Uyt d'oude modem (35)
Het trammetje van Houten (2000 /2001)


De oude modem waarmee deze website t/m 2003 werd geüpload

‘Klinnggg! piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep… kchchchchcttttt …
kchchchchcttttt  … kchchchchcttttt … … iiiioiiingggg … iiiioiiingggg … iiiioiiingggg …
tüdelüdelüüü .. kcht-kcht-kcht’. Zo ging het ongeveer, toch? 

Dit is een aflevering in de reeks: ‘Uyt d’oude modem’, met stukjes uit de tijd dat mijn site nog geüpload en meestal ook bekeken werd via de telefoonkabel, met tussenkomst van een modem. Aan de onderkant van deze pagina een overzicht van alle eerder verschenen afleveringen van ‘Uyt d’oude modem’. 

In januari 2001 vond in het Utrechtse Houten een gebeurtenis plaats die op railhobbyisten veel en veel meer indruk gemaakt heeft dan op normale OV-reizigers. Het was de opening van een tijdelijke tramlijn, oorspronkelijk voor de duur van 4 jaar, maar het zouden er 7 worden. Die lijn, Houten NS – Houten Castellum, was amper 2 kilometer lang en liep over een noodspoortje langs de spoorlijn Utrecht – ’s-Hertogenbosch.

Hoe dat zo allemaal zo kwam, lees je hieronder, in enkele artikelen uit 2000 en 2001 die ik uit het archief van De digitale reiziger heb gevist. Maar heel in het kort: het wachten was op de spoorverdubbeling op het traject Utrecht– Houten, en de opening van een NS-station in Houten Castellum, een grote uitbreidingswijk.

Dat station zou echter pas in 2011 in gebruik worden genomen.

 

Langs Houten

Houten, een groeikern ten zuiden van Utrecht, is doende zichzelf te verdubbelen; een celdeling die moet leiden tot een inwonertal van ca. 50.000. Rond 2005 moet deze operatie voltooid zijn. In dat jaar zal station Houten Castellum geopend worden; zo'n 2200 meter ten zuiden van station Houten-zonder-meer. Tevens wordt het aantal sporen tussen Houten en Houten Castellum verdubbeld van twee naar vier. Het stoptreinverkeer tussen Utrecht en Geldermalsen / Tiel / 's-Hertogenbosch zal dan zonder problemen afgewikkeld kunnen worden, ook met de extra stop bij Castellum.

Als voorproefje wordt in de loop van 2000 alvast een derde spoor aangelegd. De grondwerkzaamheden voor dit deelprojectje zijn in februari 2000 van start gegaan. Ter hoogte van het geprojecteerde station Castellum zal een noodperronnetje verrijzen. Vanaf Castellum gaat met ingang van december 2000 vier maal per uur een pendeltrein *) rijden naar Houten-zonder-meer. Verreweg de kortste treinserie van Nederland.

*) dat zou dus een tram worden

Uit kringen van NS-machinisten en -conducteurs is al vakbondsgemurmureer vernomen tegen het zinloze heen- en weergerij tussen twee stations die op fietsafstand van elkaar liggen. Alsof openbaar vervoer ooit, ergens ter wereld, iets anders inhoudt dan stompzinnig heen-en-weerrijden! Er zijn binnen NS zelfs stemmen opgegaan om het micro-lijntje maar te laten exploiteren door een railconcurrent, waarvan de personeelsleden minder weerzin koesteren tegen het aan OV inherente op-en-neer. Ik vraag me af, waarom ze in Houten geen automatische voertuigen laten pendelen; zo'n kort lijntje vraagt toch om niet veel meer dan een soort horizontale lift.

Een spoorlijn van 2,2 kilometer; ik verkneukel me nu al over dit unicum dat gedurende 4 jaar in Houten te beleven zal zijn. Alle reden om eens een kijkje te gaan nemen in deze groeigemeente, waar je normaal ongeïnteresseerd aan voorbij rijdt.

Op maandag 21 februari 2000 stap ik om 14.37 in de Interregio-dubbeldekker die is ingezet als pendel Utrecht - Geldermalsen. Deze treinen, die uit Utrecht vertrekken om .07 en .37, rijden overdag van maandag t/m zaterdag in aanvulling op de stoptreinen van .22 en .52, die in Geldermalsen gesplitst worden in een gedeelte voor Tiel en één voor 's-Hertogenbosch.

