Amsterdam Centraal; Luchtreizigers stappen aan boord van de
Airport Sprinter naar Schiphol
D-Dag - Airport Sprinter (featuring TAXI TOET) - Den Haag HS - Rotterdam Centraal - 14 treinen per uur - Leiden Centraal - Vertrektijden Amsterdam Zuid op één A4-tje -Heerenveen en Joure - Sprinters Leiden-Schiphol - Duivendrecht: het dorp bij het station - Diemen Zuid; einde van een loopbaan - Almere Poort - Hollandsche Rading: hypercorrect - Vertrektijden Weesp op één A-viertje - Sprinter naar Haarlem - De Vink
Traditie op mijn rubriek De digitale reiziger: een
groeidocument over de wijzigingen in het spoorboekje van NS, en ook d van de
regionale spoorwegmaatschappijen. Niet in elk jaar verschijnt er een
aflevering. Er zijn jaren waarin wijzigingen heel schaars zijn, om over
verbeteringen helemaal maar te zwijgen.
2023 was zo’n jaar, met alleen maar verslechteringen,
eigenlijk. 2024 is / was niet veel beter. Maar voor 2025 kondigde NS de
grootste verandering aan sinds jaren, ingaande zondag 15 december 2024.
Als ze zich exacter hadden uitgedrukt, hadden ze moeten
zeggen: ‘De grootste verandering sinds 8 jaar’. Voor de dienstregeling 2017
had ik 9 weken nodig om de wijzigingen allemaal na te reizen en 40 hoofdstukken
om al die ritten te beschrijven.
Zo uitgebreid ga ik het deze keer niet doen. Parallel aan
dit blog loopt er nog een, die ook aandacht nodig heeft. Die gaat over de
concessiewisseling in de streek waar deze site gevestigd is: Zuid-Holland
Noord. Arriva maakt er plaats voor Qbuzz. En ook deze wissel gaat gepaard met
de grootste wijziging in de dienstregeling sinds vele jaren – en met een erg chaotische
start.
De opsomming van de veranderingen in het spoorboekje van NS,
daar komt bijna geen eind aan. Maar vele ervan betreffen hier en daar een extra
trein aan de randen van de nacht, treinen die eerst op vrijdag niet reden en nu
wel, en dat soort kleinigheden – wel van belang voor degenen die ermee reizen,
natuurlijk.
Veel verbeteringen komen neer op terugkeer van treinen die na
corona geschrapt waren wegens gebrek aan personeel en reizigers; goedmakertjes
voor eerdere verslechteringen, dus. Die ga ik ook niet allemaal afreizen.
Treinverkeer naar België gaat helemaal op de schop
Antwerpen en Noorderkempen in 2018
Interessanter: Het treinverkeer naar België wordt volledig
op zijn kop gezet. Onder meer wordt er nu een rechtstreekse verbinding geboden tussen
Lelystad en Brussel Zuid. Die rit duurt 2:50 uur, met alleen tussenstops op
Almere Centrum, Amsterdam Zuid, Schiphol Airport, Rotterdam Centraal en
Antwerpen Centraal. Klinkt interessant, en ik ga me er binnenkort een poot voor
laten uitdraaien, want deze verbinding kent een pittig tarief – en bovendien:
reserveringsplicht voor het internationale gedeelte van het traject.
Ik kom er dus op terug, net zo goed als op de wijzigingen in
het treinverkeer naar Noord-Nederland, en die rond Leiden.
Ook bij de regionalen gebeuren er een paar opvallende dingen.
De Drielandentrein Aken - Heerlen – Maastricht – Luik van Arriva schijnt nu
echt de hele route te rijden, na de nodige aanloopmogelijkheden.
Verder staan bij Arriva Groningen van de zomer grote
veranderingen op stapel; een geheel andere lijnvoering, met doorgaande treinen door
de stad Groningen heen. En de trein naar Leer zal toch ook wel weer eens gaan
rijden, nu de brug over de Eems bij Weener hersteld is.
Eerst iets over wat je de metroficatie zou kunnen noemen van een paar spoorlijnen in de Randstad. Maar aller-allereerst iets over de datum dat alle wijzigingen ingaan: Zondag 15 december 2014, D-dag, zoals ik het altijd noem: Dienstregelingsdag.
Een jaardienstregeling gaat niet in op nieuwjaarsdag, zoals
je zou kunnen denken. Nee, hij gaat in op de 2e zondag in december. Nee, dat klopt
ook niet; 15 december is de 3e zondag. Dienstregelingen gaan volgens een
internationale afspraak in op de zondag die volgt op de 2e zaterdag in
december.
Het lijkt wel wat op de paasdatum. Eerste paasdag valt op de
eerste zondag na de eerste volle maan in de lente. Dat is vastgelegd op het
concilie van Nicaea. Op welk concilie de regels voor Dienstregelingsdag zijn
vastgesteld, dat weet ik tot mijn spijt niet.
Over maan gesproken: 15 december 2024 is ook de dag binnen
een periode van 18½ jaar dat de volle maan het hoogst boven de zuidelijke
horizon komt. Maar helaas kunnen we dat niet zien. Want we zitten ook midden in
de langste bewolkte periode sinds het begin van de waarnemingen van het KNMI. En
dat betekent: geen zon en ook geen maan.
Laten we dus maar gauw de trein nemen!
Hoofddorp
Schiphol Airport
De Airport Sprinter is een 7-baks (3+4) SNG (Sprinter Nieuwe
Generatie) die pendelt tussen Hoofddorp en Amsterdam Centraal en 8 keer per uur
rijdt. Zoals het een goede sprinter betaamt, stopt hij op alle tussengelegen
stations: Schiphol Airport, Amsterdam Lelylaan en Amsterdam Sloterdijk.
Deze treinen rijden sinds D-dag 15 december 2024. Ze zijn
een beetje uit nood geboren. Tot en met zaterdag 14 december reisde je van onze
nationale luchthaven naar Amsterdam Centraal - waar toeristen willen wezen - met
een bonte verzameling van treinen: Sprinters, IC’s Direct uit Rotterdam of Breda,
de IC Brussel.
Die vertrokken van perrons waar ook treinen halteerden die helemaal
de verkeerde kant op reden, richting Amsterdam Zuid, waar geen toerist ooit
komt. Het leidde tot chaotische taferelen van reizigers met bagage / Gepäck /
luggage die niet wisten of ze wel of niet moesten instappen. Die mêlee werd
hardhandig in goede banen geleid door functionarissen die hun complete arsenaal
aan Amsterdamse botheid als Nederlands visitekaartje presenteerden aan onze
gewaardeerde buitenlandse gasten.
Op de terugweg van Amsterdam Centraal naar Schiphol was het
voor toeristen ook niet altijd meteen helder op welk perron ze welke trein ze
moesten nemen om op de luchthaven te geraken.
Met ingang van het spoorboekje 2025 rijden er behalve de
Airport Sprinters nog nauwelijks rechtstreekse treinen van Schiphol naar
Centraal. Er is op dat laatste station nu veel minder plek dan normaal, wegens
een verbouwingsoperatie (heeft dat station de afgelopen eeuw ooit wel eens NIET
in verbouwing verkeerd??) Vrijwel alle treinen buigen nu na Schiphol af naar
Zuid.
De Airport Sprinters moeten nu de bulk van het vervoer tussen
vliegveld en grachtengordel opvangen. Voordeel van die Sprinters is, dat er
meteen een einde is gekomen aan het gezoek en gedrang. Op Schiphol is het
complete middelste perron, sporen 3 en 4, gereserveerd voor de Airport
Sprinters. Op Amsterdam Centraal zijn dat de sporen 10a en 11a, waarvandaan deze
treinen beurtelings vertrekken. Als er één is aangekomen, vertrekt binnen
enkele minuten de trein aan de overzijde van het perron. Er staat er dus altijd
een met open deuren voor je klaar.
Zoals gezegd rijden ze 8 keer per uur, maar niet precies om
de 7 à 8 minuten. Naar Amsterdam gaat het in een 9-5-6-10-minutenpatroon, op de
terugweg is het: 8-6-7-9. Lang hoef je er in ieder geval niet op te wachten.
De snelheid blijft er ook goed in. Deze dienst wordt
onderhouden met heel speciale SNG’s, waarvan de deuren bediend kunnen worden
door de ‘meester’ vanuit de cabine. Dat gaat razendsnel. Op de
tussenstations Lelylaan en Sloterdijk
staat de trein zelden langer dan 30 seconden stil. Een rit tussen Schiphol en
Centraal of omgekeerd duurt daardoor maar 14 minuten.
Waarom beginnen en eindigen de treinen op Hoofddorp, ook
zo’n oord waar het niet krioelt van de toeristen? Om een heel simpele reden:
treinen kunnen niet keren in de Schipholtunnel.
Ik maak 2 ‘slagen’ met deze Airport Sprinters: op woensdag
18 en Donderdag 19 december 2024; beide keren vroeg in de middag. We zitten in
de laatste week voor de kerstvakantie, die in Amsterdam gepaard gaat met een grote
invasie van toeristen uit de uithoeken van Europa en alle andere continenten (OK, behalve Antarctica).
Die stroom begint nu heel langzaam op gang te komen. Nog
veel van de 338 stoelen die zo’n 7-baks Sprinter Nieuwe Generatie weet te
bieden, blijven leeg. Maar bij elke rit hebben we toch wel een man of 100 tot
150 aan boord.
De meeste passagiers schat ik nu nog op studerenden, zakenlieden,
vervroegd vrijgelaten employees en mensen die een middagje Amsterdam gaan doen.
Hoeveel luchtreizigers maken gebruik van deze nieuwe lijn? Ik ga het maar niet
aan iedereen vragen in 20 verschillende talen. Maar met observatie kun je ook
een heel eind komen.
Mensen die reizen in het gezelschap van grote rolkoffers en
van innig met hen verstrengelde uitzwaaiers of afhalers, die kun je er met een
gerust hart toe rekenen. Piloten en stewardessen in KLM-uniform: ook raak!
Ik kom op ongeveer één op de 3 passagiers die op weg zijn
naar een vliegtuig, of er net uitgestapt zijn. En wat dan nog, nou ik dat weet?
Nou ja, dan ligt het maar vast. Misschien ga ik tegen oudejaar nog wel een keer
kijken hoe de verhoudingen dan liggen.
Dan wil heel de USA naar Emsterdem om daar nieuwjaar te vieren. De hotelkamers, ook van vrij
eenvoudige middenklashotels, beginnen dan bij 300 euro, en de stroopwafels bij
14,95 euro. Enfin, ieder zijn meug.
Amsterdam Centraal
Even kijken op het grote, langgerekte busstation voor de
luchthaven. Anderhalf jaar geleden nam ik het busverkeer rond Schiphol onder
de loep. Toen vielen me op dit plein de taxi-ronselaars op. En ja hoor, ze
staan er nu ook weer of nog steeds, altijd aan de overkant, omdat ze aan de
kant van de Plaza niet mogen komen.
