Beminde zaterdag (18)
mei / juni 2017: Aarzelende start van een fietszomer





< < < < < Deel 17 al gelezen? 


‘Beminde zaterdag’ is een rubriek over treinreizen op die dag met mijn Weekend Vrij. De titel is ontleend aan een dichtregel van Constantijn Huygens die ook heel de week naar het vrije weekend liep te verlangeen, Deze reeks is geïntroduceerd in deel 1. Het overzicht van alle tot dusverre verschenen afleveringen vind je aan de onderkant van deze webpagina.

Vanaf augustus 2015 tot / met november 2016 verscheen deze rubriek maandelijks. Daarna is het meer een incidenteel gebeuren geworden. De vorige aflevering, die voerde naar verschillende stations waar een normaal mens nooit uitstapt, dateert van maart 2017. In april hield de actualiteit van het OV me bezig, met stukken over de Hoekse Lijn, HOV Velsen en de invoering van de Rhein-IJssel-Expresse Arnhem – Düsseldorf

Nu is dan de r voorlopig uit de maand, en wordt het voor de mooiweerfietser die ik ben, tijd om eens een OV-Fiets uit de stalling te gaan halen.

De start was niet erg veelbelovend. Op zaterdag 6 mei deed ik het Wekeromse Zand in de gemeente Ede, waar ik al snel merkte dat je op een ‘Zand’ nou juist beter kunt lopen dan fietsen. Bovendien had ik mijn hoofd zo intensief bij het me verplaatsen op twee wielen, wat ik een half jaar niet gedaan had, dat ik de voornaamste archeologische attractie van de streek over het hoofd zag.

Dat waren de Celtic Fields aan de rand van het Wekeromse Zand. Daarheen wilde ik de week daarop terugkeren, maar toen waren er (onterechte) voorspellingen van regen en onweer. De week dáár weer op regende en onweerde het daadwerkelijk, en dook ik het Museum Oud Lunteren in. Uiteindelijk zag ik die zogeheten Keltische Velden nog op een extra ingelaste beminde zaterdag op donderdag 25 mei, Hemelvaartsdag.

Hieronder dan toch nog verslag van een en ander. En omdat dat een erg karige mei-aflevering van Beminde zaterdag zou opleveren, komen hieronder t.z.t. mijn fietsavonturen van juni, met hopelijk beter weer en een betere planning.

Oh ja, alles over het mooiweerfietsen in de juniaflevering van 2016, toen ik de OV-Fiets pas ontdekt had.


 

Valleilijn, Amersfoort en derailleertong - Weer mooiweerfietsen - Zonder bereik op het Wekeromse Zand - Peultjes op Celtic Fields - Lunteren, fout vóór de oorlog? - v/h VAD - Leiden – Goor – Leiden: Enkele reis in de rondteDiepenheim: 6 kastelen, één verhaal - Pláátjes van kastelen

 



Valleilijn, Amersfoort en derailleertong


Deze fietsaflevering begint toch met treinen. Op zaterdag 6 mei 2017 is het weer eens laveren op een spoorwegnet vol geplande weekendstremmingen. Niet minder dan 16 telt het spoorwegkaartje er op de website van NS. Daar komt nog een 17e, spontane bij; Leiden – Haarlem raakt in de loop van de middag ook nog eens gestremd. Geen bollen kijken vanuit de trein, dus, voor horden teleurgestelde toeristen.

Op mijn route naar Ede ligt Amersfoort – Barneveld eruit en Utrecht – Arnhem voor de helft. De snelste weg naar het natuurschoon van de Veluwe voert vandaag via Amsterdam Zuid. Ik bereik Ede-Wageningen, waar die fiets voor me klaarstaat.

Voordat ik opstap, fotografeer ik een ongebruikelijke trein (rechtsonder). In verband met het uitvallen van de helft van de IC’s is er een extra sprinter ingelegd van Driebergen-Zeist naar Arnhem, zodat je deze zaterdagmiddag bij wijze van uitzondering rechtstreeks van Maarn naar Arnhem kunt. Er zijn tijden geweest dat dat elk half uur kon, altijd.

We doen het in deze aflevering thematisch in plaats van chronologisch, en maken meteen de sprong naar twee zaterdagen verder, 20 mei. Deze keer kan ik wel via Amersfoort. Waar zich in het zuidoosten vette cumulonimbuswolken samenpakken en waar in de verte gerommel klinkt.

Dat fietsen stel ik maar even uit. Een mooie gelegenheid om het gebied achter het station eens uitgebreid te gaan verkennen.



Dat nieuwe stadsdeel ten noorden van het spoor kwam in de plaats voor een verrommeld terrein met Veluwse mengvoerfabrieken. Het vormt een hypermodern contrast met de oude stad, met zijn middeleeuwse muren. Het strekt zich uit van het Piet Mondriaanplein achter het station tot het Eemplein, een ruime kilometer verderop, achter de Koppelpoort.

Daartussenin heb je alles wat een moderne stad een moderne stad maakt: kantorencomplexen, appartementen, winkels, een bioscoop en ander vertier. En alles modern vormgegeven, behalve het quasi-oude haventje.

Vanzelfsprekend in deze Mondriaan-stad is De Stijl prominent aanwezig. Dat is feitelijk in het hele land het geval. Zelfs in Leiden, waar De Stijl ontstaan is, begint het nu langzaam op gang te komen. Wat zou er gebeuren als je die enorme QR-code scant? Of is dat ook een kunstwerk? Bij Media Markt koop je voor 1429 euro, of voor 38 euro per maand totaan je dood of langer, een heuse drone-camera. Maar mag je die zomaar overal oplaten?

Ineens striemen kille regenvlagen op Amersfoort neer. Ik vlucht de abri van het Eemplein in en pak de eerste de beste bus terug naar het station. Het fietsen schrap ik voor vanmiddag. Op met de Valleilijn naar Lunteren.

Over dit door Connexxion geëxploiteerde lijntje, Amersfoort – Ede-Wageningen, schreef ik in de aflevering van februari 2016 dat die ten onder dreigt te gaan aan een luxeprobleem, een te grote populariteit: veel te volle treinen in de spits. De oplossing zou gevonden worden in het bijbestellen van nieuwe treinen, het invoeren van kwartierdienst op het hele traject (nu alleen tussen Amersfoort en Barneveld), daartoe de aanleg van een extra perron op station Ede Centrum en het vergroten van de rijsnelheid tussen Barneveld en Lunteren.

Dat heeft allemaal zijn beslag nog niet gekregen; bij dit soort maatregelen duurt het jaren voordat ze ingevoerd zijn. Bovendien kwamen er protesten uit de bevolking, onder andere van de exploitant van een concerthal in de oude Noorderkerk bij Ede Centrum. Kwartierdienst, acht treinen per uur om zijn concerten te verstoren! Wat hem betreft mag de spoorbaan verlegd worden buiten het centrum van Ede om.

