tijd en zin om hele dagdelen op het
stationsplein van Leiden Centraal al dan niet rijdende bussen te staan turven. Maar
ik kijk wel regelmatig overal in en om Leiden op digitale halteborden om te zien
of er nog uitvallers op staan.
Maar of die borden dan altijd een getrouw beeld geven? Op het genoemde stationsplein
is het me al een paar keer overkomen dat een lang van tevoren aangekondigde bus
vertraging opliep en uiteindelijk toch niet kwam opdagen. Hij verdwijnt dan van
het digitale infobord zonder ooit als ‘vervallen’ aangekondigd geweest te zijn.
Hoe kan dat? Rijden chauffeurs soms naar de stalling als ze
er tabak van hebben, zonder zich netjes af te melden bij de verkeersleiding? Dat
was mogelijk het geval bij de vertraagde bus op lijn 14 (Leiden Centraal – Station
de Vink) die me bijna van het busperron afreed waarboven hij aangekondigd stond.
Die bus stoof keihard door in de richting van de tunnel onder het spoor. Hij
was meteen ook van de radar verdwenen, als je het infobord tenminste een busradar
mag noemen (misschien eerder een bus-rader).
Met de instroom van de nieuwe, uitstootloze bussen, wil het
ook niet erg vlotten. En op ‘uitstootloos’ valt ook wel iets af te dingen. De
stroom voor de elektrische bussen die al wél in de vaart zijn, wordt voor een
deel opgewekt met dieselaggregaten. Die zijn allesbehalve schoon. Nog niet alle
oplaadstations zijn gerealiseerd.
Verder rijdt naar mijn schatting nog steeds ca. 30% van de
bussen zonder chipkaartlezers, of met chipkaartlezers die buiten werking zijn.
Daarover zul je geen reiziger horen mopperen.
Integendeel: teleurstelling als ze het wél doen. Een
chauffeur van een bus op lijn 169 in Alphen a/d Rijn, een bus met perfect werkende lezers, streek met de hand over het
hart. Hij liet een vader met 2 zoontjes op vaders verzoek een stuk of 4, 5 haltes
gratis meereizen naar het station van Alphen.
Misschien waren het arme donders die nu eens een voordeeltje
hadden; de bus is duur, voor gezinnen. Maar het zou me ook niet verbazen als die
kinderen met een gouden lepel in de mond in een villa van 9 ton geboren waren. Ze
liepen in ieder geval niet in lompen. En pa dan lopen schooien voor een gratis
ritje…
Medio januari gezien in Gouda. Laat je niet foppen: eigenlijk is het een arrenslee. Maar tijdelijk is hij vermomd als bus
Zo langzamerhand begint het geduld van de provincie met al het
gebroddel van Qbuzz op te raken. Maar de provinciale magistraten lijken verlamd
in handelingsverlegenheid. Verkeersgedeputeerde Frederik Zevenbergen (VVD)
kondigt om de andere dag nieuwe draconische boetes aan, maar heeft er bij mijn
weten nog geen een daadwerkelijk opgelegd aan Qbuzz. Maar deed hij dat wel: zou
dat nou helpen? Komen er dan ineens elektrische bussen, chauffeurs en
laadstations uit de hemel vallen?
Provinciale Staten hebben met de grootst mogelijke
meerderheid, 50 voor en 1 tegen, een motie
aangenomen dat dat gekloot van Qbuzz ten spoedigste afgelopen moet zijn
(vermoedelijk met een andere formulering). Ik weet niet wat de enige
tegenstemmer bewogen heeft. Was dat een rabiate bushater, voor wie OV helemaal
niet hoeft? Of was het een nuchter en realistisch iemand die de motie onzinnig
vond: symboolpolitiek, flinkdoenerij?
Naar eerdere ervaring met concessiewisselingen duurt het in doorsnee
een week of 3 à 4 voordat de kinderziekten eruit zijn en het busverkeer weer op
rolletjes loopt. Echter: op de dag dat dit stuk online gaat, gaat de concessie ZHN
zijn 9e week al in.
Ik ga nu maar verder met mijn verkenning van de voornaamste
veranderingen in de dienstregeling, en beperk me dus tot reizen met en
fotograferen van de hooguit 90% van de bussen die wel rijden. Oh ja: van alle
lijnen is er op de site van Qbuzz een lijnfolder beschikbaar.
De afgelopen weken heb ik me geconcentreerd op het
stadsvervoer. Qbuzz ZHN telt 3 stadsvervoernetten: Leiden en randgemeenten, Gouda
en Alphen aan den Rijn. Daarbij mag je je afvragen of je dat van Alphen,
bestaande uit één ringlijn, wel een net kunt noemen.
Lijnennetkaart overgenomen van downloadpagina Lijnennetkaarten, website Qbuzz
Stadsbuslijnen zijn in stukken geknipt en die stukken zijn weer
aanelkaar geknoopt tot lijnen met een ander nummer. Een soort ruilverkaveling, zou
je het kunnen noemen. Het resultaat zie je op het kaartje, geknipt uit de
lijnennetkaart van Qbuzz ZHN.
Enkele stadslijnen zijn geheel van de kaart verdwenen,
waarbij hun routes zijn overgenomen door het streekvervoer.
Dat geldt voor lijn 5 (Voorschoten Starrenburg – Leiden Zuidwest
(Boshuizen) – Leiden Centraal) en lijn 8 (Leiden Centraal - Oegstgeest
Haaswijk). Beide lijnen zijn opgegaan in lijn 55: Voorschoten Starrenburg -
Leiden Zuidwest – Leiden Centraal - Oegstgeest – Voorhout Station. Die lijn neem
ik maar even mee bij het stadsnet.
Ook lijn 7 (Leiden Centraal – Zoeterwoude Rijndijk Heineken)
is opgegaan in een streeklijn, en wel nummer 187 (Leiden Centraal – Zoeterwoude
- Hazerswoude – Boskoop). De route van lijn 6 (Leiden Centraal – Leiderdorp
Leyhof) is overgenomen door lijn 3.
De Leidse stadsdienst bestaat nu uit de volgende lijnen:
*1* Station De Vink – Stevensbloem – Morskwartier– Leiden
Centraal – Breestraat – Leiderdorp Leyhof (daar overgaand in lijn 3);
*2* Station De Vink – Stevenshof (Heintje Davidsweg) – Morskwartier (Lage Mors)
– Leiden Centraal – Breestraat – Station Lammenschans – Leiderdorp Alrijne
Ziekenhuis – Oranjewijk;
*3* Leiderdorp Leyhof – De Kooi – Breestraat – Leiden Centraal – Groenoord - Merenwijk
(daar overgaand in lijn 4);
*4* Merenwijk – Leiden Centraal – Breestraat – Station Lammenschans – Zuid
West (Fortuinwijk) – Station De Vink;
*9* Spitslijn Leiden Centraal – Bio
Science Park – Leiden Centraal;
*14* Leiden Centraal – Breestraat - Koninginnelaan – Zuid West - Station De Vink.
Lijn 9 komt later nog aan de orde onder het hoofdje Bio
Science Park. Van de rest hieronder wat foto’s en een paar aardige weetjes die
lezers uit Maastricht, Groningen, Hengelo, Den Helder en Vlissingen mogelijk volkomen
Siberisch laten.
Excuses voor dat ongemak! Misschien is dit stuk uit 2009 meer
iets voor jullie. Het gaat over een stadsbusroute door onder meer de
arbeiderswijken van Leiden. In dat stuk heb ik herinneringen opgehaald aan het
jaar 1975. Toen heb ik in die wijken als buurthuisvrijwilliger en
bibliotheekmedewerker een heel bescheiden bijdrage geleverd aan de
emansipaatsie van de arbeidersjeugd. Een paar aardige tijdsbeelden, al zeg ik
het zelf; ik lees ze zelf in ieder geval graag over.
Lijnen 1 en 2.
Bovenste rij en links op de middelste: sinds april 2024 rijden de bussen van
lijn 2 niet meer door het westen van de wijk Stevenshof. Die route over o.a. de
Heintje Davidsweg en de Charley Tooropweg was aardig verziekt door een aannemingsbedrijf.
Ze hadden rioleringswerkzaamheden uitgevoerd en de boel daarna erg slordig dichtgegooid.
Arriva weigerde daarna, deze route te rijden, omdat ze schade
vreesden aan hun elektrische stadsbussen (die toch in elke bocht al kraken of
ze bijna uit elkaar vallen). De bussen verlaten de Stevenshof sindsdien via de
route van lijn 1, de kortste weg, langs het winkelcentrum Stevensbloem.
Een beetje overtrokken; mijn fiets liep in ieder geval geen
ernstige beschadigingen op toen ik over die straten reed. Tussen haakjes: de
ritten in en om Leiden heb ik gedeeltelijk per fiets uitgevoerd; die valt
zelden of nooit uit. En hij gaat echt elektrisch, niet op dieselaggregaten.
Het wegdek in dit stuk Stevenshof wordt nu hersteld, en over
een paar maanden kan bus 2 er weer rijden. Dan hopelijk met de veel soepeler
rijdende StadsBuzz’en van Qbuzz. Die oude van Arriva noem ik ‘overplakkers’;
bussen waarbij het logo van Arriva is overgeplakt met dat van Qbuzz.
Rechts op de middelste rij: Diamantlaan in het Morskwartier
*), linksonder: De Sitterlaan in de Professorenwijk, rechtsonder: Korevaarstraat
in het centrum van Leiden.
*) Morskwartier: officieel: Morsdistrict; vulgo: De Morrrs
Als vanouds delen de lijnen 1 en
2 een heel lang traject. Nieuw is dat ze daar in de dienstregeling 2025 een
strakke gezamenlijke kwartierdienst onderhouden. Het was vaak zoiets als een
6-24-minutendienst of zelfs een 3-27-minutendienst; 2 pal achterelkaar en
daarna bijna een half uur niks. Welk wiskundig-logistiek genie is hier nu aan
het werk geweest om het recht te trekken?
Leiderdorp Leyhof. Bus 1 rijdt de wijk binnen en komt er een
minuut of 5 weer uit tevoorschijn als bus 3. Een klein kwartiertje later
gebeurt precies het omgekeerde.
Lijn 4 is mijn thuislijn. Hij stopt luttele hectometers van
mijn woning. Linksboven is hij dicht in de buurt, op de Churchilllaan in Leiden
Zuidwest. Hij neemt mijn eigen Fortuinwijk (waar ik in 2013 al een halve eeuw
woonde) mee als een meander op zijn route.
Elk jaar kijk ik weer met angst en beven in de nieuwe
dienstregeling, of die omweg niet geschrapt is; of lijn 4 niet is rechtgetrokken
of zelfs opgeheven. Maar dat was ook deze keer niet het geval.