Van Castellum-in-staat-van-wording stel ik me iets voor als een enorme hoop blubber. Ik heb bedacht, dat ik dit het beste vanuit de trein zou kunnen waarnemen; daarom heb ik een retourtje Culemborg gekocht.

De stoptrein naar Geldermalsen slaat Utrecht Lunetten over. Na nog geen 10 minuten stoppen we in Houten. Het station ligt in het hart van de huidige bebouwing, nabij het stadhuis en het winkelplein.

Als de trein weer op gang is gekomen, passeren we eerst een oud stationsgebouw, nabij de dorpskern. Het ligt ongeveer halverwege Houten CS en Houten Castellum. Daarna zie ik aan mijn linkerhand wat graafwerk voor het derde spoor. Waar station Castellum zal komen, is nu nog niet te zien. Het flitst allemaal voorbij. Dit was alles.

De nieuwe Houtense wijken krijgen het Amsterdam-Rijnkanaal als zuidgrens. Weer een paar kilometer verderop ligt het dorpje Schalkwijk. Schuin voor me zie ik nu de Lekbrug oprijzen uit het landschap. De frêle ijzeren constructie lijkt van deze afstand op miraculeuze wijze boven de uiterwaarden te zweven. Luttele minuten later kruisen we de Lek, over een brug die niet zweeft, en wel degelijk verankerd is in de rivierklei.

Links: de loopbrug bij Houten Castellum (2011), rechts het trammetje (2001)
Alle foto's op deze pagina zijn afkomstig uit het archief van De digitale reiziger

Loer jij of loer ik?

Ik neem de trein terug uit Culemborg.

De zaterdag daarop heb ik een ROVER-vergadering in Amersfoort. Mede dankzij een uitstekende voorzitter is deze al om 14.00 beëindigd. Dat heb ik wel eens anders meegemaakt. Ik spoor naar Utrecht. Het is zonnig winterweer, en ik heb plannen om het oude station van Houten op de foto te zetten.

Deze keer neem ik de bus; lijn 47. Meteen na het Streekbusstation draaien we een nieuwe busbaan op, die een paar maanden geleden is opgeleverd. Deze baan is ca. een kilometer lang en loopt parallel aan het spoor *). De GVU-stadslijnen 8 en 12 maken er gebruik van, maar ook een stuk of tien streeklijnen. Vroeger reden al deze bussen over de drukke Catharijnesingel, met alle vertraging van dien.

Via de wijk Hoograven verlaten we Utrecht; over een snelweg waarvan het nummer mij is ontschoten, bereiken we een kwartiertje later Houten.

*) Sinds december 2019 rijdt hier de tram naar Utrecht Science Park

De plattegrond van de gemeente Houten is ontstaan als gevolg van een niet geheel geslaagd verkeersexperiment in de jaren zeventig / tachtig. Houten moest een groeikern worden waar het autogebruik ontmoedigd, en het fiets- en OV-gebruik gestimuleerd zouden worden. We hebben het liedje de jaren daarna vaker op de viool horen spelen.

Houten kreeg zijn huidige, peervormige contouren, met het station in het midden. De wijken werden ontworpen in het toen zo populaire woonerven- kronkelpatroon. Automobilisten moesten beschikken over een bovengemiddeld oriëntatievermogen, om vanuit het doolhof van hun woonwijk de Ringweg te bereiken. Voor stadsritjes was de fiets sneller dan de auto: vierwielig inter-wijkverkeer was namelijk alleen mogelijk via deze Ringweg.

Na een jaar of tien ging men eens onderzoek verrichten naar het aantal autokilometers dat met deze opzet werd bespaard. Dat viel vies tegen. Houtenaren bleken gewone mensen: als ze een tuut-tuut voor de deur hebben, laten ze de fiets in het schuurtje. Met al die doolhoven en omwegen bleken de Houtenaren nog meer autokilometers te genereren dan bewoners van gelijksoortige plaatsen zónder milieuvriendelijk verkeersbeleid.

