Qbuzz in Zuid-Holland Noord (ZHN)


De nieuwe halteborden van Qbuzz stonden er vorige week al


D-Dag - Beloften-beloften - Bonte vlootschouw van bussen - Toen werd het februari - Stadsbus Leiden: ruilverkaveling - Lijn 55 - Gouda: service to the boon? - Alphen aan den Rijn: stadsbus naar HolwerdBio Science Park: bussen in alle windrichtingen


D-Dag

Heden: concessiewisseling in Zuid-Holland Noord (ZHN), de thuisregio van ondergetekende. Op D-dag ( Dienstregelingsdag, zondag 15 december 2024, de dag dat dit stuk online gaat) maakt de bus van Arriva na 12 jaar plaats voor die van Qbuzz. De komende 12 à 13 weken ga ik met Qbuzz op reis in ZHN, en daar hieronder verslag van doen.

Parallel aan dit ‘QBlog’ komt er ook nog ook een pagina over de wijzigingen in het spoorboekje van NS en van enkele regionale spoorwegmaatschappijen; wijzigingen die ook vandaag ingaan. Beide blogs zullen me regelmatig weglokken achter de geraniums vandaan, totdat ergens in het voorjaar mijn Interrail-reisseizoen van start gaat.

Qbuzz kondigt ingrijpende verbeteringen aan ten opzichte van de jaardienstregeling 2024 van Arriva. Als opwarmertje hieronder alvast een opsomming van een paar beloften waar wij, reizigers de nieuwe concessiehouder graag aan zullen houden.

Maar eerst even netjes afscheid nemen van Arriva. Hun concessie startte een dozijn jaar geleden. HIER vindt je de zeer lange pagina die ik erover schreef in de winter van 2012 / 2013.

Die concessie had zullen lopen t/m 2020, met mogelijke verlenging tot/met 2022. In dat laatste jaar werd in verband met corona-perikelen besloten tot nog eens een verlenging met 2 jaar, tot december 2024.

‘Aan alle goede dingen komt een eind’, luidt een bezonken, realo- pessimistische tegeltjeswijsheid. Aan alle slechte dingen gelukkig ook, en ook aan alle matige dingen komt een eind. Het laatste is wel van toepassing op 12 jaar stads- en streekvervoer door Arriva.

Afkomstig uit een geslacht van onderwijzers, strooi ik graag met rapportcijfers. Bij Arriva kom ik uit op 6’jes. Een heel doorsnee-busbedrijf, beoordeeld op aspecten als punctualiteit, materieel, klantvriendelijkheid en betrouwbaarheid. Vrij saai, zelfs. Bij Arriva’s voorganger Connexxion en voor-voorganger ZWN hing ik zo ongeveer 2 keer per maand aan de klachtentelefoon, maar bij Arriva kwam dat veel minder vaak voor.

Dat zou ook kunnen komen doordat ik milder ben geworden in de loop der jaren. Op een gegeven moment berust een mens in wat er mis is met de maatschappij, waaronder matig openbaar vervoer. Verder heb ik in 2020 een elektrische fiets aangeschaft voor mijn mobiliteit in de omgeving, en was ik met ingang van dat jaar ook OV-forens af. Minder reizen met Arriva, dus sowieso al minder klachten.

Echt om over naar huis te schrijven, of om blogs over te schrijven, waren de prestaties van Arriva doorgaans niet. Ook deze vervoerder had bijvoorbeeld als nawee van corona veel last van rituitval door personeelsgebrek. Maar zo bont als EBS maakten ze het dan ook weer niet. De bus kwam meestal wel opdagen, zij het zelden op tijd. 

 

Ook de haltevertrekstaten hingen er hier en daar al een week van te voren

 

In juli 2023 gunde de provincie Zuid-Holland het vervoer in ZHN aan Qbuzz en gaf daarmee het nakijken aan de zittende vervoerder Arriva. Ook de andere inschrijvers: EBS en Transdev, grepen ernaast.

De provincie hoopt met Qbuzz het voorzieningenniveau van vóór corona terug te laten keren, en daarmee ook de passagiersaantallen wat op te krikken. In 2019 pakten in de regio ZHN ca. 70.000 mensen per werkdag de bus. Het jaar daarop halveerde dat aantal, maar daarna kroop het langzaam omhoog tot 55.000 instappers in 2023. Die legden per rit gemiddeld 8 km af, in totaal van Leiden tot aan even voorbij de maan.

55.000, een Johan Cruyff ArenA vol, Is dat veel? Het is meer dan in de 2 andere streekvervoerconcessiegebieden van de provincie bij elkaar (Hoeksche Waard / Goeree Overflakkee en Drechtsteden, Molenlanden, Gorinchem). Maar op een bevolking van ca. 750.000 mensen in ZHN valt het lichtelijk tegen. Er is zeker ruimte voor verbetering.

De nieuwe concessie loopt tot eind 2032, met de mogelijkheid tot verlenging tot eind 2037.

 

Beloften, beloften



Archief De digitale reiziger 2023

nu geschiedenis: Arriva-bus in ZHN (hier: Noordwijk)

Hoe denken Qbuzz en de provincie de ZHN’er weer de bus in te krijgen? Met legio aanlokkelijk klinkende maatregelen! Ik licht er een paar uit.


* Frequentieverhoging

‘Meer zitplaatsen’, zo formuleert Qbuzz het wat ongelukkig. Dat wil niet zeggen, dat er in één bus meer stoelen komen te staan dan vroeger. Nee, er gaan 25% meer bussen rijden vergeleken met de dienstregeling van 2023.

Zo krijgen bijvoorbeeld de stadsdiensten van Leiden, Gouda en Alphen aan den Rijn eindelijk weer eens een acceptabel voorzieningenniveau. Dat was dramatisch afgekalfd. Uurdienst in de avonduren, de weekenden en de vakantieperioden: compleet onwaardig voor toch redelijk (middel-)grote steden.

Vanaf nu is halfuurdienst het minimum in die 3 steden, 18 uur per dag en 7 dagen per week.


* Betere aansluitingen op de treinen.

Bij de Sprinterstations Bodegraven, Boskoop, Hillegom, Nieuw-Vennep, Sassenheim, Voorhout, Woerden en Zoetermeer Lansingerland komen er strakke aansluitingen van trein op bus en vice versa.

Een poosje geleden las ik een beleidsstuk waarin zelfs sprake was van aansluitgarantie: de bus zou wachten op een vertraagde trein. Dat lijkt me lastig te organiseren. Ik heb er ook niets meer over gehoord; een losse flodder van een overijverige provinciale ambtenaar of Qbuzz-medewerker, denk ik.



Archief De digitale reiziger 2023

Bushalte Voorhout Station


* Meer rechtstreekse verbindingen

Bijvoorbeeld in en om Leiden, waar de aloude ‘doorkoppeling’ gedeeltelijk in ere is hersteld. Tot/met 2008 reden de bussen uit de Duinstreek (Kat- en Noordwijk) na aankomst op Leiden Centraal via het centrum door naar Leiden Zuid-West en Leiderdorp. Daardoor waren er rechtstreekse verbindingen tussen het centrum van Leiden en de kust.

Toen was dat ineens afgelopen: al deze doorgekoppelde streeklijnen eindigden voortaan bij Leiden Centraal (zie dit stukje op mijn site). Met ingang van heden rijden er weer wat lijnen vanuit de streek naar bestemmingen in Leiden. Waaronder deze:



* Hoogwaardig OV op de as Zoetermeer – Katwijk

Een heel oude belofte wordt ingelost: een doorgaande R-netverbinding Zoetermeer– Katwijk, mét doorkoppeling, dus. Lijn 400 (Zoetermeer – Leiden Centraal via Leiden Centrum) wordt gekoppeld aan de lijnen 430 en 431 (van Leiden Centraal resp. naar Katwijk ESTEC en Katwijk Boulevard).

De lijnnummers worden nu 400, resp. 401. Op het gemeenschappelijk traject tussen Zoetermeer Centrum-West en Katwijk Gemeentehuis rijdt in de spits elke 5 minuten een bus en in de dal-uren elke 7½ minuut. Hoogwaardig hoogfrequent vervoer!






Archief De digitale reiziger, 2022 en 2014

R-netten bij Valkenburg ZH en Stompwijk


* Bio Science Park

Ook meer rechtstreekse verbindingen naar het grote universitaire- en bedrijventerrein Bio Science Park in Leiden. Dat gaat qua busvervoer steeds meer lijken op Utrecht Science Park (Ja, Engels is de voertaal onder wetenschappers en ook op hun parken!). Bio Science Park is nu vanuit alle windrichtingen bereikbaar zonder overstappen. Een stuk of 10 lijnen rijden over het terrein of er rakelings langs.



* Stadsbussen op de Breestraat

Een heel verrassende ontwikkeling verder in het centrum van Leiden, de stad waar ik al 61½ jaar import ben. Dit artikel begint nu wel een erg Leids verhaal te worden, maar in en om die stad ligt wel het zwaartepunt van de regio ZHN.

De Breestraatkwestie is al vaak besproken op deze site. Veel buslijnen, waaronder stadslijnen, zijn in de loop van de jaren weggepest uit deze winkelstraat, en omgeleid langs de periferie van het centrum. Zonder dat ik snap hoe het komt, is er nu plotseling een kentering opgetreden. Alle stadsbussen en enkele streekbussen rijden nu weer over de Breestaat.