Sterker nog: voor het eerst is station Lammenschans in de
route opgenomen. Het is een van de populairste haltes van Leiden, vooral door
de aanwezigheid van een mega-onderwijsinstelling achter het station. Veel
toeloop van scholieren.
Rechtsboven: de halte Lammenschans, onderste rij de
Merenwijk, Leiden Noordoost zou je kunnen zeggen. Ik kom er zelden; wat zoek je
er, onder je tegenvoeters in de stad…
Ik merk dat ik helemaal geen foto heb van lijn 14 (Station
De Vink – Zuidwest – Leiden Centraal). Daar is ook moeilijk aan te komen. Die
keer dat hij bij Leiden Centraal langs me heen stoof, had ik geen tijd om mijn
telefoon te trekken. En bij de meeste andere gelegenheden dat ik hem wilde nemen,
viel hij uit. Als hij wel rijdt, zit er geen sterveling in; niemand verwacht
dat hij rijdt. Hij stopt op de Koninginnelaan, en loopt daardoor die drukke
halte bij die school mis.
Boven: Die megalomane school bij station Lammenschans, op archieffoto uit 2020
Onder: een Yutong op lijn 401 bij de halte Station Lammenschans
Lijn 14 is wat ik altijd een ‘sneuvellijntje’ noem; een lijntje
dat ontworpen is om géén reizigers te trekken, zodat ze het zonder veel protest
kunnen opheffen als er weer eens een bankencrisis of pandemie uitbreekt, en er
bezuinigd moet worden. Hij rijdt nu al niet in de avonduren, noch op zondag. En
ze laten hem bij elke gelegenheid uitvallen. Mark my words; lijn 14 gaat er als
eerste aan, als de nood aan de man komt.
Bus 55 bij de lelijk-markante kerk Het Kruispunt in het centrum van Voorschoten
Dan nog iets over lijn 55, die streeklijn die is samengesteld
uit stukjes stadslijn. Hij rijdt soms met elektrische StreekBuzz’en en soms met
dito StadsBuzz’en. Dank zij deze bus kan ik nu rechtstreeks vanuit Leiden
Zuidwest naar het Alrijne Ziekenhuis in het Houtkwartier – al hoop ik dat ik
niet al te vaak van die mogelijkheid gebruik hoef te maken.
Bij Leiden Centraal
Vanuit het raam gefotografeerd. Dat wordt meestal niks. Links
zitten we in Oegstgeest en rechts passeren we Sikkens’ kleurrijke verffabriek
En hier sta ik bij de halte Jachthaven in de Oegstgeester wijk
Poelgeest. Deze wat geïsoleerde wijk, ten noordwesten van de spoorlijn Leiden –
Haarlem / Schiphol, is nu voor het eerst in zijn bestaan van een kwart eeuw aangesloten
op regulier busvervoer. Tot nu toe moesten ze het doen met een beltaxi.
Ik schreef erover in 2003, in een ook door mijzelf bijna
vergeten, best wel leuk stukje over de apartjes van het Leidse stadsvervoer: 3
lijnen die nu geen van alle meer bestaan.
Poelgeest was bedoeld als optimaal met het OV bereikbare
buurt, aan de voet van NS-station Leiden Noord, dat er nooit gekomen is. En nu
anno 2025 dan eindelijk een normale busverbinding – die meteen al heel goed
gebruikt wordt.
Dat valt me toch op, de laatste weken. Waar onder Arriva de Leidse
stadsbussen vooral lege stoelen vervoerden, zijn ze onder Qbuzz toch vaak
(behalve lijn 14) opvallend goed bezet. Oh, er zullen vast wel wat vaste
klanten afgehaakt zijn door de abominabele kwaliteit die QBuzz de eerste weken
wist te bieden. Maar het gratis vervoer gedurende de eerste 3 weken heeft
misschien toch nieuwe klanten de bus in gelokt.
De bussen uit beide richtingen passeren de jachthaven bijna
tegelijk, en door de een te fotograferen, mis ik de andere. Ik ga een
halfuurtje rondlopen in een wijk met een architectuur die ik niet overal even
geslaagd vind.
Bij een andere gelegenheid nam ik deze bus tot het eindpunt,
station Voorhout, en merkte dat ik moest rennen om de beloofde aansluiting op
de trein naar Haarlem te halen. Daarmee stapte ik een ander verhaal binnen, dat
over het NS-spoorboekje van 2025. Maar had ik niet beter met Djoser kunnen reizen naar zonnigere oorden dan Nederland in deze donkere, klamme winter?
Een veel ruimere aansluiting dan hier in Voorhout heb je vanuit lijn 4 bij
station Lammenschans op de trein naar Utrecht: 17 minuten. Die had dan wel weer
wat krapper gemogen.
Lijnennetkaart overgenomen van downloadpagina Lijnennetkaarten, website Qbuzz
In een kleine, compacte stad met 75.000 inwoners verwacht je
geen heel uitgebreid stadsbusnet. Er lopen maar 3 stadslijnen door Gouda.
Lijn 1 rijdt van het station naar de noordelijke wijk Plaswijck.
Daar verandert hij in lijn 3, rijdt via een andere route terug naar het station
en vandaar door naar het oosten: Oosterwei en Goverwelle. In 2016 werd er een
nieuwe lijn, lijn 2, ingevoerd naar een nieuwe wijk: Westergouwe in het
zuidwesten van de stad. Lijn 6, spitslijn naar bedrijventerrein Goudse Poort,
is gesneuveld bij ingang van de nieuwe concessie. Ook de route van lijn 3 door
het winkelhart is vervallen.
Nog maar één keer eerder heb ik aandacht besteed aan deze
weinig opzienbarende stadsdienst. Dat was in 2008, toen lijn 3 door Oosterwei
en Goverwelle landelijk in het nieuws kwam. Er was een buschauffeur beroofd van
zijn geldlade. Dat gebeurde in Goverwelle, maar de chauffeurs weigerden enige
tijd, door Oosterwei te rijden, een wijk met veel buitenlanders en een ongunstige
reputatie.
De wijk werd afgeschilderd als een getto. Wilders wilde het
leger eropaf sturen. Maar toen ik er zelf ging kijken, zag ik een doodgewone,
redelijk leefbare buurt. Ik kreeg de indruk dat het verhaal over Oosterwei door
de media gigantisch was opgeklopt. In dat stukje over de stadsdienst van Gouda
stak ik mijn mening over de kwestie niet onder stoelen of banken.
Tussen toen en nu ben ik geleidelijk aan gaan minderen met
het lezen van kranten en het kijken naar actualiteitenrubrieken en talkshows.
De helft van wat er daar geschreven en gezegd wordt, is gelogen, en van de
andere helft klopt ook nooit veel.
Enfin, terug naar 2025. Ik stap uit de trein op station
Gouda Goverwelle, voor de 2e keer in mijn bestaan. In 1993, het jaar dat het
station aan de spoorlijn Gouda-Utrecht open ging, ben ik er een keer gaan
kijken.
Het station heeft 2 eilandperrons en 4 perronsporen. Het is
dus aardig breed opgezet voor een buitenwijkstationnetje met maar ca. 2500 in-
plus uitstappers per dag. Maar het station is ontworpen met een
keermogelijkheid, en is in de loop van de jaren eindpunt geweest van wisselende
Sprinterseries.
Voor ik bus 3 neem, eerst een verkenningsrondje door de jaren
90-wijk Goverwelle, die er niet echt uitspringt. Dit soort wijken zijn toch
overal hetzelfde, van Delfzijl tot Terneuzen en van Julianadorp tot Chevremont.
Zo’n driekwart van de Nederlanders is geboren, getogen en /
of woonachtig in een naoorlogse wijk. Niemand houdt er echt van, geloof ik,
maar weinigen willen er graag uit weg. Het geldt ook voor mezelf. Ik woon in
een oudere nieuwbouwwijk, die gloednieuw was toen ik er kwam wonen.
Goverwelle is zo’n wijk waar een woonerf Snuifmolen heet,
een openbare basisschool Het Palet en een stadsinbreidingsproject Zuidelijk
Stempel Oost. Hopelijk verzinnen ze een pakkendere naam als de huizen in de
verkoop gaan.
Achter een hek wordt een prefab dak op een prefab huis
gezet. Bouwen lijkt wel een soort van Legoën, legooien.
Bus 3 beschrijft een rondje door Goverwelle, alvorens weer
koers te zetten naar het station. Bij de halte De Wissel ligt de splitsing. De
bus slaat linksaf, om een minuut of 10 later terug te keren van rechts.
Ik sta de haltevertrekstaat te bestuderen als er een bus
achter me opdoemt. Verstrooid maak ik een gebaar naar de chauffeur dat hij mag
doorrijden; ik wil niet met de bus mee. Pas als hij om de hoek verdwenen is,
schiet me te binnen dat ik hem eigenlijk had willen fotograferen.
Nog maar een halfuur blijven wandelen hier; alle stadsbussen
rijden in Gouda om het half uur. De naam De Wissel zou gepast zijn als hier een
tram reed in plaats van een bus. Maar het heeft verband met het thema sport dat
hier sterk overheerst, en slaat vermoedelijk op een wissel in een estafette.
Dat neemt niet weg dat de sporthal De Springers verdwenen is,
waar ik 17 jaar geleden wat zure herinneringen ophaalde aan een sportdag van de
zaak, weer 29 jaar dáárvoor. De hal is afgebroken in 2012. Het standbeeld De
Drie Springers staat er nog wel, en is volgens Google Maps 24/7 geopend, wat ik
me daarvan ook moet voorstellen bij een beeldhouwwerk.
Ik ben van Goverwelle in Oosterwei terecht gekomen, en loop nu weer waar ik in 2008 liep. Ik herkende het eerst niet, omdat ik nu van de andere kant kom dan toen.
Ik pak een matig bezette bus, die ik op zijn heenweg naar
Goverwelle al gefotografeerd heb achter die vrijwillig poserende dame op haar
fiets.
Vandaag zie ik in Gouda weinig elektrische bussen, en veel
ouwe wrakken van beroete diesels. Waaronder ook bussen die overgekomen zijn uit
Berlijn. De vraag, wat ze in die stad toch allemaal met bussen uitspoken,
intrigeert me sinds ik ze vorige winter in de Zaanstreek zag rijden. Na een stuk of 7 tropenjaren
zien ze er al volkomen afgejakkerd uit.