Mijn bus rijdt Houten binnen. We slingeren door de wijk De Weerwolf ("aaaahoeeeeee!") ten westen van de spoorbaan. De bus heeft zijn eindpunt op het Marktplein, hoewel ik me kan herinneren dat hij vroeger (toen het nog lijn 107 was) ook de dorpen Schalkwijk en 't Goy nog meepikte.

De dorpskern van Houten is niet erg bijzonder, dus ik loop in de richting van het spoor, waar ik het oude station fotografeer; thans "Physique" geheten; een fitnesscentrum, denk ik.

Aan de overkant van het spoor is onlangs de wijk Loerik verrezen; het eerste gedeelte van het uitbreidingsplan. "Loer jij, of loer ik", zeg ik; flauw. Echt lachen kan ik er niet om, want ik heb weer eens een aanval van negativiteit. Ik loop te bedenken, welke fouten ik zoal heb gemaakt in mijn leven (zowel in de grijze oudheid als in het meer recente verleden) en welke fouten ik in de toekomst allemaal nog van plan ben te gaan maken. Had ik het allemaal maar wat slimmer aangepakt, dan woonde ik nu misschien wel in Loerik, met een mooie BMW en een hypotheek van heb-ik-jou-daar.

Terug naar het OV. Loerik ligt straks halverwege Houten Centraal en Houten Castellum; op ca. 20 minuten lopen van beide stations.  Loerik heeft een eigen busverbinding. In de volksmond schijnt dit "het Loerik-busje" te heten. Het is een taxibus van Connexxion; ik zie hem staan op een plein te midden van fonkelnieuwe woonblokken. De bus rijdt maandag tot / met zaterdag om het halfuur; in de spits zelfs elk kwartier. Op de dag des Heeren houdt het Loerikbusje zondagsrust. Ook in deze wijk staat voor de deur van elke woning minstens één auto.

In Loerik wordt opvallend veel gerolschaatst; het is een kinderrijke wijk. Ik loop terug in de richting van het station, waar ik nog net de trein van 16.46 weet te halen.

 

Te voet (1)

Mooi zonnig voorjaarsweer, deze dinsdag 19 september 2000. Vóór college even gauw naar Houten, om te kijken hoe het met het derde spoortje gaat.

Ik zucht onder het gewicht van een loodzware weekendtas vol boeken (van te veel lezen krijg je het in je rug, op den duur), en ik kom op het goede idee om die te parkeren in een bagagekluis.

Bevrijd van mijn last stap ik ruim op tijd in de stoptrein van 15.37 naar Geldermalsen, en achtbakker die vol zit met kwetterende scholieren. Ik zit niet echt makkelijk, want minstens twee maal per minuut mis ik mijn weekendtas, en denk in een flits dat hij gestolen is. Met mijn camera erin. Camera????

Plotseling dringt tot mijn bewustzijn door, dat ik vandaag mijn camera had meegenomen, en dat ik die heb achtergelaten in de tas in die bagagekluis, hoewel ik me onderweg nog wel zo had voorgenomen, die fout niet te maken.

Dan maar geen foto's van Houten, denk ik, berustend. Maar daarmee ben ik ook weer niet tevreden, want het ergert me, dat ik de camera dan voor niks van huis heb meegenomen. Ik verlaat de trein, hoofdschuddend over mijn zoveelste stommiteit, en ga de camera bevrijden. En de tas opnieuw opsluiten, en daar opnieuw voor betalen. De trein van 15.37 is daarna wel weg, en ik stap in die van 15.52 naar 's-Hertogenbosch / Tiel.

Deze stopt ook in Lunetten. Een ritje naar Houten duurt desondanks nog geen 10 minuten, als je eenmaal bent vertrokken. In Houten verbaas ik me over de enorme mensenmenigte die uitstapt; minstens 150 man, hoewel de avondspits nog niet eens goed en wel op gang is.

Als ik zuidwaarts loop, zie ik dat het werk aan het derde spoor, ten oosten van de huidige spoorbaan, flink vordert. Vanaf eind 2000 of begin 2001 willen ze in kwartierdienst gaan pendelen tussen Houten Centraal Station en Houten Castellum. Daarvoor wordt een sneltram ingehuurd die afkomstig is uit Hannover. De afstand tussen beide Houtense stations bedraagt niet veel meer dan twee kilometer.

Ik passeer de wijk Loerik, waar ik me in februari van dit jaar zorgen liep te maken om de toekomst.

