De oude modem waarmee deze website t/m 2003 werd geüpload
‘Klinnggg!
piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep-piep…
kchchchchcttttt …
kchchchchcttttt …
kchchchchcttttt
… … iiiioiiingggg … iiiioiiingggg … iiiioiiingggg …
tüdelüdelüüü ..
kcht-kcht-kcht’. Zo ging het ongeveer, toch?
Dit is een aflevering in de
reeks: ‘Uyt d’oude modem’, met
stukjes uit de tijd dat mijn site nog geüpload en meestal ook bekeken
werd via
de telefoonkabel, met tussenkomst van een modem. Aan de onderkant van
deze
pagina een overzicht van alle eerder verschenen afleveringen van ‘Uyt
d’oude
modem’.
Vorige maand liet ik in deze
rubriek het eerste OV-artikel
op mijn site herleven, exact 25 jaar na dato. Dat ging over de Interliner.
Nu
is het de beurt aan het 2e artikel, en dat zijn er eigenlijk 3, een
reeksje
over bijzondere stadsdiensten. Aan de orde kwamen Almere, Apeldoorn en
Arnhem.
Het bijzondere is niet gelegen
in het feit dat ze alle 3 met
een A beginnen; dat is toeval. De stadsbus van Almere reed op het
overgrote
gedeelte van zijn route over een eigen weginfrastructuur, apart van de
autowegen en fietspaden. Dat is nog steeds zo. Die stadsdienst heet
sinds kort
zelfs Metro,
hoewel hij nog steeds met bussen geëxploiteerd wordt.
Apeldoorn laat zijn stadsbussen
nog altijd vrijwel allemaal tegelijk
vertrekken van het station, en daar ook allemaal precies tegelijk weer
terugkeren, na een lus door een buitenwijk. Dit systeem is later
gekopieerd
door Zwolle. In 2005 deed ik de Apeldoornse stadsdienst opnieuw.
In Arnhem tenslotte, heeft de
trolleybus alweer 25 jaren
overleefd sinds ik het artikel schreef. De trolley hing anno 1996 (aan
de
bovenleiding uiteraard, maar ook) aan een zijden draadje: de ene na de
andere
lijn werd opgeheven. In de jaren daarna werd het net toch weer flink
uitgebreid
met lijnen naar Rijkerswoerd (1999) en Schuytgraaf
(2011). En de afgelopen
jaren heeft zelfs de elektrische, door een accu voortbewogen bus de
trolleybus niet kunnen verdrijven uit Arnhems dreven. Arnhem bleef
daardoor de
enige trolleystad van Nederland.
De 3 artikelen dateren van het
eind november en begin december 1996, een periode
met
veel arbeidsonrust op de spoorwegen.
Ik werkte toen voltijd, maar had blijkbaar nog wat snipperdagen staan
om op 3
verschillende doordeweekse dagen op pad te gaan. Oh ja, ATV-dagen,
hadden we
toen nog. Je MOEST ze opnemen, anders was je ze kwijt.
Ik was toen net voor mezelf
begonnen met het schrijven van
OV-verhalen. Maar ik verkeerde nog onder de invloed van de
lijstbeheerders op
de mailinglists waar ik lid van was (zie mijn terugblik van vorige maand op
de oertijd
van mijn
Thuispagina). In die 3 artikelen komt nog vrijwel geen enkele
uitweiding voor.
Ze gaan dan nog voor zeker 95% over openbaar vervoer.
De hele trits bevatte slechts
één foto, die helaas verloren
is gegaan in de loop der jaren. Ik heb deze reprise daarom verlucht met
illustraties uit latere jaren, allemaal uit het zeer omvangrijke
archief van een
kwart eeuw De digitale reiziger.
Frans Mensonides
12 december 2021
Almere houdt van ruimte. In deze
opmerkelijke boomtown op de
zeebodem hoef je je nergens opgesloten te voelen. Woonwijken zijn ruim
opgezet
en er is een overvloed aan parken, bossen en plassen. Ook het openbaar
vervoer
heeft ruimbaan gekregen van de gemeentebestuurders.
Tientallen kilometers busbaan zijn
aangelegd in de stad die
nu bijna 120.000 inwoners telt. De bussen delen hun rijweg alleen met
brandweer, ambulance en politie. Op gelijkvloerse kruisingen heeft het
OV
altijd voorrang op het overige verkeer, dat met een bel gewaarschuwd
wordt bij
de nadering van een bus. De busbanen vormen de spil van de woonwijken;
de
loopafstand tot de dichtstbijzijnde halte bedraagt in de meeste
gevallen niet
meer dan 500 meter.