Maar ik zou denken dat bijvoorbeeld een sonatine voor piano, hobo en trein niet te versmaden is voor de ware klassiek-liefhebber. En laat hij anders zelf op de hei gaan zitten met zijn muziektent! Die trein was er eerder dan hij.

Connexxion heeft twee dieselstellen laten overkomen van Breng Direct, die normaal pendelen tussen Arnhem en Doetinchem. Waarmee dan meteen overcapaciteit ontstaat, want op zaterdagmiddag is zo’n sliert bakken beslist niet nodig.

Echt rustig is het op Hemelvaartsdag, dus eigenlijk zondag, met een aantal passagiers per Valleitrein dat op de vingers van twee handen te tellen is. Je zou de Valleilijn bijna aanraden, te doen wat deze streek doet: de zondagsrust te respecteren, en niet te rijden. Moeilijk voor te stellen dat het op een normale donderdag dringen is om in de trein te komen.

Het is zelfs zo dat de reizigerswaarderingscijfers voor de Valleilijn door al het gedrang aan het dalen zijn. Maar, als ik nog even mijn stokpaardje mag berijden in plaats van een OV-Fiets: die cijfers bewijzen juist dat je op de goede weg bent. In NS-tijden reed er elk halfuur een aftands treintje met vierkante wielen langs de vier stationnetjes tussen Amersfoort en Ede-Wageningen. Iedereen gebruikte toen de denigrerende benaming: Kippenlijntje. Maar de waardering van de weinige passagiers was vast heel hoog, want men wist niet beter, en anders waren ze er ook niet ingestapt.

Onder Connexxion en de provincie Gelderland werd kwartierdienst ingevoerd tot het transferium Barneveld, werden moderne treinen op de baan gebracht, nieuwe stations geopend… De reizigers stroomden toe en verdrongen elkaar. En deelden onvoldoendes uit voor zitplaatskans. Een luxeprobleem, zoals ik al zei.

Nog even terug naar de middelste zaterdag van dit hoofdstuk, de regenzaterdag; dit was tenslotte geen chronologisch verhaal. Op Ede-Wageningen was de dag daarvoor op een zijspoortje een FLIRT ontspoord, de Sprinter naar Arnhem. Naderhand bleek dat een zogenaamde derailleertong daarvoor verantwoordelijk was. Of eigenlijk de machinist, die door een rood sein was gereden. Die tong zorgt ervoor dat een trein dan – met zeer lage snelheid - ontspoort, wat minder rotzooi en doden geeft dan als hij de hoofdbaan op zou rijden, waar dan bijvoorbeeld net een ICE aan zou komen stormen.

Zo’n derailleer- of ontspoortong is een ouderwets paardenmiddel uit de tijd van de stoomtram, toen zulke apparaten wel lagen op gelijkvloerse kruisingen van tram- en spoorbanen. Het werkt nog wel, ook in onze digitale tijden. Vreemd is wel, dat NS sprak van een gestrande trein, en niet van gederailleerde…


Valleilijn gezien vanaf de Hessenweg tussen Barneveld en Lunteren



Weer mooiweerfietsen

Barneveld Centrum

‘Hierbij verklaar ik dan het mooiweerfietsseizoen geopend’, zeg ik plechtig, als ik op een OV-Fiets de stalling van Ede-Wageningen uitrijd. Het is even wennen na een winter alleen wandelen. Ik moet meteen tegen een vrij straffe bries in, en ben al bijna óp voordat ik Ede uit ben. Het is ook knap heet, vandaag. Gisteren liep ik nog in een winterjas en nu in overhemd. Zo snel kan het gaan; wie nou de opwarming der Aarde nog niet serieus neemt...

Vandaag zal ik geen een keer bijna ten val komen, en ook geen een keer een bijna-aanrijding veroorzaken. Vermoedelijk heeft de bewaker van de fietsenstalling, meteen nadat hij me slingerend heeft zien wegrijden, een sms- of WhatsApp-alert doen uitgaan: ‘Waarschuwing voor alle verkeersdeelnemers in omgeving Ede: De digitale reiziger heeft zojuist een fiets gehuurd op Ede-Wageningen en is daarop in noordelijke richting vertrokken’.

Over app gesproken: nieuw dit jaar is dat je al in de trein kunt zien hoeveel fietsen er klaar staan op het station waar je er een wilt halen. Ergens afgelopen winter zijn ook de abonnementskosten voor de OV-Fiets afgeschaft; je betaalt nu alleen een bedrag per dag dat je er een huurt.

Het Wekeromse Zand wordt straks onder een apart hoofdje behandeld. Wekerom zelf is niet veel meer dan het dorp waarnaar die zandverstuiving is genoemd. Het lijdt aan het euvel waaraan veel Veluwse dorpen lijden: ze zijn minder bezienswaardig dan hun omgeving. Het ruim 2500 inwoners tellende plaatsje is gebouwd rond de kerk en het Kulturhus. Dat was eerder deze eeuw een poosje mode, om het dorpshuis op z’n Scandinavisch Kulturhus te noemen. Wat voor cultureels er plaatsvindt, zou ik niet weten; bonte winteravonden, wellicht.

Hoe klein Wekerom is, er zijn toch toestanden: ‘Geen mestvergister in het mooie, schone Wekerom’, lees ik op een protestbord.

Ik mis zoals gezegd de Celtic Fields aan de rand van het Wekeromse zand, ga me voeden met appelgebak bij Eethuis ’t Hek in de buurtschap Meulunteren, en keer terug op Hemelvaartsdag voor die Celtic Fields die ook een apart hoofdstuk krijgen.

Die keer start mijn fietstocht op Barneveld Centrum, waar 2 fietsen gereedstaan volgens de app en ook in werkelijkheid. Ik had ook op Barneveld Noord kunnen opstappen, maar daar stond er nog maar 1, en veronderstel als iemand die net eens voor mijn neus zou wegkapen? Lunteren kent geen OV-Fietsenstalling.

Tussen Barneveld en Wekerom neem ik de Hessenweg, ook alweer een oude handelsroute, net als de Arnhemse / Harderwijker Karweg.

Deze Hessenweg liep van Amersfoort naar Arnhem, langs de pleisterplaats Het Planken Wambuis. Dergelijke wegen liepen altijd achter de dorpen langs. In het dorpshart wilde men ze niet hebben, die grote, plompe hessenwagens met handelswaar, getrokken door kakkende paarden en met voerlieden die misschien liederlijke taal uitsloegen.