Naarmate ik verder doorloop, worden de huizen schaarser. Ik wil eigenlijk naar de overkant van het spoor, maar op een geel bord staat dat de spoorwegovergang over de Pistoriusweg is afgesloten. In de verte zie ik een grote loopbrug. Kan ik daarbij in de buurt komen? Ik zoek mijn weg door brandgangen, langs braakliggende achtertuintjes en over zandhopen. Eindelijk: daar is het station-in-wording. Vanaf de loopbrug heb je vast een pracht uitzicht over de spoorbaan, maar het perron en de brug zijn nog niet bereikbaar.

Stilte; de wind zingt door de mazen van de hekwerken. Zand stuift op en valt weer neer.

Er passeert een dubbeldekker richting zuiden; een halve minuut later hoor ik hem over het Amsterdam-Rijnkanaal denderen.

Houten Castellum wordt straks geopend op een moment dat de eerste huizen in de omgeving nog maar net klaar zijn. Dat is heel mooi, maar ik vraag me toch af hoeveel aantrekkingskracht er uitgaat van een station, waarvandaan je zonder overstappen slechts twee kilometer verderop kunt komen. Hopelijk wordt dit trajectje snel viersporig gemaakt, zodat ook doorgaande treinen in Houten Castellum kunnen stoppen. Ook handig voor de mensen die naar Den Bosch moeten, in plaats van Utrecht.

Terug bij het station van Houten loop ik achter een haastige forens aan, die een bord "verboden toegang" negeert. Dat blijkt een goede zet, want nu kom ik terecht op het in aanbouw zijnde perron voor het trammetje. Het ligt naast de Albert Heijn, en er komt een verbinding met spoor 1, waar de treinen naar Utrecht vertrekken.

Ik klim ongegeneerd over de hekken naar het bestaande perron, en neem daar de trein van 17.32. Terug naar Utrecht, voor opnieuw een exquis diner in De Restauratie, waar de meest tevreden klanten nooit betalen (dat zijn namelijk de muizen).

 

Feestelijke opening

Op donderdag 4 januari 2001 vond - te oordelen naar het aantal E-mails dat erover binnenkwam op de discussielijst OVL - meteen al de allerbelangrijkste OV-gebeurtenis plaats van dit jaar: de openingsrit van het tramlijntje Houten - Houten Castellum. (Veel belangrijkers zou ik echt niet weten. Echt interessant wordt het pas in 2002, met de Beneluxmetro van Rotterdam, de ZuidTangent Amsterdam Bijlmer – Haarlem en de tram naar Nootdorp; als ik me niet vergis gaat in Amsterdam de IJburgtram dan ook rijden). *)

*) dat zou pas gebeuren in 2005

Helaas heeft De digitale reiziger geen uitnodiging ontvangen voor deze Houtense happening. Toch kunnen wij ons uit E-mails van mensen die belangrijk genoeg waren om erbij te zijn, een indruk vormen van het verloop der gebeurtenissen. In de overvolle tram kronkelden allerlei hoogwaardigheidsbekleders zich in de meest vreemde bochten om zo dicht mogelijk bij haar van Netelenbos te kunnen staan, hetgeen een weerzinwekkend schouwspel opgeleverd moet hebben.

De bewindsvrouwe opende Nederlands kortste tramlijn (1900 meter, nog 300 meter korter dan ik in mijn artikel van februari 2000 geschat had) door het oplaten van enkele luchtballonnen, één van de weinige dingen waar zij echt goed in is. Daarna bestond er tot 20.00 uur gelegenheid tot gratis heen en weer rijden.

In september 2000 was nog niet bekend, of had ik vergeten te melden, dat het lijntje geëxploiteerd zou worden met trams en bestuurders van de HTM. Het Haagse vervoerbedrijf heeft een uitgebreide vloot trams aangeschaft uit het Duitse Hannover, die overcompleet waren geworden na sluiting van de Expo 2000. Eén van deze 25 jaar oude bakken, de 6021, wordt ingezet op de Houtense lijn.

De 6021 lust niet het soort stroom dat door de NS-bovenleidingen geleverd wordt. Daarom is bij het spoor waar de tram rijdt, een speciaal soort kastje geplaatst die de ene stroom in de andere vertaalt, volgens een procedé dat mijn technisch inzicht verre te boven gaat.

