Deel 84

Nummer: A Taste of Aggro
Uitvoerende Artiesten: The Barron Knights
Tekst en muziek: The Barron Knights; diversen
Jaar: 1978
Veronica Top 40: niet genoteerd
Radio 2 top 2000: niet genoteerd


Soundbite:

No-one would listen to the smurfs in prison
So they jumped over the wall,
But a policeman saw them, he chased them,
Caught them, this is what he asked them all:

'Where are you all coming from?'
We're from Dartmoor, on the run.
'How did you work out your route?'
We followed the arrows on our suit.
'What were you in Dartmoor for?'
We borrowed a safe from the bank next door.
'And why do you all talk this way?'
Cause we're from Ketford,aren't we? Uh!

Volledige tekst: staat HIER


OP YOU TUBE: De single, gedraaid op een ouderwetse grammofoon, en ingeleid door de trotse bezitter daarvan (4:29)

Geluidsfragmentje : helaas niet beschikbaar


Neêrlands smartlapkoning zijn, een megahit scoren in de UK en dan ook nog geparodieerd worden door The Barron Knights, het is bijna te veel eer. Toch overkwam het Father Abraham, achter wie natuurlijk onze eigen Vader Abraham schuilging, ofwel Pierre Kartner (die in 1935 geboren is, en beloofd heeft, in 2010 eindelijk op te houden met zingen).

Hij had in de herfst van 1977 zeven weken op één gestaan met zijn Smurfenlied, tot afschuw van iedereen die nog een laatste restje goede smaak in de aderen had. Het bestond uit een simpel vraag- en antwoordspel tussen Kartner en zijn blauwe vriendjes. De laatsten werden opgenomen op halve bandsnelheid en klonken daardoor op de plaat een octaaf hoger, een truc zo oud als de grammofoonplaat, maar hij werkte blijkbaar nog.

De smurfen werden door dit succes definitief platgeslagen. In die stripverhalen van Peyo zaten zoveel diepere lagen, dat je ze als intellectueel nog op je salontafel kon leggen. Maar na 1977 zijn die Smurfenalbums allemaal in de prullenmand beland; geen mens durfde ze meer in huis te laten slingeren.

Aangemoedigd door het succes in Nederland vertaalde Kartner zijn Smurfenlied in vrijwel alle talen van Europa. En zie: in Engeland, normaliter zo gesloten als een oester voor Hollandse producties, stond hij met The Smurf Song zes weken op de tweede plek in de Singles Charts. Alleen Olivia Newton John en John Travolta (You’re the One That I Want) konden die blauwe wezens van de eerste plek houden. Met dat succes trokken de smurfen de aandacht van The Barron Knights.

Deze groep, in 1959 opgericht ergens benoorden Londen, had zich sedert het tijdperk van de beat en de British Invasion toegelegd op parodieën. De band bestond onder andere uit naamgever Barron Anthony (gitaar / zang), leadzanger Duke D’Mond en bassist Peter Langford, die nu nog het enige oorspronkelijke lid is van deze al bijna een halve eeuw bestaande formatie.

Hun formule is eenvoudig uitgelegd. Zij maakten een medley van fragmentjes uit bestaande tophits. Die speelden ze - meestal niet onverdienstelijk - na, maar dan met een andere, komische tekst, nét anders dan het origineel. Die fragmenten werden aan elkaar gelijmd door een refrein. En alles had dan een bepaald thema. In hun eerste hit, Call Up the Groups uit 1964, moesten alle popcoryfeeën in dienst; in Pop Go the Workers van een jaar later gingen ze weer naar een baas – iets wat vele eendagsvliegen uiteindelijk ook werkelijk zouden doen.

Het thema van hun hit uit 1978 was: aggro (mot, trammelant). A Taste of Aggro begint met een stukje uit het overbekende Rivers of Babylon van Boney M, ook een hit uit dat jaar. In de uitvoering van The Barron Knights gaat dat lied over ‘A dentist in Birmingham’. Daarna komen de smurfen. Dit blijken tuchthuisboeven te zijn, ontsnapt uit de staatsgevangenis Dartmoor. Je moet het horen op You Tube; het klinkt in werkelijkheid veel leuker dan als je het beschrijft op papier. De single is live opgenomen.

Het derde nummer van de medley is een parodie op een in Nederland onbekend nummer, Matchstalk Men and Matchstalk Cats and Dogs van Brian and Michael. Die ballade had eerder in 1978 op één gestaan in de UK. Het was een ode aan de naïeve schilder L.S. Lowry, die voornamelijk industriewijken schilderde, bevolkt met een merkwaardig houterig mensenras. Maar in de versie van The Barron Knights ging het over een hooligan die alles en iedereen bewerkte met zijn verfspuitbus.

A Taste of Aggro eindigt met het enerverende loh loh lollolollollo loh loh loh van de smurfen. Dat is misschien de reden dan het nummer van The Barron Knights geen hit werd in Nederland; men had er nu wel eens genoeg van. Er waren in Nederland ook al parodieën op verschenen en de smurfen hadden in hun kielzog een hele stoet van marsipulami’s en andere stripwezens gekregen.