Ze zijn hier gesteld op stilte en die heerst volop op deze Hemelvaartsdag. Waar zitten de mensen? Nee, niet in de Barnevelder mega-kerken; de parkeerplaatsen zijn leeg. Ik denk dat ze allemaal in de recordfile naar de kust staan. ‘Record hemelvaart’, zal morgen in de krant staan, wat iemand deed twitteren: ‘Die gaat nog komen’.

Wat me allemaal doet denken aan de Christenunie, en die weer aan D66, want hét formatienieuws van deze korte werkweek was dat Alexander Pechtold niet kan leven met de CU. Daardoor zit de formatie na ruim 2 maanden nu echt volkomen in het slop. Het stuitte af op verschillende meningen over het beëindigen van een voltooid leven.

Nou is het met ondergetekende kiezer zo gesteld: ik ben een even overtuigde democraat als godsloochenenaar, maar ik zou desondanks eerder op de CU stemmen dan D66. Ik ben 2002 nog niet vergeten. Onze Alexander was verkeerswethouder in Leiden. Hij drong de gemeenteraad een buitengewoon onverstandig lightrailplan op, dat het OV rond Leiden wel ten gronde had kunnen richten als het was doorgegaan. Alleen het enige raadslid van de CU stemde tegen het plan. Pechtold weigerde een referendum over de kwestie te laten plaatsvinden, hoewel daarvoor voldoende handtekeningen waren verzameld onder de bevolking. Onder Pechtolds opvolger kwam dat referendum er toch en die tram nooit. 

Je vraagt je af, wat D66 nu zoal bereikt heeft, de afgelopen 51 jaar. Ze wilden een bom leggen onder de partijpolitiek, maar wat doen ze nu anders dan partijpolitiek bedrijven? Ze zagen al het heil voor de natie komen van de gekozen burgemeester, maar verder zag niemand daar iets in. Ze waren de kampioenen van het referendum, maar schaffen dat liever af als ze er een dreigen te verliezen. Zou die partij haar eigen bestaan zo onderdehand niet eens als voltooid kunnen gaan beschouwen?

Gedachten tijdens 30 km fietsen. Dit speelt zich af op Hemelvaartsdag. Hoe zou de formatie ervoor staan met Pinksteren, als dit stuk online gaat?


Zonder bereik op het Wekeromse Zand


Zand fietst erg slecht. Dat maakt het Wekeromse Zand geen geschikte bestemming voor de allereerste fietstocht van deze zomer. Bij de parkeerplaats aan de rand ervan speur ik rond of ik ‘mijn’ tweewieler ergens aan vast kan ketenen. Dat ijzeren hek lijkt wel stevig. Maar het moet geloof ik open kunnen, hoewel ik de functie ervan niet helemaal kan doorgronden, want daarnaast is een veel bredere doorgang zonder hek. Dan maar aan het gammele, licht vermolmde houten hek ernaast. Ach, wie zal een fiets stelen die je niet kunt verkopen, omdat het zo overduidelijk een huurfiets is?

Ik loop hier een uurtje rond, me oriënterend met mijn locatie- en plattegrond-app, die zelfs de zandpaadjes op een zandverstuiving in zijn databank heeft. Voor het Wekeromse Zand geldt ook wat ik over het Hulshorster Zand schreef:

‘Met zandverstuivingen is het gesteld net als met alle ‘natuur’ in Nederland. Er is weinig natuurlijks aan, maar ze zijn veeleer het gevolg van menselijk ingrijpen op menselijk ingrijpen op menselijk ingrijpen. Die zandvlaktes ontstonden door overbegrazing van heidegrond. Bovendien werd de bodem regelmatig afgeplagd: boeren verplaatsten de vruchtbare laag schapenstront naar hun akkers. Het zand daaronder kreeg zodoende steeds meer vrij spel, naastgelegen bossen werden verstikt, en de Veluwe veranderde langzaam maar zeker in een filiaal van de Sahara. De naam Veluwe betekent volgens sommige taalvorsers oorspronkelijk: het schrale land’.

Pioniers zoals Lunterse notarissen (zie hieronder) plantten bossen aan om de opmars van het zand te stuiten. Met een zo goed resultaat dat de eens zo gevreesde zandverstuivingen zeldzaam werden en tegenwoordig zelfs beschermd moeten worden. Er wordt nu juist weer bos weggekapt om het zand de ruimte te kunnen geven.

 

Even kijken op mijn telefoon, waar ik ben. Nog steeds op die parkeerplek, hoe kan dat nou? Ja, lekker is dat, zeg! Geen bereik!!!! Vind ik die fiets nou ooit nog terug?

Ik beklim een heuvel. Ja, we zijn weer in beeld; hier is toch nog dekking! Ik volg nu een met witte palen uitgezet pad dat me terug zal voeren naar het rijwiel. Dit is helemaal geen wandel-, doch een ruiterpad, zo te zien aan de hoefafdrukken. Maar ik ben alleen in dit landschap en zie hier geschoeiden noch hoevigen.

Die zijn er wel als ik terugkom bij de fiets. Beruiterde paarden lopen net in de ganzenpas door dat ijzeren hek waar ik mijn fiets aan vast had willen ketenen. Goed dat ik dat niet gedaan heb, zeg! Dan had mij nu een woedend welkomstcomité van ruiters staan op te wachten, die er niet door konden. Waarom niet? Nu zie ik het pas: naast dat op het eerste gezicht overbodige hekje ligt een wildrooster waar paarden niet overheen kunnen.

Goed, blunder vermeden; ‘Voordat ik een fout maak, máák ik die fout niet’, zoals Johan Cruijff placht te zeggen.


Peultjes op Celtic Fields

'Celtic' spieker

Voor die zogenaamde Celtic Fields kom ik 19 dagen later terug. Er is weinig Keltisch aan die velden; raatakkers, heten ze ook wel, met een juistere, en bovendien Nederlandse term.

Ze liggen aan de noordwestkant van het Wekeromse Zand, vlak bij Meulunteren. Het zijn kaveltjes akkerland van 30x30 meter met een aarden wal eromheen. Eeuwen voordat de Romeinen kwamen om hier de boel te moderniseren, werd daar landbouw bedreven. Er werden groenten geteeld die je tegenwoordig koopt in HAK-potten. Ze hebben die raatakkers nu geaccentueerd om ze duidelijker uit te laten komen, en er ook weer dingen op gezaaid. Als je het prikkeldraad en het bordje ‘Peultjes’ wegdenkt, kun je je een beetje voorstellen hoe ze hier zo rond 500 v.C. boerden.