Ook vandaag zingen die losers hun mantra: TAXI, TAXI!
Daarmee hopen ze argeloze reizigers, liefst net geland uit het buitenland, te
verleiden tot een rit met een snorder, een illegale taxichauffeur; een rit die
nog wel eens extreem duur wil uitpakken, of eindigen met molestaties.
Als een van de TAXI-roepers mij ziet staan kijken aan de
overzijde, begint hij mij met hoekige gebaren te wenken, HEE, HEE, TAXI! Ik ben
niet te beroerd om even naar hem te zwaaien: hoffelijkheid kost per slot van
rekening geen geld (in tegenstelling tot zo’n taxirit).
Een andere ronselaar heeft iets bedacht om op te vallen
tussen zijn collega’s. Hij laat elke TAXI volgen door een kneep in een toeter:
TAXI, TOET, TAXI, TOET, TAXI, TOET, TAXI, TOET.
Bij nadere, zorgvuldige observatie mijnerzijds blijkt dat hij
helemaal geen toeter in de hand heeft. Het geluid is afkomstig uit zijn eigen strot.
Jarenlang heeft hij er op geoefend.
Wat een talent zit er toch verscholen onder de mensen! En
wat wordt daar toch een hoop van verspild aan volstrekt onnutte zaken! Dit zou
ook best een levensles kunnen zijn voor schrijver dezes. Dat denk ik wel eens
als ik ’s nachts niet kan slapen.
Amsterdam Lelylaan
Enfin, nog maar een ritje. Zoals gezegd, sluit de machinist de
deuren. Waarom er dan in elke Sprinter nog zo’n cabine-klever of eersteklas-plucheplakker
van een conducteur meerijdt; het is me een raadsel.
Op de Westtak van Amsterdam rijden ook nog andere Sprinters
dan de Airport-. Dat zijn, 2 keer per uur, die van Hoofddorp naar Hoorn Kersenboogerd,
die bij Sloterdijk afbuigen naar het noorden. Dat verklaart de gaten van 9 a 10
minuten in de vertrektijden van de Airport Sprinter.
Het treinverkeer op de Airport Sprinter loopt deze 2
middagen heel soepel. ‘Het is net een metro!’, hoor ik een passagier roepen.
Dat is niet helemaal waar; ik hoor niemand in deze treinen iets roepen over
deze treinen, die nu klaarblijkelijk op de 5e dag van exploitatie al ingeburgerd
zijn. Dus roep ik het zelf maar: ‘Het is net een metro!’
Hoe zit het met die metro naar Schiphol (-Hoofddorp),
waarvan wel eens sprake is geweest; die verlenging van dat stompzinnig korte Noord/Zuidmetrootje?
Ze maken er nog niet echt haast mee in Amsterdam. Zelfs een
tracéstudie ligt er bij mijn weten niet; er staan hooguit wat vage
potloodlijnen op een plattegrond. Als ze vandaag zouden besluiten tot aanleg,
dan rijdt die metro in 2040 misschien een keer.
Totdat het zo ver is, kunnen we ons best nog een poosje
redden met de Airport Sprinter!
Eén dag voor oudejaar neem ik, zoals ik al van plan was, nog
een keer de Airport Sprinter. Dan is de verwachte invasie van oud- en
nieuwvierders in volle gang. Het leidt tot ongeveer dubbel zoveel passagiers op
deze Sprinter als enkele weken geleden, en dat vanzelfsprekend vooral in de
richting Amsterdam Centraal.
Wat deze zwaarbepakte en - bezakte reizigers betreft, kan
2025 van start gaan!
Delft.
De ETMET-IC's Rotterdam - Arnhem, met hun kronkelroute via Leiden,
Schiphol en Utrecht, zijn ook weer terug in het spoorboekje
5 veelbewogen jaren geleden schreef ik in net zo’n blog als
dit over de naamswijziging van station Delft Zuid in Delft Campus. Er werd toen
hard gewerkt aan 6 km spoorverdubbeling van dubbel- naar viersporigheid tussen
Rijswijk en Delft. Deze omvangrijke klus kwam afgelopen zomer tot een eind.
Twee keer zo lang is het geleden, 10 jaar al, dat het betonnen
spoorviaduct van Delft werd opgedoekt. Eén van de 2 geplande tunnelbuizen onder
die stad ging toen open, en daarmee werd ook één van de 2 geplande perrons op
het nieuwe ondergrondse station Delft geopend.
Ook dit karwei kwam in de zomer van dit jaar tot een goed einde – eindelijk! De 2e tunnelbuis en het 2e perron zijn nu beschikbaar voor het treinverkeer. Ik schoot onderstaande foto van de zomer op een van de eerste dagen dat er treinen stopten langs dit perron.
Delft, zomer 2024
De molens malen vaak toch wel erg langzaam in dit land, en
de cementmolens niet in de laatste plaats. Maar goed; met ingang van die al
vaak genoemde zondag 15 december 2024 is het aantal treinen op het traject Den
Haag Hollands Spoor – Rotterdam Centraal uitgebreid van 11 tot een whopping,
zoals de Britten zeggen, mega-aantal van 14 per uur per richting.
Ook hier metrofrequentie, dus. Gemiddeld eens per 4 minuten
en 17 seconden kun je op station Delft een trein nemen naar Rotterdam. Even
vaak kun je instappen voor Den Haag HS.
Wat zijn dat voor treinen, en waar gaan ze allemaal heen? Het komt neer op een optelsom van Intercity’s en Sprinters die nu beide rijden volgens het ETMET-principe (Elke Tien Minuten Een Trein). Dan kom je op een dozijn treinen per uur, die nog aangevuld worden tot een 14-tal door elk halfuur de IC Den Haag Centraal – Eindhoven.
Hier een overzicht van alle treinseries die rijden op dit
traject; allemaal 2 keer per uur.
*: niet op vrijdag, niet in het weekend en niet in de avond
**: niet in het weekend en niet in de avond
***:stopt niet in Schiedam
Intercity Den Haag Centraal
- Eindhoven (2x per uur) ***;
Intercity Venlo – Utrecht Centraal – Schiphol Airport – Leiden Centraal –
Rotterdam Centraal – Dordrecht (2x per uur);
Intercity Arnhem Centraal - Utrecht Centraal – Schiphol Airport – Leiden
Centraal – Rotterdam Centraal * / ***;
Intercity Amsterdam Centraal - Haarlem -
Leiden Centraal – Rotterdam Centraal – Dordrecht – Roosendaal – Vlissingen (2x
per uur, afwisselend snelle en trage);
Sprinter Den Haag Centraal – Rotterdam Centraal – Dordrecht (4x per uur,
waarvan 2 *)
Sprinter Den Haag Centraal – Rotterdam Centraal – Dordrecht (2x per uur) ***
14 treinen per uur, evenveel als er regels in een sonnet
zijn. Dat zou ik er over schrijven, als ik over dichterlijke gaven beschikte.
Over de ETMET op dit traject schreef ik in proza in 2021. Die verdween ook
alweer snel uit het spoorboekje, om er deze maand weer in te worden opgenomen.
De ETMET met IC’s wordt nu aangevuld door één met Sprinters;
ook 6 keer per uur, tegen vroeger hooguit 4. Ik ken een lezer uit Rijswijk die
erg blij is met de 10-minutendienst op zijn station. De aansluitingen op Den
Haag HS, Den Haag Centraal en Rotterdam Centraal zijn er ook sterk door
verbeterd.
Op station Delft staat op de gele vertrekstaten wat er
allemaal rijdt binnen een uur. tel maar op: inderdaad 14 stuks op ma-di-wo-do.
Op de vrijdag, die ze de laatste jaren stiekem bij het weekend getrokken hebben,
rijden er ‘slechts’10 en in het ware weekend, evenals ’s avonds na 20:00 uur
moet Delft het doen met nog een heel redelijke 8 treinen per uur per richting.
De hierboven genoemde reiziger uit Rijswijk is daar toch wat minder bij mee,
want daaronder zijn slechts 2 Sprinters: halfuurdienst in het weekend en na 20:00 uur.
Op deze vertrekstaat zie je ook duidelijk dat die 14 verbindingen met Rotterdam centraal feitelijk neerkomen op 12. 2 keer per uur vertrekt er vrijwel tegelijkertijd een IC en een Sprinter aan weerszijden van het perron. Reizigers voor Rotterdam Centraal zullen dan ongetwijfeld de snellere IC nemen. Dan hou je nog een 5-minutendienst over (soms 6- of 4-); meer dan vele metrolijnen in dit land weten te bieden.
Den Haag Centraal
Op maandag 23 december 2024 ga ik kijken. Ik begin de reis
op station De Vink, op een gezonde wandeling van 25 minuten van mijn huis.
Ook De Vink ziet sinds 15 december weer 14 treinen per uur
per richting, waarvan 8 naar Den Haag Centraal en 6 naar Den Haag HS en verder.
Maar daarvan stoppen er slechts 4 per uur op De Vink, Sprinters in een afwisseling
van 10 en 20 minuten. Alleen op deze site, en nergens anders heet dat: ETATMET:
Eens per 10 à 20 minuten een trein.
Tegen het noenuur meld ik me op Den Haag Centraal. Ik beperk
me vanmiddag tot de Sprinters. Inderdaad, het staat op de CTA’s: over 2 minuten
én over 12 minuten een Sprinter naar Dordrecht.
Het is vandaag voor alle studerenden en de meeste werknemers
al kerstvakantie, maar NS rijdt geen vakantiedienstregeling. Ook op deze
maandag krijgt de reiziger het volle pond van die 14 treinen.
Den Haag HS en Den Haag Moerwijk laat ik aan me
voorbijtrekken. Het volgende station is Rijswijk. Van 1976-1998 heb ik vanuit
Leiden naar dit station geforenst – maar niet veel langer dan de helft van die
22 jaren, want gedurende lange perioden heb ik de trein afgewisseld met de bus.
Dat voor de variatie, en zeker niet voor de snelheid; via beide routes was ik
zeker een uur kwijt.
Rijswijk
Toen ik in Rijswijk kwam te werken, bestond dit station uit
twee perronetjes in de open lucht. In 1996 ging het geheel ondergronds, met 4
sporen en 2 perrons. Uit die laatste 2 Rijswijkse jaren herinner ik me de lange
drom van slaperige loonslaven in de ochtendspits, en afgepeigerde in de avond,
in het duister van een ondergronds station.
Vandaag, tussen de middag op een stille dag in de
kerstvakantie, slechts stilte. De SNG-4-tjes die worden ingezet, bieden plaats
genoeg voor het bescheiden aanbod aan reizigers.