Later die middag pak ik weer net zo’n kreng op lijn 2, naar de
allernieuwste Goudse wijk Westergouwe. De hobbelige Kattensingel langs het
centrum vergt het uiterste van de vering van de bus, die hier misschien wel
terugverlangt naar de Kudamm en Unter den Linden. In Duitsland, tussen haakjes,
weet vrijwel niemand dat Gouda een stad is. Het is daar een synoniem voor kaas.
Een broodje Gouda, alstublieft!
De bus kiest zijn weg door een oude wijk, daarna door een
nieuwere, en vervolgens over een sluizencomplex naar Westergouwe. Dat is een ruim
opgezette buurt, met huizen aan plassen en sloten. Een GEMAAL is precies wat je
verwacht in zo’n polderomgeving, en dat staat er ook. In zo’n wijkje heb je ook
altijd wel een oude boerderij, als aandenken aan andere tijden. De bestelwagen
van een koffiegroothandel belooft ‘service to the boon’, leuk gevonden!
Als je helemaal doorloopt tot het einde van deze wijk, zul je
uiteindelijk stuiten op de spoorbaan, ongeveer op de plek waar die zich in 3
takken splitst: naar Rotterdam, Den Haag en Alphen.
Er zijn stemmen opgegaan voor een nieuw station
Gouda-Zuidplas op de Rotterdamse tak van het spoor, niet ver van dit punt. Dat
zou ook handig zijn voor de grote woningbouwlocatie Cortelande in de gemeente
Zuidplas die de komende jaren volgebouwd gaat worden.
Hopelijk maken ze er meer haast mee dan met het station in
Hazerswoude-Rijndijk, tussen Leiden en Alphen. Dat kan binnen enkele jaren
gebouwd worden. Maar dat zeggen ze al een jaar of 40.
Bij de beginhalte van lijn 2 mis ik de bus terug, en loop naar
de volgende halte, om in beweging te blijven. Het wordt snel killer, als de zon
ondergaat.
De volgende bus blijft uit. Volgens 9292.nl heeft hij 7
minuten vertraging. Als die 7 minuten al 7 minuten voorbij zijn, blijkt de
vertraging opgelopen tot een kwartier. Hoe kan een bus een kwartier te laat
zijn op een rit die zelf nog niet eens een kwartier duurt, op een lijntje met 10
haltes, inclusief begin- en eindpunt? Is heel Gouda één grote verkeersopstopping
op het moment, of – waarschijnlijker – is ook deze bus stiekem naar de garage
gereden, of in ieder geval de zoveelste uitvaller?
Ik ga maar weer aan de wandel, om te voorkomen dat ik
versteen ‘to the boon’. Na een deprimerende wandeling bij afnemend licht, langs
die sluizen, loop ik de bebouwde kom van Gouda weer in. Onderweg loop ik me,
niet voor het eerst, af te vragen of ik niet een keer een andere hobby zou
kunnen oppakken.
De eerste halte die ik zie, is er een van lijn 2, waar een
bus staat aangekondigd voor over 3 minuten. Tot mijn verbazing verschijnt die
bus 3 minuten later werkelijk. Het leven valt ook nog wel eens mee…
Wordt binnenkort vervolgd in Alphen.
Frans Mensonides
9 februari 2025
Er geweest in Gouda: maandag 3 februari 2025. Foto’s van Leiden gemaakt in de
laatste week van januari.
En hier dan het vervolg in Alphen aan den Rijn, 2 dagen
later. Hoe het Alphense stads’net’ eruit ziet, is snel verteld, en even snel
gezien op het kaartje dat ik gejat heb uit de lijnfolder van Qbuzz. Het is één
lijn, die zichzelf in de staart bijt: een ringlijn, kortom.
Nu kun je een ringlijn in 2 richtingen rondrijden, en dat
gebeurt dan ook, onder 2 verschillende lijnnummers. De rit linksom (tegen de
wijzers van de klok in, dus) geschiedt onder lijnnummer 1; die rechtsom heet
lijn 2.
In de tijd van Arriva had het Alphense stadsnet, naast lijn
1 linksom en lijn 2 rechtsom, ook nog een lijn 4 naar Archeon / Kerk en Zanen
en Rijnhaven. Die lijn is nu in die ene ringlijn geïncorporeerd.
Lijn 1 mag dan linksom rijden, de bus slaat op de route toch
een keer of 20 rechtsaf. En die op de rechtsomme lijn 2 ongeveer even vaak
linksaf. Chauffeurs worden mogelijk speciaal geselecteerd op een stabiel
evenwichtszintuig; de ene bocht na de andere.
Hierboven was sprake van het wiskundige en logistieke genie
bij Qbuzz, die de dienstregelingen van lijn 1 en 2 in Leiden kundig op elkaar heeft
afgestemd. Datzelfde genie moet de stadsdienst van Alphen uitgedokterd hebben.
Niet alleen rondt die ene ringlijn vrijwel elke straathoek
in de 75.000 inwoners tellende slaapstad, maar ook doet hij vrijwel alle
haltepalen aan die er in de stad staan. En verder is de rit zodanig ontworpen
dat hij 59 minuten duurt, zodat de bus na aankomst vrijwel meteen aan de
volgende ronde kan beginnen.
Dat begin- /eindpunt is Rijnvicus op het bedrijventerrein Rijnhaven
in het westen van Alphen. Rijnvicus is een instelling voor wat vroeger sociale
werkvoorziening heette. Zij ‘bieden wegen naar werk voor mensen voor wie de
arbeidsmarkt (nog) niet gemakkelijk te bereiken is’. En zijn dus zelf vanuit
heel Alphen met de bus te bereiken.
Die bus rijdt per richting maar eens per uur, behalve in de spits, wanneer er 2
bussen per uur vertrekken van elke halte. Op zijn ronde doet hij het station 2
keer aan, waarbij de ene keer aansluiting is op sommige treinen en de andere
keer op sommige andere. De ene halte is het busstation aan de centrumzijde van
het spoor, de andere staat aan de Aziëweg achter het station.
Daar staat ook nog een R-netbord. Een R-netbus
heeft hier bij mijn weten nooit gestopt. Maar een trouwe lezer wist te
melden dat dit bord slaat op de regionale spoorlijn Alphen - Gouda;
daar had ik even niet aan gedacht. De enige R-netBUS die Alphen
aandoet, lijn
470 naar Schiphol, vertrekt van de voorzijde.
5 winters geleden, onder de slagschaduw die corona vooruit
wierp, lokte de actualiteit me naar Alphen, een stad waar ik me niet echt vaak
vertoon. De politieke partij Nieuw Elan, die de gemeentepolitiek domineert,
wilde de stadsbussen niet meer over de Alphense brug in de Pieter Doelmanstraat
laten rijden. Die brug ligt midden in het winkelhart, waar de streekbussen al
veel eerder uitgepest waren. Ik schreef er indertijd dit stukje over.
Nieuw Elan is nog steeds de grootste partij in de
gemeenteraad, maar de stadsbussen rijden toch ook nog steeds over de Alphense
Brug.
Hier de stadsbus, die net de Rijn gekruist heeft via de Alphense
Brug. Een mooie nieuwe elektrische bus van IVECO. Het is moeilijk te zien op de
foto, maar hij filmt: ‘Holwerd Haven’. Ook op alle digitale tijdenborden die ik
vanmiddag zie, staat Holwerd Haven vermeld als eindbestemming, in plaats van
Rijnhaven.
Holwerd Haven ligt in noord-Friesland en er vertrekken boten
naar Ameland. Bezit Alphen de langste stadslijn van Nederland: 194 km, via Wognum
en Dronrijp? En verklaart dat die Friese bussen die ik december zag in onze
regio?
Bij de Aarhof in het hart van Alphen pak ik lijn 1 naar
zogenaamd Holwerd Haven. Ik tref een elektrische bus, nummer 8051. De chiplezer
is buiten dienst, wat gunstig is voor de krijgskas van De digitale reiziger.
We hebben 10 passagiers aan boord. Deze lijn vol hoeken van
90 graden heeft zo ongeveer om de 250 meter een halte. Je kunt met de ringlijn
overal komen, maar niet altijd via de kortste weg. We zetten koers naar
Ridderveld, een doorsnee-nieuwbouwwijk uit de jaren 70/80, en passeren
winkelcentrum Ridderhof.
‘Ridderhof, waar ken ik die naam van?’ vraagt de lezer zich
misschien af. Dat zou kunnen zijn van de schietpartij op 9 april 2011, waarbij een
lid van een schietvereniging 7 mensen doodde, inclusief zichzelf.
Zo’n shooting was indertijd wereldnieuws, maar de laatste
tijd kijk je er niet eens meer van op. Tegenwoordig spitst de discussie zich
vooral toe op de vraag of de dader een orthodoxe moslim dan wel een extreem-rechtse
westerling was. Dat bepaalt dan, wie er geschokt en verontwaardigd reageert op het
nieuws, en wie er liever niet aan denkt en niet over praat.
‘Ridderhof vernieuwt’, staat op de muren van het uit de 70’s daterende winkelcentrum. Die schietpartij zal altijd aan de naam Ridderhof blijven kleven. Behalve misschien voor iemand die ertegenover woont en er zijn boodschappen doet; dan slijt zoiets op den duur wel. Ik denk ook niet iedere keer aan de (vermeende) ballpointmoord, als ik door de Witte Rozenstraat fiets.
Herenhof
Het aantal van 10 reizigers waarmee deze rit begon, wordt
niet meer overtroffen. Ze stappen een voor een uit, en er stapt niemand meer
in. Ik verlaat de bus als laatste; als enige in een bus zitten, dat trek ik
slecht, in een ook al zo deprimerende stad.
We zijn nu aangeland bij het andere grote, deels overdekte
winkelcentrum in Ridderveld, de Herenhof. Ik vraag me af hoe dat kan, twee
grote winkelcentra op een onderlinge afstand van een stijf kwartiertje
wandelen. Concurreren ze elkaar niet dood?
Van hier wandel ik naar het Alrijne Ziekenhuis, weer een
stijf kwartiertje dichter bij het centrum. Er zijn 3 Alrijne-ziekenhuizen in de
streek: in het Leidse Houtkwartier, in Leiderdorp en alhier in Alphen.
Elektrische streekBuzz op de stadsdienst, en op de bovenste foto een ‘overplakker’,
beide bij het Alrijne Ziekenhuis. Bij de laatste zijn de Arriva-logo’s
overgeplakt met die van Qbuzz, maar het plaatje met tulpen en de molen van
Arriva ZHN is nog zichtbaar op de flank.
Ik gelóóf die slecht bezette stadsbus en Rijnvicus, alias
Holwerd Haven, eigenlijk verder wel. Rijnvicus heb ik eerder deze middag al
gezien vanuit de trein toen die Alphen binnenreed. Veni, vidi Rijnvicum.