De Veluwnaren van toen woonden in boerderijtjes, knus onder EEN dak met het vee. Ze sloegen hun voorraad op in 'spiekers', voorraadschuren op pootjes, zodat muizen zich er niet tegoed aan konden doen. Ook hadden ze waterputten, die bestonden uit een holle boom in een kuil. Het is hier allemaal gereconstrueerd. De fiets weer aan een paal gebonden, want er is een wandelroute van 2,5 km uitgezet rond die ´Celtic Fields´.

De boeren anno 500 v. C. hadden vast een stuk minder plezierig leven dan wij. Elke winter leven in zo´n tochtig hol zonder cv, op een schamele wintervoorraad van die akkertjes. Het enige voordeel is nog dat hun ellende niet al te lang duurde: ouder dan een jaar of 30, 40 werden de mensen toen niet.

Ik klaag er dan ook maar niet over dat ik hier, wederom bij Wekerom, geen bereik heb met mijn phone. Dat het nog bestaat anno ´17 in Nederland, witte vlekken op de kaart!




Lunteren, fout vóór de oorlog?


Hoe komen ze toch aan een naam als Meulunteren? Meuh? Is dat een blijk van walging of koeiengeloei? Hielden ze hier opvallend veel melkvee? Nee, Meu was oorspronkelijk Meul, ofwel: molen. Het gedeelte van Lunteren bij de molen, kortom. Maar wat betekent dan Lunteren zelf?

Het komt van Slunthari: slingerende beekjes op een begroeide heuvel, althans naar de opvatting van wijlen Dr. P. Hoekstra, die een standaardwerk schreef over de Lunterse historie (‘Lunteren, Een historische Studie’, 2e druk, Barneveld 2011), dat ik doorbladerde in de Koninklijke Bibliotheek in Den Haag.

En dat deed ik dan onder meer om iets naders te weten te komen over het Middelpunt van Nederland waarnaar je overal pijlen ziet als je in deze omgeving fietst. Maar ook voor Hoekstra was dit een raadsel. Ik houd het er maar op dat het een slap verhaaltje is, en dat het ware middelpunt, ofwel: zwaartepunt bij Putten ligt; dat is tenminste uitgeknobbeld door een echte landmeter, en geen fantast.

Als je langs de vele weelderige woningen van Lunteren fietst, is het moeilijk voor te stellen dat Schraalhans hier ruim een eeuw geleden niet alleen keukenmeester was, maar de streek met harde hand regeerde. Arme donders, keuterboertjes in plaggenhutten, dat was Slunthari.

Totdat drie successieve notarissen het dorp opstuwden in de vaart der dorpen: Dinger, van der Ham en Wilbrink. Van der Ham zorgde voor aanleg van het Buurtbos bij de Goudsberg, de heuvel waar ik op Hemelvaartsdag met de fiets niet tegenop kwam. De notaris werd bijgestaan door legers van arbeiders die daar nou niet echt een riant loon voor beurden: 30 cent per dag. Van der Ham ontwikkelde in Lunteren ook bijenteelt en de kweek van een speciaal appelras: de notarisappel. De Appelhof in het hart van het dorp (foto rechtsonder) is aangelegd ter nagedachtenis aan hem.

Wat je bij Hoekstra niet te weten komt, vertellen ze je wel in Museum Oud Lunteren, waar een leger van enthousiaste vrijwilligers de bezoeker bijlicht.

Het imago van Lunteren moet ook wel enigszins worden opgepoetst. Al vóór de oorlog was het dorp net zo berucht als Schalkhaar ín de oorlog was. Vanaf 1936 organiseerde de NSB elk voorjaar in Lunteren een Landdag. Bij ´De muur van Mussert’ - die ik op mijn fietstochten niet heb kunnen vinden, wat me maar matig spijt – hield de foute ingenieur dan een ‘hagespraak’, een nazistische donderspeech. De muur van Mussert, die zelf tegen de muur zou eindigen.

Dat NSB-verleden kun je Lunteren natuurlijk niet tegenwerpen. Ze kwamen daar samen omdat een hoge NSB-bons er een stuk grond bezat - en ook wel een beetje omdat Lunteren dat mysterieuze Middelpunt van Nederland binnen de grenzen had, denk ik, dat de Germanen al als het middelpunt van hun wereld zagen. Maar ja, die NSB’ers moesten natuurlijk allemaal gelaafd en gespijzigd worden. En dat geschiedde door leveranciers uit de omgeving. Maar die moesten dan, letterlijk om den brode, wel lid van deze foute partij worden; brood-NSB’ers heetten ze.

Op tweede pinksterdag van 1939 stroomden hier 25.000 mensen samen, aangevoerd in 800 automobielen, 180 autobussen en 7 extra treinen. Heel wat bammetjes!

De vrijwilliger benadrukt dat in de oorlog veel Lunternaars kozen voor het verzet. Met de hagespraken was het ook snel afgelopen: de bezetter verbood ze. Zelf zagen ze Mussert ook maar matig zitten.

Nog veel meer over de geschiedenis van de streek is te zien in dit aardige dwaalmuseum, dat binnenkort gaat uitbreiden. Ook de mammoetkaak, zonder welke een bezoek aan een dorpsmuseum niet compleet is, ontbreekt niet.

Wat ik nog wel zag, zie je er nu niet meer: een tentoonstelling van toverlantaarns die op de dag van mijn bezoek zijn finale beleeft. Deze 17e-eeuwse voorloper van de diaprojector en de beamer is mogelijk uitgevonden door mijn beroemde dorpsgenoot Christiaan Huygens. Als dat zo is, heeft hij er zelf alles aan gedaan om dat feit geheim te houden; hij wilde niet in de Wikipedia komen te staan als bedenker van een onserieuze kermisattractie.

De toverlantaarn wordt ook wel toegeschreven aan de geleerde Duitse jezuïet Athanasius Kircher. Die had een soortgelijk apparaat verborgen onder zijn mantel, waarmee hij beelden van de duivel projecteerde op muren, om onnozele boeren schrik aan te jagen. De kerk zat de zondag daarop dan weer vol. Jezuïeten hebben wel een bepaalde reputatie…



v/h VAD


De bus dan, tot slot, de VAD-bus, ben ik op de Veluwe nog geneigd te zeggen, al heeft Syntus de winkel hier al lang overgenomen. Aan een bus met ‘Putten’ op de lijnfilm kan ik geen weerstand bieden, en op de eerste zaterdag van mei stap ik bij Ede-Wageningen dan ook in lijn 107 naar ons voormalige vakantiedorp, waar ik wat ga eten. Daarna kan ik ook weer met bus 107 naar het excentrisch gelegen station van Putten.