Met ingang van maandag 8 januari 2001, de eerste serieuze werk- en schooldag van het jaar, ging de Houtense tram echt van start. Hij rijdt in aansluiting op de stoptreinen die in Houten aankomen uit, en vertrekken in de richtingen Utrecht en Tiel / Geldermalsen / 's-Hertogenbosch. De tram vertrekt om 05, 18, 35 en 48 minuten na het hele uur uit Houten-zonder-meer, en om 09, 26, 39 en 56 uit Castellum ('s avonds alleen 05 / 35, resp. 26 / 56).

Je kunt in de tram niet terecht met de strippenkaart. Alleen het NS-tarief is geldig. Houten en -Castellum vormen één tariefpunt, met andere woorden: bij een reis van of naar Houten zit de tramrit inbegrepen. Ook zijn er kaartjes Houten - Houten Castellum verkrijgbaar in de NS-kaartjesautomaten die aan beide uiteinden van het lijntje staan opgesteld.

Natuurlijk moest ook De digitale reiziger het zijne hebben van dit opmerkelijke vervoersproject. Op donderdag de 11e nam ik me al voor, in Houten te gaan kijken, maar na een lange wandeling door Amersfoort was daar geen tijd meer voor. Ik besloot naar huis te gaan, en miste daardoor één van de laatste mogelijkheden om een foto te nemen van de tram in onbekladde staat.

 

Beklad

Op zaterdag de 13e is het dan werkelijk zover. Als ik om 14.32 uit de stoptrein gestapt ben, zie ik de tram staan op het onlangs voltooide spoor 3, bij Albert Hein. Ik schrik van de aanblik: bijna iedere vierkante centimeter van de 6021 zit onder de graffiti. De afgelopen nacht is er wel een zeer radicale spuiter aan de gang geweest. Zelf op één van de cabineruiten, die aan de Castellumse kant, zitten verfstrepen.

De enige tram van de Houtense lijn heeft geen remise; het railvoertuig staat gedurende zijn 5 nachtelijke rust-uren op station Castellum, in een stille nieuwbouwwijk waar nog niet alle huizen voltooid zijn. Koud kunstje voor een spuiter om daar de tram onder vuur te nemen.

Een bewakingsbedrijf moet het trammetje voor vandalisme behoeden, maar je kunt je voorstellen hoe dat gaat: waar machinisten tegenwoordig bezwaar hebben tegen heen en weer rijden (vermoedelijk één van de redenen waarom NS de exploitatie van de ultrakorte tramlijn wilde uitbesteden) en waar conducteurs met de dag een grotere hekel krijgen aan het knippen van kaartjes, zijn er misschien ook wel nachtwakers die 's-nachts liever in hun bed liggen dan te nachtwaken.

Ik fotografeer het ding toch maar, want daarvoor ben ik gekomen. Er was wat vrees, dat veel reizigers de krappe aansluiting vanuit Utrecht (3 minuten, inclusief trap-af, trap-op) zouden missen, maar ik kan echt nog minutenlang fotograferen voordat de tram wegrijdt. Ik zie hem gaan, langs het vrijwel kaarsrechte spoortraject; het is helder weer, en ik kan hem tot het eindpunt volgen.

Ik wacht op de volgende verschijning. Die vindt al plaats na een minuut of tien, en ik stap in. De tram uit Hannover is dubbelgeleed en heeft 46 zitplaatsen; ruime zitplaatsen, waarbij rekening is gehouden met de omvang van het doorsnee-Duitse achterwerk. De stoelen zijn redelijk comfortabel, hoewel de rug in hardplastic is uitgevoerd. Je krijgt toegang tot de tram via het bekende Duitse drietredensysteem; hij zou ook kunnen halteren langs halfhoge en lage perrons.

Tot het moment van vertrek zijn er 6 passagiers aanwezig in het voertuig, waarvan ik er drie taxeer op railhobbyisten (waartoe ik met enige reserve ook mezelf reken) en waarvan er drie naar alle waarschijnlijkheid toch reële reizigers zijn. Vlak voor vertrek stappen er maar liefst 6 beveiligings- en controlefunctionarissen in, waarmee het aantal meerijders in één klap verdubbelt. Ik zie NS-conducteurs, NS-controleurs en medewerkers van beveiligingsbedrijf CSU-Security; van elk twee, zo in de gauwigheid.