Ik pak bus 169 (Leiden – Alphen via o.a. Koudekerk aan den
Rijn) naar het station. Vanaf het station neem ik lijn 183 terug naar Leiden,
een lijn die ik nog nooit eerder gedaan heb. Hij rijdt alleen doordeweeks overdag,
en dan elk uur tussen Alphen en het Leidse Bio Science Park, via Woubrugge,
Hoogmade en Leiderdorp. De bus doet 2 van de 3 Alrijne-ziekenhuizen aan; dat van
Alphen en dat in Leiderdorp.
‘U kunt hier niet uitstappen, meneer!’
De laatste weken merk ik dat Qbuzz echt werk maakt van het
opleiden van nieuwe chauffeurs. Die meestal jonge mensen zitten dan blakend van
nieuw elan achter het stuur, en vertonen een klantvriendelijkheid die je bij
hun oudere collegae nog wel eens tevergeefs zoekt. Vaak worden de nieuwe chauffeurs
bijgestaan door een instructeur.
Niet al die nieuwe rekruten zijn volledig op de hoogte van de
gang van zaken in het OV. Als deze bus 183 over een provinciale weg door
polderland rijdt, drukt een passagier op de STOP-knop. Bij Qbuzz gaat dat gepaard
met een toetergeluid van zo ongeveer 105 decibel, PWÈP!, alarmfase donkerrood?
‘Nee, u kunt hier niet uitstappen, meneer!’, roept de chauffeur
naar achteren; ‘dit is een snelweg, er is hier geen halte!’ De beller komt nu
naar voren om mede te delen dat hij er graag uit wil bij de eerste halte in de
bewoonde wereld. Hij heeft alvast gedrukt, zodat hij het niet meer kan vergeten.
Als de bus de halte passeert, is het al te laat.
‘Oh…’ zegt de chauffeur. Ze hebben hem zeker niet verteld
dat een belletje altijd geldt voor de eerstvolgende halte, ook al staat die pas
in Tietjerksteradeel. ‘Ik had vanmiddag toch zo’n rare vent in de bus’, vertelt
hij vanavond thuis, ‘die drukt midden op de snelweg op de knop, dat hij eruit
wil! Moest-ie nodig pissen, of zo?’
In de inleiding schreef ik dat de stadsbussen van Leiden
(behalve lijn 9 naar de collegezalen) nu weer stoppen bij de halte Stadhuis op
de Breestraat, midden in het winkelhart. Streeklijnen 56 en 169 doen dat ook.
Een goede zaak, en daarmee komt er hopelijk definitief een einde
aan een jaar of 60 discussie over alternatieven als kleine busjes, pendelbusjes,
heel erg kleine busjes, janpleziers, huifkarren, rondvaartboten, tramtunnels
onder de hele binnenstad door, kabelbanen over de hele binnenstad heen, helemaal
geen ov.
Lijn 1 en 3 zijn enkele jaren geleden verbannen van de
Breestraat naar een meer westelijke route over de Witte Singel. Nu zijn ze dus weer terug in het hart van de
stad. Misschien is de toenemende populariteit van de Leidse stadsbus, die ik
meen te zien, daaraan wel te danken.
De route over de Witte Singel is nu overgenomen door de
streeklijnen 182 (Alphen – Ter Aar - Leiden), 183 (Alphen – Leiden, waar ik nu
inzit) en 187 (Boskoop – Leiden).
Dat traject over de Witte Singel bedient een heel andere
markt dan dat van winkelend publiek: vooral leer- en leesgierige studenten. De
halte Paterstraat op de Witte Singel staat voor de deur van de
universiteitsbibliotheek en andere universiteitsgebouwen.
Halte Paterstraat. Links bus 182,met universiteitsgebouwen op de
achtergrond
Lijn 182, waarvan ik een heel stuk hierboven niet zonder trots meldde dat ik hem min of meer heb uitgevonden, hier in Ter Aar, in de file voor de brug over het Aarkanaal.
Einsteinweg
Nog veel meer studenten op het Bio Science Park (BSP), een academisch-
en hightech-bedrijventerrein waar innovatie het steekwoord is. Het terrein, ten
westen van Leiden Centraal, strekt zich
uit tot over de gemeentegrens; een gedeelte ervan ligt in Oegstgeest.
Met ingang van de nieuwe concessie is het aantal
busverbindingen naar het ruim 1 km2 grote terrein sterk uitgebreid. Vanuit tientallen
plaatsen in de wijde omgeving van Leiden is BSP nu rechtstreeks bereikbaar.
Sommige bussen stoppen voor de collegezalen en bedrijfsgebouwen, andere rijden
langs de rand van het terrein, op loopafstand van waar de studenten en
medewerkers willen wezen. Een overzicht:
Einsteinweg (op het BSP-terrein)
9 Leiden Centraal – rondje BSP – Leiden
Centraal (spitslijn)
30 Leiden Centraal – BSP – Oegstgeest – Rijnsburg – Katwijk – Noordwijk (Willem
van den Bergh)
31 Leiden Centraal – BSP – Oegstgeest – Rijnsburg – Katwijk aan Zee – Noordwijk (Willem van den Bergh)
38 Leiden Centraal – BSP – Valkenburg – Katwijk Field Lab Unmanned Valley
183 BSP - Leiden Centraal – Leiderdorp – Hoogmade – Woubrugge – Alphen aan den
rijn
Plesmanlaan (langs de zuidrand)
22 Leiden Centraal – Noordwijk(erhout) – Hillegom – Nieuw-Vennep
23 Leiden Centraal - Noordwijk
43 (EBS) Leiden Centraal – Wassenaar – Den Haag Centraal
250 Leiden Centraal – Sassenheim – Lisse – Hillegom – Bennebroek – Heemstede -
Haarlem
400 Zoetermeer – Stompwijk - Zoeterwoude
– Leiden – Valkenburg – Katwijk ESTEC
401 Zoetermeer – Stompwijk - Zoeterwoude – Leiden – Valkenburg – Katwijk aan
Zee
Wassenaarseweg (langs de noordrand)
9 Leiden Centraal – rondje BSP – Leiden Centraal (spitslijn)
56 Sassenheim – Oegstgeest – Wassenaarseweg – Leiden Centraal – Leiderdorp - Oud Ade - Rijpwetering – Roelofarendsveen.
Halte Bio Science Park Oost op Plesmanlaan
Op werkdagen rijden er in het drukste uur van de ochtendspits
(8:00 - 8:59) 39 bussen van Leiden Centraal naar of langs het BSP. Vanuit de
streek arriveren er in dat uur 28 bussen op of bij het BSP. Ik weet niet,
hoeveel buspassagiers, in- plus uitstappers, het Park per dag trekt, maar een
aantal onder de 10.000 zou ik niet geloven.
Ondanks het overvloedig aanwezige OV op het BSP wordt er
hier gelukkig ook nog veel gefietst en gewandeld; het laatste onder andere door
mij. Vanuit mijn huis is het 3 kwartier, en dan heb ik de dagelijkse wandelmeters
voor mijn conditie al weer bijna gemaakt. Ik kom er regelmatig, met dat doel.
Verder heeft een alfa weinig te zoeken op zo’n bèta-bolwerk.
Maar aan de andere kant: zulke terreinen, waar gestudeerd en ontdekt wordt, zijn
altijd heel inspirerend, vind ik, ook als je er alleen maar wandelt.
Lopen van de collegezalen naar Leiden Centraal is ook wel te
doen, en ook de OV-fiets geniet hier populariteit. Eén student zie ik zelfs sjouwen
met een OV-fiets op zijn bult; dat is pas echt goed voor je conditie. Ja, de digitale
sloten van die fietsen gaan soms ineens niet meer open; dat heb ik ook wel eens
gehad.
Elke keer als ik hier weer kom na een week of wat, staat er
wel ergens een brandnieuw gebouw. Ook dit ding op de foto hierboven is helemaal
nieuw, om niet te zeggen, innovatief.
Het is een afvalbak voor peuken. Er staat een stelling op,
waarover gediscussieerd zou kunnen worden. Als je die stelling onderschrijft,
gooi je je peuk in de linker helft; ben je ertegen, dan gooi je hem rechts.
Deze week gaat het erom, of je een ochtendcollege prefereert boven een in de
late middag. Er is een heel lichte, en voor mij onbegrijpelijke voorkeur voor de ochtend.
Als ik louter ochtendcolleges gevolgd had, was ik nooit afgestudeerd.
Dit gebouw, op archieffoto uit 2021, had wereldberoemd
kunnen worden. In dat jaar vatte Boris
Johnson, toentertijd premier van het Verenigd Koninkrijk, het compleet van-de-pot-gerukte
plan op om 5 miljoen corona-vaccinaties, die hier opgeslagen lagen, met een
militaire actie te komen kapen.
Het VK had die prikken gekocht, maar nota bene door de
Brexit van Boris’ eigen regering konden ze niet ingevoerd worden. Ze zouden nu
geleverd worden aan EU-landen. Boris noemde dat diefstal, en was buiten
zichzelf van woede. Als het Trump was overkomen, zou hij heel Nederland opgekocht
hebben. Maar Johnson beraamde een militaire actie.
Als er nou eens een vloot met commando’s de Noordzee over
zou steken, en met rubberboten via de Oude Rijn en een paar sloten dit gebouw
zou naderen… Een beetje te vergelijken met de tocht naar Chatham in 1667, maar
dan vice versa.
Zijn adviseurs achtten de actie zeker uitvoerbaar, maar wellicht
(zo hebben ze ongetwijfeld heel Brits onderkoeld tegen hem gezegd) vanuit
diplomatiek oogpunt minder gewenst, op het grondgebied van een NAVO-bondgenoot.
Johnson zag er toen toch maar vanaf, knarsetandend.
We zijn ontsnapt aan de Vijfde Engelse Oorlog (bijgenaamd:
de Prikkenoorlog / Jab War?), zo’n jaar of 240 nadat de Vierde werd uitgevochten. En we zullen nooit weten, wie hem
gewonnen zou hebben.
Frans Mensonides
16 februari 2025
Er geweest: Alphen aan den Rijn: woensdag 5 februari, USP woensdag 12 en
donderdag 13 februari, foto Ter Aar vrijdag 31 januari 2025.
Zondag 23 februari 2025, 18:06 bij station Leiden Centraal: een
foutloos parcours, om niet te zeggen: een clean sheet. Geen enkele van de 16
bussen op het digitale vertrektijdenbord meldt: ‘Rit vervalt’.
Het meest uitgebreide vertrekbord in de regio Zuid-Holland
Noord is mijn graadmeter. Ik kom er een keer of 5 à 6 langs per week, en sla er
altijd een blik op.