Een paar instanties en belangenclubs hebben er een meloen voor moeten doorslikken, maar die bussen zijn nu weer in genade aangenomen. Vast geen jubelstemming heerst er nu bij de Vereeeniging Oudt Leyden. Mijn lidmaatschap van die club heb ik enkele jaren geleden opgezegd na een scheldkanonnade van hun zijde in het Leydfch Dagblad over die lelijke bussen in de Breestraat.

Archief De digitale reiziger, 2023

Halte Pelikaan in Leiden. De in 2023 in gebruik genomen Centrumroute blijft het terrein van o.a. de R-netten Zoetermeer – Katwijk en van bus 45 die vanuit de regio Haaglanden op visite komt in Leiden. De laatste valt niet onder de concessie ZHN.


* Betaalbaarheid

Al het hierboven opgesomde moois zal niet leiden tot hogere ritprijzen, afgezien van een geringe tariefsverhoging om gelijke tred te houden met de inflatie. De meeste R-net- en snelbuslijnen hadden tot nu toe een zeer pittig tarief van ca. 20 cent per km. Maar de prijs wordt nu voor alle lijnen gelijkgetrokken naar 16,1 cent - plus uiteraard het instaptarief van 1,12 euro dat in het hele land gelijk is.

Afgelopen woensdag maakte Qbuzz bekend dat hun bussen in ZHN de eerste 8 dagen, dus van 15 t/m 22 december, gratis rijden, bij wijze van kennismakingsgeschenk. In dank aanvaard!

 

 En last but not least:

* Nul uitstoot

Dat is vooral aantrekkelijk voor voetgangers en fietsers die nu niet meer bedwelmd worden met uitlaatgassen, als er een bus passeert. Bij Arriva reden alleen de stadsbussen op stroom, dat sinds 2019. Maar bij Qbuzz zal er op den duur geen gifwolkje meer uit de uitlaat komen.

Wie nu denkt, dat er op de dag van heden, 15 december 2024, meteen een hele vloot e-bussen klaar staat, die moet ik teleurstellen. Dat is bijna bij geen een concessiewisseling het geval; er is altijd wat met de elektrische bussen. Ik viel dan ook niet omver van verbazing, toen ik in een mededeling van de provincie las dat het merendeel van die bussen nog niet geleverd was.

Al een jaar geleden heeft Qbuzz maar liefst 252 elektrische bussen besteld voor ZHN, waarvan 112 bij het Vlaamse Van Hool en 140 bij de Italiaanse busbouwer IVECO. Nu is het zo, dat Van Hool eerder dit jaar failliet is gegaan, en IVECO de bussen momenteel nog niet kan leveren.

Met andere woorden: er ontbreekt niets aan de busconcessie ZHN, behalve de bussen. Maar dat is ook wel wat kort door de bocht gezegd. Er komen vervangende diesels, waaronder, net als vorig jaar in de Zaanstreek, ouwe karren uit Berlijn, en er komen touringcars. Verder loopt er een grote bestelling van elektrische bussen van Yutong uit China, in de plaats van die van het failliete Van Hool. En nu maar hopen dat Qbuzz voldoende materieel bij elkaar heeft kunnen schrapen om vanaf maandagmorgen een volledige dienstregeling te kunnen rijden (vandaag, zondag, zal het wel lukken).

Ik voorzie weer eens een hausse aan uitgevallen ritten. Dat is wel even een domper op de feestvreugde. Ik ga de komende maanden op pad met de Qbuzzen die wél rijden, om te ervaren hoe het allemaal in de praktijk gaat uitpakken. Binnenkort meer!

Frans Mensonides
D-dag 15 december 2024



Archief De digitale reiziger 2018

Bergambacht ligt in het zuidoosten van de provincie, maar ziet wel een bus uit Zuid-Holland Noord rijden




Bonte vlootschouw van bussen

Het is altijd hetzelfde liedje, en toch verbaast het me iedere keer weer: wat een onbeschrijflijke puinhoop wordt het toch steevast bij de overgang van een concessie naar een andere vervoersmaatschappij! De komst van Qbuzz naar de regio Zuid-Holland Noord (ZHN) kón ook gewoonweg niet goed gaan. Zoals hierboven uiteengezet, heeft Qbuzz een ernstig tekort aan bussen, en dan wordt het lastig om een busbedrijf te runnen.

De busreiziger uit deze streek krijgt deze weken dan ook het volle pond van de ellende over zich heen: heel erg veel rituitval, bussen zonder lijnnummer of bestemming, niet-elektrische bussen die nieuw gewéést zijn, chauffeurs die de weg moeten vragen aan de passagiers, digitale reisinformatie bij de halte of in de app die niet klopt…

Maar ‘Jmegpnidbk’, zoals staat in mijn digitale aantekeningen waaruit ik dit stukje gebrouwen heb.  Wat bedoelde ik ook alweer met die afkorting? Oh ja: je mag een gegeven paard niet in de bek kijken.

Qbuzz vond zelf ook wel dat ze met goed fatsoen geen geld konden vragen voor de wanprestatie die ze aan het leveren waren. Men bepaalde dat het vervoer tot / met zondag 5 januari 2025 gratis zou zijn. Het leverde Qbuzz een strop op van naar mijn grove schatting zo’n ton aan gederfde inkomsten per dag. Dat wordt dus circa 2 miljoen voor die 3 weken.

Daar komt vermoedelijk nog een fikse boete bovenop van de provincie Zuid-Holland, wegens het rijden met dieselbussen in plaats van uitstootloze. Verder heeft de provincie aangekondigd dat ze de uitgevallen ritten niet gaan vergoeden; terecht, vanzelfsprekend.

Echt door de ondergrens zakte de busmaatschappij toen er een of meer bussen (de verhalen erover spreken elkaar tegen) van de weg gehaald werden door de politie, dan wel de Rijksdienst voor het wegverkeer (RDW). Er zouden bussen rondrijden met vervalste kentekenplaten, meerdere bussen met hetzelfde kenteken, en / of er zouden ongekeurde en te oude bussen ingezet zijn. Qbuzz weigert elk commentaar in de media.

Die hele concessiewissel zadelt mij op met heel gemengde gevoelens. Als openbaar vervoer-voorvechter zie ik het liefst dat het busvervoer soepeltjes verloopt voor iedereen die ervan gebruik van wil maken. Maar als OV-hobbyist en -fotograaf geniet ik al wekenlang van een bonte vlootschouw van bussen. Je ziet oude en nieuwe, rode, blauwe, gele, witte en groene, diesel uitwalmende en elektrieke bussen langsparaderen, als je een halfuurtje bij Leiden Centraal staat te kijken.

Tegen gratis ritjes heb ik ook geen enkel bezwaar. Bij het genoemde busstation pak ik soms bij impuls ineens een bus die er wel aardig uitziet of misschien een plaats als bestemming heeft waar ik normaliter zelden kom. Zo ben ik de afgelopen 3 weken gesignaleerd in Roelofarendsveen, Alphen aan den Rijn, Hillegom en ook in oorden waarvan je onmogelijk kunt beweren dat ze in Zuid-Holland Noord liggen: Haarlem en Schoonhoven. Om nog maar te zwijgen over Rotterdam (Capelsebrug) en Utrecht (Jaarbeurs), waar soms ook bussen van Qbuzz rijden op lijn 295 van Syntus. 

Het voelt wel raar om in te stappen zonder te betalen. Maar in Luxemburg, waar het OV altijd gratis is, wen je er ook heel snel aan, is mijn ervaring. Luxemburg heeft verder nog vóór op ZHN, dat het OV daar wél naar  behoren functioneert.

Sommige reizigers lezen geen mededelingen, kijken niet uit hun doppen en blijven gerust in- en uitchecken bij chipzuilen met teksten erop: VANDAAG GRATIS REIZEN.

Verrassingstochten maak ik ook wel eens. Ik stap in een bus zonder nummer of bestemming, en waar we heen gaan, Jelle zal wel zien! Wie zich nu afvraagt wie Jelle is of was… zal wel jonger zijn dan ik.  

Wat een lol, hè? Maar die is er wel af als ik eens een keer ergens op tijd moet wezen, en m’n bus blijkt uitgevallen te zijn. Dus laat deze ellende toch maar gauw voorbij zijn!

Er bestaat alle kans dat een artikel over een chaotisch busbedrijf ook chaotisch gaat uitpakken. Wat ik maar niet ga doen is: al die pretritjes beschrijven, met een uitputtende opsomming van alles wat er mis ging.

Nee, laat ik maar wat foto’s met onderschriften plaatsen, en hopen dat er zo een beetje lijn komt in het verhaal. Voordat er ook lijn komt in het busvervoer in ZHN, zal er nog heel wat water door Rijn, Vliet, Gouwe, IJssel, Lek en Spaarne stromen.


Archief De digitale reiziger, 2012

Busbrullers in actie op Leiden centraal.


12 winters geleden, toen Arriva ZHN overnam van Connexxion, duurde het tot na half januari voordat er weer wat regelmaat in de dienstuitvoering was te onderkennen. Indertijd had je ‘busbrullers’ op Leiden Centraal, zoals ik ze gedoopt had; hier te zien op archieffoto.

Busbrullers waren Arriva-medewerkers met hesjes, die bij donker op de perrons dingen stonden te roepen als: ‘Perron A, lijn 5 naar Voorschoten Starrenburg!!’ Zo vervingen ze de informatie op de bussen en boven de halteperrons, die het had laten afweten.