Hoe precies de verhoudingen liggen tussen NS en HTM, weet ik niet. De tram heeft een NS logo; de vertrekstaten zijn NS-vertrekstaten, en er doet blijkbaar NS-controlepersoneel dienst op deze lijn, al hoor ik er een zeggen: "we zullen vaandoag moar geen koartjies controlere". Vermoedelijk heeft HTM alleen de tram en de bestuurder verhuurd, en is het Haagse trambedrijf geen echte concullega van NS, zoals Noordned en Syntus. "Rent-a-tram" staat er dan ook vermeld op de zijkant van het voertuig; naast het gemeentewapen van Houten.

Meester

De bestuurder neemt plaats in de cabine, via een toegangsdeur die zo rond is als een draaideur. Met een nogal Rotterdams klinkend gekreun, en met een enigszins schommelende gang, zet de tram zich in beweging. De zes functionarissen lopen met veel vertoon door de wagen heen en weer te banjeren, en bekijken de beschilderingen. Ik zou er niet mijn hand voor in het vuur durven te steken, dat zij echt alle zes nodig zijn voor deze klus.

Houten, dat ik inmiddels al aardig goed ken, trekt langs mijn raam. We passeren het oude station, en zien even later het opvallende kantoor van een waterschap langsglijden. Ook is er een kantoorgebouw dat "Altus" heet, hoewel het slechts twee verdiepingen telt. In de verte ligt de wijk Loerik, die voor zijn OV nog steeds afhankelijk is van het Loerikse busje. Ter hoogte van Loerik ligt een gelijkvloerse overweg, die is afgesloten met ijzeren hekken.

De huizenbouw is de laatste maanden weer wat naar het zuiden opgerukt. Grotere delen van Castellum zijn nu klaar, zodat de tram in ieder geval potentiele klanten heeft.

Op een plein voor een huizenrij staat een eenzame nerd verlekkerd te kijken naar het passeren van de tram. Ook wordt er driftig gefotografeerd, zowel in de wagen als langs de baan. De trambestuurders moeten zich zo langzamerhand wel even belangrijk voelen als filmsterren.

Castellum. Na 2 minuten en 45 seconden komt er een eind aan het non-stop ritje.

"Zo dus jij bent de 'machinist'", zegt één van de veiligheidsmensen met onverholen minachting tegen de bestuurder, die juist uit zijn glazen hok klimt.

"Nee, ja, ik ben de machinist, zonder gekheid", antwoordt de enige die hier vanmiddag iets nuttigs doet; "ik ben de mééster!". "Meester", de aanspreektitel van NS-machinisten. De trambestuurder is er hoorbaar trots op.


Castellum

Het perron van Houten Castellum is op de groei gebouwd; op de periode na 2005, dat hier het Randstadspoor gaat stoppen. Er is een ruime fietsenstalling, waar op deze zaterdag slechts 7 fietsen en een brommer staan gestald. Tuinder van Wijk, ooit begonnen in het vrije veld, maar nu ineens midden in een Vinex-lokatie gevestigd, wenst ons door middel van een houten bord een goede reis.

Ik beklim de opvallend hoge en steile loopbrug over het spoor. Dit moet wel spotters-plek nummer één worden in Nederland. Vanaf deze brug zie je 24 railvoertuigen per uur passeren, verdeeld over 8 IC's, 8 stoptreinen en 8 trams (al is dat altijd dezelfde). Je hebt hier een perfect overzicht; bij helder weer overzie je de spoorbaan vanaf Houten CS tot aan de brug over het Amsterdam-Rijnkanaal.

Aan de overkant van de brug zijn onlangs een paar rijtjes huizen gereed gekomen. De bewoners, mits beschikkend over voldoende Ausdauer om die trap te nemen, hebben OV op loopafstand. Dat geldt niet voor iedere inwoner van Houten Castellum. Heel in de verte, minstens een kilometer naar het zuidoosten, zie ik rijen huizen in aanbouw. Wie daar komt te wonen, moet bijna een kwartier lopen naar het stationnetje. Hopelijk gaat daar t.z.t. ook een soort Loeriks-busje rijden.