In de eerste helft van februari stonden er steevast 1 tot 3
uitgevallen bussen op. Gemiddeld 2 was een goede schatting. Op de 16 betekent
dat een uitvalpercentage van 12,5 %, veel en veel hoger dan de 5% die waarmee
Qbuzz zich heel voorbarig op de borst klopte.
Voor de volledigheid en de nauwgezetheid moet daar wel bij
aangetekend worden dat het een
momentopname is, vanzelfsprekend, plus dat je de lijnen 43 en 45 eigenlijk niet
moet meetellen. Die zijn van EBS, waar men de rituitval, althans in deze
streek, aardig onder controle lijkt te hebben. Die ritten vallen onder het
concessiegebied Haaglanden van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en
daarmee niet onder de verantwoordelijkheid van de veelgeplaagde mobiliteitsgedeputeerde
Frederik Zevenbergen van de provincie Zuid-Holland.
In de 3e week van februari leek het erop dat QBuzz het
aantal uitvallers drastisch had weten te verminderen. Maar de genoemde
gedeputeerde, die natuurlijk beschikt over veel uitgebreider cijfermateriaal
dan vergaard door één reiziger, wist dat toch 4% van de Qbuzz-ritten in de
regio uitvalt. Dat is één op de 25, veel meer dan het streefgetal van 1 op de
100.
Uiteindelijk moet het zelfs 1 op de 500 worden, een schier
utopische 0,2%. Zevenbergen heeft Qbuzz nu beloofd dat de al meerdere malen
aangekondigde mega-boete echt spoedig bij de busmaatschappij op de deurmat zal
vallen.
‘Prijs de dag niet voor het avond is’, luidt een ouderwets,
bezonken spreekwoord. ‘Prijs februari niet vóór 1 maart’, zou je in dit geval
ook kunnen zeggen. In de laatste week van de kortste maand vierden de scholen
voorjaarsvakantie. En daarmee ook vele chauffeurs van Qbuzz. De uitvallers
rezen weer de pan uit.
Zeker op dinsdag de 25e op de lijnen 400 / 401 (Katwijk –
Zoetermeer, zie heel ver hierboven in dit artikel). Ik wilde even een boodschap
doen in het stadshart van Zoetermeer. Die middag viel een kwart van de bussen
op die 2 hoogfrequente lijnen uit. Toevalligerwijze net de mijne, zowel op de
heen- als terugweg. Het dynamische haltebord bij station Lammenschans verschoot
er van schrik helemaal van, en vertoonde psychedelische kleuren.
Laat Zevenbergen die boete nou eindelijk eens schrijven,
denk je dan als reiziger, in de kou bij de halte. Maar dit was ook alweer een
momentopname. Op de ochtend dat ik dit tik, vrijdag de laatste dag van de kortste
maand, is er zo te zien op 9292.nl, maar één uitvaller op de lijnen 400 / 401.
Het is tevens de laatste dag van een heel problematische
buswinter in de regio Qbuzz-ZHN. We hopen op een ander geluid in de nieuwe
lente!
De bussen leveren ook een ander geluid dan vroeger: het beschaafde
gezoem van een elektrische motor, tegen het geronk van diesels, die steeds
zeldzamer worden. Het reizen per bus is er echt op vooruit gegaan sinds de
introductie van de elektrische bus.
Eindhoven had in december 2016 de primeur. Toen haalden de
elektrische stadsbussen daar met moeite 3 ‘slagen’ (ritten heen en weer), of
vielen midden in de stad ineens stil. Nu, nog geen 10 jaar later, rijden ze dik
100 km zonder bijladen. Soms gaan ontwikkelingen heel snel in het OV-wezen.
Tweemaal de elektrische IVECO’s op lijn 22 / 23, Links in
Leiden, rechts in Noordwijk
Noordwijk is er beslist niet op achteruit gegaan met de
nieuwe dienstregeling in ZHN. Naast de wat trage lijnen 20 en 21(Leiden
Centraal – Oegstgeest – Rijnsburg – Noordwijk) zijn er 2 snellere
geïntroduceerd. Maar ook weer niet zó snel dat ze de R-net-status gekregen
hebben. Officieel hebben ze ook niet de status van snelbus, al rijden er
snelBuzzen op.
Het zijn lijn 22: Leiden Centraal – Valkenburg – Katwijk a/d
Rijn – Noordwijk Binnen – Noordwijkerhout – Hillegom – Nieuw-Vennep, en lijn 23:
Leiden Centraal – Valkenburg – Katwijk a/d Rijn – Noordwijk Binnen – Noordwijk
aan Zee.
Doordeweeks overdags rijden ze elk in halfuurdienst;
kwartierdienst op het gezamenlijke traject totaan de Lijnbaanweg in
Noordwijk-Binnen. In het weekend en in de avonduren is er uurdienst;
gecombineerd halfuurdienst. In ruil voor deze 2 nieuwe lijnen is er flink
gesneden in het aantal ritten van lijnen 20 en 21.
Ik neem lijn 22 / 23 op dinsdagmiddag 11 en woensdagmiddag 12
februari. We zitten dan nog in de weken dat er erg veel bussen uitvallen bij
Qbuzz.
Lijn 22 en 23 volgen tot Katwijk a/d Rijn de snelle route
van 400 en 401 over de N206 langs Valkenburg. Daarbij doen ze dus ook de Plesmanlaan
in Leiden aan, en scheren ze langs de rand van het Bio Science Park. Op de foto
de halte Bio Science Park Oost.
Aan de overkant zie ik een knalgele instructiebus rijden van
de Qbuzz Academy. Ook buschauffeur kun je niet worden zonder een academie te
bezoeken.
Mijn verkenning van lijnen 22 /23 begint weer lekker: bus 22 valt uit. Ik
wacht een kwartier op bus 23, de kortste van de 2 lijnen, met Noordwijk aan Zee
Picképlein als eindpunt. De meeste opvarenden van deze bus zijn studerenden op
weg naar huis.
De bussen op lijn 22 / 23 zijn niet veel sneller in Noordwijk
dan die van bus 20 / 21, die via Rijnsburg rijdt. De vermeende snelbussen maken
meer kilometers. Maar door de grotere halteafstanden en het rijden over doorgaande
wegen geven ze wel de illusie van lekker opschieten. Zo wordt in Katwijk alleen
aan de halte Duinvallei gestopt.
De doorstroming op de route Plesmanlaan – N206 is wat
beter dan wat ik zag in december. Negenogen springen sneller op wit. Ik snap ook
wel dat de bussen die hier rijden - een stuk of 20 per uur per richting - niet
allemaal voorrang kunnen krijgen.
Een klein half uur na vertrek uit Leiden komt het Vuurtorenplein
in Noordwijk aan Zee in zicht. Als ik ben uitgestapt, verdwijnt de bus over de
Parallelboulevard naar zijn eindpunt: Picképlein. Volgens dienstregeling moet
hij daar meteen rechtsomkeert maken. Ik wacht op zijn terugkeer, om hem op de
foto te zetten. Aanvankelijk vergeefs; hij verdwijnt van het bord bij de halte
en verschijnt ook zelf niet meer.
De wachtenden in de abri lopen geërgerd en gelaten naar de
halte schuin aan de overkant. Over een krap kwartiertje komt daar (hopelijk) bus
20, die ook naar Leiden gaat. Dan verschijnt na ruim 5 minuten numero 23 plotseling
toch nog aan de einder. De hele meute weer schuin de straat over, om hem nog te
kunnen halen.
Een donkere, kille winterdag in een toeristenplaats, dat staat
garant voor een desolate sfeer die niet eens onverdeeld onaangenaam is. Hetzelfde
geldt voor deze hele streek.
Wat is er dan zo verdeeld aangenaam aan die sfeer? Misschien
de serene rust en de stilte die ervan uitgaat. Misschien de wetenschap dat het
altijd weer zomer wordt, en veel eerder
nog, over een week of 6, de bollenvelden hun kleuren weer zullen vertonen.
Op de boulevard, langs de lange rij van horeca-gelegenheden, spreekt een ouder
echtpaar me aan, de enige andere menselijke wezens die hier lopen. ‘We zaten
vroeger altijd zo gezellig bij die Italiaan, Fratelli. Maar we kunnen hem niet
meer vinden. Weet u waar hij ook alweer was? Hij zal toch niet…’
Dat is een van de beroerdste zeperds die een mens kunnen
overkomen; teloorgang van een favoriet restaurant. Maar ik kan ze enigszins geruststellen.
Ik passeerde daarnet het restaurant Fratelli. Dat momenteel wel onderworpen is aan
een ingrijpende verbouwing. ‘Met een beetje geluk kunt u van de zomer…’, zeg ik.
Op moeie voeten lopen ze verder. Verder zit vrijwel ook alles dicht, hier.
Het is gaan schemeren en de vuurtoren begint te knipogen naar de schepen op
zee. Ik vat post in de abri bij het Vuurtorenplein en houd het bord met
vertrektijden angstvallig in de gaten. Bus 23 zal toch echt wel komen, en niet ook
weer op het laatste moment oplossen in de schemering? Een half uur wachten in
die snijdende kou, niks geen zin in. Het reizen met Qbuzz is vol suspence. Maar
de bus komt.
Op de Victoriberg, met dubbele waskracht
De dag daarop neem ik bij Leiden Centraal bus 22 met
eindbestemming Nieuw-Vennep. Na Noordwijk duiken we de bossen in aan
weerszijden van de Gooweg naar Noordwijkerhout.
De totale rit Leiden – Nieuw-Vennep duurt 5 kwartier. Maar
ik stap uit in Noordwijkerhout voor een paar foto’s, in het centrum, in een
straat, genaamd Victoriberg.
Een berg zie ik hier niet, en victorie is er ook niet, zeker
niet voor Qbuzz. De volgende bus naar Nieuw Vennep gaat uitvallen, zo is nu al
bekend. En de eerstvolgende bus terug naar Leiden gaat datzelfde doen.
De snelBuzz links verliet de Victoriberg net iets te snel voor onze fotograaf.
Ik ga hier maar wat rondlopen. Het is van hetzelfde laken
een pak als Noordwijk; levendig in de zomer, op de terrasjes rond het witte
kerkje, maar doodstil op de winterdag.
Ik kan dit dorp wel uittekenen. In het begin van de jaren 00
bezocht ik hier regelmatig een familielid. Hij werd in die tijd verpleegd bij Sint
Bavo, een psychiatrische instelling. Die bestond uit paviljoentjes op een groot
terrein rond een hoofdgebouw.