Door het rijden op vrije baan komt de
gemiddelde snelheid
dicht in de buurt van de 30 km per uur. De bus is concurrerend ten
opzichte van
fiets en auto. Het resultaat is er dan ook naar: de Almeerse stadsbus
is
populair en altijd goed bezet.
Niet alleen de hoge gemiddelde
snelheid van de bus is
opmerkelijk. Een ander opvallend aspect is de beschikbaarheid. De
stadsbus in
Almere rijdt maar liefst 21 uur per dag; van 4.51 tot 1.40. Veel minder
lang,
exact 90 minuten zuivere reistijd, had ik nodig om bijna het gehele
busnet te
verkennen.
Muziekwijk
Hoeveel OV-informatie kun je kopen
voor één gulden? Je kunt
voor dit bedrag twee minuten browsen met de OVR-planner, en
bijvoorbeeld leren
dat je alleen van Leiden in Nieuwpoort kunt komen als je bereid bent om
de
rivier de Lek over te zwemmen. In Almere koop je voor diezelfde gulden
de
complete stadsdienstregeling. Ik bestudeer het boekje op het
busstation, dat
gelegen is onder Almere CS.
Elke buslijn heeft zijn eigen halte,
bestaande uit een
felgekleurde kubusvormige abri waarop het lijnnummer met kolossale
cijfers
staat afgebeeld. Je moet wel een enorm bord voor je kop hebben om hier
in de
verkeerde bus te stappen.
Ik neem bus 5 van 11.59 naar station
Muziekwijk. Lijn 5
rijdt, zoals de meeste Almeerse stadsbussen, om het kwartier. De bus
is,
ondanks het daluren-tijdstip, aardig vol. Almere ziet er plezierig uit.
De
saaiheid die vele nieuwbouwwijken kenmerkt, is hier vermeden. De stad
staat vol
met toekomstige monumenten.
Als we bij het station aankomen,
rijdt de trein naar
Amsterdam net weg. Wie hem had willen halen, zal nu een half uur moeten
wachten. Reden om de aansluitingen eens aan een onderzoek te
onderwerpen. Lijn
5 sluit dus niet aan; lijn 2 en 4 geven een zeer ruime (10 a 12
minuten)
overstap op de trein naar Amsterdam.
Haven
Almere-Haven is het oudste (20 jaar!)
en minst
aantrekkelijke gedeelte van Almere. Bunkerbouw uit de jaren '70, waar
het verval
en de versombering al om de hoek komen kijken. Ik stap uit bij de halte
Almere-Haven-Centrum. Het uitzicht over het water is wel fraai. Ik loop
langs
zaal Corrosia waar in 1987 een ROVER-jaarvergadering plaatsvond.
Sedertdien
zijn ROVER en Almere meer dan twee keer zo groot geworden en is het OV
in
Nederland niet noemenswaardig verbeterd.
Vanuit Almere-Haven vertrekt elke 7,5
minuut een bus naar
het centraal station. Je moet dan wel weten aan welke kant van de weg
je gaat
staan. De Almerenaren hebben daar zo te zien geen moeite mee. Ik sluit
me aan
bij de kluit mensen die op lijn 3 staat te wachten. Er staan een paar
zwarte
Pieten tussen; deze volksfiguur houdt stand, ondanks concurrentie van
de
kerstman en kritiek van anti-racistische zijde. De als alternatief
voorgestelde
"regenboogpiet" heb ik nog niet gezien.
De bus komt precies op tijd, en
blijft ook op tijd rijden.
Dit geldt voor alle bussen die ik vandaag neem. De afwijking t.o.v. de
dienstregeling is nooit groter dan 2 minuten. Ondanks de vrije baan
wordt er
kalm en rustig gereden. We passeren 't Oor.
Een paar haltes verder staat een
grote menigte middelbare
scholieren te wachten. Een jongen maakt van de drukte gebruik door met
een
verlopen abonnement de bus binnen te piepen. De chauffeur heeft hem
echter
gezien en roept hem terug. Derrrruit! En flik het me geen
tweede
keer! Lachend verlaat de jongen het voertuig. Over 7,5 minuut
komt lijn 1;
dan zal hij zijn fortuin opnieuw proberen.