Anno 2024/5 zie je helemaal geen functionarissen van Qbuzz op het Stationsplein aan wie je iets zou kunnen vragen. Alhoewel: één keer heb ik er een Hesje gezien die het busverkeer stond te observeren en een lijst in de handen had. Die zou van Qbuzz geweest kunnen zijn. Maar het ook net zo goed een andere bushobbyist geweest kunnen zijn, een concullega van mij.

Na maandag 6 januari zag ik bij het busstation soms duo's van Qbuzz-hesjes die informatie gaven aan reizigers.

Of er buiten het zicht van de reiziger wel enige coördinatie plaatsvindt bij Qbuzz, betwijfel ik ook. Ergens, zou je denken, moet toch een verkeersleider achter een beeldscherm zitten om bijvoorbeeld de schaarste eerlijk te verdelen. Maar nee, soms vallen er op één verbinding 2 à 3 ritten achterelkaar uit. Zo lopen de wachttijden wel op.

 


Qbuzz weet het niveau te evenaren dat EBS een jaar geleden liet zien in de Zaanstreek. Door de bank genomen valt zo’n kwart van de ritten uit (de situatie in de periode tussen kerst en nieuwjaar); 5 stuks alleen al op dit scherm dat ik zag op maandag 30 december. Bus 169 laat de reizigers in onzekerheid; hij wordt wel ‘verwacht’, maar er staat toch een streepje achter. Nee, je krijgt in het leven niet altijd wat je verwacht.

 ‘Over een halfuurtje ben ik thuis hoor; tot zó, lieverd!’, hoor ik een optimist zeggen door zijn telefoon. Ik hoop dat hij niet naar Noordwijk hoeft, want ik zie in een halfuur tijd alle bussen in die richting uitvallen. Ook de bus 23 die heel lang boven aan de lijst staat, verschijnt niet.

Op de vele zondagen de afgelopen weken vielen er net zoveel bussen uit als door de week. Daaruit maak ik op dat Qbuzz niet alleen een tekort heeft aan bussen, maar ook aan personeel. Op zondagen staat immers altijd zo’n 60% van de bussen buiten dienst, dus is er materieel voldoende voorhanden.

 



Yutong-bus bij de Vuurbaak van Katwijk

Het pièce de résistance van het busnet in ZHN wordt gevormd door de doorgaande bussen Zoetermeer – Katwijk op de R-netlijnen 400 / 401. Die ritten worden nu al allemaal gereden met het paradepaardje van Qbuzz, de Yutong. Dit zijn de Chinese elektrische bussen die in allerijl besteld zijn na het faillissement van Van Hool. Ook op andere R-netlijnen zie je de Yutongs al rijden.

De fabriek van die bussen staat in Zhengzhou, een stad waarvan ik nog nooit gehoord had toen ik dit stukje begon te tikken. Yutong was al in 2012 actief op de markt van elektrische bussen. In de loop van de jaren hebben ze er een stuk of 50.000 geleverd over de hele aardkloot. In Zhengzhou ( dit tussen haakjes, maar het is wel een OV-feitje) heeft men in 25 jaar tijd een metronet van 450 km aangelegd. In Amsterdam zou zo’n project minstens 600 jaar kosten.

De Yutong-bussen dragen de nummers 8701-8750 en tellen 49 heel comfortabele stoelen, zetels, bijna, en 5 klapbankjes. Ranke, lange bussen, die iets smaller en langer zijn dan hun voorgangers, en ook wel wat moeilijker manoeuvreerbaar zijn voor de chauffeurs. De bochten op het busstation bij Leiden Centraal zijn nét iets te krap opgezet voor die Yutongs.

Verder niks op aan te merken: heel soepel rijdende, comfortabele bussen.

Op die corridor Zoetermeer – Katwijk heb ik in de eerste week van de nieuwe concessie een paar ritten gemaakt. De gecombineerde 5-minutendienst in de spits was in werkelijkheid vaak zoiets als: 20 minuten helemaal niets en daarna 3 bussen vlak achter elkaar.

Wén daar maar aan: het is het noodlot van veel lijnen met een hoge frequentie, een grote lengte en matige doorstroming. Deze eerste week viel me op deze lijn op dat ‘negenogen’ vaak precies op rood sprongen bij de nadering van een bus.


Laat op de middag een Yutong bij de halte Woonhart in Zoetermeer. Grote drukte; de voorganger van deze bus filmde - zoiets meende ik te zien in het tweeduister - : ‘Sorry, bus is vol’, en stoof door.

 

Ik had het over Haarlem. Daar was ik verzeild geraakt per trein na mijn rit met de Airport Sprinter (zie het treinblog, dat parallel loopt aan dit bus-blog).

Er kwam een opvallend barrel van een gelede bus voorrijden op lijn 250, Haarlem – Leiden. Die bus overschrijdt na Bennebroek de grens van Noord-Holland Zuid met Zuid-Holland Noord. Daar ik die middag niet echt iets belangrijks te doen had, besloot ik, de hele rit van 84 minuten in de bus uit te zitten. Met de trein was ik in 20 minuten in Leiden geweest.

Helaas heb ik alleen een foto van het interieur. Hij leek wel wat op de gele gelede bus hierboven, maar die bus, met een Utrechts verleden, is toch een iets ander model.

In Leiden heb ik hem nooit meer teruggezien (door het RDW van de weg geplukt??). Het was een goorwitte bus, fanatiek ronkend. Het is een van de 2 Mercedes-Benz Connecto’s die bij Qbuzz ZHN rijden. Ze lijken ouder dan de 11 jaar die ze op de teller hebben, komen oorspronkelijk uit Polen en zijn geleend van Oostenrijk. Eh, dat wil zeggen: ze komen uit het land Polen, en zijn geleend van de touringcarfirma Oostenrijk. Dat, en veel andere dingen in dit artikel, weet ik dank zij de onvolprezen OV in Nederland Wiki.

Met een voor mij ongewoon geduld en gemoedsrust onderging ik een saaie, ellenlange rit  door dorpen en langs met stro afgedekte bollenvelden. Na Sassenheim kwam de vaart er ineens in.  We namen de A44 en stopten niet meer voordat de universiteitsgebouwen van Leiden in zicht kwamen.

Het lijnnummer 250 is nieuw, maar de verbinding Haarlem – Leiden (met talloze routewijzigingen in de loop der decennia) is een van de oudste streeklijnen van Nederland. De stoomtram tussen die 2 plaatsen ging rijden in 1881. Aan de exploitatie van deze ‘Bollenlijn’ met elektrische trams (1932-1949) heb ik in 2010 een hele reeks gewijd. Die was doordrongen van ‘nostalgie over de wieg heen’, zoals ik het noem, terugverlangen naar tijden die ik zelf niet heb meegemaakt.

 

R-netlijn 497 Gouda- Schoonhoven nam ik op deze site rond de jaarwisseling 2018 / 2019 feestelijk in gebruik. Laatst nam ik hem opnieuw, louter om erachter te komen hoe het eindpunt bij de veerpont over de Lek er nu uitziet; dat was in 2019 nog niet af, en plek was er volgens mij ook niet voor.

De bus stopt nu ruim 100 meter ten oosten van die pont naar Gelkenes, en neemt op de terugweg naar Gouda een draai bij de veerstoep. Behendig slalomt de bus daar langs de file met wachtende auto’s voor de pont, om te belanden tussen die van auto’s die er net vanaf komen.

 

Het oude tramstation van Schoonhoven heeft afgedaan als bus-eindpunt. Het was het eindstation van de tramlijn Gouda – Schoonhoven (1914-1942). De voormalige busgarage naast het station ligt er verlaten bij.




Schoonhoven, de zilverstad in Zuid-Holland Zuid-Oost, is in warmere maanden een drukbezochte toeristische trekpleister. Maar op een mistige, nevelige, kille decembermiddag is de stad het terrein van die ene winterharde fotograferende wandelaar.

 




Naast de Yutong’s zijn er ook elektrische Stadsbuzz’en ingestroomd. Onder de nummers 8051-8073 heeft Qbuzz toch een aantal Iveco-bussen in dienst kunnen nemen. Het zijn de achterneefjes van de Heuliez-bussen die rijden in onder andere Groningen en Utrecht, met die markante bolle achterkant. Ook deze bussen rijden heel soepel.

De niet zo erg oude elektrische stadbussen van Arriva kun je nog steeds aantreffen op de stadsdienst van Leiden (en vast en zeker ook op die van Alphen en Gouda; daar ben ik nog niet geweest).

Helaas heb ik nog geen ritje kunnen maken in de elektrische Streekbuzz’en. Ze waren altijd net weg, of reden me tegemoet aan de overkant van de weg, als ik in een oudje zat.

 

Deze is maar een diesel. Hij heeft jarenlang gereden helemaal in Berlijn. Voor Qbuzz rijdt hij nu op lijn 182 naar Alphen aan den Rijn via Ter Aar.

‘How can I make this about me?’, dat is de opgave waar je altijd weer voor staat, als je een autobiografische site drijft. Maar het is in dit geval niet zo moeilijk.

Die lijn had namelijk zonder mijn persoonlijke bemoeienis vermoedelijk niet bestaan. Ik werkte aan het eind van de vorige eeuw bij de gemeente Ter Aar, en dat niet eens als beleidsmedewerker verkeer en vervoer. Maar ik was voor mijn woon-werkverkeer afhankelijk van de bus. En door een ‘vervoersarchitect’ van het toenmalige busbedrijf ZWN, plus een provinciale verkeersambtenaar, werd het busverkeer naar Ter Aar grondig gesloopt. Het dorp was slechts met extreme omwegen bereikbaar vanuit Leiden en Alphen, waar veel Ter Aarders winkelen, dokteren, studeren of de trein nemen.