De man van de Mini Market in de stationshal ziet me de trap
opkomen en kijkt me hoopvol aan: toch nog een klant, deze morgen? Maar ik heb
eigenlijk niks nodig. Ik moet hem teleurstellen en pak de volgende Sprinter.
Delft
Op station Delft vertrekken de IC's richting Rotterdam
allemaal van spoor 3 en de Sprinters van spoor 4.
Zoals gezegd vertrekt er soms van beide sporen (vrijwel)
tegelijk een trein. Ik zie het nu gebeuren. De massa stapt in de IC en maar een
paar reizigers in de Sprinter die 1 minuut later vertrekt.
De Sprinter moet halthouden op Delft Campus, nu ook opgewaardeerd
tot 10-minutendienst. De IC rijdt door, en is al lang van het toneel verdwenen
als de Sprinter aankomt op het punt waar het vierspoor verengt tot
dubbelspoor. Dat gebeurt een paar hectometer voorbij station Campus.
In de richting Den Haag is er helemaal geen probleem. Het
traject Delft – Den Haag HS is geheel 4-sporig. De IC’s naar Den Haag
vertrekken van spoor 1 en de Sprinters van 2.
Boven is een BSO, Buitenschoolse Opvang, op pad met 8 ukkies
wier ouders vandaag toch nog moeten werken. De kids worden aan en in de hand
gehouden door 2 leidsters.
Met z’n allen door de draaideur! ‘Niet duwen!’ roepen de
juffen, ‘NIET DUWEN, anders dan blijft hij steken!’ Maar nee, mispoes, dit is
vermoedelijk de enige stationsdraaideur van Nederland waar je juist wél moet
duwen om hem in beweging te zetten. Na enig proberen zullen ze dat wel
ontdekken.
Dit systeem spaart stroom. Altijd opmerkelijke innovaties in
zo’n technologiestad als Delft!
Hoe zou het nu zijn met de verlenging van HTM-tram 19 naar
het terrein van de TU Delft, waarover ik eerder dit jaar schreef? Nou, dat bord
‘Volgend jaar rijdt hier tramlijn 19’ kan gewoon blijven staan na de
jaarwisseling. De opening van het stukje tramrails van 3 km is uitgesteld tot op
z’n vroegst de zomer van 2026. Men wil blijkbaar perse het 20-jarig jubileum
vieren van de aanleg, waarmee eind 2005 werd begonnen.
Nu kunnen we een wedje leggen, welk systeem er eerder OV-passagiers
zal vervoeren: deze tram, of de Hyperloop, die veredelde buizenpost die ze hier
in Delft bezig zijn, uit te vinden.
Delft
Ik stap niet uit op Delft Campus ( ik heb mijn koffie nog
niet op) en niet in Schiedam, daar ik net in die ene Sprinter per half uur zit
die daar doorrijdt.
Het is lastig en het is uitkijken (wat ik even niet deed):
sommige Sprinters stoppen er niet, en sommige IC’s juist wel. Maar met 8
treinen per uur, ook op zo’n twijfelachtige werkdag als vandaag, is Schiedam er
niet echt op achteruit gegaan.
Schiedam
Later deze middag keer ik nog even terug naar Schiedam. De
Sprinter van 14:41 naar Rotterdam, die stopt niet, en er ís dus helemaal geen
Sprinter van 14:41. 14:41 is alleen maar de tijd, dat hij doorrijdt.
Ik zie hem aan komen rijden. Hij gaat doordenderen, zoals hij
volgens het spoorboekje moet doen; hij staat dan ook niet aangekondigd op de
CTA, maar nee, wat gebeurt er nu, hij minder vaart, of verbeeld ik me dat nou, jawel,
hij mindert duidelijk vaart, gaat hij nog toch stoppen? Nee, nee, nee, hij
trekt toch weer op, nee, hij remt nu echt en komt nu helemaal tot stilstand.
Het is zo te zien alleen maar om een conducteur die op het
perron staat, in te laten stappen. Zo’n collega haakt naar zijn plekje in de
warme eerste klas; als meester kun je hem niet in de kou en de wind laten
staan! Een paar reizigers maken van de gelegenheid gebruik om ook naar binnen
te piepen, waaronder ik.
Rotterdam, dit hoofdstuk is uit. Maar niet voordat ik nog
gewezen heb op een webpagina van de provincie Zuid-Holland die ik zelf nog
niet helemaal gelezen heb, in mijn haast om deze aflevering met kerst online te
krijgen.
Een consortium van de provincie, de NS, gemeenten en vervoersregio’s
/ concessieverleners werkt aan een plan om de HELE Oude Lijn van Leiden tot en
met Dordrecht 4-sporig te maken. Er ontbreken nog een paar stukken: Delft Campus – Schiedam,
Dordrecht – Dordrecht Zuid en nog enkele, geloof ik; ik moet er eens induiken.
Als al die nieuwe infrastructuur gerealiseerd is, kunnen er 8
Sprinters per uur rijden in plaats van de huidige 6. Dan kunnen er ook nog een
paar nieuwe stations geopend worden, die al heel lang op de verlanglijstjes
staan, zoals: Rijswijk Buiten (tussen Rijswijk en Delft), Schiedam Kethel / Spaland (tussen
Delft Campus en Schiedam), ‘Van Nelle’ (tussen Schie- en Rotterdam) en Dordrecht Leerpark (tussen Dordrecht Sec en Dordrecht Zuid).
Het wilde idee uit de jaren 10 voor een metro van Leiden
naar Dordt langs de Oude Lijn, lijkt verlaten. Terecht: in metrofrequentie rijden
met treinen is ook best mogelijk.
Wordt in het nieuwe jaar vervolgd!
Frans Mensonides
Xmas MMXXIV
Laatste aanvulling: 18 januari 2025
Er geweest: Airport Sprinter woensdag 18, donderdag 19 en maandag 30 december
2025, ETMET-Sprinter maandag 23 december 2024.
In de eerste weken van het nieuwe jaar reis ik zo nu en dan kriskras
rond over het vaderlandse spoorwegnet, in de korte tijd tussen zonsopkomst en
-ondergang. Al mijn dagmarsen met de
trein beginnen in Leiden, de stad waar ik dit jaar al 62 jaar import ben.
Het was wel even wennen hoor, dat nieuwe spoorboekje 2025,
voor mij en mijn treinreizende stadgenoten. Alles op de schop op Leiden Centraal:
andere bestemmingen, andere vertrektijden, andere aansluitingen. Maar met dat
laatste heb je sowieso niets te maken als je je reis in Leiden beëindigt of begint…
Inderdaad de meest ingrijpende wijziging sinds jaren. Ik heb
alles even onder elkaar gezet, ook voor mezelf. Hieronder de vertrektijden op
Leiden Centraal van IC’s en SPRinters in de richtingen Haarlem, Schiphol, Den
Haag Centraal en Den Haag Hollands Spoor. De treinen richting Alphen - Utrecht
laat ik buiten beschouwing; op die lijn is weinig veranderd.
Het gaat om de patroontijden op maandag t/m donderdag,
overdag. Eventuele afwijkingen op Vr(ijdag), Za(terdag) en Zo(ndag) staan
vermeld tussen haakjes. Mini-spoorboek op één A4-tje.
Richting Haarlem
04 34 Den Haag Centraal –> Amsterdam Centraal IC (VrZaZo 03 33)
16 46 Vlissingen –> Amsterdam Centraal IC
20 50 Den Haag Centraal –> Haarlem
SPR
Richting Schiphol Airport
00 30 Den Haag Centraal –> Lelystad SPR
(VrZaZo 02 32)
07 37 Rotterdam Centraal –> Arnhem
Centraal IC (niet VrZaZo)
16 46
Den Haag Centraal –> Nijmegen IC
(VrZaZo meestal hetzelfde, maar soms net even anders)
20 50
Leiden Centraal –> Utrecht Centraal
SPR (niet ZaZo)
27 57 Dordrecht –> Venlo IC (VrZaZo 29 59)
Richting Den Haag Centraal
01 31 Lelystad –> Den Haag Centraal
SPR (VrZaZo 05 35)
16 46
Haarlem –> Den Haag Centraal SPR (niet ZaZo)
18 48 Nijmegen –> Den Haag Centraal
IC
28 58
Amsterdam Centraal –> Den Haag Centraal IC (VrZaZo 02 32)
Richting –> Den Haag HS
04 34 Venlo –> Dordrecht IC (VrZaZo 02 32)
15 45 Amsterdam Centraal –> Vlissingen IC
25 55 Arnhem Centraal –> Rotterdam
Centraal IC (niet VrZaZo)
Halte Heerenveen IJsstadion (2007)
Vanuit Leiden rijdt er nu elke 10 minuten een IC naar
Schiphol, althans op maandag t/m donderdag overdag. Die IC’s buigen allemaal na
Schiphol via Amsterdam Zuid af naar Utrecht Centraal, en gaan daarna
beurtelings door naar Arnhem, Nijmegen en Venlo. Die naar Arnhem vervalt ’s
avonds en in het weekend. Vrijdag is nu geloof ik officieel bij het weekend getrokken – wat weer niet betekent,
dat je vrijdags in de spits zonder extra kosten kunt inchecken met je Dal Vrij
of Weekend Vrij.
Een hele bundel IC’s dus via Schiphol naar Utrecht. Daardoor
is de rechtstreekse verbinding tussen Leiden en Noord-Nederland komen te
vervallen. Die IC van Den Haag Centraal afwisselend naar Groningen en
Leeuwarden stond voor het eerst in het spoorboekje bij de opening van de
Hanzelijn Lelystad – Zwolle in december 2012.
Die treinen begonnen op Den Haag Centraal en vertrokken om 17
en 47 uit Leiden. Nu hebben ze hun beginpunt op Schiphol Airport. Het wordt:
overstappen op Schiphol of Amsterdam Zuid. Vertrek om 07 en 39 uit Leiden.
Behalve in dat lange weekend van vrijdag t/m zondag. Dan is het chapiter:
vertrekken om 15 of 45 met de IC naar Nijmegen, en een heel krappe overstap zien
te halen op Amsterdam Zuid.
Het waarom van al deze wijzigingen is niet helemaal
duidelijk, en ik heb het ook nergens uitgelegd gezien. Ooit was het de filosofie
om zoveel mogelijk rechtstreekse verbinding te bieden, maar die lijkt nu
verlaten te zijn. De (spoor)wegen van NS zijn nog wel eens ondoorgrondelijk.
Amsterdam Zuid is net als Leiden een station waar
treinenstromen uit verschillende richtingen samenvloeien. Treinen staan er soms
hinderlijk lang te wachten. Maar ooit vertrekken ze weer. Ik heb ook van dit
station de vertrektijden onder elkaar gezet.