Mij wacht dan een rit van in totaal 38 km, af te leggen in een klein uurtje, dwars over de Veluwe. Ongeveer een kwartier na vertrek uit Ede passeren we Wekerom weer, met dat Kulturhus. Bij busstation Wittenberg zie ik een abri staan in USA – jaren 50 – rock-’n-roll-stijl, met het opschrift Short Story.

Twee zaterdagen later pak ik in Ede weer de bus naar Putten, maar deze keer wil ik het mijne, en in ieder geval een foto hebben van die opvallende abri, en stap bij Wittenberg uit.

Wittenberg ligt aan een kruising van doorgaande wegen voor automobielen, de N344 en de N310. Officieel valt het busstation onder de woonplaats Stroe, maar het ligt daar kilometers vandaan, met in de wijde omgeving nauwelijks woningen. De enige bebouwing in de buurt vind je op een kazerneterrein. Dat is op Google Maps ´geblokt´ in camouflagekleuren, opdat Poetin niet kan zien wat daar plaatsgrijpt. Alsof die toch al niet alles van ons weet!

Busstation Wittenberg mogen de Russische spionnen wel zien. Rond het hele uur is het toch een drukte van belang op deze verlaten plek, want er komen dan uit alle hoeken en gaten bussen aanrijden, 5 stuks op 3 lijnen: 102 Amersfoort - Apeldoorn, 107 Ede - Putten en 112 Nunspeet - Wittenberg.

In die opvallende abri bevindt zich een jukebox. Als je op een nummertje drukt, wordt er een kort verhaal verteld. Net wil ik er een kiezen, of bus 112 uit en naar Nunspeet verschijnt, waarop ik wilde overstappen. Ik laat de jukebox de jukebox. Er zitten een stuk of 20 verhalen in. Als je hier alle bussen mist, kun je ze in een uur tijd allemaal horen.

Met bus 112 passeren we een aankondigingsbord van ‘tractor pulling’ in Speuld, huize ´Zuuk t maar uut´, het Uddelermeer waar ik in 2014 was, Uddel en Garderen. Die twee dorpen waren in het nieuws, gisteren. Een ouderling uit Uddel zou een demente vrouw uit Garderen een bedrag met 4 nullen afhandig gemaakt hebben - maar daarvan wel de helft geschonken hebben aan charitatieve instellingen.  

Duistere zaken grijpen plaats in de Veluwse wouden, zelfs als je alle onheilspellende volkslegenden en sagen negeert die hier al eeuwen rondzingen, en je beperkt tot de krantelijke feiten van nu. Met deze Robin Hood op z´n Veluws eindigt dit mei-hoofdstuk uit Beminde zaterdag, omdat er ooit een einde aan moest komen, en ook omdat het al juni is.

Frans Mensonides
4 juni 2017
Er geweest: zaterdag 6 en 20 mei; donderdag (Hemelvaartsdag) 25 mei 2017




Leiden – Goor – Leiden: Enkele reis in de rondte

Zutphen - Goor - Hengelo -  Zwolle


De zaterdag na Hemelvaartsdag deed ik in een tropische hitte de Vincent van Gogh-fietstocht rond Nuenen, met Eindhoven als vertrekplaats. Verslag daarover komt binnenkort op mijn culturele rubriek FHM’s. De zaterdag daarop, Luilak, 3 juni 2017, befietste ik de Hoekse Lijn, die omgebouwd wordt tot metro. En nu, weer een week later, de 12e, wordt het tijd om deze rubriek ‘Beminde Zaterdag’ weer eens op te gaan pakken.

Ik heb gekozen voor de 6 kastelen van het Twentse Diepenheim, net als ik precies 52 weken geleden al deed. Toen was echter de OV-Fietsenstalling bij station Goor defect en reed ik uiteindelijk rond in Enschede, Boekelo en Lonneker. Deze keer een herkansing in Goor.

Straks de kastelen, eerst de trein. Ik maak er vandaag een sport van om het zo te regelen dat ik geen enkel spoorwegtraject meer dan één keer afleg. Een rondreis dus; een retourtje dat zodoende een soort enkele reis wordt.

Het valt niet mee, met ook deze zaterdag weer een lange lijst van stremmingen door werkzaamheden. Ik kom tot: Leiden Lammenschans – Utrecht Centraal – Arnhem ook Centraal – Zutphen – Goor – Hengelo – Deventer – Zwolle – Leiden Centraal, 416 km in totaal, en niet eens echt helemaal rond.

Goor

Ik reis weer eens eerste klas, vandaag. Deze keer heb ik dat niet te danken aan een dankbare lezer of aan die aardige collega die zelf nooit met de trein reist, maar wel upgrades eerste klas in de brievenbus kreeg. Nee, NS zelf verstrekte me die ´upgrades´, als goedmakertje voor het feit dat er in het weekend regelmatig te korte treinen waren ingezet als IC naar Groningen. Daar heb ik inderdaad wel eens mee gereisd de afgelopen tijd (zoals in de maart-aflevering voor Bedum en Rodin).  Blijkbaar houdt de NS dat allemaal bij; ik had er geen klacht over ingediend. Twee weekenddagen eerste klas, dat was het douceurtje.

Ik moet die upgrade op mijn beginstation Lammenschans eerst  éérst ophalen bij de kaartautomaat en daarna kan ik pas inchecken. Andersom kan niet; het systeem blijft voor verrassingen zorgen.

Tot Arnhem gebeurt er niets bijzonders, dat wil zeggen: veel overbodig geleuter door de luidsprekers van de trein (‘We zijn op tijd vertrokken en dat was precies volgens dienstregeling’) en in Utrecht weer zo’n horde studenten die reizigers proberen te doordringen van de noodzaak van afvalscheiding.

In de stationshal van Arnhem staan wel 6 veiligheidsmensen geschaard rond één dronken aardbei, een beschonken reiziger die onsamenhangend staat te oreren. Wat doen al die NS-medewerkers nou precies? Kunnen ze dit wel hèndelen met z´n zessen, of wordt er gewacht op assistentie?

Ik wacht het niet af, pak mijn trein naar Zutphen en daar die naar Goor. De eerste stop is dat spookstation Almen waar ik ook al was in die maartaflevering. Wij moeten halt houden, de tegenligger passeert ons.

Het eerste echte station is Lochem. Juist hier, op dit moment zie ik op mijn smartphone een mail  van een lezer die reageert op dat stukje, met de vraag of ik ook weet wat voor soort ‘kutvogels’ dat precies waren die krasten in de bomen bij station Lochem. Mijn antwoord, dat ik op ornithologie weinig kijk heb, zal hij later te onvolledig en te kort door de bocht vinden.

Hét moment om aan te tekenen dat zinvolle vragen en  op- en aanmerkingen van lezers vanzelfsprekend altijd welkom zijn in mijn brievenbus.