Een medepatiënt van mijn familielid stond in het centrum van
het dorp altijd op een straathoek op zijn manier te evangeliseren. Hij brulde:
‘Ik ben Jezus Christus. Ik ben de heerser van het heelal. IK bepaal wie leeft
en sterft!’ Daarbij begeleidde hij zichzelf op een tamboerijn.
Het hoofdgebouw van Sint Bavo (rechtsboven op de foto) dateert uit 1915, bezat in de
tijd dat ik daar kwam, nog enige resterende grandeur, maar ziet er nu onttakeld
uit. Het is zo goed als leeggestolen en gestript en half gesloopt door gangs
van inbrekers en vandalen.
De patiënten verlieten het complex in 2005. Die evangelist
met zijn tamboerijn zullen ze in Noordwijkerhout nu evenzeer missen zoals ze in Eindhoven 'Schreeuwjezus' missen. Het
hele complex werd afgebroken, op het hoofdgebouw na, dat nog gerestaureerd gaat
worden. Er komen binnen afzienbare tijd 700 woningen op het terrein.
Veel voormalige psychiatrische instellingen worden tegenwoordig
omgebouwd tot woonwijken. Maar ik geloof niet dat je daaruit mag concluderen
dat het Nederlandse volk geestelijk steeds gezonder wordt.
Noordwijkerhout heeft een rechtstreekse busverbinding met
alle 3 de Sprinterstations in de Bollenstreek: Hillegom (lijn 22), Voorhout
(lijn 57 en 90), Sassenheim (idem).
lijn 57 rijdt de route Sassenheim NS – Voorhout NS –
Noordwijkerhout – Lisse Meer en Duin, alleen doordeweeks-overdags, en dat dan
in uurdienst. Lijn 90 doet Sassenheim NS – Voorhout NS - Noordwijkerhout
Brink, 7 dagen per week van de vroege
ochtend tot de late avond.
De dienstregelingen van lijn 57 en 90 zijn op het traject
Noordwijkerhout – Sassenheim op elkaar afgestemd; gezamenlijke halfuurdienst. De
beloofde naadloze aansluitingen van bus op trein en omgekeerd, zie ik niet
overal en altijd terug in de dienstregelingstabellen. Maar die zijn
vermoedelijk ook niet overal en altijd mogelijk.
Ik deed lijn 90 2 winters geleden. Het was toen een dun en
kronkelig lijntje: Leiden – Katwijk – Noordwijk(erhout) – Lisse, met een route
waarvan ik vermoedde dat hij door een dronken aardbei op de kaart van
Zuid-Holland getekend was. Die lijn is opgeheven; trajectgedeeltes zijn
overgenomen door andere lijnen. Lijn 90 is als een feniks uit zijn as herrezen op
een andere route.
Ik keer terug naar Leiden met lijn 22. Nieuw-Vennep doe ik misschien
nog wel eens een andere keer.
Frans Mensonides
2 maart 2025
Er geweest: dinsdag 11 en woensdag 12 februari 2025
Nog veel meer foto's van bussen in ZHN door Dick van der Goot op de website Openbaar vervoer in Boskoop
Aan het begin van dit nu al heel erg lange groeidocument had
ik het een paar keer over doorkoppeling van lijnen. Dat is een verschijnsel dat
in Leiden ergens in de jaren 00 in onbruik is geraakt, maar in de
Qbuzz-dienstregeling van 2025 een opleving beleeft. Het gaat om bussen die
vanuit de streek de stad binnenrijden, en er aan de andere kant weer uitrijden;
doorgaande lijnen langs het station en door het centrum.
De lijnen 400 / 401 (Zoetermeer – Leiden – Katwijk) zijn er
een voorbeeld van; lijn 55 (Voorschoten – Leiden – Voorhout) is een ander
voorbeeld. De meeste stadsbuslijnen in Leiden waren altijd al doorgekoppeld, en
dat is zo gebleven. Het is het in veel steden gebruikelijke concept van lijnen
vanuit een buitenwijk via centrum en station naar een andere buitenwijk.
Ook lijn 56 (Roelofarendsveen – Leiden – Sassenheim) is zo’n
doorgekoppelde lijn. Hij ís opgebouwd uit 2 brokstukken van lijnen uit het
Arriva-tijdperk: 56 oude stijl (Leimuiden – Leiden) en 57 (Leiden –
Nieuw-Vennep).
Lijn 56 is de enige die de 2 minuscule dorpjes tussen
Roelofarendsveen en Leiderdorp aandoet: Rijpwetering (1650 inwoners) en Oud Ade
(slechts 750). Verder hoort hij tot de vele lijnen, hierboven al ergens
opgesomd, die de collegezalen en bedrijfsgebouwen op het Bio Science Park
bedienen. Na het BSP gaat de rit via Oegstgeest verder naar station Sassenheim.
Bus 56 rijdt maandag / vrijdag overdags elk halfuur; in het weekend en in de
avond in uurdienst en dan niet verder dan Oegstgeest Haaswijk.
Begin maart is het weer ineens opgeknapt. Er is een einde
gekomen aan een poolnacht van 3 maanden vol duisternis, klamheid en guurte. Ik
besluit lijn 56 te doen per fiets. Zoals ik geloof ik al vaker beweerd heb:
busfoto’s kun je beter vanaf een fiets maken dan vanuit een bus.
Oud Ade en Rijpwetering (in deze volgorde, vanuit Leiden)
zijn heel fotografabele dorpjes. Ze liggen wat afzijdig van de provinciale weg
N445. Eigenlijk is het een wonder dat deze dorpen jaar na jaar na elke
dienstregelingswijziging nog steeds bereikbaar zijn met de bus. In vele delen
van het land worden de bewoners van zulke vlekjes op een kwaaie dag getrakteerd
op een wandeling naar een bushalte langs de grote weg.
In Roelofarendsveen wil ik bus 56 bij de halte Stationsweg
fotograferen, het eindpunt, maar nee, hij staat als uitgevallen op de digitale
vertrekstaat. Dan fotografeer ik maar het oude station waarnaar de Stationsweg
genoemd is (rechtsboven op de foto), of liever gezegd: de bijbehorende
baanwachterswoning. Die is nu de woning van een particulier die geen
baanwachter is. Het station zelf werd in 1912 geopend en in 1938 gesloten en
gesloopt. In de periode daartussenin stopten de treinen Leiden (Heerensingel)
– Hoofddorp er.
In 2020 racete ik op de fiets naar huis, tegen de klok en
tegen de bus. Ik was in 50 minuten thuis, 5 minuten sneller dan ik met de bus, inclusief
overstap, geweest zou zijn. Ik denk dat ik in 2025 het OV ook nog wel zou
kunnen verslaan op dit traject. Maar ik heb niet op de tijd gelet.
3 dagen later is het zondag, en stap ik op de fiets naar Oegstgeest
Haaswijk, waar in het weekend en in de avonduren het eindpunt van lijn 56 ligt.
De lijn eindigt daar in een cul-de-sac, zoals de Fransen zeggen. Het is een
doodlopende weg, 600 meter lang, met een lus aan het einde, in de vorm van een
pleintje in een nieuwbouwwijk. Daar wil ik een foto maken; daar staat de bus
even stil voordat hij de terugweg aanvaardt, en kan ik hem rustig op de korrel
nemen.
Een voordeel van de fiets boven het OV is dat je kunt
vertrekken wanneer je wilt, en niet gebonden bent aan een dienstregeling. Welk
voordeel vanzelfsprekend vervalt als je een bus wilt fotograferen op een
bepaalde plek. Ik mik het zo uit dat ik een paar minuten vóór de bus op dat
pleintje sta.
De bus laat op zich wachten; hij is te laat. Maar daar komt
hij dan toch nog het pleintje op – en stuift meteen door zonder te stoppen; er
wil niemand uit en er wil niemand in. Ik ben te laat met mijn telefoon voor een
foto, ach, barst!
Ik fiets een handvol kilometers door naar station Sassenheim, voor een foto van een andere bus dan nummer 56, die daar op zondag niet komt. Op de terugweg weet ik toch nog numero 56 te fotograferen in Oegstgeest, op de Rhijngeesterstraatweg.
Nog eens 3 dagen later is de kortstondige hittegolf voorbij,
is het opnieuw heel guur weer, en pak ik toch nog bus 56 voor een rit van
Leiden Centraal naar Sassenheim NS.
Het scorebord, zal ik maar zeggen, op het Stationsplein
vertoont weer een clean sheet, geen uitvallers. Ook geen bus 56 naar
Sassenheim. Hij staat niet op het lijstje, hoewel hij over 3 minuten moet
vertrekken. Toch uitgevallen? 9292.nl vermeldt hem wel. En daar komt hij,
onaangekondigd, toch opdagen, tot ieders opluchting.
De bus is er zo een die niet de rechte lijn benadert die de
kortste weg is tussen begin en eindpunt. Hij maakt eerst een slinger via het
Alrijne Ziekenhuis en neemt daarna de Wassenaarseweg mee, langs het Bio Science
Park.
Na een route door meerdere wijken van Oegstgeest nemen we
die cul-de-sac weer. Die heet: Kleyn Proffijtlaan. Deze keer stapt er wel
iemand uit. Die extra 1200 meter niet voor niks gereden!
De uitstapper was tevens de laatste passagier, of althans, zou
dat geweest zijn op dagen dat ikzelf niet in de bus gezeten had. De rit voert
over het industrieterrein waar Sikkens Lakfabrieken gevestigd zijn. Hoewel het
hartje-middagspits is, stapt er verder niemand meer in.
Tsja, klein profijt… Zou deze lijn, en in het bijzonder dat laatste stuk ervan
naar Sassenheim, niet heel snel opgeheven worden? Dan zou het een ‘sneuvellijntje’
zijn. Je vindt dit door mij uitgevonden woord in dit artikel; Duckduckgo wil er
niets van weten.
Frans Mensonides
16 maart 2025
Er geweest: donderdag 6, zondag 9 en woensdag 12 maart 2025
Zevenhuizen, in de gemeente Zuidplas
Een uitstapje naar de gemeente Zuidplas, die in Zuid-Holland
Oost ligt, maar toch onder de concessie Zuid-Holland Noord valt. De gemeente bestaat
uit de Zuidplaspolder, en die ontstond uit een meer dat in 1840 is drooggelegd voor
landbouwgrond. Het laagste punt van het hele Nederlandse landschap ligt erbinnen:
6,76 meter beneden NAP. Dit absolute dieptepunt van het hele land ligt langs de
A20, 2 km ten noordoosten van Nieuwerkerk aan den IJssel.