Tijden gelden voor overdag
Afwijkingen op Vr-ijdag, Za-terdag en Zo-ndag tussen haakjes
IC=Intercity, ICD=Intercity Direct, ECD=Eurocity Direct, SPR=Sprinter
Richting Schiphol Airport
03 Lelystad Centrum –> Brussel Zuid ECD
15 45 Amersfoort Schothorst –> Breda ICD
34 Lelystad Centrum –> Rotterdam Centraal ICD
07 37 Venlo –> Dordrecht IC
24 Leeuwarden –> Schiphol Airport IC
54 Groningen –> Schiphol Airport IC
21 49 Nijmegen –> Den Haag Centraal IC (soms 19
of 20 en 50 of 51)
27 57 Arnhem Centraal –> Rotterdam Centraal IC
(niet VrZaZo)
10 40 Utrecht Centraal –> Leiden Centraal SPR
(niet ZaZo)
00 30 Lelystad Centrum –> Den Haag Centraal SPR
(VrZaZo 28 58)
Richting Duivendrecht
11 Schiphol –> Groningen IC
41 Schiphol–> Leeuwarden IC
16 46 Breda –> Amersfoort Schothorst ICD
26 Rotterdam Centraal– > Lelystad Centrum ICD
(niet Zo)
58 Brussel Zuid –> Lelystad Centrum ECD
(Niet Zo, Vr 57)
03 33 Den Haag Centraal –> Lelystad Centrum SPR
20 50 Leiden Centraal –> Utrecht Centraal SPR
Richting Amsterdam Bijlmer Arena
06 36 Rotterdam Centraal –> Arnhem Centraal IC (niet
VrZaZo)
16 45
Den Haag Centraal –> Nijmegen IC (VrZaZo 12
42)
26 55
Dordrecht –>
Venlo IC (VrZaZo 56)
Vandaag, en dat is woensdag 8 januari 2025, pak ik de trein naar
Heerenveen, louter om daar de bus naar Joure te nemen. Ik haal de trein van
9:07 naar Schiphol, en bekijk de verandering maar positief: met een
overstaptijd van 9 minuten op Amsterdam Zuid zou ik daar nog net de tijd hebben
om een kop koffie te halen in de stationshal. Dat lukt.
Tussen Zwolle en Meppel, zo ongeveer ter hoogte van die hoge
restauranttoren bij De Lichtmis, komen we tot stilstand. De conducteur roept
om dat een trein die vóór ons staat, door de politie onderzocht wordt op een ‘mogelijke
aanrijding’. Volgens de app van NS is het oponthoud echter te wijten aan een persoon
op het spoor. De combinatie van die 2 mededelingen is nogal onheilspellend:
aanrijding met een persoon?
Er treedt een drukkende stilte in. We staan midden in de
rimboe (laat ik niet overdrijven: een weiland); buiten is nergens een spoor van
menselijke activiteit te bespeuren. Na een minuut of 20 wordt omgeroepen dat we
binnen enkele minuten weer gaan rijden; tot ieders opluchting. Gelukkig geen
persoon onder een trein beland of ervoor gesprongen. Tenminste, er wordt niets
over medegedeeld, maar dat maak ik op uit de betrekkelijk korte duur van het oponthoud.
We komen in Meppel aan op het tijdstip dat de volgende IC naar Leeuwarden al had
moeten vertrekken. Die verschijnt even later inderdaad ten tonele, en vertrekt
eerder dan wij. Dat is wel een van de sneuste ervaringen voor een OV-reiziger:
ingehaald te worden door de opvolger van het voertuig waar je in zit. Ik was
nog wel zo blij, dat ik er een keer in geslaagd was, vroeg op pad te gaan…
Die andere IC heeft Meppel bereikt vanuit Den Haag Centraal, dat dus nog wel
een rechtstreekse verbinding heeft met het noorden. Maar dat dan wel via wat ik
de klassieke route noem, met een omweg over Amersfoort en de Veluwe.
De perrons van het station - of strikt genomen de halte - Heerenveen
IJsstadion, liggen er nog. Maar het station wordt al sinds 2015 niet meer
gebruikt. In 1975 is het geopend als vaste stop, maar al 2 jaar later werd het
gedegradeerd tot gelegenheidsstation, alleen open bij drukbezochte evenementen.
De stop bij Thialf zou moeilijk in te passen zijn in de huidige
dienstregeling. Er rijden nu meer treinen tussen Meppel en Leeuwarden dan voorheen:
2 IC’s en 2 Sprinters per uur. Ook was er gesteggel tussen onder andere NS en de schaatsbond KNSB
over de kosten; de stop kost zo’n 10.000 euro per (wedstrijd)dag. Maar brengt
ook geld in het laatje, zou ik denken.
De provincie Fryslân heeft nog een keer pogingen in het werk
gesteld om het station opnieuw in gebruik te nemen; vergeefs. Er is nu - of er
was in ieder geval in het Arriva-tijdperk - op wedstrijddagen een pendeldienst
per bus vanaf station Heerenveen.
Wat doe ik in It Hearrenfean, als ik niet naar het schaatsen
ga kijken? Ik wil naar Joure, de geboorteplaats van mijn vader (1928) en van Egbert
Douwes jr. (1755), de stichter van het Douwe Egberts-concern. Ik ben er nog
maar één keer eerder in mijn leven geweest; in 2001 was dat.
Friesland worstelt momenteel met hetzelfde probleem als Zuid-Holland Noord: de concessie voor het busvervoer is per december 2024
overgegaan van Arriva naar Qbuzz. Ook in Friesland kampt men nu met uitgevallen
ritten en oude bussen die in dienst moeten blijven, omdat de nieuwe nog niet
geleverd zijn.
De halte Scheen aan de rand van het centrum van Joure bereik
je met bus 41 naar Lemmer, of lijn 99 naar Bolsward. Bij station Heerenveen is een
nieuw busstation in gebruik genomen, een akelig kale, betonnen vlakte, die misschien
nog iets mooiers gaat worden.
Zowel op het oude, als het nieuwe busstation ontbreekt
iedere vorm van reisinformatie; geen digitaal bord met vertrektijden en zelfs
geen haltevertrekstaten. Terwijl ik er nog naar sta te zoeken, zie ik ineens vanuit
mijn ooghoeken bus 99 wegrijden. Een klein halfuur wachten op 41.
Zonder reisinformatie is het onmogelijk om na te gaan of er
vanmiddag sprake is van uitgevallen ritten. Dus geniet ik maar van wat ik
laatst in Leiden een vlootschouw noemde, een bonte stoet van ouwe en nieuwe
bussen: diesels, elektrische en hybride. Van de laatste zie ik fonkelnieuwe
exemplaren rijden, IVECO’s. Ze bezitten zowel een accu als een uitlaatpijp. In
Friesland hecht men blijkbaar minder waarde aan 100% uitstootloos rijden dan in
Zuid-Holland. Ronk, ronk, ronkerderonk, hoor je alom.
Bus 41 arriveert en we gaan meteen de snelweg op, de A7,
langs distributiedozen en fabrieksloodsen, voor een ritje van 7 km naar Joure.
‘De folgjende halte’ wordt aangekondigd; dat is Fries, maar
de haltes zelf worden in het Nederlands omgeroepen; de Koningin Wilhelminalaan
wordt geen Keninginne Wilhelmina Leane en Scheen wordt geen Skeen.
Scheen
Eindelijk hebben we weer eens een dag met zon, na een week
of 3 poolnacht. En geen zuchtje wind, vandaag; geen rimpeltje op het water.
‘Joure is een buitengewoon sympathiek dorp’; schreef ik 24
jaar geleden al. Een buitengewoon mooi dorp, ook. Hoe Fries wil je het hebben?;
een origineel skûtsje, aangemeerd langs een kade.
Het dorp is sinds mijn eerste bezoek wel beroofd van zijn
voornaamste toeristische attractie. De Douwe Egberts Geschenkenwinkel is tussen
toen en nu gesloten. Heel Nederland kwam er zijn opgespaarde koffiepunten
omruilen voor allerlei prullaria. Na sluiting van de DE-winkel moest je ermee naar
de Blokker. Maar wat je na het recente faillissement van die keten nog met die punten
kan doen, dat is een open vraag.
De Douwe Egberts Geschenkenwinkel in 2001
Foto: Archief De digitale reiziger
De ‘Toer’ (toren) van Joure hoort bij de Hobbe van Baerdt
Tsjerke uit 1628. De gebeeldhouwde mensen rechtsonder op de fotocollage kijken
ernaar omhoog.
Wat deze mooie dag toch wel enigszins overschaduwt: net als
in 2001 realiseer ik me dat ik vrijwel niets weet over het leven van mijn vader
en grootouders in Joure. Een jaar na mijn vaders geboorte verhuisde het gezin
naar Deventer. Ik heb mijn te jong overleden vader nauwelijks gekend, en mijn
Friese opa helemaal niet. Hij heette net als ik Frans Mensonides en was, net zoals
mijn vader zou worden, onderwijzer aan de MULO.
Mijn oma van moederszijde vertelde me altijd zeer gedetailleerde
verhalen over haar jeugd in Haarlem, waarnaar ik als kind ademloos luisterde.
Maar mijn Friese oma: geen woord over de tijd voor haar emigratie naar
Deventer. Waarom niet? Zijn er verschrikkelijke dingen gebeurd, daar in
Friesland, duistere familiegeheimen waarover men mij nooit iets heeft durven te
vertellen? Of heeft zij ooit een bad genomen in de Lethe, de rivier van het
Grote Vergeten?
Ik heb in 2001 nog gemaild met een historisch genootschap of
zoiets in Joure, of zij misschien wisten waar de onderwijzer Frans Mensonides
tot 1929 gewoond had; onbekend. Googelen daarnaar levert me ook anno 2025 niet
meer op dan een paar van mijn eigen stukken waarin ik Joure genoemd heb, en informatie
over het installeren van laadpalen en zonnepanelen door Mensonides Installatie.
Ja, er zijn in die contreien heel wat achter- achter- achterneven van mij gevestigd
die elektrische apparaten verkopen en installeren.
Een Friese genealogische vereniging heeft ooit de doopceel
gelicht van al mijn voorzaten die Mensonis of Mensonides heetten. Ik ken al hun
namen, inclusief die van mijn oud-oud-oud-oud (etc.) -oom en -tante Hendrick en
Katrijn, die in de 15e eeuw geboren waren. Ik ben ze eens in Bolsward komen
opzoeken. Maar weet niets over de Jouster periode van mijn vader en
grootouders. Mijn ‘Vatersuche’ blijft ook deze keer zonder resultaat.
Op de of het Scheen neem ik de bus terug naar Heerenveen. 'Loop
maar door, hoor!’, zegt de chauffeur. Dat kan ik niet vaak genoeg horen. Ook in
de Friese Qbuzz’en ontbreken de kaartlezers soms.
