Deel 83

Nummer: When I Was Young
Uitvoerende Artiesten: Eric Burdon & The Animals
Tekst en muziek: Burdon / Briggs / Weider / Jenkins / McCulloch
Jaar: 1967
Veronica Top 40: 7
Radio 2 top 2000: 1084


Soundbite:

I smoked my first cigarette at ten
And for girls, I had a bad yen
And I had quite a ball
When I was young.

When I was young,
It was more important,
Pain more painful
Laughter much louder.
Yeah, when I was young
When I was young.

Volledige tekst: staat HIER


Geluidsfragmentje horen? klik op de zwart-wit radio

 

OP YOU TUBE: De originele clip van When I Was Young (3:08)


Hoe oud moet je minimaal zijn om te kunnen spreken over ‘toen ik jong was’? Ikzelf begon rond mijn tiende verjaardag alvast maar aan mijn memoires; bij zo’n kroonjaar paste toch wel een terugblik, vond ik. Ik volgde niet zo’n handige methode: ik schreef gewoonweg alles op wat ik me kon herinneren. Dat waren een à twee voorvallen uit 1958, het jaar dat ik twee werd, zes à zeven uit 1959, enkele tientallen uit 1960…. Maar dat jaar heb ik nooit afgemaakt; ik had er ineens geen zin meer in en schoof de vellen papier die ik gevuld had, aan de kant. Ik heb ze gelukkig nooit meer teruggevonden; zo’n uitputtende autobiografie zou ik nu, als 51-jarige, nooit meer kunnen voltooien.

Eric Burdon en zijn Animals deden het in When I Was Young wat handiger. Een paar regeltjes tekst creëren een treffend, indringend beeld van een jeugd in zo’n gore Engelse slum – vind ik nu: toen het nummer in de hitparade stond, verstond ik nog geen Engels, dat er tegenwoordig op de kleuterschool al ingeramd schijnt te worden.

De fraaie zwart-witte clip bij When I Was Young laat beelden zien van buitelende en tuimelende oorlogsvliegtuigen. Het nummer begint met een enorme uithaal op de onderste snaar van de gitaar: een neerstortende bommenwerper. Oorlogsbeelden, dat zijn de eerste herinneringen van iemand die in 1941 geboren is; oorlogsbeelden in de kranten en op bioscoopjournaals. Vader was soldaat; er was armoede.

Dan de eerste sigaretten en de eerste avontuurtjes in het fietsenhok – dat fietsenhok denk ik er zelf altijd bij, voor de sfeer. De ik-persoon blikt dubbelhartig terug. Hij is nog steeds een angry young man, maar ook een voortijdige grijsaard. In zijn puberteit beleefde hij alles allemaal veel intenser, vindt hij nu: de pijn, het genot. Hij geloofde nog in zaken waarin hij het vertrouwen inmiddels verloren heeft.

In de melodie van When I Was Young hoor je een ingehouden woede, een drift die elk moment tot uitbarsting kan komen. Die jammerende gitaar, die traag doordreunende baslijn, dat naargeestig krassende viooltje. Het resultaat is een mooi, groezelig, broeierig nummer, een waardige opvolger van We Gotta Get Out Of This Place, dat dezelfde sfeer ademde.

Burdon was net 25 toen hij When I Was Young op de plaat zette. Over zijn eigen jeugd heb ik niet veel kunnen vinden in de popencyclopedieën en -websites. Hij is afkomstig uit Noord-Engeland, uit de omgeving van Newcastle, leerde daar op zijn twaalfde op de gitaar tokkelen, en zat op de kunstacademie toen hij met o.a. Alan Price en Chas Chandler The Animals formeerde.

The Animals speelden in hun eerste jaren Rhythm & Blues, maar in de zomer van 1964 braken ze door met een bewerking van een traditionele folksong: The House of the Rising Sun (nu de eeuwige nummer 1 in de Sixties-top-100 van Radio 2). Ze waren nog net op tijd om mee te kunnen liften met de British Invasion in de USA, een paar maanden eerder ingezet door The Beatles, die dat land stormenderhand veroverd hadden. Amerika keek op van dat kleine gifkikkertje Eric Burdon, met zijn negroïde stemgeluid en zijn rauwe, noordelijke Engels. The House of the Rising Sun bereikte in september 1964 de eerste plaats van de Billboard Hot-100.

De jaren daarop ging het de groep niet voor de wind. Toetsenist Alan Price en bassist Chas Chandler verlieten de band. Price hoorden we later nog terug in hits als I Put a Spell on You en (samen met Georgie Fame) Rosetta. Chandler werd producer en manager van Jimmy Hendrix en later van de Britse glamrock-band Slade.