Ik haalde een plan voor een bus Leiden – Ter Aar - Alphen uit de bureaulade waarin het terecht was gekomen. Het gemeentebestuur van Ter Aar wist ik achter het plan te krijgen. De gemeente slaagde er op haar beurt in, de provincie in beweging te zetten; op zich al zoiets als een Herculeswerk. De wethouder van Ter Aar was op zijn zachtst gezegd een markante persoonlijkheid, maar ze kreeg wel dingen voor elkaar.

Lijn 182 verscheen in 1999 voor het eerst in de dienstregeling van Connexxion, zoals het busbedrijf sinds dat jaar heette. De lijn overleefde 2 concessiewisselingen en nu al 26 nieuwe jaardienstregelingen. In de dienstregeling 2025 is het aantal ritten op lijn 182 zelfs nog uitgebreid. In de dal-uren wordt nu ook om het halfuur gereden, tegen voorheen om het uur.

Een bijzonder verhaal van die buslijn, met een paar verrassende plotwendingen. Zie wat ik er in 2012 over schreef bij de komst van Arriva naar onze regio.

Frysk Ferfier. Op maandag 16 december zag ik op het Stationsplein in Leiden deze Fryske bus. Had die misschien vroeg in de morgen bij donker bij knooppunt Joure een verkeerde afslag genomen? Hij verliet de fabriek in 2012 en heeft sindsdien dienst gedaan op de stadsdienst van Ljouwert. Later zag ik nog een paar ander bussen uit het Heitelân.

Ook alweer een vreemd verhaal. Friesland kampt met dezelfde makke als ZHN. Ook daar is de concessie overgegaan van Arriva naar Qbuzz, en ook in Friesland kampt Qbuzz met een bustekort. Maar daar is sprake van een soort vechtscheiding, met rechtszaken en al. Uit wraak over het verlies van de concessie heeft Arriva geweigerd, bussen te verkopen of te verhuren aan Qbuzz Fryslân.

Maar waarom dan wel aan Qbuzz ZHN? Om de Friezen te pesten? Of is hier sprake van een of andere schimmige tussenhandelaar? Hier klopt iets niet! 

Ik dacht een sappig schandaal op het spoor te zijn, maar een Twitteraar (X'er, bedoel ik) wist te melden dat deze bussen al in een eerder stadium door Arriva verkocht waren.

Nog zo’n oudje uit 2012. Arriva-logo’s overgeplakt met die van Qbuzz.

Dit stukje typte ik op maandag 6 januari 2025, de eerste dag na de kerstvakantie. Qbuzz nam op die dag de stap die ik al zag aankomen: uitkleden van de dienstregeling. Ze schrappen op voorhand al ritten, in de hoop dat ze de rest van de ritten dan wel kunnen rijden.

Dat gaat duren tot maandag 27 januari. Tot dan toe zijn er geen verbeteringen te verwachten. Ik ga in februari wel weer eens kijken hoe de vlag er dan voorstaat.

Frans Mensonides
8 januari 2025


Toen werd het februari



Oplaadstation voor de lijnen 1, 2, 4 en 14 achter station De Vink 

Hoe reilt en zeilt Qbuzz in het concessiegebied Zuid-Holland Noord, nu februari 2025 al weer een week op streek is? Hierboven staat het nodige te lezen over de moeizame beginperiode van de concessie, die op zondag 15 december 2024 van start ging.

De puinhoop die Qbuzz er de eerste weken van maakte, overtrof alles wat we op het gebied van concessiewisselingen meegemaakt hadden. Elektrische bussen die niet geleverd konden worden, uitval van maar liefst een kwart van de ritten, tekort aan materieel en personeel; bussen die door de regio reden zonder aanduiding van lijnnummer en bestemming…

Aan het eind van de kerstvakantie lag er de belofte van Qbuzz dat de problemen op maandag 27 januari zo niet helemaal, dan toch wel grotendeels opgelost zouden zijn. Nu, in de 1e week van februari, moet ik zeggen dat dat alles bijelkaar toch wel wat tegenvalt.

De ergernis-nummer-één, het uitvallen van ritten, is wel iets afgenomen. Maar de 1% uit de concessievoorwaarden van de provincie Zuid-Holland is nog lang niet in zicht. ‘7½%’ was het volgens de opgave van Qbuzz zelf, in de laatste week van januari. Dan zal het in werkelijkheid toch nog wel 10% zijn. Dat is ook het aantal waarop ik zelf terecht kom naar eigen schatting.

Ik heb geen tijd en zin om hele dagdelen op het stationsplein van Leiden Centraal al dan niet rijdende bussen te staan turven. Maar ik kijk wel regelmatig overal in en om Leiden op digitale halteborden om te zien of er nog uitvallers op staan.


Maar of die borden dan altijd een getrouw beeld geven? Op het genoemde stationsplein is het me al een paar keer overkomen dat een lang van tevoren aangekondigde bus vertraging opliep en uiteindelijk toch niet kwam opdagen. Hij verdwijnt dan van het digitale infobord zonder ooit als ‘vervallen’ aangekondigd geweest te zijn.

Hoe kan dat? Rijden chauffeurs soms naar de stalling als ze er tabak van hebben, zonder zich netjes af te melden bij de verkeersleiding? Dat was mogelijk het geval bij de vertraagde bus op lijn 14 (Leiden Centraal – Station de Vink) die me bijna van het busperron afreed waarboven hij aangekondigd stond. Die bus stoof keihard door in de richting van de tunnel onder het spoor. Hij was meteen ook van de radar verdwenen, als je het infobord tenminste een busradar mag noemen (misschien eerder een bus-rader).

Met de instroom van de nieuwe, uitstootloze bussen, wil het ook niet erg vlotten. En op ‘uitstootloos’ valt ook wel iets af te dingen. De stroom voor de elektrische bussen die al wél in de vaart zijn, wordt voor een deel opgewekt met dieselaggregaten. Die zijn allesbehalve schoon. Nog niet alle oplaadstations zijn gerealiseerd.

Verder rijdt naar mijn schatting nog steeds ca. 30% van de bussen zonder chipkaartlezers, of met chipkaartlezers die buiten werking zijn. Daarover zul je geen reiziger horen mopperen.

Integendeel: teleurstelling als ze het wél doen. Een chauffeur van een bus op lijn 169 in Alphen a/d Rijn, een bus met perfect  werkende lezers, streek met de hand over het hart. Hij liet een vader met 2 zoontjes op vaders verzoek een stuk of 4, 5 haltes gratis meereizen naar het station van Alphen.

Misschien waren het arme donders die nu eens een voordeeltje hadden; de bus is duur, voor gezinnen. Maar het zou me ook niet verbazen als die kinderen met een gouden lepel in de mond in een villa van 9 ton geboren waren. Ze liepen in ieder geval niet in lompen. En pa dan lopen schooien voor een gratis ritje…



Medio januari gezien in Gouda. Laat je niet foppen: eigenlijk is het een arrenslee. Maar tijdelijk is hij vermomd als bus

Zo langzamerhand begint het geduld van de provincie met al het gebroddel van Qbuzz op te raken. Maar de provinciale magistraten lijken verlamd in handelingsverlegenheid. Verkeersgedeputeerde Frederik Zevenbergen (VVD) kondigt om de andere dag nieuwe draconische boetes aan, maar heeft er bij mijn weten nog geen een daadwerkelijk opgelegd aan Qbuzz. Maar deed hij dat wel: zou dat nou helpen? Komen er dan ineens elektrische bussen, chauffeurs en laadstations uit de hemel vallen?

Provinciale Staten hebben met de grootst mogelijke meerderheid,  50 voor en 1 tegen, een motie aangenomen dat dat gekloot van Qbuzz ten spoedigste afgelopen moet zijn (vermoedelijk met een andere formulering). Ik weet niet wat de enige tegenstemmer bewogen heeft. Was dat een rabiate bushater, voor wie OV helemaal niet hoeft? Of was het een nuchter en realistisch iemand die de motie onzinnig vond: symboolpolitiek, flinkdoenerij?

Naar eerdere ervaring met concessiewisselingen duurt het in doorsnee een week of 3 à 4 voordat de kinderziekten eruit zijn en het busverkeer weer op rolletjes loopt. Echter: op de dag dat dit stuk online gaat, gaat de concessie ZHN zijn 9e week al in.

Ik ga nu maar verder met mijn verkenning van de voornaamste veranderingen in de dienstregeling, en beperk me dus tot reizen met en fotograferen van de hooguit 90% van de bussen die wel rijden. Oh ja: van alle lijnen is er op de site van Qbuzz een lijnfolder beschikbaar.

De afgelopen weken heb ik me geconcentreerd op het stadsvervoer. Qbuzz ZHN telt 3 stadsvervoernetten: Leiden en randgemeenten, Gouda en Alphen aan den Rijn. Daarbij mag je je afvragen of je dat van Alphen, bestaande uit één ringlijn, wel een net kunt noemen.  

 

Stadsbus Leiden: ruilverkaveling

Lijnennetkaart overgenomen van downloadpagina Lijnennetkaarten, website Qbuzz


Een Leidenaar die net teruggekeerd zou zijn van een cruise van een halfjaar, zou het stadsbusnet in zijn stad niet meer herkennen. De meeste halteborden staan nog op dezelfde plek, maar daar stoppen dan vaak andere lijnen dan hij gewend was.