In de trein terug bedenk ik dat ik vergeten ben, station
Heerenveen te fotograferen, voor dit treinenartikel met niet overal evenveel
trein. Ah, ik zet er gewoon een foto bij die ik gemaakt heb toen ik 2 winters
geleden Museum Heerenveen bezocht; geen mens die het merkt. Toen had ik het
ook over Joure, dat ooit een grietenij was. In een grijs verleden reed er een
tram heen vanuit Heerenveen.
Ik zit in de IC die rechtstreeks naar Den Haag rijdt, dus
via de Veluwe en Amersfoort. En ik blijf ook maar tot Den Haag zitten, denk ik.
Binnenkort meer!
Frans Mensonides jr.
19 januari 2025
Er geweest: woensdag 6 januari 2025
De kerk van Duivendrecht, zoals je hem niet ziet vanuit de trein
Ik weet niet hoe vaak de Sprinters vanuit Den Haag / Leiden richting Schiphol al van route veranderd zijn in de tijd dat de Schiphollijn bestaat – en dat is ook al bijna een halve eeuw; in 1981 vertrok de eerste trein naar Schiphol uit Leiden. Maar in het spoorboekje 2024 was de situatie als volgt. In Leiden begonnen de Sprinters naar Almere Oostvaarders. Voor die van Den Haag Centraal naar Hoorn Kersenboogerd was Leiden Centraal een tussenstation.
Die van Leiden naar Oostvaarders maakten een ‘hoge hoed’, een meander, een omweg via Amsterdam Lelylaan en Amsterdam Centraal. Na de vorige grote omwenteling in het spoorboekje, in 2017, reed die trein helemaal van Den Haag Centraal via Schiphol, Amsterdam Centraal en Lelystad naar Zwolle.
Ik
noemde die Sprinter, die 2:46 uur deed over zijn rit: “het gedrocht van
Tim van Leeuwen”. Dat was de ontwerper van de nieuwe dienstregeling.
Hij was in die tijd nadrukkelijk aanwezig in de media. Tegenwoordig is
hij, in alle anonimiteit, directeur Besturing Operatie bij NS. Die
Sprinterlijn hield niet lang stand.
Maar hoe gaat het nu? Die ‘hoge hoed’ via Lelylaan is er nu uit; het traject over de Westtak is overgenomen door de Airport Sprinter (zie hierboven). Er rijden nu Sprinters Leiden Centraal – Utrecht Centraal (via Schiphol, dus) en Den Haag Centraal – Lelystad Centrum. Die vertrekken uit Leiden in wat op deze site, en nergens anders, een ETATMET-patroon heet. Elke Tien à Twintig Minuten een Trein, 10-20, in plaats van een veel handigere kwartierdienst.
Toch komen die Sprinters met exact 15 minuten verschil aan op het Sprinterknooppunt Weesp. Dat komt doordat die naar Lelystad Centrum lang blijven stilstaan op Amsterdam Zuid.
Ik wil op deze blog niet al te veel aandacht vragen voor persoonlijk reizigersleed, maar ik vind het wel jammer dat de directe Sprinter met Hoorn is opgeheven. Een vriend van mij woont in die contreien, en die verbinding was best handig.
Op deze maandag 13 januari 2025 neem ik die van 9:32 naar Lelystad. Er arriveert uit Den Haag een 6-baks SLT die wel eens door de wasmachine mag. Er stappen een kleine 100 studenten uit.
Deze trein, met zijn route langs veel kantoren, is buiten de spits altijd heerlijk rustig. Behalve vandaag. Hij loopt vol. Na Schiphol blijft er een groepje op het balkon staan in plaats van de warme coupé op te zoeken. Het zijn mensen van een wat zakelijke snit. Ze kijken met onwennige gezichten rond: Zo, zo, dus zo ziet een Nederlandse trein eruit…
Ah, er zal wel iets zijn in de RAI. Niet de Huishoudbeurs en geen vakantiebeurs; die trekken een ander publiek, mensen die voor hun plezier komen. Ik sla het na, en het blijkt de Horecava. Bij Amsterdam RAI stapt de hele meute inderdaad uit.
Ik heb een wat problematische dag met veel wijzigingen uitgekozen voor dit reisje. Er is iets bij Schiphol, gepland, en de hele Flevolijn ligt er tot 13:05 uur uit, ongepland. Verder ligt het treinverkeer naar België op z’n gat: daar wordt gestaakt. Waarom, dat weet ik niet; nergens gelezen. In België is er standaard één staking per kwartaal, al dan niet om een duidelijke reden.
13:05 zal de storing verholpen zijn; wonderlijk punctueel, zo’n mededeling. Hoe kunnen ze dat van te voren zo precies weten? Toen ik werkte in de ICT (naar welke tijd ik straks nog een misplaatste sentimental journey ga maken), zei ik altijd dat het verhelpen van een storing 5 minuten tot 5 dagen kon duren.
Met die 2 stoptreinen die Leiden verlaten in de richting van Schiphol, wil ik wat stations doen waar ik zelden of nooit uitstap. Het eerste is Duivendrecht.
Het kruisingsstation dateert van 1993. De in dat jaar voltooide Zuidtak van de Ringspoorbaan Amsterdam kruist hier de spoorlijn Amsterdam-Utrecht en tevens het metronetje van Amsterdam: lijn 50 (Isolatorweg – Gein, de ‘Ring’ die niet rond is) en 54 (Amsterdam Centraal – Gein). Wonderlijk genoeg loopt lijn 53 (Amsterdam Centraal – Gaasperplas) schuin onder station Duivendrecht door, zonder er te stoppen. Een rare situatie, die wel een aardig fotopunt oplevert.
Het station ligt nét in de gem Ouder-Amstel, met het gemeentehuis in Ouderkerk aan de Amstel. Het 5000 inwoners tellende Duivendrecht is bijna een enclave in Amsterdam. Het grenst alleen nog aan Diemen, dat ook bijna een enclave is in Amsterdam, die stad die alles om zich heen opvreet.
De Sprinters op de Zuidtak stoppen op station Duivendrecht op niveau 1, de metro’s en de treinen in de richting Utrecht op 2. Ik daal af naar de hal en het voorplein met de bussen.
De snorders op dit station hebben meer cachet dan die op Schiphol (zie hierboven). Geen opgewonden geblèr van: “Taxi, taxi, hee, hee, taxi”. Nee, een beschaafde man die mij aanspreekt, en vraagt of ik wellicht een taxi nodig heb. Na mijn ontkenning begeeft hij zich naar zijn auto, die niet voorzien is van een bordje TAXI, noch van een blauwe nummerplaat. Een verademing, zo kan het ook! Maar instappen moet je nog steeds niet.
Ik ben al een halve kilometer voorbij het station als ik in het snotje krijg dat ik dat aan de verkeerde kant verlaten heb. Bovendien mis ik – zie ik nu pas op Maps – een afslag naar rechts, onder het spoor door. Ik ben in een industrieel stuk Amsterdam-Zuidoost beland in plaats van in Duivendrecht.
Wat is dat toch voor geel-oranje bol die in het zuidoosten aan de hemel staat? Iedereen op X heeft het over dit bijzondere verschijnsel. Wacht even, dat is natuurlijk de zon. Die herinner ik me nog van vroeger. We hebben een poolnacht achter de rug waarvan ze in Tromsø en Bodø niet vreemd zouden opkijken.
Uiteindelijk vind ik de Van der Madeweg, kruis de sporen bij het metrostation van die naam en maak toch nog mijn opwachting in het dorp Duivendrecht. Dat onderscheidt zich qua architectuur in niets van Amsterdam ZO. Het is zwaar verstedelijkt. Er zal hier nog wel ergens een 80- of 90-jarige inboorling wonen die vaak moppert over de teloorgang van het oude dorp.
Boven: Amsterdam ZO (de 2 foto’s linksboven) en Duivendrecht (de rest)
Op de sloten ligt een laagje ijs, te dun om een eend te dragen; de ijsmeesters in Friesland hoeven nog niet bijeen te komen. Uiteindelijk bereik ik het gedeelte van het dorp waar monumenten staan en bordjes met uitleg daarover. Het is een klein hoekje tegen het station aan.
Een heel landelijk element hier is Mijn genoegen, een melkveeboerderij uit het midden van de 19e eeuw.
Winter, dat klopt wel; zowaar toch nog een beetje aangenaam winters weer, deze dagen.
Hoe vaak heb ik de Sint-Urbanuskerk uit 1878 al gezien in mijn leven? De Zuidtak langs Duivendrecht kwam gereed in 1993, zoals gezegd. Naar grove schatting zal ik die kerk sedertdien gemiddeld wel een keer of 2 per maand gepasseerd zijn per trein. Dat komt neer op in totaal een stuk of 800 keer. Vandaag loop ik voor het eerst door Duivendrecht, een plaats die dus klaarblijkelijk echt bestaat. In 2015 reed ik er al eens per bus doorheen, schiet me te binnen.
Naast deze grote RK kerk, is er ook een Protestantse Kleine Kerk in het dorp, met een monumentaal schooltje, dat ik niet goed op de foto kreeg.
Ik vind de achterzijde van het station, de Duivendrechtse zijde dus, waar een nieuwe lift in aanbouw is. Via een goed verscholen lange trap en een onreconstrueerbare kronkelroute klim ik naar het perron voor de volgende etappe met de Sprinter.
Het noenuur is inmiddels voorbij. Er is nu een stremming bij Schothorst, maar die naar Lelystad schijnt verholpen te zijn; er rijden weer treinen die kant uit.
De rit naar Diemen Zuid is slechts 1600 meter lang; de moeite niet om me te installeren. Halverwege zien we het metrostation Venserpolder.
Op Diemen Zuid stoppen alleen de Sprinters Den Haag – Lelystad en Leiden – Utrecht. Het station ligt naast het gelijknamige metrostation. 100 meter ten zuiden ervan is een soort woonerf aan de Daalwijkdreef, dat eind jaren 90 meer een kantoorerf was.
Ik heb het geloof ik wel eens verteld, maar kan het niet meer vinden, dus vertel het gewoonweg nog een keer. In 1997 of daaromtrent heb ik hier gesolliciteerd naar een functie in de softwareontwikkeling. Het was bij een of andere hip, sterk aan de weg timmerend ICT-bedrijf.
Nee, het ging anders. Ik had mijn cv en een open sollicitatie op mijn toen pas opgerichte website gezet. Kwistig strooide ik met linkjes naar die pagina, en kreeg al snel een uitnodiging voor een sollicitatiegesprek van die Diemense firma.
Ik mag ontploffen als ik nog weet hoe ze heetten, maar ze schermden in al hun advertenties met hun objectieve selectiecriteria. Elk sollicitant, zo luidde het narratief, kreeg een intelligentietest en een psychologische test voorgelegd. Voor die eerste was ik niet bang, en de tweede, daar rolde nooit iets anders uit dan wat je er zelf in zou stoppen, meende ik.
Het gesprek liep een stuk minder voorspoedig dan ik me had voorgesteld. Men gaf mij meteen te kennen dat ik niet de juiste commerciële uitstraling had voor die firma. Van die tests werd niet gerept.