De Barron Knights imiteerden het steenkoolengels van Kartner heel knap, maar hadden helemaal niet in de gaten dat Father Abraham een Nederlandse act was, zo bleek tijdens een radio-interview in 1978. In het liedje komen de smurfen uit Ketford, ergens diep op het Engelse platteland. A Taste of Aggro werd de grootste hit van The Barron Knights in Engeland: nummer 3 op de hitlijst, dank zij Kartners smurfen.


Wie is Pierre Kartner dan wel? De Gelders- Brabantse zanger begon zijn arbeidsleven in een chocoladefabriek, maar promoveerde eind jaren 60 naar de lucratievere suikerwerkfabriek van het amusement. Zijn topjaar beleefde hij in 1971, dank zij het smartlappenprogramma Op losse groeven van de TROS, gepresenteerd door de besnorde oliebol Chiel Montagne. Dat programma had een top 5, en maandelijks stonden daarin drie, vier nummers uit de pen van Kartner. Die nummers schoten in de weken daarna als een komeet omhoog in de Veronica top 40.

In de zomer van 1971 had hij een nummer één hit met Zou het erg zijn lieve opa, een duet met het door hem geëxploiteerde kindsterretje Wilma Landkroon. Hij had haar voor dertig zilverlingen (30.000 gulden) gekocht van Gert Timmerman, een andere smartlappenkoning, een lucratieve transfer. Het nummer werd van de eerste plek verdreven door Manuela van Jacques Herb, ook al een Kartner-productie.

In 1974 legde hij het Vlaamse zangeresje Mieke de meest kromme vergelijking uit een heel millennium Nederlandstalige liedkunst in de mond: ‘Een kind zonder moeder is als een vaas zonder bloemen’. Datzelfde jaar had hij samen met de geschifte politicus Boer Koekoek een nummer één-hit met Den Uyl is in Den Olie, een rechtse protestsong, wel dapper eigenlijk in die tijd, maar hij had het daarmee voorgoed verkorven bij de intelligentsia.

En toen dus dat Smurfenlied. Mijn broertjes vrienden verzamelden zich in die tijd op zaterdagavond altijd bij ons thuis, waar nog even naar TopPop werd gekeken voordat ze gingen stappen. Die zeven weken verlieten ze tijdens het Smurfenlied het huis onder het slaken van luidkeelse braakgeluiden. Die geluiden vormen het einde van dit stukje.

© Frans Mensonides, Leiden, 2008


Deel 21 bis: De Werkmens / Ivan Heylen (1973)
Deel 83: When I Was Young / Eric Burdon & The Animals (1967)
Deel 82: Wired for Sound / Cliff Richard (1981)
Deel 81: Pictures at an Exhibition / Emerson, Lake & Palmer (Album) (1971)
Deel 80: Sexy Sadie (The White Album) / The Beatles (1968)
Deel 78/79: Love of the Common People / Paul Young (1983) - Stille Willem / Spaan & Vermeegen (1981)
Deel 77: You've Got Your Troubles / The Fortunes (1965)
Deel 76: Catootje / (niet) Wim Sonneveld (1963)
Deel 75: Na, na, na / The Shoes (1967)
Deel 74: Don't Call Us, We'll Call You / Sugarloaf & Jerry Corbetta (1975)
Deel 73: The Cover of the Rolling Stone / Dr. Hook & Medicine Show (1972)
Deel 71/72: My Little Town / Paul Simon (1975) en My Home Town / Marvin, Welch & Farrar (1971), door Wim Scherpenisse
Deel 70: Hurricane / Bob Dylan (1975)
Deel 69: A Salty Dog / Procol Harum (1969)
Deel 68: Sixteen Tons / Tennessee Ernie Ford (1955)
Deel 66/67: Rhinestone Cowboy / Glenn Campbell (1975) en Bronco Bill's Lament / Don McLean (1972), door Wim Scherpenisse
Deel 65: Albatross / Fleetwood Mac (1968), door: Frans ten Kleij
Deel 63/64: Shine on You Crazy Diamond en Arnold Layne / Pink Floyd (1975; 1967)
Deel 62: Wat een geluk / Rudi Carrell (1960)
Deel 61: Do the Strand / Roxy Music (1973)
Deel 60: Thick as a Brick pts. 1 & 2 / Jethro Tull (1972)
Deel 59: Everything counts / Depeche Mode (1983)
Deel 58: Air / Ekseption (1969)
Deel 57: All the Young Dudes / Mott The Hoople (1973) tevens: Top-2000-special
Deel 56: Een fijne dag / Drs. P (1973)
Deel 55: Matthew and Son / Cat Stevens (1967)
Deel 54: The Worker / Fischer-Z (1979)
Deel 53: Atlantis / Donovan (1968/1969)
Deel 52: Proud Mary / Creedence Clearwater revival (1969)
Deel 51: The Eve of the War / Jeff Wayne (1978)
Deel 50: Daddy Cool / Boney M (1976)
Deel 49: Spirit in the sky / Norman Greenbaum (1970)
Deel 48: Monkey on Your Back / Outsiders (1967)

Soundbites nrs 1 t/m 47 in het archief van REFLEXXIONZZ!

<< naar thuispagina Frans Mensonides