Stadsbuslijnen zijn in stukken geknipt en die stukken zijn weer aanelkaar geknoopt tot lijnen met een ander nummer. Een soort ruilverkaveling, zou je het kunnen noemen. Het resultaat zie je op het kaartje, geknipt uit de lijnennetkaart van Qbuzz ZHN.

Enkele stadslijnen zijn geheel van de kaart verdwenen, waarbij hun routes zijn overgenomen door het streekvervoer.

Dat geldt voor lijn 5 (Voorschoten Starrenburg – Leiden Zuidwest (Boshuizen) – Leiden Centraal) en lijn 8 (Leiden Centraal - Oegstgeest Haaswijk). Beide lijnen zijn opgegaan in lijn 55: Voorschoten Starrenburg - Leiden Zuidwest – Leiden Centraal - Oegstgeest – Voorhout Station. Die lijn neem ik maar even mee bij het stadsnet.

Ook lijn 7 (Leiden Centraal – Zoeterwoude Rijndijk Heineken) is opgegaan in een streeklijn, en wel nummer 187 (Leiden Centraal – Zoeterwoude - Hazerswoude – Boskoop). De route van lijn 6 (Leiden Centraal – Leiderdorp Leyhof) is overgenomen door lijn 3.


De Leidse stadsdienst bestaat nu uit de volgende lijnen:

*1* Station De Vink – Stevensbloem – Morskwartier– Leiden Centraal – Breestraat – Leiderdorp Leyhof (daar overgaand in lijn 3);
*2* Station De Vink – Stevenshof (Heintje Davidsweg) – Morskwartier (Lage Mors) – Leiden Centraal – Breestraat – Station Lammenschans – Leiderdorp Alrijne Ziekenhuis – Oranjewijk;
*3* Leiderdorp Leyhof – De Kooi – Breestraat – Leiden Centraal – Groenoord - Merenwijk (daar overgaand in lijn 4);
*4* Merenwijk – Leiden Centraal – Breestraat – Station Lammenschans – Zuid West  (Fortuinwijk) – Station De Vink;
*9* Spitslijn Leiden Centraal –  Bio Science Park – Leiden Centraal;
*14* Leiden Centraal – Breestraat - Koninginnelaan – Zuid West  - Station De Vink.


Lijn 9 komt later nog aan de orde onder het hoofdje Bio Science Park. Van de rest hieronder wat foto’s en een paar aardige weetjes die lezers uit Maastricht, Groningen, Hengelo, Den Helder en Vlissingen mogelijk volkomen Siberisch laten.

Excuses voor dat ongemak! Misschien is dit stuk uit 2009 meer iets voor jullie. Het gaat over een stadsbusroute door onder meer de arbeiderswijken van Leiden. In dat stuk heb ik herinneringen opgehaald aan het jaar 1975. Toen heb ik in die wijken als buurthuisvrijwilliger en bibliotheekmedewerker een heel bescheiden bijdrage geleverd aan de emansipaatsie van de arbeidersjeugd. Een paar aardige tijdsbeelden, al zeg ik het zelf; ik lees ze zelf in ieder geval graag over.

 



Lijnen 1 en 2.

Bovenste rij en links op de middelste: sinds april 2024 rijden de bussen van lijn 2 niet meer door het westen van de wijk Stevenshof. Die route over o.a. de Heintje Davidsweg en de Charley Tooropweg was aardig verziekt door een aannemingsbedrijf. Ze hadden rioleringswerkzaamheden uitgevoerd en de boel daarna erg slordig dichtgegooid.

Arriva weigerde daarna, deze route te rijden, omdat ze schade vreesden aan hun elektrische stadsbussen (die toch in elke bocht al kraken of ze bijna uit elkaar vallen). De bussen verlaten de Stevenshof sindsdien via de route van lijn 1, de kortste weg, langs het winkelcentrum Stevensbloem.

Een beetje overtrokken; mijn fiets liep in ieder geval geen ernstige beschadigingen op toen ik over die straten reed. Tussen haakjes: de ritten in en om Leiden heb ik gedeeltelijk per fiets uitgevoerd; die valt zelden of nooit uit. En hij gaat echt elektrisch, niet op dieselaggregaten.

Het wegdek in dit stuk Stevenshof wordt nu hersteld, en over een paar maanden kan bus 2 er weer rijden. Dan hopelijk met de veel soepeler rijdende StadsBuzz’en van Qbuzz. Die oude van Arriva noem ik ‘overplakkers’; bussen waarbij het logo van Arriva is overgeplakt met dat van Qbuzz.

Rechts op de middelste rij: Diamantlaan in het Morskwartier *), linksonder: De Sitterlaan in de Professorenwijk, rechtsonder: Korevaarstraat in het centrum van Leiden.

*) Morskwartier: officieel: Morsdistrict; vulgo: De Morrrs

Als vanouds delen de lijnen 1 en 2 een heel lang traject. Nieuw is dat ze daar in de dienstregeling 2025 een strakke gezamenlijke kwartierdienst onderhouden. Het was vaak zoiets als een 6-24-minutendienst of zelfs een 3-27-minutendienst; 2 pal achterelkaar en daarna bijna een half uur niks. Welk wiskundig-logistiek genie is hier nu aan het werk geweest om het recht te trekken?                                                       

Leiderdorp Leyhof. Bus 1 rijdt de wijk binnen en komt er een minuut of 5 weer uit tevoorschijn als bus 3. Een klein kwartiertje later gebeurt precies het omgekeerde.

 

Lijn 4 is mijn thuislijn. Hij stopt luttele hectometers van mijn woning. Linksboven is hij dicht in de buurt, op de Churchilllaan in Leiden Zuidwest. Hij neemt mijn eigen Fortuinwijk (waar ik in 2013 al een halve eeuw woonde) mee als een meander op zijn route.

Elk jaar kijk ik weer met angst en beven in de nieuwe dienstregeling, of die omweg niet geschrapt is; of lijn 4 niet is rechtgetrokken of zelfs opgeheven. Maar dat was ook deze keer niet het geval.

Sterker nog: voor het eerst is station Lammenschans in de route opgenomen. Het is een van de populairste haltes van Leiden, vooral door de aanwezigheid van een mega-onderwijsinstelling achter het station. Veel toeloop van scholieren.

Rechtsboven: de halte Lammenschans, onderste rij de Merenwijk, Leiden Noordoost zou je kunnen zeggen. Ik kom er zelden; wat zoek je er, onder je tegenvoeters in de stad…

Ik merk dat ik helemaal geen foto heb van lijn 14 (Station De Vink – Zuidwest – Leiden Centraal). Daar is ook moeilijk aan te komen. Die keer dat hij bij Leiden Centraal langs me heen stoof, had ik geen tijd om mijn telefoon te trekken. En bij de meeste andere gelegenheden dat ik hem wilde nemen, viel hij uit. Als hij wel rijdt, zit er geen sterveling in; niemand verwacht dat hij rijdt. Hij stopt op de Koninginnelaan, en loopt daardoor die drukke halte bij die school mis.

 




Boven: Die megalomane school bij station Lammenschans, op archieffoto uit 2020

Onder: een Yutong op lijn 401 bij de halte Station Lammenschans

Lijn 14 is wat ik altijd een ‘sneuvellijntje’ noem; een lijntje dat ontworpen is om géén reizigers te trekken, zodat ze het zonder veel protest kunnen opheffen als er weer eens een bankencrisis of pandemie uitbreekt, en er bezuinigd moet worden. Hij rijdt nu al niet in de avonduren, noch op zondag. En ze laten hem bij elke gelegenheid uitvallen. Mark my words; lijn 14 gaat er als eerste aan, als de nood aan de man komt.

 

Lijn 55



Bus 55 bij de lelijk-markante kerk Het Kruispunt in het centrum van Voorschoten

Dan nog iets over lijn 55, die streeklijn die is samengesteld uit stukjes stadslijn. Hij rijdt soms met elektrische StreekBuzz’en en soms met dito StadsBuzz’en. Dank zij deze bus kan ik nu rechtstreeks vanuit Leiden Zuidwest naar het Alrijne Ziekenhuis in het Houtkwartier – al hoop ik dat ik niet al te vaak van die mogelijkheid gebruik hoef te maken.


 

Bij Leiden Centraal


Vanuit het raam gefotografeerd. Dat wordt meestal niks. Links zitten we in Oegstgeest en rechts passeren we Sikkens’ kleurrijke verffabriek

 

En hier sta ik bij de halte Jachthaven in de Oegstgeester wijk Poelgeest. Deze wat geïsoleerde wijk, ten noordwesten van de spoorlijn Leiden – Haarlem / Schiphol, is nu voor het eerst in zijn bestaan van een kwart eeuw aangesloten op regulier busvervoer. Tot nu toe moesten ze het doen met een beltaxi.

Ik schreef erover in 2003, in een ook door mijzelf bijna vergeten, best wel leuk stukje over de apartjes van het Leidse stadsvervoer: 3 lijnen die nu geen van alle meer bestaan.

Poelgeest was bedoeld als optimaal met het OV bereikbare buurt, aan de voet van NS-station Leiden Noord, dat er nooit gekomen is. En nu anno 2025 dan eindelijk een normale busverbinding – die meteen al heel goed gebruikt wordt.