Wel begonnen ze me uit te horen over het bedrijf waar ik (nog) werkte: wat voor ICT-systemen ze er gebruikten, of er nog nieuwe automatiseringsprojecten op stapel stonden, en wie er binnen het bedrijf verantwoordelijk was voor de contacten met leveranciers.
Ik kreeg eindelijk in de gaten dat ze me alleen naar Diemen hadden gelokt om een verkooppraatje aan te horen. Ik noemde de naam van een leidinggevende bij mij op de zaak, een man aan wie ik een grondige hekel had. Dié man, die moesten ze hebben als contactpersoon! Daarna beëindigde ik het onderhoud.
Met opnieuw een negatieve ervaring rijker in een lange reeks, besloot ik meteen ter plaatse, op het perron van Diemen Zuid, mijn loopbaan in de ICT op te geven – die toch al geen succesverhaal was. Een rechtschapen mens had in die wereld blijkbaar niets te zoeken; je kon er beter laat dan nooit achter komen.
Maar houd me ten goede: dit verhaal speelt bijna 30 jaar geleden. Misschien is er in de tussentijd iets veranderd in de ICT, al zou het me verbazen.
Die firma zal ik hier niet meer terugvinden. Die was in 2000 al opgegaan in een massale fusie-der-fusies. Ze waren ook nog een keer in opspraak gekomen wegens hun beleid, geen donkergetinte mensen aan te nemen; daar zouden hun opdrachtgevers van kunnen schrikken…
Zulke bedrijven stonden er ook om bekend dat ze het liefst doctorandussen aannamen, desnoods in de antropologie van de niet-westerse volkeren of de Fins-Oegrische talen en letteren. Drs., dat stond goed op het visitekaartje van hun medewerkers.
Een ICT-bolwerk is het nu niet meer, dat plein aan de Daalwijkdreef. Ja, die lelijke kantoren, met die enorme portieken, als verslindende muilen, die staan er nog. Maar ze zijn omgebouwd tot studentenwoningen.
Het zijn nu complexen met ‘studio’s’, redelijk ruime studentenkamers van 25m2. In deze omgeving heb je alles wat je nodig hebt om een studentenleven te kunnen leven: eettentjes, supermarkten, fitnesszalen (Sweat, Smile, Repeat) een danshal (Living the Clublife) en studiezalen, mocht je je een keer herinneren, wat je ook alweer kwam doen in Diemen.
Overdags is het hier vrij stil. Wat wel in fel contrast zal staan met het avond- en nachtleven.
Het heet hier: Our Domain Diemen.
Er zijn 3 Our Domains in dit land, met nog een 4e in wording. Je hebt
zo’n campus ook in Amsterdam ZO bij station Holendrecht, bij Rotterdam
Blaak en vanaf begin 2026 ook in Utrecht. De 3 al voltooide campi zijn
echt ideaal bereikbaar met het OV.
Ik zou me kunnen
voorstellen dat je hier een aangename studietijd kunt doorbrengen, als
je niet tot de 50% van de jongeren (een lost generation??) behoort die
te kampen hebben met psychische moeilijkheden. Het is een barre,
ellendige tijd om jong te zijn. Maar dat vond ik ook toen ik dat zelf
nog was.
Voor een spookstudent moet het hier ook goed toeven zijn. Daar hoor je steeds vaker over: studenten die tegen hun ouders hoog opgeven van behaalde negens en tienen bij tentamens, maar al jarenlang niet meer gesignaleerd zijn door hun jaargenoten en docenten. Ze leiden een leven van zalig nietsdoen op kosten van hun ouwelui, maar wel met het zwaard van Damocles boven hun hoofd: onvermijdelijk komt ooit de aap uit de mouw.
Eén ICT-firma is hier nog achtergebleven: een bedrijf dat nieuw opgeleverde ICT-systemen test. In mijn tijd deden de mensen die ermee werken moesten, dat zelf. Ze werden dan geprest om een paraafje te zetten op het broddelwerk dat de leverancier had afgeleverd. Laat ik blij zijn, dat ik uit dat wereldje gestapt ben!
Mijn foto-oogst van dit bliksembezoek is wat mager. Een week later keer ik nog eens terug, op een geschiktere dag voor een treurtrip, als die oranje bol ontbreekt. Die dag reis ik met de metro ook nog even door naar Gaasperplas, de slecht beklante eindhalte van GVB-metrolijn 53.
Daar staat die vliegende schotel nog steeds. Je kunt nog boeken voor een enkeltje Mars. Wacht niet te lang, want de oppositie is al achter de rug en de volgende is pas in februari 2027.
Die grap maak ik elke 25 maanden wel een keer. Maar in werkelijkheid is dit is het Planetarium Meeting Center, dat geen planetarium is, al was dat wel de oorspronkelijke functie. Je kunt onder die halve bol niet meer naar de sterrenhemel kijken.
Ik woonde er, ook in mijn ICT-tijd, eens een onbegrijpelijke lezing bij over een dito onderwerp. Niet lang daarna was de vervolglezing in Maarssenbroek. Ze inspireerden me tot het schrijven vn een verhaal vol vertwijfeling en absurdisme, en dat weer via-via tot het oprichten van deze site. Ik herdacht het een paar jaar geleden bij het 25-jarig jubileum.
Verder per trein. Mijn treinreis voor vandaag is nog niet afgelopen, maar deze aflevering wel. Wordt vervolgd…
Frans Mensonides
25 januari 2025
Er geweest: maandag 13 januari 2025; Diemen Zuid opnieuw op maandag 20 januari
Een zesje. En nou bedoel ik niet alleen mijn carrière in de automatisering, maar ook de Sprinter naar Lelystad die komt voorrijden op Diemen Zuid: opnieuw een met 6 bakken. Mijn volgende etappe voert naar Almere Poort.
Dat is zo’n station waar je normaliter niet uitstapt als je er niet echt iets belangwekkends te doen hebt. De 2 keer dat ik er wél ben uitgestapt, viel het me op dat de bebouwing in de stationsomgeving maar moeizaam oprukte. Vooral aan de oostkant van het spoor bleef een heel groot gapend gat open.
Die keren dat ik er toch uitstapte, waren in december 2012 toen het station geopend werd, tegelijk met de Hanzelijn, en in december 2016, toen ik die Sprinterlijn van Tim van Leeuwen nam die met ingang van die maand in het spoorboekje stond.
Almere Poort heet zo omdat het gezien vanuit Amsterdam (waar de meeste Almeerders oorspronkelijk vandaan komen) als het ware vlak achter de stadspoort ligt. Het stadsdeel ligt in het uiterste zuiden van de stad, die nu 226.000 inwoners telt.
Almere Poort is weer onderverdeeld in 5 wijken. Ik liep al eens rond in het Homeruskwartier met zijn wat aparte architectuur en tiny houses. Die kon je geloof ik ter plaatse afrekenen en daarna achter je auto hangen om ze naar hun bestemming te rijden.
Rond het station is nu uiteindelijk toch ook nog een wijk verrezen, al is die niet overal even oogverblindend en oogverblijdend mooi: het Olympiakwartier. Dat staat geheel in het teken van dat sportevenement. De straatnamen hebben allemaal iets te maken met de olympiade. Op het plein voor het station staan namen van Almeerse topsporters in het plaveisel gegraveerd.
Aan de westkant van het spoor ligt een woonwijk met strandpalen bij elk tuinpad. Ja, Almere is ook een strandplaats, als is hij nu nog wat minder bekend dan bijvoorbeeld Scheveningen, Zandvoort of Zoutelande.
Station Almere Poort had van 1996 tot 2012 een voorloper: Almere Strand, een kilometer ten zuiden van hier. Het bestond uit planken op steigerpijpen, en was geopend tijdens de Libelle Zomerweek en andere drukbezochte evenementen. Tegenwoordig rijden er dan pendelbussen vanaf Almere Poort.
Ten oosten van het spoor staan nu mbo’s en een lyceum. Vanzelfsprekend vind je in het Olympiakwartier ook plenty sporthallen en andere sportfaciliteiten, zoals een topsportcentrum. Oh ja, afgelopen voorjaar was ik in het mondiale Olympiakwartier: Lausanne in Zwitserland.
Almere Poort telt momenteel ruim 20.000 inwoners (and counting). In 2023 trok het station van die naam gemiddeld 5800 in- plus uitstappers per werkdag, waarmee het pré-coronajaar 2019 alweer bijna geëvenaard werd.
Behalve de Sprinter Den Haag Centraal - Lelystad Centrum stopt hier ook de Sprinter Amsterdam Centraal – Almere Oostvaarders (alleen overdags) en die van Utrecht Centraal via Hilversum naar Almere Centrum.
Nu we het toch over de cijfertjes hebben, die op deze site nooit lang ongenoemd blijven: hier volgen de reizigersstatistieken van alle 8 stations in de provincie Flevoland, van hoog naar laag:
Almere Centrum 26.900, Lelystad Centrum 11.200, Almere Poort 5800, Almere Buiten 5100, Almere Muziekwijk 4600, Almere Oostvaarders 3800, Dronten 2800, Almere Parkwijk 2200.
8 stations maar, in een hele provincie, 1 minder nog dan in Zeeland? Tsja, ik kan er echt niet meer van maken.
Het is allemaal nog teveel voor de conducteur in de Sprinter naar Lelystad. Hij is een ernstig geval van obesitas en hangt tussen 2 stations in als een vormeloze pudding in zijn eerste-klaszetel. Op de vraag van een reiziger of het volgende station misschien Parkwijk is, antwoordt hij dat hij al die stations van Almere maar moeilijk uit elkaar kan houden.
‘Al die stations’! Goeie god, het zijn er welgeteld 6. Maar aan de andere kant: het is toch nog wel heel wat, 6 stations in één gemeente, op een stuk spoor van 13 km lengte. Je zou de Sprinter in Almere kunnen zien als een soort stadstram. Maar de metro zal toch populairder zijn. Metro?? Eh ja, gewoon een bus, hoor, maar in Almere noemen ze hem de allGo Metrobus.
Ik heb niet echt plannen in Lelystad, maar ik wil deze Sprinterlijn vanuit Leiden in ieder geval helemaal uitrijden. De Sprinter van van Leeuwen, Den Haag – Zwolle via Amsterdam Centraal, rijdt al een paar jaar niet meer. Vanaf Lelystad kun je elk halfuur gebruik maken van de Sprinter helemaal naar Leeuwarden. Die sluit in Lelystad aan op de IC Schiphol – Leeuwarden / Groningen, maar loopt in Zwolle uit de pas met vrijwel alle overige treinen. Hij komt aan als ze al weg zijn. Dat deed de stoptrein van van Leeuwen ook al.