Filmwijk
Almere Stad
Archief De digitale reiziger, 2018
In de stationsrestauratie jengelen
sinterklaasliedjes. Het
repertoire is de afgelopen 30 jaar niet spectaculair veranderd, merk
ik. De
thematiek is natuurlijk ook erg beperkt. Buiten, als ik sta te wachten
op de 6
naar Filmwijk, lees ik op een bushalte dat ik me moet verzoenen met
God. Ik kan
hierover nadere inlichtingen krijgen bij de Bushalte-boodschap in
Alphen aan
den Rijn.
De Filmwijk ligt langs de Weerplas en
is zo'n 2 kilometer
lang en 800 meter breed. De busbaan vormt de ruggengraat van de wijk. 6
rijdt
elk half uur en heeft slechts 8 minuten nodig voor zijn complete route.
De lijn
zal binnenkort doorgetrokken worden naar de Danswijk, die in de verte
in
aanbouw is. In 1992 ben ik al eens eerder in de Filmwijk geweest; er
was een
architectuurtentoonstelling, waarbij de pas voltooide huizen ook van
binnen
bezichtigd konden worden. Er is veel moois bijgekomen in vier jaar.
Buiten
Almere Buiten
Archief De digitale reiziger, 2005
Bij het Greta Garboplantsoen (alleen
om de naam zou je er al
willen wonen; hier gelukkig geen Bezembinders en Akkerdistels) neem ik
lijn 5
naar Almere Buiten. Deze bus is meer dan vol. Er stappen een paar
mensen uit,
en ik kan nog net naar binnen. Tussen Almere Stad en Almere Buiten ligt
een
stuk niemandsland, dat nu langzamerhand opgevuld wordt door Parkwijk.
Het
station is pas geopend.
Almere Buiten NS is een heus
sneltreinstation met een
strakke kwartierdienst. Het is tevens een OV-knooppunt waar 5 buslijnen
bijeenkomen. Ik besluit ringlijn 7 naar Regenboogbuurt niet te nemen;
een ritje
van 6 minuten is wel erg karig, en het staat een beetje lullig als je
na de
rondrit weer bij Almere Buiten uitstapt.
Oude
land
Lijn 1 naar Almere CS en -Haven wordt
gereden met
standaardstreekbussen i.p.v. de speciale stadsbussen met 32
zitplaatsen. Tussen
Almere Buiten en CS rijden lijnen 1 en 4 in gecombineerde 7,5
minutendienst, in
de spits nog aangevuld met een kwartierdienst van lijn 3 naar
industrieterrein
De Vaart.
Bij het station neem ik de Midnet 155
van 16.36 naar
Naarden-Bussum. Het feest is voorbij; deze bus rijdt over een
doodgewone straat
door een onopvallende industriewijk. Vijf minuten later rijden we in de
schemering het oude land weer binnen.
9 december 1996
Archief De digitale reiziger, 2005
*) dinsdag
11 december 1996
Wat moet je nog vertellen over het
Apeldoornse busnet als de
stadsdienstregeling het hele verhaal in drie zinnen weergeeft? De
meerderheid
van de Apeldoornse bussen vertrekt om .16 en .46 van het busstation op
het
Sophiaplein om daar 28 minuten later weer terug te keren, na een lus
van 6 a 7
km. door een buitenwijk. Deze bussen geven aansluiting op de treinen
van / naar
het Westen, en rijden over het algemeen van 6.16 tot 0.14. Zaterdag
rijdt de
eerste bus een uur later; zondag nog een uur later.
De in de folder aangekondigde "extra
kwartierdiensten" vertrekken om .01 en .31, komen aan om .29 en .59 en
rijden niet gedurende de avonduren, noch op zondagen, noch in de
zomervakantie.
In de avonduren zijn alle wijken bereikbaar met elk één lijn (in
sommige
gevallen een combinatielijn) en is er gegarandeerde aansluiting op het
Sophiaplein. Wie 's-avonds een aansluiting mist wordt met de taxi
thuisgebracht.