Dat valt me toch op, de laatste weken. Waar onder Arriva de Leidse stadsbussen vooral lege stoelen vervoerden, zijn ze onder Qbuzz toch vaak (behalve lijn 14) opvallend goed bezet. Oh, er zullen vast wel wat vaste klanten afgehaakt zijn door de abominabele kwaliteit die QBuzz de eerste weken wist te bieden. Maar het gratis vervoer gedurende de eerste 3 weken heeft misschien toch nieuwe klanten de bus in gelokt.

De bussen uit beide richtingen passeren de jachthaven bijna tegelijk, en door de een te fotograferen, mis ik de andere. Ik ga een halfuurtje rondlopen in een wijk met een architectuur die ik niet overal even geslaagd vind.

 

 

Bij een andere gelegenheid nam ik deze bus tot het eindpunt, station Voorhout, en merkte dat ik moest rennen om de beloofde aansluiting op de trein naar Haarlem te halen. Daarmee stapte ik een ander verhaal binnen, dat over het NS-spoorboekje van 2025. Maar had ik niet beter met Djoser kunnen reizen naar zonnigere oorden dan Nederland in deze donkere, klamme winter?

Een veel ruimere aansluiting dan hier in Voorhout heb je vanuit lijn 4 bij station Lammenschans op de trein naar Utrecht: 17 minuten. Die had dan wel weer wat krapper gemogen.

 

Stadsbus Gouda: Service to the boon?  



Lijnennetkaart overgenomen van downloadpagina Lijnennetkaarten, website Qbuzz

In een kleine, compacte stad met 75.000 inwoners verwacht je geen heel uitgebreid stadsbusnet. Er lopen maar 3 stadslijnen door Gouda.

Lijn 1 rijdt van het station naar de noordelijke wijk Plaswijck. Daar verandert hij in lijn 3, rijdt via een andere route terug naar het station en vandaar door naar het oosten: Oosterwei en Goverwelle. In 2016 werd er een nieuwe lijn, lijn 2, ingevoerd naar een nieuwe wijk: Westergouwe in het zuidwesten van de stad. Lijn 6, spitslijn naar bedrijventerrein Goudse Poort, is gesneuveld bij ingang van de nieuwe concessie. Ook de route van lijn 3 door het winkelhart is vervallen.

Nog maar één keer eerder heb ik aandacht besteed aan deze weinig opzienbarende stadsdienst. Dat was in 2008, toen lijn 3 door Oosterwei en Goverwelle landelijk in het nieuws kwam. Er was een buschauffeur beroofd van zijn geldlade. Dat gebeurde in Goverwelle, maar de chauffeurs weigerden enige tijd, door Oosterwei te rijden, een wijk met veel buitenlanders en een ongunstige reputatie.

De wijk werd afgeschilderd als een getto. Wilders wilde het leger eropaf sturen. Maar toen ik er zelf ging kijken, zag ik een doodgewone, redelijk leefbare buurt. Ik kreeg de indruk dat het verhaal over Oosterwei door de media gigantisch was opgeklopt. In dat stukje over de stadsdienst van Gouda stak ik mijn mening over de kwestie niet onder stoelen of banken.

Tussen toen en nu ben ik geleidelijk aan gaan minderen met het lezen van kranten en het kijken naar actualiteitenrubrieken en talkshows. De helft van wat er daar geschreven en gezegd wordt, is gelogen, en van de andere helft klopt ook nooit veel.

Enfin, terug naar 2025. Ik stap uit de trein op station Gouda Goverwelle, voor de 2e keer in mijn bestaan. In 1993, het jaar dat het station aan de spoorlijn Gouda-Utrecht open ging, ben ik er een keer gaan kijken.

Het station heeft 2 eilandperrons en 4 perronsporen. Het is dus aardig breed opgezet voor een buitenwijkstationnetje met maar ca. 2500 in- plus uitstappers per dag. Maar het station is ontworpen met een keermogelijkheid, en is in de loop van de jaren eindpunt geweest van wisselende Sprinterseries.

Voor ik bus 3 neem, eerst een verkenningsrondje door de jaren 90-wijk Goverwelle, die er niet echt uitspringt. Dit soort wijken zijn toch overal hetzelfde, van Delfzijl tot Terneuzen en van Julianadorp tot Chevremont.

Zo’n driekwart van de Nederlanders is geboren, getogen en / of woonachtig in een naoorlogse wijk. Niemand houdt er echt van, geloof ik, maar weinigen willen er graag uit weg. Het geldt ook voor mezelf. Ik woon in een oudere nieuwbouwwijk, die gloednieuw was toen ik er kwam wonen.

Goverwelle is zo’n wijk waar een woonerf Snuifmolen heet, een openbare basisschool Het Palet en een stadsinbreidingsproject Zuidelijk Stempel Oost. Hopelijk verzinnen ze een pakkendere naam als de huizen in de verkoop gaan.

Achter een hek wordt een prefab dak op een prefab huis gezet. Bouwen lijkt wel een soort van Legoën, legooien.  

Bus 3 beschrijft een rondje door Goverwelle, alvorens weer koers te zetten naar het station. Bij de halte De Wissel ligt de splitsing. De bus slaat linksaf, om een minuut of 10 later terug te keren van rechts.

Ik sta de haltevertrekstaat te bestuderen als er een bus achter me opdoemt. Verstrooid maak ik een gebaar naar de chauffeur dat hij mag doorrijden; ik wil niet met de bus mee. Pas als hij om de hoek verdwenen is, schiet me te binnen dat ik hem eigenlijk had willen fotograferen.

Nog maar een halfuur blijven wandelen hier; alle stadsbussen rijden in Gouda om het half uur. De naam De Wissel zou gepast zijn als hier een tram reed in plaats van een bus. Maar het heeft verband met het thema sport dat hier sterk overheerst, en slaat vermoedelijk op een wissel in een estafette.

Dat neemt niet weg dat de sporthal De Springers verdwenen is, waar ik 17 jaar geleden wat zure herinneringen ophaalde aan een sportdag van de zaak, weer 29 jaar dáárvoor. De hal is afgebroken in 2012. Het standbeeld De Drie Springers staat er nog wel, en is volgens Google Maps 24/7 geopend, wat ik me daarvan ook moet voorstellen bij een beeldhouwwerk.

Ik ben van Goverwelle in Oosterwei terecht gekomen, en loop nu weer waar ik in 2008 liep. Ik herkende het eerst niet, omdat ik nu van de andere kant kom dan toen.


Ik pak een matig bezette bus, die ik op zijn heenweg naar Goverwelle al gefotografeerd heb achter die vrijwillig poserende dame op haar fiets.

Vandaag zie ik in Gouda weinig elektrische bussen, en veel ouwe wrakken van beroete diesels. Waaronder ook bussen die overgekomen zijn uit Berlijn. De vraag, wat ze in die stad toch allemaal met bussen uitspoken, intrigeert me sinds ik ze vorige winter in de Zaanstreek zag rijden. Na een stuk of 7 tropenjaren zien ze er al volkomen afgejakkerd uit.

Later die middag pak ik weer net zo’n kreng op lijn 2, naar de allernieuwste Goudse wijk Westergouwe. De hobbelige Kattensingel langs het centrum vergt het uiterste van de vering van de bus, die hier misschien wel terugverlangt naar de Kudamm en Unter den Linden. In Duitsland, tussen haakjes, weet vrijwel niemand dat Gouda een stad is. Het is daar een synoniem voor kaas. Een broodje Gouda, alstublieft!

De bus kiest zijn weg door een oude wijk, daarna door een nieuwere, en vervolgens over een sluizencomplex naar Westergouwe. Dat is een ruim opgezette buurt, met huizen aan plassen en sloten. Een GEMAAL is precies wat je verwacht in zo’n polderomgeving, en dat staat er ook. In zo’n wijkje heb je ook altijd wel een oude boerderij, als aandenken aan andere tijden. De bestelwagen van een koffiegroothandel belooft ‘service to the boon’, leuk gevonden!

Als je helemaal doorloopt tot het einde van deze wijk, zul je uiteindelijk stuiten op de spoorbaan, ongeveer op de plek waar die zich in 3 takken splitst: naar Rotterdam, Den Haag en Alphen.

Er zijn stemmen opgegaan voor een nieuw station Gouda-Zuidplas op de Rotterdamse tak van het spoor, niet ver van dit punt. Dat zou ook handig zijn voor de grote woningbouwlocatie Cortelande in de gemeente Zuidplas die de komende jaren volgebouwd gaat worden.

Hopelijk maken ze er meer haast mee dan met het station in Hazerswoude-Rijndijk, tussen Leiden en Alphen. Dat kan binnen enkele jaren gebouwd worden. Maar dat zeggen ze al een jaar of 40.

Bij de beginhalte van lijn 2 mis ik de bus terug, en loop naar de volgende halte, om in beweging te blijven. Het wordt snel killer, als de zon ondergaat.

De volgende bus blijft uit. Volgens 9292.nl heeft hij 7 minuten vertraging. Als die 7 minuten al 7 minuten voorbij zijn, blijkt de vertraging opgelopen tot een kwartier. Hoe kan een bus een kwartier te laat zijn op een rit die zelf nog niet eens een kwartier duurt, op een lijntje met 10 haltes, inclusief begin- en eindpunt? Is heel Gouda één grote verkeersopstopping op het moment, of – waarschijnlijker – is ook deze bus stiekem naar de garage gereden, of in ieder geval de zoveelste uitvaller?