De gemeente Zuidplas is volgens de Wikipedia het gevolg van een
vrijwillige fusie. Die vond plaats op de eerste dag van de jaren 10: 1 januari
2010. Zuidplas bestaat uit 4 dorpen: Nieuwerkerk a/d IJssel, Zevenhuizen, Moerkapelle
en Moordrecht. De gemeente telt 48.000 inwoners, waarvan de helft woont in Nieuwerkerk a/d
IJssel.
Ik kom er zelden, en dan vaker per fiets dan per bus. Toch
ben ik in al die 4 plaatsen ooit wel eens geweest, al moest ik naar het stuk
over Moordrecht heel diep graven in mijn archieven; volg de links.
Binnenkort komt er nog een 5e dorp bij in de gemeente
Zuidplas. Dat had eerst als werktitel: het Vijfde Dorp. Maar onlangs heeft het toch
een beter in het gehoor liggende naam gekregen: Cortelande. Het is genoemd naar
een middeleeuwse polder die hier nog was voordat er een meer was.
Cortelande komt tussen Zevenhuizen en Gouda, en ook niet ver
van Waddinxveen, Moordrecht en de Rotterdamse wijk Nesselande. Er worden volgens
plan in totaal 8000 woningen gebouwd. Dat dan wel in een opvallend laag tempo:
300 per jaar, in plaats van de eerder geplande 700.
Er heerst twijfel of het wel verstandig is, op zo’n
laaggelegen stuk grond een woonwijk neer te zetten. De afwatering zou een
probleem kunnen vormen. Mede om die reden werd er door velen beroep tegen het
bestemmingsplan aangetekend bij de Raad van State, waar de meeste bestemmingsplannen
in dit land uiteindelijk belanden. Hoe het er nu met Cortelande voorstaat bij de
Raad, dat heb ik niet kunnen vinden.
Bij zo’n laag bouwtempo is de wijk pas medio de 21ste eeuw
af. Het gaat vermoedelijk ook jaren duren voordat er een beetje fatsoenlijke
voorzieningen komen. Zoals een busverbinding, om maar eens iets te noemen.
Er rijdt nu nog geen bus naar Cortelande; waarom zou het
ook, als er nog geen mensen wonen? Ik neem dus de Qbuzz door de rest van
Zuidplas.
Bus 383 verbindt Den Haag Centraal met Metrostation Rotterdam
Capelsebrug, Onderweg tussen die 2 metropolen en die 2 metrostations neemt hij
alle dorpen van Zuidplas mee op zijn route, behalve Moordrecht.
Ik wil die van 15:10 nemen op het busplatform boven Den Haag
Centraal. Niet een erg vroeg tijdstip om een reisdag te beginnen; de avondspits
staat al op punt van uitbreken. Ik had verplichtingen, waaraan je ook als
pensionado niet altijd kunt ontkomen.
Altijd voldoende gezonde spanning als je reist met Qbuzz. Komt-ie
wel of komt-ie niet, vanzelfsprekend, en wat komt er voorrijden áls hij komt? Kleur,
merk, is het een diesel of een elektrieke, misschien een snelBuzz op een sukkelig
stadslijntje, misschien een stadsBuzz op een snellijn; is het een originele
Qbuzz-bus of een overgeplakte Arriva??
Op het digitale vertrekbord beneden in de hal van het
station zie ik bus 383 een paar keer kort na elkaar verdwijnen en weer
verschijnen. Op het bord boven het vertrekperron valt hij op een zeker moment
ook weg; hij wordt nu aangekondigd voor over 29 minuten. De passagiers voor
lijn 385 naar Noord- via Katwijk hebben meer geluk; die van hen kómt.
In een uithoek van het busstation staat een groene Streekbuzz, detonerend naast
de bussen van EBS en HTM. Er sjokt iemand heen, die persoon stapt in, de deur
gaat dicht, er rijst hoop in de harten der reizigers, de bus komt na een minuut
of wat aarzelend in beweging, jazeker, hij neemt de draai naar ons perron,
jawel het is de 383! Hij vertrekt met 6 minuten vertraging en 8 passagiers aan
boord.
Net als alle bussen in de regio die met 3 beginnen, mag hij
zich een snelbus noemen, om niet te zeggen: een snelBuzz. Nu is er niet zo gek
veel snels aan deze lijn. De bus doet ongeveer 80 minuten over zijn kronkelrit
van ruim 40 km, en stopt bij 43 haltes.
Alleen tussen Den Haag en Zoetermeer gaat het echt vlot. We
stoppen bij de Haagse Poort aan de rand van Den Haag en bij de Heer
Hubrechtstraat in de buurt van station Voorburg. Daarna de snelweg op, de A12.
Bij station Lansingerland-Zoetermeer loopt de bus pas vol, en
begint de rit pas goed. Ik had bij de opening in 2018 een hard hoofd in de
aantrekkingskracht van dit station in de polder, maar het heeft zich toch
ontpopt als een waar OV-knooppunt.
Op zater-, zon- en feestdagen en in de avonduren rijdt lijn
383 alleen tussen Lansingerland-Zoetermeer en metrostation Nesselande. In de
spits rijdt hij elk halfuur, daarbuiten en in het weekend eens per uur.
Bij de buurtschap Kruisweg (niet vernoemd naar de Via Dolorosa
van de Heiland, bij mijn weten) verlaten we de hoofdwegen en belanden op de
B-wegen, de polderwegen. Er schijnt op deze zeer vroege lentedag een niet
onverdienstelijk zonnetje, dat een lichte nevel boven de velden echter niet
helemaal kan laten verdwijnen.
In Moerkapelle vond ik op die fietstocht naar Gouda dat er erg
weinig te zien was. Daarom blijf ik in de bus zitten voor Zevenhuizen. En nu
pas krijg ik in de gaten, dat ik bus 383 al eens eerder gehad heb. Dat was in dat
stuk uit 2018 / 2019, naar aanleiding van de opening van station
Lansingerland-Zoetermeer. Ik herken nu het Noordeinde, met de bushaltes die
genoemd zijn naar huisnummers.
In Zevenhuizen stap ik uit bij de halte Burgemeester Klinkhamerstraat. In het
verlengde daarvan ligt de Zuidplasweg, de doorgaande verkeersader van het dorp.
Aparte abri’s heb je hier! Ze staan een beetje naar achter
opgesteld, een beetje weg van de weg, overdwars op de straat waar de bus langs
moet komen. Ze staan zodanig dat je de bus onmogelijk kunt zien naderen als je
op het bankje zit. Daar is over nagedacht – maar niet over dóórgedacht.
Parallel aan de Zuidplasweg loopt een poldersloot met een dijk
erlangs, een parkje ernaast en bruggen erover. Evenwijdig aan die sloot loopt
de Dorpsstraat. Een heel landelijk dorp, waar zoiets boerenlandelijks gevestigd
is als Van Rijs Zadel- en Tuigmakerij. Maar amper 1 kilometer ten zuiden van
het dorp begint de grote Rotterdamse nieuwbouwwijk Nesselande, waar je de metro
kunt nemen naar de Koopgoot en de Markthal.
Dat moet het aantrekkelijke zijn van wonen in Zevenhuizen:
alle rust, stilte en vriendelijkheid van een boerendorp, maar toch vlak bij de
grote stad met al zijn amusement en verlokkingen.
In elk dorp zie je wel iets wat je nergens anders nog gezien
heb. Hier – behalve die rare abri’s – een ‘Laadplein’, wat een parkeerterrein
is waar je je Tesla op kunt laden, als je nog geen Musk-schaamte hebt.
Bij een slagerij hangt een reclameposter voor Tante Door Kip
(‘een 100% Nederlandse kip met een volledig gesloten keten, ook volledig
antibiotica- en coccidiostatica vrij’, wat het ook allemaal maar betekenen mag).
Had ik wel eens verteld dat ik lang geleden ook een tante Door had, een
oudtante, die met haar man, oom Ru, in Haarlem een winkeltje dreef in textiel en
fournituren? En dat ik in die winkel altijd gefascineerd keek naar het
kasregister, waar bordjes met geldbedragen tevoorschijn sprongen als je aan de
zwengel draaide? Zo niet, dan is dit de eerste keer dat ik het vertel. Dat de
lezer het maar weet.
Ook opmerkelijk is een plaquette, op 11-08-2011 namens het
College van B&W gemetseld in een muur. De gelegenheid die aanleiding was
tot het plaatsen ervan, staat niet vermeld. Misschien dacht het College van
B&W: laten we maar eens een plaquette leggen, gewoon voor de lol, of mogelijkerwijze
als gebaar van goodwill naar het volk, na die fusie. Of had het te maken met de
meteorenregen van de Perseïden die je altijd hebt, rond die dag? Of misschien
dient de plaquette louter ter heinnering aan het leggen ervan, zodat die
gebeurtenis elk jaar op 11 augustus herdacht kan worden; wie zal het zeggen.
Main Street op de Dorpsstraat (die de mainstreet is van het
dorp) biedt alles tegelijk: Pub, pool-dart-biljart, snackbar, tapasbar, café,
restaurant. Verder niets meer nodig aan horeca in dit dorp.
Links: de Slagturver van Toon Hendriksen in Moerkapelle
(1973), rechts de Slagturver van Gerard Logman in Zevenhuizen (1975).
Foto links: archief de digitale reiziger, 2020
Een standbeeld van een slagturver, een veenwerker, heb ik al
eens eerder gezien. Dat was in het aanpalende Moerkapelle, op die fietstocht; net
zo’n beeld, dat bovendien ook de Slagturver heet. Die van Moerkapelle dateert
van 1973, die in Zevenhuizen van 1975. Echt je reinste na-aperij.
Foto links: archief De digitale reiziger, 2022
Ook zo’n witte klapbrug met ketting heb ik vaker gezien.
Maar dat was in Zevenhuizen zelf, ook op een fietstocht. Ik pak de foto uit 2022
er even bij (links). Krek hetzelfde op het eerste gezicht. Ik stond in dat jaar
geloof ik exact op dezelfde vierkante decimeter als nu.
Maar als je goed kijkt, heeft de beplanting op de oude foto een zomers groen kleurtje
en is die vandaag, 3 maart 2025 (rechts), winters grauw. Dat onderschrijft mijn
stelling weer: je kunt nooit 2 keer dezelfde foto maken.
Veel is er niet aan te merken op Zevenhuizen. Ik schep er graag over op
dat ik met een uurtje wandelen in een wijk, dorp of stad, de hele geschiedenis
ervan kan doorgronden, en bovendien alles weet van de bewoners: hoe ze hun
leven leiden en hoe hun aard is. Zevenhuizen is een dorp waar het leven goed is;
ik wéét het, ik voel het; ervaring!
Ook over het OV valt niet veel te klagen in Zevenhuizen.