Ik bereik Goor volgens plan, weet daar een fiets uit de stalling te kapen, rijd langs die kastelen en daarna verder met de trein, via Hengelo, Deventer (alwaar kermis) en Zwolle naar huis. Geheel volgens plan. Op mijn terugwegen gebeurt er zelden iets vermeldenswaardigs, en de meeste foto’s die ik maak, maak ik ook op de heenweg.

 

Diepenheim: 6 kastelen, één verhaal

Kasteel Weldam


Fietsen langs kastelen, nu. Onderweg naar Goor blijft de spanning er lang in. De NS-reisplanner meldde gisteren nog de aanwezigheid van 3 OV-Fietsen op station Goor. Maar in de loop van mijn treinreis zakt dat tot 2. Die staan er allebei nog als ik in Goor de voet aan de grond heb gezet; de lampjes brandden groen. Net als vorig jaar. Maar deze keer slaag ik er zonder slag of stoot in, de hand te leggen op een rijwiel.

De kastelen van Diepenheim heten Weldam, Wegdam, Nijenhuis, Warmelo, Westerflier en last but not least Diepenheim zelf. De laatste ligt tegen de bebouwde kom van Diepenheim aan; de andere 5 in een straal van hoogstens 4 kilometer daaromheen.

De geschiedenissen van die 6 optrekjes lopen wonderlijk parallel; je zou ze in één paragraaf en bloc kunnen behandelen, en dat is precies wat ik ga doen.

Ze dateren allemaal in hun oorspronkelijke gedaante uit de middeleeuwen. Wat je nu ziet, is het resultaat van ingrijpende verbouwingen in de 17e en 18e eeuw.

Het waren havezaten en dat is in oostelijke regionen de benaming van kastelen of versterkte woningen die toebehoorden aan ridders die lid waren van de Ridderschap. Die hadden iets te brokken in de melk van het regionaal bestuur. Vóór de Reformatie stond dat  onder leiding van de bisschop van Utrecht en daarna onder die van de Staten van Overijssel. Napoleon maakte een eind aan het fenomeen: Ridderschap.

Al de Diepenheimse kastelen staan te midden van een landgoed dat erbij hoort. Boerderijen daarop hadden en hebben nog steeds luiken in de kleuren van de kasteelheer, ten teken van hun onderhorigheid aan hem. Ik zie hier vanmiddag een hele regenboog aan luikenkleuren.

Met 6 van zulke haantjes in een gebied van nog geen 50 km2, moet deze streek wel het toneel geweest zijn van eeuwenlange Twentse Twisten, zou je denken; ze zullen elkaar de streek wel uitgevochten hebben. Maar niets blijkt minder waar als je het nazoekt in de geschiedenisboeken. Ze hadden een gemeenschappelijke vijand in de hertog van Gelre, met wie vooral aan het begin van de 16e eeuw de nodige bonje was.

Aan het eind van die eeuw was de Opstand der Nederlanden gaande, alias: de Tachtigjarige Oorlog. Prins Maurits trok door deze streek om die te zuiveren van Spanjaarden. Het Twents-/Oranjemuseum Nieuwe Haghuis (rechtsboven op de foto) herinnert aan die tijd. Hetzelfde doet de Prinsendijk die ik een tijdje gevolgd heb.



Klik d'rop! Fietsen door Diepenheim en omstreken

De Diepenheimse kastelen leveren allemaal plaáátjes van foto’s op en vallen sterk op door hun strakke symmetrie. Die zet zich ook voort in de bijgebouwen, die vaak elkaars volkomen spiegelbeelden zijn.

Alle 6 de kastelen worden tegenwoordig bewoond door particulieren; zijn het geen oude baronessen, dan zijn het wel nieuwe rijken. Ze zijn dan ook niet toegankelijk voor bezichtigingen. Slechts twee kasteelbewoners laten volk toe in hun tuinen. Daarvan lijkt Weldam dat niet van harte te doen, terwijl Warmelo is uitgegroeid tot dé toeristische attractie van Diepenheim en wijde omgeving. De landerijen kunnen meestal wel vrij bewandeld en befietst worden.

Dat laatste doe ik vanmiddag dus. Ik beperk me tot fietsen en fotograferen, en sla deze keer niet aan het wandelen door parken of flaneren door kasteeltuinen. Ik ging vanmorgen iets later op pad dan bij het ochtendkrieken en heb niet eens zo’n verschrikkelijk lange middag meer.

Gisterenavond heb ik op de plattegrond een handige route uitgestippeld van Goor tot Goor via alle zes kastelen. Die route staat hierboven al. In hoeveel verschillende volgorden kun je die monumenten bezoeken? Dat zijn er 720. Het geldt niet alleen voor Diepenheimse kastelen maar voor alles waar er 6 van zijn.

Dat loopt nogal snel op. Had ik behalve die kastelen ook nog een bezoek aan de Watermolen Den Haller in mijn route willen opnemen (die ik in werkelijkheid onderweg spontaan tegen kwam) dan had ik de keuze gehad uit 5040 volgorden. De pizzabezorger die zijn pizza’s in één rondje moet afleveren op 10 verschillende adressen, heeft 3.628.800 mogelijkheden tot zijn beschikking, de gemeentebode die bij 13 adressen van raadsleden een spoedstuk in de brievenbus moet doen, komt op het onbegrijpelijk hoge aantal van 6.227.020.800. Ik ben toen ik in Ter Aar werkte, eens meegereden met de bode om al die brieven in de bus te doen terwijl hij in de auto bleef, zodat hij die niet 13 keer op slot hoefde te doen; zo kwam ik op dit uit het leven van een gemeenteambtenaar gegrepen voorbeeld.

Heb je 30 of 40 adressen, dan heb je aan de grootste supercomputer niet genoeg om de optimale route uit te rekenen – maar kun je nog altijd heel ver komen met een plattegrond, kennis van de omgeving en een feilloos oriëntatievermogen.

Dat is nou net waar het bij mij aan ontbreekt. Ik heb een plattegrond-app op mijn telefoon, de zon wijst me deze hele warme middag eerst het zuiden en later het zuidwesten, maar ik heb een paar keer toch weer alle moeite om de kastelen te vinden.

Het begint al met de eerste twee. Weldam en Wegdam scheelt maar één letter en maar een ruime kilometer hemelsbreed op de kaart. Maar ik ben langer dan 20 minuten onderweg van de een naar de ander.

Enfin, dat is in een streek die in Randstelijke oren opvallend stil en rustig is. Je komt echt tot rust, na een week vol hectiek op kantoor. Nou moet ik zeggen dat je bij ons op de zaak vrijdagmiddag ook alleen het gerinkel in je oren maar hoort, en het voortijlen van de minuten in de klok; verder weinig.