In 1966 begon Eric Burdon opnieuw met andere Animals. When I Was Young was de eerste hit van deze nieuwe band. In ons land haalde hij in het voorjaar van 1967 de top-10.

Na deze afrekening met zijn jeugd sloeg Burdon een andere weg in. Hij deed de British Invasion in zijn eentje over en vestigde zich in California, waar het allemaal gebeurde in 1967. Heel gemakkelijk schakelde hij over van R&B op de psychedelische muziek van de flower power.

San Franciscan nights was nog een twijfelgeval; in die door een megafoon toeterende politieagent(?) hoorde je nog iets van Burdon’s oude grimmigheid. Maar liefde sloeg voortaan de klok, en gelukkig mochten de oorspronkelijke Amerikanen er van deze immigrant in meedelen (‘includes Indians too’). Nu ik het onderwerp liefde aansnijd: Burdon werd door intimi ‘Eggs’ genoemd omdat hij graag eieren brak boven naakte meisjes die op bed lagen. Zijn memoires zouden vast veel spannender zijn dan de mijne.

Eric Burdon & The Animals speelden in de zomer van 1967 op het befaamde popfestival van Monterey, California, en schreven ook daar een nummer over. Hun Monterey werd een ode aan de muziek. Sky Pilot van een paar maanden later was helemaal 1968: een anti-oorlogssong met spectaculaire geluidseffecten: vliegtuigen (alweer), machinegeweervuur en doedelzakken.

De transformatie van Burdon tot held van de flower power leek compleet, maar in 1969 trad hij toe tot de Amerikaanse funkband War, en ging hij over op weer heel andere muziek. In 1971 ging Burdon solo. Hij staat tegenwoordig nog steeds op de Bühne, met of zonder Animals, en kan nu, met zijn inmiddels 67 jaar, met recht zingen: When I was Young.

© Frans Mensonides, Leiden, 2008


Deel 82: Wired for Sound / Cliff Richard (1981)
Deel 81: Pictures at an Exhibition / Emerson, Lake & Palmer (Album) (1971)
Deel 80: Sexy Sadie (The White Album) / The Beatles (1968)
Deel 78/79: Love of the Common People / Paul Young (1983) - Stille Willem / Spaan & Vermeegen (1981)
Deel 77: You've Got Your Troubles / The Fortunes (1965)
Deel 76: Catootje / (niet) Wim Sonneveld (1963)
Deel 75: Na, na, na / The Shoes (1967)
Deel 74: Don't Call Us, We'll Call You / Sugarloaf & Jerry Corbetta (1975)
Deel 73: The Cover of the Rolling Stone / Dr. Hook & Medicine Show (1972)
Deel 71/72: My Little Town / Paul Simon (1975) en My Home Town / Marvin, Welch & Farrar (1971), door Wim Scherpenisse
Deel 70: Hurricane / Bob Dylan (1975)
Deel 69: A Salty Dog / Procol Harum (1969)
Deel 68: Sixteen Tons / Tennessee Ernie Ford (1955)
Deel 66/67: Rhinestone Cowboy / Glenn Campbell (1975) en Bronco Bill's Lament / Don McLean (1972), door Wim Scherpenisse
Deel 65: Albatross / Fleetwood Mac (1968), door: Frans ten Kleij
Deel 63/64: Shine on You Crazy Diamond en Arnold Layne / Pink Floyd (1975; 1967)
Deel 62: Wat een geluk / Rudi Carrell (1960)
Deel 61: Do the Strand / Roxy Music (1973)
Deel 60: Thick as a Brick pts. 1 & 2 / Jethro Tull (1972)
Deel 59: Everything counts / Depeche Mode (1983)
Deel 58: Air / Ekseption (1969)
Deel 57: All the Young Dudes / Mott The Hoople (1973) tevens: Top-2000-special
Deel 56: Een fijne dag / Drs. P (1973)
Deel 55: Matthew and Son / Cat Stevens (1967)
Deel 54: The Worker / Fischer-Z (1979)
Deel 53: Atlantis / Donovan (1968/1969)
Deel 52: Proud Mary / Creedence Clearwater revival (1969)
Deel 51: The Eve of the War / Jeff Wayne (1978)
Deel 50: Daddy Cool / Boney M (1976)
Deel 49: Spirit in the sky / Norman Greenbaum (1970)
Deel 48: Monkey on Your Back / Outsiders (1967)

Soundbites nrs 1 t/m 47 in het archief van REFLEXXIONZZ!

<< naar thuispagina Frans Mensonides