Lelystad is het vertrekpunt van de nieuwe Eurocity Direct naar Brussel Zuid. Die trein kwam in de plaats voor de IC Amsterdam – Brussel, en stopt alleen op Amsterdam Zuid, Schiphol Airport, Rotterdam Centraal en Antwerpen Centraal. Behalve vandaag; de ECD’s rijden niet wegens een staking in België.
Een half uur eerder en later gaat wel de ICD, de binnenlandse Intercity Direct naar Rotterdam Centraal, die ook stopt in Almere Buiten, Almere Centrum en Duivendrecht. Die trein fotografeer en neem ik.
De gewijzigde treinenloop naar Brussel moet het klapstuk van dit blog gaan vormen. Ik bewaar hem tot het laatst, en kom er dus nog op terug; ook waarom de ECD vanuit België helemaal doorrijdt naar Lelystad.
Voorlopig
vraag ik me alleen af, hoe die trein op station Brussel Zuid
aangekondigd staat: AMSTERDAM ZUID met ‘lelystad’ in kleine lettertjes
erachter, of LELYSTAD, gevolgd door ‘via amsterdam zuid’. Ik denk dat
de meeste Brusselaars nog nooit van Lelystad gehoord hebben, en dan aan
de conducteur gaan vragen of die trein echt wel naar ‘Olland rijdt. Ik
had ook nooit van Ottignies gehoord voordat ik er een keer verzeild raakte.
We gaan het zien!
Maar eerst die andere Sprinter die zich vanuit Leiden naar Schiphol beweegt. Die trein heeft uiteindelijk Utrecht Centraal als eindpunt.
Ik wil ermee naar Hollandsche Rading, een van de weinige spoorwegstations in Nederland waar ik nog nooit eerder ben in- of uitgestapt. Op de hele rit van Leiden naar Utrecht liggen 18 stations, inclusief begin- en eindstation; rijtijd: 88 minuten. Tot Hollandsche Rading 74 minuten, nog een hele zit!
Er leiden veel wegen van Leiden naar Utrecht, maar dit is de langste en meest tijdrovende. Heel verneukeratief: iemand met weinig treinervaring zou op spoor 1 of 2 in de trein naar Utrecht stappen en zich na een stijf uurtje gaan afvragen of we er nog eens niet zouden zijn… De route via de kortste weg naar Utrecht, via Bodegraven, laat ik in dit stuk buiten beschouwing; daar is niet zo gek veel veranderd in 2025.
Woensdag 15 januari 2025 is een dag, gehuld in klamme, hardnekkige, dichte mist. Het zicht is hooguit 200 meter. Het mist ouderwets, de laatste dagen.
Veel dingen zijn tegenwoordig erger dan vroeger, maar de mist beslist niet. In de jaren 60 mistte het 3 keer zo vaak als nu. En de mist was ook een stuk dichter. Sinterklaas 1962: zicht hooguit 5 meter. Ik was 6, maar herinner het me nog als de dag van gister.
Vanuit mijn slaapkamerraam kon ik de flats aan de overkant van de straat niet zien. De mensen botsten op de stoep gewoon tegen elkaar op. Ik verzin het niet; ik heb het zelf gezien. De straat oversteken stond gelijk aan Russische roulette.
Het wegverkeer in het westen van het land kwam geheel tot stilstand, maar de treinen reden nog. Tegenwoordig gaan de spoorwegen als eerste door de knieën bij extreme weersomstandigheden. Maar mijn opa en oma kwamen die avond zoals gepland bij ons Sinterklaas vieren. Ze werden geholpen door de omstandigheid dat ze vlak bij station Leiden Lammenschans woonden en wij in Voorburg op een steenworp van station Den Haag Laan van Nieuw Oost-Indië. De mist trok tegen de avond ook een klein beetje op. Gelukkig wist ook Sinterklaas ons huis te vinden.
En dan die legendarische voetbalwedstrijd Ajax-Liverpool in de herfst van 1966. Behalve om de uitslag (5-1; begin van de Nederlandse zegereeks in Europa) zal die wedstrijd ook voor altijd in de herinnering blijven om de dichte mist. De doelman van Ajax heeft die 5 goals van zijn team niet gezien; daarvan ben ik zeker.
De lucht is anno 2025 veel schoner dan 60 jaar geleden. Toen vond niemand de luchtvervuiling door fabrieken nog een reden tot zorg, en stonden alle schoorstenen de hele dag rook uit de kolenkachel de lucht in te braken. Hoe minder roetdeeltjes in de lucht, hoe minder mist en fog. Zowaar een keer goed nieuws over weer en klimaat.
Ik neem op Leiden Centraal de trein van 11:20. Hij bestaat uit 7 bakken SNG. Vanaf Hoofddorp rijden we een stukje gelijk op met de Sprinter naar Kersenboogerd, die niet meer vertrekt vanuit Leiden.
In de trein zitten nog wat niet erg matineuze Horecava-bezoekers. Voorbij de RAI is er weinig interesse meer voor deze trein.
In
Weesp hebben we maar liefst 8 minuten oponthoud volgens dienstregeling.
Weesp is al sinds de opening van de Zuidtak scharnierpunt en
overstappunt voor diverse Sprinters. De IC’s razen aan het station
voorbij, en de Sprinters moeten wachten totdat ze gepasseerd zijn.
Welke treinen precies op elkaar aansluiting geven, dat is al talloze
keren veranderd. Reden voor mij om ook in Weesp op zo’n A-viertje te
zetten, hoe het precies zit; hoe laat alle Sprinters vertrekken volgens
het spoorboekje 2025.
Tijden gelden voor overdag
Afwijkingen op Vr-ijdag, Za-terdag en Zo-ndag tussen haakjes
Alleen Sprinters op dit station
Richting Almere
29 59 Den Haag Centraal -–> Lelystad Centrum
11 41 Amsterdam Centraal -–> Almere Oostvaarders
Richting Hilversum
13 43 Leiden Centraal -–> Utrecht Centraal
29 59 Amsterdam Centraal -–> Amersfoort Vathorst
Richting Amsterdam
20 50 Almere Oostvaarders -–> Amsterdam Centraal
02 32 Amersfoort Vathorst -–> Amsterdam Centraal
Richting Schiphol
10 40 Lelystad Centrum -–> Den Haag Centraal (VrZaZo 11 41)
23 53 Utrecht Centraal -–> Leiden Centraal (ZaZo Hoofddorp)
Aansluitingen:
Den Haag Centraal -–> Lelystad Centrum v.v op
Amsterdam Centraal -–> Amersfoort Vathorst en v.v
Leiden Centraal -–> Utrecht Centraal v.v. op
Amsterdam Centraal -–> Almere Oostvaarders en v.v.
Elk kwartier in elke richting een trein op Weesp. We rijden weer verder, maar ik zit nu geloof ik op een andere stoel dan vóór de fotopauze. Op het tafeltje bij het raam ligt een halfvol stripje paracetamol dat is achtergelaten door een reiziger. Ik laat het liggen voor een arme donder die ergens pijn heeft.
Een trein
uit Berlijn komt ons tegemoet. We dooklieven het pal bovenop de
spoorbaan gebouwde Bussum, dat ik een keer heb omgedoopt in Treinum,
stoppen op Naarden-Bussum en Bussum-Zuid, vervolgens 3 keer in
Hilversum (Media Park, Sec en Sportpark) en dan op Hollandsche
Rading.
De in 1874 aangelegde spoorlijn Amsterdam -
Utrecht Maliebaan is in 1938 geëlektrificeerd en heeft als enige in het
land betonnen, boogvormige bovenleidingsportalen.
Er was in de 30’s onvoldoende staal beschikbaar. Ir J.L.A. Cuperus ontwierp daarom deze fraaie ‘Gotische’ bogen. Ze zijn dus uit nood geboren, maar staan nu op de lijst van rijksmonumenten, en mogen niet vervangen worden door modernere portalen.
Station Hollandsche Rading werd geopend in 1885. Het stationsgebouw is ruim een eeuw nieuwer. Het werd gebouwd in 1987, maar was sindsdien al eens een poosje bankgebouw, en tegenwoordig een kiosk annex snackbar.
Een rading is eigenlijk een raaiing, een grens. Vergelijk de kilometerraaien langs een rivier, dat zijn ook geen kilometerraden. Het plaatsje ligt op de grens van Noord-Holland en Utrecht.
Waarom zeggen ze dan ‘rading’ in plaats van raaiing? Dat is een voorbeeld van hypercorrectie. Een interessant taalverschijnsel, dat ook leidt tot vormen als ‘beeldhouder’ in plaats van beeldhouwer, ‘kofje’ in plaats van koffie en ‘hokje’ in plaats van hockey.
‘Beeldhouwer’ klinkt de mensen plat in de oren, want je moet ‘houden’ zeggen, en niet ‘houwen’. Maar wat een beeldhouwer doet, is echt houwen, en niet houden. Zo is een grens een raaiing, al is ‘raaien’ plat Nederlands als je bedoeld: ergens een slag naar slaan, want dat is: raden. Ik heb het maar even uitgelegen, want je had het nooit kunnen raaien.
Er was hier altijd ruzie en geknok tussen de lui uit Utrecht en die uit het Gooi, over de vraag hoe de grenzen tussen die 2 rijken precies liepen. Totdat er in 1719 grenspalen werden neergezet.
Het station is een echt grensgeval. Het perron richting Utrecht ligt in Utrecht, en dat richting Hilversum in Noord-Holland. De perrons liggen aan weerszijden van een overweg, in bajonetligging dus, zoals dat heet.
Het station ziet, behalve de Sprinters uit Leiden, ook nog de Sprinters Almere Centrum – Utrecht Centraal langskomen, die er echter niet stoppen. Dit is een beetje ondergeschoven spoorlijntje, toch tussen de 1e en 4e stad van het land. Het station trekt toch nog aardig wat reizigers, getuige de ca. 150 fietsen die in de stationsomgeving geparkeerd staan.
Het lijkt hier een aardige
omgeving om op een minder klamme en kille dag een stuk te fietsen.
Sterker nog: ik deed dat al in 2016, vanuit Den Dolder, al kwam ik toen niet in Hollandsche Rading, maar wel in het nabijgelegen Groenekan.
Hollandsche
Rading telt 1650 inwoners, waarvan de meeste wonen in enkele lange
lanen parallel aan het spoor. Ik sla er een in. Een brede grindstrook
vervult de dubbelrol van trottoir en parkeerplaats. Vandaag staat er
ter hoogte van elke deur een afvalbak met een oranje deksel. Dat oranje
is het enige wat ik nog zie in de verte, waar de bomen, struiken en
huizen zijn opgeslokt door de mist.
Tegen 13:00 uur klappen hier alle voordeuren en tuinhekjes tegelijkertijd open en treden er alom bewoners naar buiten die hun hond gaan uitlaten. Als je dat om halftwee of kwart over twaalf doet, zul je wel in het hele dorp nagewezen worden; het uitlaten van de hond dient klokke één te geschieden.