 

Pláátjes van kastelen

Hieronder dan alle kastelen op de foto.

 

In Weldam mag je de tuinen dus bezoeken, mits je een knaak in de bemodderde rouwrandnagelknuisten stopt van de horige die belast is met het tuinonderhoud, zo niet: de landschapsarchitect. Trouwfoto’s maken kost hier maar liefst een geeltje. Maar huwelijksfeesten zijn toch al erg kostbaar, dus dat kan er dan ook nog wel bij.


Wegdam, toch nog gevonden, anders was het: ‘Weg, dam!’ geweest. Dat ene zijweggetje van de weg langs Wegdam, dat loopt dood. Dat weet ik nu nog niet, maar ik zal het spoedig ondervinden.



Nijenhuis, waar ooit het politici-geslacht Schimmelpenninck resideerde. Het kasteel is de naamgenoot van dat tussen Olst en Heino, filiaal van Museum de Fundatie. Op het landgoed om het kasteel heen zie ik een merrie, een ontaarde moeder die venijnig naar achteren trapt als haar veulen aan de tiet wil.


Watermolen Den Haller is gebouw in de 12e eeuw en daarmee waarschijnlijk de oudste nog werkende watermolen van het land.



Op Warmelo zou ik een zandsculpturententoonstelling kunnen zien. Maar met zandsculpturen is het net zo gesteld als met ijssculpturen. Het is allemaal wel kunstig en mooi en knap gedaan, maar echt in vuur en vlam raak ik er niet van - wat in het geval van die ijsbeelden maar goed was ook, zoals ik al flauw opmerkte in dat stukje.

Net had ik het over een ontaarde moeder, maar op Warmelo woonde ooit de moeder van een ontaarde zoon, Prinses Armgard, die in 1911 Prins Bernhard baarde.



Westerflier ligt op een strategische plek bij de splitsing van de rivieren Regge en Schipbeek en vlak bij de grens van Overijssel met Gelre. Dit kasteel ving de eerste klap op als de hertog van Gelre het weer eens op zijn heupen had.

Op het tol-lijstje bij Westerflier staat geen tweewieler vermeld en ik ga er dus maar vanuit dat ik hier gratis mag fietsen.




Tot slot huize Diepenheim.

En dat kasteel is dan de naamgever van het kleinste van de 8 traditionele Twentse steden, met momenteel ruim 2500 inwoners. Vergelijk dat eens met Hengelo (80.000) dat eigenlijk niet eens een stad is.

‘Een kleine stad is ook een stad’, zeg ik altijd. Maar Diepenheim doet eerder knus dorps aan dan stedelijk. Op een van de vele terrassen bestel ik koffie en appelgebak.

Nu moet ik straks als een gek naar station Goor racen, daar nog net de trein halen, Hengelo schrappen en via de kortste weg terugreizen naar Leiden, en afzien van een diner onderweg; dan ben ik misschien nog net op tijd op de Kennedylaan om De Verwarde Man te spelen in het straattheaterstuk ‘Droomland’.

Nee, onzin, ik heb al afgezegd en er is al een vervanger gevonden. Maar ik merk dat ik de sfeer, de roem en het applaus al nauwelijks meer kan missen.

Nog vier voorstellingen. Vandaag over een week is er een openlucht-afscheidsdiner met de hele cast, en daarna de laatste uitvoering. Daar wil ik persé bij zijn. Geen Beminde Zaterdag, dan; excuses voor het ongemak!

Frans Mensonides
25 juni 2017
Er geweest: zaterdag 10 juni 2017.

PS: En op de laatste zaterdag van juni was het herfstweer in het hele land. Dit is dus meteen het einde van de mei-juniaflevering. We hopen op betere mooiweerfietszaterdagen in juli!