Lijn 383 brengt je bij 4 NS-stations: Den Haag Centraal, Zoetermeer,
Lansingerland-Zoetermeer en Nieuwerkerk aan den IJssel, en bij maar liefst 5 metrostations: opnieuw Den Haag Centraal, Nesselande, Capelle
de Terp, Capelle Centrum en Rotterdam Capelsebrug. Verder kun je eens per uur
nog bus 175 nemen naar Gouda via Waddinxveen.
Ik neem lijn 383 naar Capelle de Terp. Na het verlaten van Zevenhuizen zie je aan je linkerhand het uitgestrekte weiland waar het nieuwe Zuidplasser dorp Cortelande zal komen.
Die avond download ik er een folder over.
‘Welkom in Cortelande, het vijfde dorp van de gemeente
Zuidplas. Een nieuwerwets dorp vol karakter, waar je elkaar op straat begroet
en waar allerlei generaties uit alle windstreken thuiskomen. Waar kinderen en
volwassenen veilig buiten leven en waar altijd aandacht is voor wát echt
belangrijk is: mens en natuur. Welkom in Cortelande, een dierbare stek en een
buitengewone plek’.
Onder ‘Impressies’ zie je in het document plaatjes van
mensen die hun euforie nauwelijks de baas kunnen. Die foto’s zijn
vanzelfsprekend ergens anders gemaakt dan in Cortelande, want daar is nog niets
dan weiland.
Ik koester een diepe bewondering voor de schrijvers en
illustrators van dit soort wervende folders. Ze schetsen hun stukje te bebouwen
polder als een paradijs op aarde, zo levendig dat de lezers meteen in hun ouwe
sok gaan kijken of ze de tonnen voor ook maar de meest eenvoudige woning bij
elkaar zouden kunnen schrapen. Terwijl iedereen dondersgoed weet, dat het leven
er nooit perfect zal zijn, omdat het nérgens perfect is, en dat het dat ook in
bijvoorbeeld Cortelande nooit zal worden.
Maar ach, als het daar net zo idyllisch wordt als het
buurdorp Zevenhuizen, dat zou het nog best eens gedeeltelijk waar kunnen wezen
wat er in die folder staat.
Bij Capelle De Terp
IJslandse bus bij de halte Middelweg in Moordrecht
Op vrijdag 7 maart ga ik het 4e dorp van de gemeente Zuidplas doen: Moordrecht.
Het dorp telt 9000 inwoners en ligt aan de Hollands(ch)e IJssel, tegenover
Gouderak. De enige bus die er rijdt, is lijn 190 (Gouda Station - Rotterdam
Alexander, via Moordrecht en Nieuwerkerk aan den IJssel).
Ook het vertrektijdendisplay bij station Gouda vertoont een clean
sheet. Zou Qbuzz het probleem van de uitgevallen ritten nu eindelijk getackeld
hebben?
Bus 190 staat gereed bij perron G. Het is de 8166, die
dienst heeft gedaan in een wat grotere gemeente dan Zuidplas: nl. Berlijn. Een
bus die het gehoor teistert met zwaar geronk, en de neus met een penetrante
dieselstank.
Zo klonk en stonk dus een diesel in het tijdperk der
dieselbussen. Als je een paar keer achtereen in een elektrieke hebt gezeten,
valt het op, en valt het áf, en valt het tegen.
Naast sneuvellijntjes heb je ook kneusjeslijntjes, ook een
zelfverzonnen term. De kwalificatie ‘kneusje’ slaat daarbij niet op de
passagiers, noch op de chauffeur, maar op het materieel. Het gaat om wat
dunnere lijnen waarvoor blijkbaar alleen de ernstigst versleten bussen geschikt
worden geacht.
Lijn 190 zou zo’n kneusjeslijntje kunnen zijn. Vanmiddag zal
ik ook een blauwe snelBuzz zien die nog heeft gereden tussen de geisers en
vulkanen op IJsland, en in de polder zijn sloop mag afwachten.
We zijn met 15 man aan boord vertrokken van Gouda NS en
krijgen op die hobbelige Kattensingel meteen al een beeld van de kwaliteit van
de vering (indien aanwezig).
De bus verlaat de stad via de route van de Goudse stadsbus lijn
2, die ik een stuk of 15 schermen hierboven had. Bij de sluizen slaan we linksaf
een nemen een hoge dijk langs de Hollandsche IJssel.
Niet lang daarna rijden we Moordrecht binnen bij een
industrieterrein. Laat ik maar uitstappen bij de halte Middelweg. De Gulden
Middenweg bewandelen is altijd een verstandige raad voor een bezonken mens. En
bovendien staan de daaropvolgende haltes op de app van 9292 allemaal vermeld in
lichtgrijs, en daar is kennelijk iets mee aan de hand. Als ik na uitstappen
uitzoek wát, zie ik dat de bus wegens wegwerkzaamheden verder heel Moordrecht
overslaat. Hij zet meteen via een alternatieve route koers naar Nieuwerkerk aan
den IJssel.
Moordrecht. Linksboven: de ringvaart, rechtsonder: de
Hollandse IJssel
De straat waar de halte Middelweg staat, heet Land voor Water, wat wel de
kwintessens is van een droogmakerij; vergelijk Graan voor Visch in Hoofddorp.
Een andere opvallende straatnaam luidt: Tuin van Bier.
Ik steek een watertje over dat niet de IJssel is, maar de
ringvaart van de Zuidplaspolder. Hier ergens begint de klim vanuit de diepte
van Neerlands laagstgelegen polder naar de dijk langs de IJssel.
Op de smalle dijk staan knusse, kneuterige huizen en
winkeltjes schouder aan schouder. Driving home for stamppot’ zag ik vanmiddag vanuit
de trein naar Gouda geschreven staan op een muur; een toespeling op dat
vermaledijde kerstliedje van Chris Rea. Dat is wel een mooie samenvatting van
het leven in een forenzenplaats als Moordrecht, denk ik: aan het eind van de
middag na een hectische werkdag naar huis rijden voor stamppot en veel andere dingen
die het leven plezierig huiselijk maken. Dorpen als dit zijn oases in de
Randstad.
Als ik uitgekeken ben, loop ik terug naar Land voor Water,
waar ik de bus naar Rotterdam nog net om de hoek zie verdwijnen. Nou ja, ik kan
hem nu in ieder geval fotograferen, en heb een half uur de tijd om mijn zonden
te overdenken in een abri bij een plantsoen.
De volgende bus begint na de halte Middelweg aan een
omleidingsroute van een kilometer of 6 waar geen enkele vervangende halte
staat. Maar niet voordat er op de hoek die ik daarnet fotografeerde, nog een
paar mensen mogen uitstappen die eerst niet doorhadden dat Middelweg vandaag de
laatste halte is in Moordrecht.
We nemen die snelweg die door de diepste kuil in het
Nederlandse landschap voert, terwijl de bus in zijn normale doen de IJsseldijk
volgt. Ergens kruisen we de spoorlijn Gouda – Rotterdam. Aan onze rechterhand zien
we weer het uitgestrekte stuk weiland waarop het dorp Corteland moet ontstaan.
Het is voor iedereen een gratis ritje. In deze bus ontbreken, 3 maanden na het
ingaan van de concessie, nog steeds de kaartlezers. Voor Qbuzz is dat vervelender
dan voor de reizigers. Wonderlijk, dat het busbedrijf er dan niets aan doet…
In Nieuwerkerk a/d IJssel volgt de bus een eindeloze route langs
een woonervenwijk en door een oudere nieuwbouwwijk. Hij rondt bijna evenveel
hoeken als er liggen op de route van de Alphense stadsbus. Er zitten ook bijna
evenveel kuilen in de weg als die ene blauwe bus ontmoet heeft in de
binnenlanden van IJsland (vermoed ik; ik ben er nooit geweest).
Ligt dat gehobbel en gebonk nou aan het wegennet van Nieuwerkerk,
of aan de ontbrekende vering van de bus? Het is hier allemaal asfalt, maar toch.
Aan het eind van de rit rijdt de bus langs de Rotterdamse
winkelcentra Alexandrium I, II en III en bereikt hij het eindpunt bij trein- en
metrostation Rotterdam Alexander.
De Alexandria moeten, hoe uitgestrekt ze ook zijn, toch hun
meerdere erkennen in de Westfield Mall of the Netherlands. Het Leidschendamse
winkelcentrum heeft net iets meer bezoekers (15 miljoen per jaar, tegen 14),
net iets meer winkels en een net iets pretentieuzere naam dan dat van
Rotterdam.
In het blog over de treinen, dat parallel loopt aan dit
busblog, schreef ik dat slechts 10% van de bezoekers aan de Leidschendamse Mall
met het OV komt. Dat ondanks het feit dat er 3 tramlijnen en één buslijn langs
lopen. Ik mag toch hopen dat het percentage OV-reizigers bij het Alexandrium
iets hoger ligt, bij een OV-knooppunt zonder tram, maar mét trein, metro en
bus. Maar gegevens daarover heb ik niet kunnen vinden.
Ik loop hier nog een poosje rond, en pak daarna de trein
naar huis; driving home voor stamppot. Ik heb geloof ik nog een kliek zuurkool staan
in de koelkast of de vriezer…
Eindpunt: Rotterdam Alexander
Met de concessie Zuid-Holland Noord (plus het nieuwe spoorboekje 2025) ben ik
de winter van 2024 op 2025 aardig doorgekomen. De belangrijkste wijzigingen ten
opzichte van het tijdperk: Arriva heb ik nu wel beschreven, en de ontwikkeling
van het aantal uitgevallen ritten nauwgezet gevolgd. Op het naar de sloper
rijden van de allerlaatste uitstoot- en geruisrijke bus in de regio kunnen we echt
niet wachten; dat gaat nog wel een paar maanden duren.
Dan moet dit het eindpunt maar zijn van dit document!
Frans Mensonides
16 maart 2025
Geweest in Zuidplas: maandag 3 en vrijdag 7 maart 2025
D-Dag - Beloften-beloften - Bonte vlootschouw van bussen - Toen werd het februari - Stadsbus Leiden: ruilverkaveling - Lijn 55 - Gouda: service to the boon? - Alphen aan den Rijn: stadsbus naar Holwerd - Bio Science Park: bussen in alle windrichtingen - Foutloos parcours; clean sheet - Noordwijk(erhout); ‘Snel’bussen naar de Duin- en Bollenstreek - Cul-de-sac: Lijn 56 Roelofarendsveen – Leiden –
Sassenheim - Zuidplas (1): buitengewoon lekker leven - Zuidplas (2): Driving home for stamppot - Eindpunt
© Frans Mensonides, Leiden, 2024 / 2025