Vanaf de brug zie ik de veiligheidsmannen de spoorbaan oversteken om de schade aan de tram van de westzijde te kunnen bekijken. "Oan deze kaajnt is't nog errugur", hoor ik zeggen.

Als ik ben teruggekeerd op het perron, staat daar een conducteur voorlichting te geven aan een buurtbewoner over de dienstregeling. De tram rijdt tot en met de laatste trein uit Utrecht: "Om kwaart over twoalef kaan je ook nog noar Haute Caastellum".

Zijn collega roept enkele kleuters tot de orde, die zich - zo te zien zonder subversieve bedoelingen en zonder verfspuit - op het perron bevinden. "Héé jonges, het is hier geen speelploats, hoor!". De kinderen knikken vriendelijk en beleefd, en blijven vervolgens doodleuk op het perron spelen. Zij hebben in hun korte leven al lang gemerkt dat ze geboren zijn in het land van 10 miljoen geboden, waarvan de naleving geheel wordt overgelaten aan de beleefdheid van de burger. Ze worden verder met rust gelaten door het personeel.

Ik neem de tram terug. Een paarhonderd meter voorbij Castellum ligt een wissel, die de tram, indien nodig, toegang verleent tot de hoofdspoorbaan. We rammelen over de wissel heen. De rit naar Houten duurt exact 2:45, wat neerkomt op een gemiddelde snelheid van ca. 40 km/uur. De Houtense tram is daarmee verreweg de snelste HTM-lijn.


Te voet (2)

Aan de westzijde van het spoor loop ik terug naar Castellum, en fotografeer de tram, die ik gemiddeld eens per 7,5 minuut zie langsrijden. Ik neem opnieuw de loopbrug, en sta om 16.12 op het pleintje waar ik net die nerd zag. Tot mijn verbazing is de tram nog niet van Castellum vertrokken. Ik zie de koplampen een aantal malen verschieten van rood naar wit en weer terug. Vijf minuten gaan voorbij. De stoptrein, waarop de tram aansluiting had moeten geven, passeert al; hier worden aansluitingen gemist.

Ik kan nu twee dingen doen: als een goed journalist de 400 meter naar station Castellum overbruggen en kijken wat er aan de hand is, of 1500 meter lopen naar Houten Centraal, zodat ik in ieder geval de trein van 16.46 naar Utrecht nog haal, die ik van plan was te nemen. Ik besluit tot het laatste, en kies mijn route zo dicht mogelijk langs de spoorbaan. De tram zie ik niet meer rijden; ook de rit van 16.26 is vervallen. Hoe nu? Wordt het: "NS zet bussen in", of komt er een stadsbus uit Den Haag rijden om de taak van de tram over te nemen? Zou zoiets wel goed geregeld zijn in het contract tussen NS en HTM? Vast niet.

Tot halverwege de route kan ik de spoorbaan nog zien, maar voorbij dat punt moet ik een heel eind omlopen over een uitgestrekt bedrijventerrein. Toch ben ik nog ruim op tijd voor mijn trein naar Utrecht. Het malheur aan het trammetje is inmiddels verholpen; ik zie de lichten naderen in de avondschemering.

Op OVL staan die avond tientallen verontwaardigde E-mails over de laaghartige aanval op de tram met de verfspuit, maar de kortstondige stremming op zaterdagmiddag wordt niet gemeld, zodat De digitale reiziger daarvan de primeur heeft.


Spits

De week daarop ga ik in de avondspits even heen en weer naar Houten, om te zien of de Houtense tram ook al is ontdekt door forenzen uit Castellum. Dat blijkt het geval: per trein uit Utrecht stappen zes tot acht mensen over op de tram. Gezien het sterk groeiend aantal woningen in Castellum hoeven we ons geen zorgen te maken over de toekomst van het kortste raillijntje van Nederland; die zal tot aan de opening van het Randstadspoor honderden, zo niet duizenden reizigers per dag vervoeren.

Op die avond zit ik op de terugweg naar Houten Centraal alleen in de tram. Ik kan een nieuw persoonlijk record klokken: 2 minuut 35.

Thuis lees ik, dat de HTM het succes van de Houtense tram nu al naar het hoofd is gestegen. Men wil nu ineens de hele Zoetermeerlijn exploiteren met deze Hannoverse trams, vooruitlopend op Randstadrail dat pas op de kalender staat voor 2004 of 2005.