Lees verder in deel 19 > > > > >




Maart 2017: ‘Had u maar in het achterste stel moeten gaan zitten’ - De Punt - Rodin - 1e klas heeft geen klasse - Bedum, tien eeuwen in de greep van Walfridus - 1e klas van Abellio - Apeldoorn-Zutphen - Klarenbeek in een beekdal - Lochem onder vogelgekrasDe Stijl of stijlloos?; Museum ArnhemSpookstation Laren-Almen - ‘De Hoofdige Boer’; Almen in het voetspoor van Staring - Schollevaar; Wandelen in Capelle a/d IJssel - Gamechanger!
November 2016: Sliedrecht op papland (1) - Nationaal Baggermuseum - Sliedrecht op Papland (2) Trump en Piet en zo  - De bus naar Kroeven - Roosendaal, Sint en het Tongerlohuys - Altijd hetzelfde? - Welke dam? Didam (in de Liemers) - Aaltens Onderduikmuseum, eigenlijk meer een experienceDen Haag – Gouda: Sprinter langs Hofwijck - Heksenwaag Oudewater: gewogen en te zwaar bevonden  -  Gouda – Oudewater – Utrecht: In het bandenspoor van de VAGU - Winterstop
Oktober 2016: Arriva-lijn 156, ’s Hertogenbosch – Eindhoven - Sint-Oedenrode in regen en zon - Als in een jongensboek - Hollander-alarm - Leiden – Limburg, of: Wel eens van Flixbus gehoord? - Bunde (Bung), Kasen en Voulwames - Veolia neemt afscheid, en hoe! - Houthem-Sint Gerlach - Almelo – Mariënberg – Hardenberg; Vechtdallijntje vernieuwdHardenberg - Almelo - De cursus ‘omgaan met teleurstellingen’; Finkers´ Almelo - Vriezenveen - Mooi Deventer - Driekwartierslaantje Diepenveen, a.k.a. Wechelerweg -  Baileybrug, of: het Deventer-moment - Een station aan een snelweg, hoe komt dat? - Relikwie van de Rijngouwelijn, en nieuwe lightrailplannen - Zo oud als de weg naar Kralingen; Krimpen aan den IJssel
september 2016: Terug uit België - Zutphen: Monumentendag in de open lucht -´Karweg´; Oude Hanzeweg Harderwijk – ArnhemToegift: ook actievoerende conducteurs onzichtbaar
augustus 2016: Per trein langs Wouw - Per fiets door Wouw - Langs de Wouwse Plantage - Rijen-Gilze - Netelige kwesties: Emplacement Utrecht Centraal, IC in Harderwijk, en meer - Wolderwijd; Zeewolde - Nuldernauw; ´s Heeren Loo - Intermezzo: het oor en de gekte van Vincent van GoghLaatste fietszomerzaterdag: Spangen, Waalhaven en verder - Het Kasteel -Spotter gespot; Maastunnel en WaalhavenPernis en BeneluxtunnelAnderhalf nieuw station: Utrecht Vaartsche Rijn en Amsterdam RAI
juli 2016 BUCHNaar Schoorl - Inkoppertje: Groet uit Groet - Toch nog het Klimduin -‘Dikke lijnen worden dikker, dunne lijnen verdwijnen’; van deur tot deur in de Randstad - Vlag uit: Tilburg Noord uit isolement! - Oisterwijkse vennenOisterwijk, Heukelom en Berkel-Enschot - Hallo Bandoeng, hier Radio Kootwijk - Halte Assel, Echoput, Julianatoren en verder - Terug in BUCH: Uitgeest - Nieuwe worsteling met fietskluizen - ‘Geniet van dit zicht voordat er een snelweg ligt’; in en om Uitgeest - Ouddorp: per bus naar trams 
juni 2016 Een verrassende wending - OV-Fiets - Putten - Knap Goor! - Enschede, Boekelo en Lonneker - Intermezzo: Fluiten = niet meer instappen - Naar Ede(n) - Aanfietsen - Rond Ede(n) - Brunch en Brexit - In en uit een Zelfservicestalling - De Zak van Zuid-Beveland
mei 2016: Waarom ik ook deze keer pas helemaal tegen het eind van de middag ter plaatse was - Syntus’ plannen met Woudenberg, Scherpenzeel en Renswoude - Lijn 80: Amersfoort – Wageningen - Wolkom, een mooie kille pinksterdag in het Heitelân (1) -Museum Dr8888, onverw8s pr8ig! (100 jaar Dada) -Wy binne los, een mooie kille pinksterdag in het Heitelân (2) - Brug in Weener kaputt: spoor naar Leer gestremd - Jans Pommerans van Bad Nieuweschans - Weener per vervangende bus - Aanpassen, meedoen, verzetten: Verzetsmuseum Amsterdam - Zeeburgereiland 
april 2016
: Bussen in de Neus van Noord-HollandWervershoof en Andijk: ‘If only you were here’ -
Zwaag / Blokker: langs het (vermeende) heksenpad en verder - Uitwaaien op Zuid-BevelandWemelend in WemeldingeHeinekenszand Heinkenszand - Een zaterdag met atmosferische omstandigheden - Het storp Leusden: autospoortje en drive-inwoningen - Leusden: hoe versjteer je een busnet?Kamp Amersfoort: de laarzen van een beul - Zwijndrecht – Dordrecht (door omstandigheden) 
maart 2016: Een dag met een tijdslot; Den Bosch – Nijmegen, w/o Rosmalen - Open-jassendag in Wezep - Salto mortale van een toetsenist: Keith Emerson overleden - Elburg: Admiraal Kinnenbak - Deurne, soort van eindpuntDeurne, Hét Dorp - De Wieger: ‘Langs het tuinpad van mijn vader.’- Hoekse lijn (3) - MerwedeLingeLijn, NL-Alert en een winter(?)jas van V&D - Onderweg langs de Onderweg: Hoogblokland en Arkel - Via Baflo naar Bowie - 'Baffelder'- David Bowie was
februari 2016
: Waar je nooit uitstapt - Vechtdal - Dalen; (g)een verdacht pakketjeWederom: Emmen ZuidZonder gram in Gramsbergen - Driehuis en Amsterdam Muiderpoort - Zaankanters - Van Zaandam Kogerveld naar Koog aan de Zaan - Kilometers makenDe meest kletsgrage conducteur van NS -Arriva SpurtTerborg en Silvolde: in het rijk van de Tonater - Huet; De dichteren van Doetinchem
januari 2016
: Stadsbussen, met voorbedachten rade of op de bonnefooi -  Breda Princenhage: ontdekking van het tweede Den Haag -  Roermond: gekte in de Outlet - Met de ICE niet over de Valleilijn - Enschede Kennispark - Stokhorst revisited - Microdienst van Deventer - Schiphol Airport - Stadsbus Lelystad - In het voetspoor van de Maharishi - Museum Nieuw LandStrijp-S: het ‘nieuwe’ station en de nieuwe wijkHOV en Phileas-sof in Eindhoven8 met achtbaan door Acht - Flehite, land van de vele waterlopen - Vathorst, wederom -  Nog een keertje de Valleilijn 
december 2015: Rotterdam - Tilburg / Tilburg: verrassende contrasten - Museum De Pont Apeldoornse roots - CODA - Oss, of wat gebeurde er met de halteloze bus? - Oss, de stad en Museum Jan Cunen - Maassluis aan de Hoekse lijn  
november 2015: Boven het Noordzeekanaal - Blindganger: Sprinter Hoofddorp – Hoorn KersenboogerdWognum; Scheringa geschoren -  Bastaard van Holland; Schagen schimmig in de schemer (Skagen skimmig in de skemer) - Leiden versus Deventer - Cultureel weekendZwaan op het spoor: Sloterdijk-Hoorn - Power to the pieper: Opperdoes - Met de blik op Medemblik - Toegift: Geestlijn exit  
oktober 2015
:  1e klas-maand  - IRM - SLT - 'Berliner'- Sprinter - Twello - Protos - Van Boxtel: kip zonder kop - Koploper - IC Direct - Plan V - Station Breda verbouwt zich - De Evangelist van de Lichtstad - Venlo - Velios - DDZ en DDAR - Assen - Arriva-Vechtdallijn - Buffelen naar Kampen - Bilthoven-Lage Vuursche- Den Dolder: herfstkleuren - de 'Panwag', ICE, de 1e der 1e klassen - MerwedeLingeLijn - Wolfheze en Oosterbeek - Achterhoekse Spurt - Twents/Syntus-LINT - And da winner izzzzz:
 
september 2015: Hoekse Lijn vermetrood (of: verlightraild?- Harderwijk; architectuur en moraalStation Zwolle zonder dolle (en zonder winkels)Utrecht Centraal mag best wat meer kosten - Culemborg, waar dode schrijvers voortleven / Weeshuis: van weldoenster tot helleveeg;
juli-augustus 2015: Introductie - Een dag met gegeven omstandigheden (zomerstorm)  - Veenboemel Alphen a/d Rijn-Gouda - Op Papland  - Doesburg: goed geconserveerd - Nijmegen Lent  en De Oversteek -  Westerscheldetunnel - Terneuzen, waar het licht bijna te zout is voor het oog - Museum Schooltijd: zwijmelen in nostalgie -  Haagse School in Dordrecht - Oudenbosch: de koepel in de kop  -  Boheemse Rapsodie, of: haat-liefdeverhouding met RandstadRail  

     

Eerder verschenen afleveringen:

© Frans Mensonides, Leiden, 2017