Ik ga maar weer aan de wandel, om te voorkomen dat ik versteen ‘to the boon’. Na een deprimerende wandeling bij afnemend licht, langs die sluizen, loop ik de bebouwde kom van Gouda weer in. Onderweg loop ik me, niet voor het eerst, af te vragen of ik niet een keer een andere hobby zou kunnen oppakken.

De eerste halte die ik zie, is er een van lijn 2, waar een bus staat aangekondigd voor over 3 minuten. Tot mijn verbazing verschijnt die bus 3 minuten later werkelijk. Het leven valt ook nog wel eens mee…

Wordt binnenkort vervolgd in Alphen.

Frans Mensonides
9 februari 2025
Er geweest in Gouda: maandag 3 februari 2025. Foto’s van Leiden gemaakt in de laatste week van januari.

 

Alphen aan den Rijn: stadsbus naar Holwerd

Ringlijn Alphen a/d Rijn, overgenomen van Qbuzz-pagina Lijnfolders


En hier dan het vervolg in Alphen aan den Rijn, 2 dagen later. Hoe het Alphense stads’net’ eruit ziet, is snel verteld, en even snel gezien op het kaartje dat ik gejat heb uit de lijnfolder van Qbuzz. Het is één lijn, die zichzelf in de staart bijt: een ringlijn, kortom.   

Nu kun je een ringlijn in 2 richtingen rondrijden, en dat gebeurt dan ook, onder 2 verschillende lijnnummers. De rit linksom (tegen de wijzers van de klok in, dus) geschiedt onder lijnnummer 1; die rechtsom heet lijn 2.

In de tijd van Arriva had het Alphense stadsnet, naast lijn 1 linksom en lijn 2 rechtsom, ook nog een lijn 4 naar Archeon / Kerk en Zanen en Rijnhaven. Die lijn is nu in die ene ringlijn geïncorporeerd.

Lijn 1 mag dan linksom rijden, de bus slaat op de route toch een keer of 20 rechtsaf. En die op de rechtsomme lijn 2 ongeveer even vaak linksaf. Chauffeurs worden mogelijk speciaal geselecteerd op een stabiel evenwichtszintuig; de ene bocht na de andere.

Hierboven was sprake van het wiskundige en logistieke genie bij Qbuzz, die de dienstregelingen van lijn 1 en 2 in Leiden kundig op elkaar heeft afgestemd. Datzelfde genie moet de stadsdienst van Alphen uitgedokterd hebben.

Niet alleen rondt die ene ringlijn vrijwel elke straathoek in de 75.000 inwoners tellende slaapstad, maar ook doet hij vrijwel alle haltepalen aan die er in de stad staan. En verder is de rit zodanig ontworpen dat hij 59 minuten duurt, zodat de bus na aankomst vrijwel meteen aan de volgende ronde kan beginnen.

Dat begin- /eindpunt is Rijnvicus op het bedrijventerrein Rijnhaven in het westen van Alphen. Rijnvicus is een instelling voor wat vroeger sociale werkvoorziening heette. Zij ‘bieden wegen naar werk voor mensen voor wie de arbeidsmarkt (nog) niet gemakkelijk te bereiken is’. En zijn dus zelf vanuit heel Alphen met de bus te bereiken.

Die bus rijdt per richting maar eens per uur, behalve in de spits, wanneer er 2 bussen per uur vertrekken van elke halte. Op zijn ronde doet hij het station 2 keer aan, waarbij de ene keer aansluiting is op sommige treinen en de andere keer op sommige andere. De ene halte is het busstation aan de centrumzijde van het spoor, de andere staat aan de Aziëweg achter het station.

Daar staat ook nog een R-netbord. Een R-netbus heeft hier bij mijn weten nooit gestopt. Maar een trouwe lezer wist te melden dat dit bord slaat op de regionale spoorlijn Alphen - Gouda; daar had ik even niet aan gedacht. De enige R-netBUS die Alphen aandoet, lijn 470 naar Schiphol, vertrekt van de voorzijde.

5 winters geleden, onder de slagschaduw die corona vooruit wierp, lokte de actualiteit me naar Alphen, een stad waar ik me niet echt vaak vertoon. De politieke partij Nieuw Elan, die de gemeentepolitiek domineert, wilde de stadsbussen niet meer over de Alphense brug in de Pieter Doelmanstraat laten rijden. Die brug ligt midden in het winkelhart, waar de streekbussen al veel eerder uitgepest waren. Ik schreef er indertijd dit stukje over.

Nieuw Elan is nog steeds de grootste partij in de gemeenteraad, maar de stadsbussen rijden toch ook nog steeds over de Alphense Brug.

 

Hier de stadsbus, die net de Rijn gekruist heeft via de Alphense Brug. Een mooie nieuwe elektrische bus van IVECO. Het is moeilijk te zien op de foto, maar hij filmt: ‘Holwerd Haven’. Ook op alle digitale tijdenborden die ik vanmiddag zie, staat Holwerd Haven vermeld als eindbestemming, in plaats van Rijnhaven.

Holwerd Haven ligt in noord-Friesland en er vertrekken boten naar Ameland. Bezit Alphen de langste stadslijn van Nederland: 194 km, via Wognum en Dronrijp? En verklaart dat die Friese bussen die ik december zag in onze regio?

Bij de Aarhof in het hart van Alphen pak ik lijn 1 naar zogenaamd Holwerd Haven. Ik tref een elektrische bus, nummer 8051. De chiplezer is buiten dienst, wat gunstig is voor de krijgskas van De digitale reiziger.

We hebben 10 passagiers aan boord. Deze lijn vol hoeken van 90 graden heeft zo ongeveer om de 250 meter een halte. Je kunt met de ringlijn overal komen, maar niet altijd via de kortste weg. We zetten koers naar Ridderveld, een doorsnee-nieuwbouwwijk uit de jaren 70/80, en passeren winkelcentrum Ridderhof.

‘Ridderhof, waar ken ik die naam van?’ vraagt de lezer zich misschien af. Dat zou kunnen zijn van de schietpartij op 9 april 2011, waarbij een lid van een schietvereniging 7 mensen doodde, inclusief zichzelf.        

Zo’n shooting was indertijd wereldnieuws, maar de laatste tijd kijk je er niet eens meer van op. Tegenwoordig spitst de discussie zich vooral toe op de vraag of de dader een orthodoxe moslim dan wel een extreem-rechtse westerling was. Dat bepaalt dan, wie er geschokt en verontwaardigd reageert op het nieuws, en wie er liever niet aan denkt en niet over praat.

‘Ridderhof vernieuwt’, staat op de muren van het uit de 70’s daterende winkelcentrum. Die schietpartij zal altijd aan de naam Ridderhof blijven kleven. Behalve misschien voor iemand die ertegenover woont en er zijn boodschappen doet; dan slijt zoiets op den duur wel. Ik denk ook niet iedere keer aan de (vermeende) ballpointmoord, als ik door de Witte Rozenstraat fiets.



Herenhof

Het aantal van 10 reizigers waarmee deze rit begon, wordt niet meer overtroffen. Ze stappen een voor een uit, en er stapt niemand meer in. Ik verlaat de bus als laatste; als enige in een bus zitten, dat trek ik slecht, in een ook al zo deprimerende stad.

We zijn nu aangeland bij het andere grote, deels overdekte winkelcentrum in Ridderveld, de Herenhof. Ik vraag me af hoe dat kan, twee grote winkelcentra op een onderlinge afstand van een stijf kwartiertje wandelen. Concurreren ze elkaar niet dood?       

Van hier wandel ik naar het Alrijne Ziekenhuis, weer een stijf kwartiertje dichter bij het centrum. Er zijn 3 Alrijne-ziekenhuizen in de streek: in het Leidse Houtkwartier, in Leiderdorp en alhier in Alphen.

 

Elektrische streekBuzz op de stadsdienst, en op de bovenste foto een ‘overplakker’, beide bij het Alrijne Ziekenhuis. Bij de laatste zijn de Arriva-logo’s overgeplakt met die van Qbuzz, maar het plaatje met tulpen en de molen van Arriva ZHN is nog zichtbaar op de flank.

 Ga ik hier nou ik-weet-niet-hoe-lang op de volgende stadsbus naar Rijnvicus staan wachten? De naam Rijnvicus verwijst tussen haakjes naar het Romeinse verleden van Alphen, dat in de eerste eeuwen van de jaartelling Albanianae heette. Een vicus was een nederzetting bij een legerplaats. Ons woord ‘wijk’ is ervan afgeleid.

Ik gelóóf die slecht bezette stadsbus en Rijnvicus, alias Holwerd Haven, eigenlijk verder wel. Rijnvicus heb ik eerder deze middag al gezien vanuit de trein toen die Alphen binnenreed. Veni, vidi Rijnvicum.

Ik pak bus 169 (Leiden – Alphen via o.a. Koudekerk aan den Rijn) naar het station. Vanaf het station neem ik lijn 183 terug naar Leiden, een lijn die ik nog nooit eerder gedaan heb. Hij rijdt alleen doordeweeks overdag, en dan elk uur tussen Alphen en het Leidse Bio Science Park, via Woubrugge, Hoogmade en Leiderdorp. De bus doet 2 van de 3 Alrijne-ziekenhuizen aan; dat van Alphen en dat in Leiderdorp.

 

‘U kunt hier niet uitstappen, meneer!’