Hannover heeft nog tientallen van die dingen in de remise staan; Duitse trambedrijven hebben een wat florissantere materieelpositie dan hun Hollandse collega's.

NS zou medewerking willen verlenen aan het vertrammen van de Zoetermeerlijn; dan kunnen ze de daardoor overtollig geworden City-pendels elders op het spoorwegnet inzetten (als iemand die krengen wil hebben).

Binnen een jaar kunnen er volgens HTM al trams rijden op de *) Zoetermeerse Krakeling. Misschien maken we in 2001 nog een tweede historische OV-gebeurtenis mee. Mocht dat zo zijn, dan staan wij van DDR weer op de eerste rang; al zit een uitnodiging voor de officiële opening er deze keer vermoedelijk ook niet in.

*) nee, dat werd  2006, met veel vallen en opstaan

Frans Mensonides
19 januari 2001



Station Houten Castellum in 2011



Eerder verschenen in deze reeks:

Deel 0: Gecensureerd: aan het ziekbed van een wethouder (1998, 2001) - 15 jaar thuispagina
Deel 1: Nunc est bulborum; langs de Geestlijn (2003)
Deel 2: Opkomst en ondergang van Lovers Rail (1996-1998)
Deel 3: Twee (mis)managersportretten: Zich installeren (2002) en Wereld op Wielen (2000)
Deel 4: Spoorrampjaar 2001 
Deel 5: Het hoofdstuk Horeca: een paar eet- en drinkervaringen (1999, 2000)
Deel 6: Start van Syntus (1999)
Deel 7: Langs Lange Lijnen: Emmen - Groningen, met toegift in Beijum (1998)
Deel 8: Stadsdienst Alkmaar op de digitale snelweg (1997)
Deel 9: Bahn en Kerstmarkten in het Ruhrgebiet (1998, 1999)
Deel 10: The Lotus Man en andere ICT-treurnis (1999-2003)
Deel 11: Het aller, allerbeste uit Langs Lange Lijnen (voorjaar 1998)
Deel 12: Treinreizgerstypen (1998-2000)
Deel 13: Vier uit 'twee; verhalen uit REFLEXXIONZZ! (2002)
Deel 14: Lange Lijn langs de Lek (1998; met foto's uit 2013)
Deel 15: Mannen van 45 (2002)
Deel 16: Provinciaal triest: Stadsvervoer 4 provinciehoofdsteden (1999-2000)
Deel 17: Buffel-blues; oostelijke nevenlijnen (2001)
Deel 18: Lange lijnen langs d'oude Haarlemmermeerlijn (2000 - 2001)
Deel 19: Het volgen van sportevenementen / Mekkero (2003)
Deel 20: De informatie-oorlog; een toekomstvisioen (2000)
Deel 21: Eeuwprobleem (1998)
deel 22: 
Bussen in het oosten des lands (1998/2000)
deel ??:
Mijn eigen Zeestraat van Huygens (2002/2003)
deel 23: Het Bezzte uit REFLEXXIONZZ!! (2000)
deel 24: Foutje? Blanco erover! Stoptrein 's Hertogenbosch - Nijmegen (2003)
deel 25: Het meezzt fantazztizzche uit REFLEXXIONZZ!!

deel 26: Eeuwig vrijgezel, ofwel: de onbestaanbare 'nomo' (2003)
deel 27: Vier aparte typetjes uit REFLEXXIONZZ!!  (1999-2003)
deel 28: 'Ik hoop dat hij nog te eten is!' Verloedering van de stationsrestauratie (1998-2003)
deel 29: 'Solstitium' en nog 2 andere literair bedoelde apartjes (2002/3)
deel 30: Oant sjen, hete Friese 7-stedentocht (2003)
deel 31: Interliners (1996)
deel 32: Drie bijzondere stadsdiensten: Almere, Apeldoorn en Arnhem (1996)
deel 33: Touringcar, beltaxi, ‘Airbus’ en ringlijn: de winkeldochters van het Leidse stadsvervoer (2002/2003)
deel 34: Leiden - Utrecht op het tweede gezicht  (2003)





© Frans Mensonides, Leiden, 2022