Een meisje huppelt vrolijk voort aan de hand van haar moeder; een hele, onafzienbaar lange vrije woensdagmiddag voor de boeg! Als het geen woensdag was, maar dinsdag, zou op de hoek van de straat de Gymbus geparkeerd staan. Ik heb geen idee hoe zoiets eruit ziet, een gymzaal op wielen? Maar ik zal het dus vanmiddag dus niet te zien krijgen.
Ik wil naar Maartensdijk, zo’n 2 kilometer ten zuiden van hier, niet echt een vierdaagse-etappe, dat geef ik toe. Mijn wandeling stuit aanvankelijk op hekken met verboden toegang en op een tennispark, maar uiteindelijk vind ik toch het polderpad naar Maartensdijk.
Ergens heeft het wel wat, mist. Het levert in ieder geval soms sfeervolle foto’s op. De fietsers en wandelaars die eruit tevoorschijn komen, groeten me allemaal hartelijk.
In Maartensdijk heb ik in een vorig leven eens het barometermuseum bezocht, dat zijn poorten al heel lang gesloten heeft. Dat was in het dorpshart, dat ik nu helemaal niet meer kan vinden; verzwolgen door de mist.
Maartensdijk ligt aan dezelfde spoorlijn als Hollandsche Rading en kreeg ook in 1885 een station aan die lijn. Maar dat van Maartensdijk is in 1934 gesloten. Wonderlijk, dat Maartensdijk, dat 3 keer zoveel inwoners heeft als Hollandsche Rading, nu geen station meer heeft. Vermoedelijk was het in 1934 precies andersom, en was Maartensdijk het kleine broertje van Hollandsche Rading. Ik loop in Maartensdijk dan ook door typische 70’s en 80’s wijken. Niet veel aan. Horeca, voor een warme kop koffie, is ook nergens te bekennen.
Er zal over 5 minuten een Syntusbus, lijn 55, naar Utrecht vertrekken. Die neem ik dan maar, in dit treinenstuk.
Heemstede-Aerdenhout
Over treinenstuk gesproken: naast dit lange blog, is er op mijn site ook een busblog in uitvoering. Die gaat over de pogingen van Qbuzz om het busvervoer in de concessie Zuid-Holland Noord te verzorgen, de thuisconcessie, zal ik maar zeggen, van mijzelf en deze site.
In de eerste weken na 15 december deed Qbuzz het zo beroerd, dat ik er maar mee uitgescheiden ben (moet dat eigenlijk niet ‘uitgescheeën’ zijn?, nee, dat zal toch wel niet?). Het dreigde te ontaarden in pure antireclame voor het OV, waarvan ik in beginsel toch een voorvechter ben. Het was al ook erg genoeg om voor mijn noodzakelijke ritten van die bus afhankelijk te zijn; laat staan dat ik er zin in had om voor mijn lol en als hobby te gaan staan wachten op bussen die uitgevallen waren.
De laatste weken is er enige verbetering aan te wijzen, al blijft de kwaliteit van het busvervoer nog wel flink achter bij wat de busmaatschappij beloofd had aan de provincie. Ik ben voorzichtigjes verder gegaan met mijn bus-odyssee door de streek, en verslagen daarover zijn binnenkort te verwachten.
Zo pak ik op zondag 26 januari vanuit mijn eigen buurt, Leiden Zuidwest, de nieuwe lijn 55, Voorschoten – Voorhout. Qbuzz had beloofd dat die bussen bij station Voorhout zouden aansluiten op de treinen: de Sprinters (Den Haag Centraal -) Leiden Centraal – Haarlem.
Dat blijkt in de praktijk zo’n zenuwen-aansluiting te zijn. De bus arriveert volgens dienstregeling om :20 en :50 bij het station, terwijl de trein naar Haarlem om :25 en :55 vertrekt.
Alvorens bij het station te belanden, legt de bus een lange kronkelroute af over een industrieterrein. Hoewel er daar zondags geen drommen mensen in- en uitstappen, loopt de bus toch vertraging op. Ik moet een sprint trekken om de trein nog te halen. De aansluiting richting Leiden is veel ruimer. Maar waarom zou je vanuit een bus uit Leiden aansluiting willen hebben op een trein naar Leiden?
Goed, dit is een stukje kruisbestuiving tussen een bus- en een spoorartikel. Nu weer over de trein. De Sprinter Den Haag – Haarlem is in het nieuwe spoorboekje 8 minuten gekanteld. Hij vertrok altijd rond 12 en 42 uit Leiden. 05 en 35, of in sommige jaren een minuut eerder of later, kwam hij dan aan in Haarlem, om daar rond 25 en 55 uit te vertrekken voor de terugreis.
Nu vertrekt de boemel naar Haarlem om 20 en 50 uit Leiden, na 7 minuten stationnement. Op vrijdag, zaterdag, zondag en in de avonduren rijdt deze trein tussen haakjes helemaal niet tussen Den Haag en Leiden. Dus al met al, gerekend in aantal uren per week, vaker niet dan wel.
Hij arriveert om 12 en 42 in Haarlem, en heeft daar maar een heel korte keertijd van 5 minuten. Ik probeer altijd een logica te zien in de wijzigingen in het spoorboekje van NS. Bijvoorbeeld de wachttijd van deze Sprinters op Leiden Centraal, waar ze vroeger vrijwel meteen doorreden / doorreeën. Feit is, dat de Sprinters tussen Den Haag en Leiden nu een strakke kwartierdienst hebben, waar ze vroeger in dat onhandige 10/20 patroon reden. Misschien is er toch wel meegedacht met de reiziger.
Dit ritje door de Bollenstreek
doet je altijd verlangen naar het voorjaar, als je er in een ander
jaargetijde rijdt. Behalve in Voorhout, stopt de trein ook op het
Sprinterstation Hillegom, en op Heemstede–Aerdenhout, waar ook IC’s
halteren.
Op dat laatste station stap ik uit voor een foto.
Daarna heb ik geen zin om in dat tochtgat te blijven staan wachten op
de volgende trein, en besluit naar Haarlem te gaan lopen.
Langs de Leidsevaart
Ik
kies de lange, kaarsrechte Leidsevaart, een heel gevarieerde wandeling,
met huizen uit verschillende tijdperken, en ook een heel rijke
railhistorie. Hier reed van 1899 tot 1957 de eerste elektrische tram
van Nederland, de Blauwe Tram Zandvoort – Haarlem, in 1904 doorgetrokken naar Amsterdam.
De
voormalige tramremise aan de Leidsevaart is lange tijd een
openbaar-vervoermuseum geweest, maar ik zie het gebouw nu nergens meer.
Dat klopt, als ik het later nasla. Het museum is in 2012 verplaatst, en
de remise heeft plaatsgemaakt voor de huizen aan de Blauwe Tramstraat,
niet zichtbaar vanaf de Leidsevaart.
De tram
volgde de vaart totaan de Schouwtjesbrug. Ik doe dat dan ook maar, en
spring dan ergens in een bus naar het station. Terug naar Leiden met de
Sprinter, die vertrekt van spoor 1.
De Blauwe Tram (in gezelschap wat dan vast wel een vink zal zijn) als muurschildering op het viadukt onder station De Vink.
Toen de Blauwe Tram werd opgeheven (1961) lag deze plek nog middenin de weilanden. 'De Blauwe' heeft er nooit gereden
Om dit verhaal over de Sprinters vanuit Leiden af te ronden, zou ik er een naar Den Haag kunnen nemen. Maar daar zit ik minstens eens per week al in, dus dat is niet echt meer een uitje. Ik kan, om mijn dagelijkse wandelkilometers te maken, wel even naar station De Vink lopen. Daar stoppen de Sprinters Den Haag – Lelystad, en maandag t/m donderdag overdag ook Den Haag Centraal – Haarlem; allemaal hierboven beschreven.
De Vink is het dichtstbijzijnde station bij mijn huis: 1760 meter wandelen, exact. Dat is maar iets dichterbij dan Leiden Lammenschans: 1840 meter. Ik heb het laatst nauwkeurig nagemeten op Google Maps, want ik wil zulke dingen altijd heel precies weten (al maakt het niets uit, want je moet de afstand toch afleggen, hoe ver het ook is).
Die 1840 meter naar Lammenschans zijn inclusief een omweg van 40 meter. De Jacob van Campenlaan is langdurig is afgesloten in verband met de bouw van een appartementencomplex. Toch lijken de afstanden tot beide stations sowieso steeds stiekem verlengd te worden. 30 jaar geleden legde ik ze beide af in 18 minuten, maar tegenwoordig mag ik er wel 24 voor uittrekken. Nog redelijk snel: Google Maps rekent er 28 minuten voor.
Station De Vink, ik heb het vast wel eens eerder verteld, is geopend in 1985. De gelijknamige voorganger van het station heeft bestaan van 1906 tot 1928. Die lag 500 meter dichter bij station Leiden, vlakbij de uitspanning-met-speeltuin-en-midgetgolfbaan De Groote Vink. De Vink was tevens de naam van een buurtschap tussen Leiden en Voorschoten, die in de loop van de 20se eeuw werd opgegeten door uitbreidingswijken van beide plaatsen.
De Vink heeft 2 eilandperrons en 4 sporen. Zoals Hollandse Rading op een provinciegrens ligt, ligt station De Vink op de gemeentegrens tussen Leiden en Voorschoten. Bij De Vink loopt de grens echter in de lengterichting. Het perron waar de treinen naar Den Haag Centraal stoppen, ligt in Leiden, maar dat voor de treinen naar Leiden, in Voorschoten.
Er stapten in 2019 3400 reizigers per werkdag in of uit, maar in 2023 slechts 2600. Dat zou verband kunnen houden met de karige halfuurdienst gedurende een groot gedeelte van de week. De reizigers komen voornamelijk uit de wijken Voorschoten Noord-Hofland en Leiden Stevenshof. Niet iedereen is bereid, er 1800 meter voor te lopen.
En
om de bus nog even aan te stippen: de buslijnen 1, 2, 4 en 14 hebben er hun
eind-, begin- en oplaadpunt. Ik zou ook nog de bus kunnen nemen van
huis naar dit station, maar om een of andere reden doe ik dat zelden.
Een paar foto’s:
Station Haarlem afgebeeld op station De Vink
Juist als ik deze foto neem, ontvangen de wachtenden aan de overkant de jobstijding dat hun Sprinter naar Haarlem vandaag niet rijdt. Alweer een handjevol mensen die het betreuren dat ze vandaag de auto niet genomen hebben.
Wordt vervolgd
Frans Mensonides
2 februari 2025
Er
geweest: Almere en Lelystad maandag 13, Hollandsche Rading woensdag 15,
Haarlem zondag 26 en De Vink: vrijdag 30 januari 2025.
©
Frans Mensonides, Leiden, 2024 / 2025