 

De laatste weken merk ik dat Qbuzz echt werk maakt van het opleiden van nieuwe chauffeurs. Die meestal jonge mensen zitten dan blakend van nieuw elan achter het stuur, en vertonen een klantvriendelijkheid die je bij hun oudere collegae nog wel eens tevergeefs zoekt. Vaak worden de nieuwe chauffeurs bijgestaan door een instructeur.

Niet al die nieuwe rekruten zijn volledig op de hoogte van de gang van zaken in het OV. Als deze bus 183 over een provinciale weg door polderland rijdt, drukt een passagier op de STOP-knop. Bij Qbuzz gaat dat gepaard met een toetergeluid van zo ongeveer 105 decibel, PWÈP!, alarmfase donkerrood?

‘Nee, u kunt hier niet uitstappen, meneer!’, roept de chauffeur naar achteren; ‘dit is een snelweg, er is hier geen halte!’ De beller komt nu naar voren om mede te delen dat hij er graag uit wil bij de eerste halte in de bewoonde wereld. Hij heeft alvast gedrukt, zodat hij het niet meer kan vergeten. Als de bus de halte passeert, is het al te laat.

‘Oh…’ zegt de chauffeur. Ze hebben hem zeker niet verteld dat een belletje altijd geldt voor de eerstvolgende halte, ook al staat die pas in Tietjerksteradeel. ‘Ik had vanmiddag toch zo’n rare vent in de bus’, vertelt hij vanavond thuis, ‘die drukt midden op de snelweg op de knop, dat hij eruit wil! Moest-ie nodig pissen, of zo?’

In de inleiding schreef ik dat de stadsbussen van Leiden (behalve lijn 9 naar de collegezalen) nu weer stoppen bij de halte Stadhuis op de Breestraat, midden in het winkelhart. Streeklijnen 56 en 169 doen dat ook.

Een goede zaak, en daarmee komt er hopelijk definitief een einde aan een jaar of 60 discussie over alternatieven als kleine busjes, pendelbusjes, heel erg kleine busjes, janpleziers, huifkarren, rondvaartboten, tramtunnels onder de hele binnenstad door, kabelbanen over de hele binnenstad heen, helemaal geen ov.

Lijn 1 en 3 zijn enkele jaren geleden verbannen van de Breestraat naar een meer westelijke route over de Witte Singel.  Nu zijn ze dus weer terug in het hart van de stad. Misschien is de toenemende populariteit van de Leidse stadsbus, die ik meen te zien, daaraan wel te danken.

De route over de Witte Singel is nu overgenomen door de streeklijnen 182 (Alphen – Ter Aar - Leiden), 183 (Alphen – Leiden, waar ik nu inzit) en 187 (Boskoop – Leiden).

Dat traject over de Witte Singel bedient een heel andere markt dan dat van winkelend publiek: vooral leer- en leesgierige studenten. De halte Paterstraat op de Witte Singel staat voor de deur van de universiteitsbibliotheek en andere universiteitsgebouwen.

 

Halte Paterstraat. Links bus 182,met universiteitsgebouwen op de achtergrond


Lijn 182, waarvan ik een heel stuk hierboven niet zonder trots meldde dat ik hem min of meer heb uitgevonden, hier in Ter Aar, in de file voor de brug over het Aarkanaal.

 

Bio Science Park: bussen in alle windrichtingen



Einsteinweg

Nog veel meer studenten op het Bio Science Park (BSP), een academisch- en hightech-bedrijventerrein waar innovatie het steekwoord is. Het terrein, ten westen van  Leiden Centraal, strekt zich uit tot over de gemeentegrens; een gedeelte ervan ligt in Oegstgeest.

Met ingang van de nieuwe concessie is het aantal busverbindingen naar het ruim 1 km2 grote terrein sterk uitgebreid. Vanuit tientallen plaatsen in de wijde omgeving van Leiden is BSP nu rechtstreeks bereikbaar. Sommige bussen stoppen voor de collegezalen en bedrijfsgebouwen, andere rijden langs de rand van het terrein, op loopafstand van waar de studenten en medewerkers willen wezen. Een overzicht:


Einsteinweg (op het BSP-terrein)
9  Leiden Centraal – rondje BSP – Leiden Centraal (spitslijn)
30 Leiden Centraal – BSP – Oegstgeest – Rijnsburg – Katwijk – Noordwijk (Willem van den Bergh)
31 Leiden Centraal – BSP – Oegstgeest – Rijnsburg – Katwijk  aan Zee – Noordwijk (Willem van den Bergh)
38 Leiden Centraal – BSP – Valkenburg – Katwijk Field Lab Unmanned Valley
183 BSP - Leiden Centraal – Leiderdorp – Hoogmade – Woubrugge – Alphen aan den rijn

Plesmanlaan (langs de zuidrand)
22 Leiden Centraal - Noordwijk
23 Leiden Centraal – Noordwijk(erhout) – Hillegom – Nieuw-Vennep
43 (EBS) Leiden Centraal – Wassenaar – Den Haag Centraal
250 Leiden Centraal – Sassenheim – Lisse – Hillegom – Bennebroek – Heemstede - Haarlem
400 Zoetermeer –  Stompwijk - Zoeterwoude – Leiden – Valkenburg – Katwijk ESTEC
401 Zoetermeer – Stompwijk - Zoeterwoude – Leiden – Valkenburg – Katwijk aan Zee

Wassenaarseweg (langs de noordrand)
9 Leiden Centraal – rondje BSP – Leiden Centraal (spitslijn)
56 Sassenheim – Oegstgeest – Wassenaarseweg – Leiden Centraal – Leiderdorp -  Oud Ade - Rijpwetering – Roelofarendsveen.




Halte Bio Science Park Oost op Plesmanlaan

Op werkdagen rijden er in het drukste uur van de ochtendspits (8:00 - 8:59) 39 bussen van Leiden Centraal naar of langs het BSP. Vanuit de streek arriveren er in dat uur 28 bussen op of bij het BSP. Ik weet niet, hoeveel buspassagiers, in- plus uitstappers, het Park per dag trekt, maar een aantal onder de 10.000 zou ik niet geloven.

Ondanks het overvloedig aanwezige OV op het BSP wordt er hier gelukkig ook nog veel gefietst en gewandeld; het laatste onder andere door mij. Vanuit mijn huis is het 3 kwartier, en dan heb ik de dagelijkse wandelmeters voor mijn conditie al weer bijna gemaakt. Ik kom er regelmatig, met dat doel.

Verder heeft een alfa weinig te zoeken op zo’n bèta-bolwerk. Maar aan de andere kant: zulke terreinen, waar gestudeerd en ontdekt wordt, zijn altijd heel inspirerend, vind ik, ook als je er alleen maar wandelt.

Lopen van de collegezalen naar Leiden Centraal is ook wel te doen, en ook de OV-fiets geniet hier populariteit. Eén student zie ik zelfs sjouwen met een OV-fiets op zijn bult; dat is pas echt goed voor je conditie. Ja, de digitale sloten van die fietsen gaan soms ineens niet meer open; dat heb ik ook wel eens gehad.

Elke keer als ik hier weer kom na een week of wat, staat er wel ergens een brandnieuw gebouw. Ook dit ding op de foto hierboven is helemaal nieuw, om niet te zeggen, innovatief.

Het is een afvalbak voor peuken. Er staat een stelling op, waarover gediscussieerd zou kunnen worden. Als je die stelling onderschrijft, gooi je je peuk in de linker helft; ben je ertegen, dan gooi je hem rechts. Deze week gaat het erom, of je een ochtendcollege prefereert boven een in de late middag. Er is een heel lichte, en voor mij onbegrijpelijke voorkeur voor de ochtend. Als ik louter ochtendcolleges gevolgd had, was ik nooit afgestudeerd.

Dit gebouw, op archieffoto uit 2021, had wereldberoemd kunnen worden. In dat jaar vatte Boris Johnson, toentertijd premier van het Verenigd Koninkrijk, het compleet van-de-pot-gerukte plan op om 5 miljoen corona-vaccinaties, die hier opgeslagen lagen, met een militaire actie te komen kapen.

Het VK had die prikken gekocht, maar nota bene door de Brexit van Boris’ eigen regering konden ze niet ingevoerd worden. Ze zouden nu geleverd worden aan EU-landen. Boris noemde dat diefstal, en was buiten zichzelf van woede. Als het Trump was overkomen, zou hij heel Nederland opgekocht hebben. Maar Johnson beraamde een militaire actie.

Als er nou eens een vloot met commando’s de Noordzee over zou steken, en met rubberboten via de Oude Rijn en een paar sloten dit gebouw zou naderen… Een beetje te vergelijken met de tocht naar Chatham in 1667, maar dan vice versa.

Zijn adviseurs achtten de actie zeker uitvoerbaar, maar wellicht (zo hebben ze ongetwijfeld heel Brits onderkoeld tegen hem gezegd) vanuit diplomatiek oogpunt minder gewenst, op het grondgebied van een NAVO-bondgenoot. Johnson zag er toen toch maar vanaf, knarsetandend.

We zijn ontsnapt aan de Vijfde Engelse Oorlog (bijgenaamd: de Prikkenoorlog / Jab War?), zo’n jaar of 240 nadat de Vierde werd uitgevochten. En we zullen nooit weten, wie hem gewonnen zou hebben.

Frans Mensonides
16 februari 2025
Er geweest: Alphen aan den Rijn: woensdag 5 februari, USP woensdag 12 en donderdag 13 februari, foto Ter Aar vrijdag 31 januari 2025.

 


© Frans Mensonides, Leiden, 2024 / 2025