Het geval Apeldoorn bewijst dat
bezuiniging ook tot
verbetering van kwaliteit kan leiden. Het voor Nederland unieke
stadsbussysteem
is uit nood geboren. In deze betrekkelijk dun bevolkte parkenstad
dreigde het
OV langzamerhand verstoken te raken van passagiers. De negatieve
spiraal van
minder voorzieningen en minder reizigers, die veel stadsdiensten
teistert, werd
in 1995 in Apeldoorn doorbroken met "De Stadsbus"; "buitengewoon
goed vervoer binnen Apeldoorn" zoals het logo zegt. Een armzalige
woordspeling, maar afgezien daarvan: hoe is de kwaliteit van "De
Stadsbus" in de praktijk?
Uitverkocht,
maar toch verkrijgbaar
Busstation
Archief De digitale reiziger, 2005
De stadsdienstregelingen zijn op, zegt de juffrouw achter
het loket, maar ik kan a raison van f 3,50 wel een streekdienstregeling
kopen
waar de stadsbussen ook in staan. Ik doe het. Tot mijn verbijstering
zit in dit
boekwerkje een afzonderlijke stadsdienstregeling, waarop de prijs van 1
gulden
gedrukt staat. Op een houten bank in de wachtruimte vraag ik me af of
ik nu
getild ben voor een riks, of een boekje van een gulden cadeau heb
gekregen.
Op het boekje zelf niets aan te
merken. De dienstregeling
van elke lijn bestaat uit een haltestrip met bij elke halte de
vertrektijden.
Het uurpatroon blijft gedurende de hele dag hetzelfde. Hoe mikken ze
het
precies zo uit dat elke rit 28 minuten duurt? Ik kan me herinneren
gelezen te
hebben dat enkele lijnen "rechtgetrokken" zijn bij de introductie van
de stadsbus. Verder is in de dienstregeling van de meeste lijnen
halverwege de
route wat speling ingebouwd.
Egelantier
Buiten arriveren de eerste bussen van
de ploeg van 11.31.
Lijnen 2,4, en 8 rijden op de halve uren. De dienstregeling is
blijkbaar
ontworpen door een aanhanger van het binaire stelsel. Maak de reeks af.
Ik stap in bus 4 naar Matenhoeve. De
bus is bijna leeg. In
Matenhoeve rijdt de bus door kronkelige straten. Opvallend weinig
verkeerslichten. Het tempo van de bus is laag, maar hij dreigt toch nog
voor te
gaan lopen op de dienstregeling; een verschijnsel dat ik vandaag nog
meerdere
malen zal zien.
Het winkelcentrum Eglantier, waar ik
na een rondje door de
wijk uitstap, is lelijk en saai. Gauw verder met lijn 10 (Bouwhof -
Anklaar),
de enige lijn die niet bij het station komt; maar eigenlijk toch weer
wel, want
lijn 10 is gekoppeld aan lijn 9 (Anklaar - CS - Maten) en vormt een
ringlijn
die in precies een uur tijd gereden wordt. Ooit had Apeldoorn een
complete
ringlijn die alle buitenwijken met elkaar verbond. Die is bij de
introductie
van "De stadsdienst" gesneuveld.
Sprenkelaar
Lijn 10 kruist met een man of 5 aan
boord de spoorlijnen
naar Zutphen en Deventer. In de wijken Sprenkelaar en Anklaar zou ik
mijn
levensavond niet willen doorbrengen. Ik blijf lekker zitten in de bus,
die bij
WKC Anklaar (Winkelcentrum? rare afkorting) verandert in lijn 9 en
koers zet
naar het centrum.
Iets meer passagiers nu. Vrijwel alle
buslijnen rijden door
het winkelhart van Apeldoorn. Als hier iemand om "tien over" een
bestelwagen dwars over de weg zou zetten, zou dat hetzelfde effect op
de
dienstregeling hebben als de Alkmaarse blokkade van vanmorgen. Een
kwetsbaar
systeem. Door het doorrijden van de bussen bij de eindpunten en bij het
busstation, moet het uren duren voordat ernstige vertragingen zijn
ingelopen.
Het moet een stress-toestand zijn voor de chauffeurs, die er over het
algemeen
echter niet zichtbaar onder lijden. De klanten worden vriendelijk
tegemoet
getreden.
We zijn vroeg bij het station; onze
bus is de eerste in de
reeks. Zouden er in de andere bussen ook mensen zitten? Ik blijf
kijken.
Gemiddeld 10 tot 15, stel ik vast. Alle stads- en streekbussen stoppen
voor de
deur van het station; instappen mag alleen op het Sophiaplein, 150 m.
verderop.
Een scholiertje slipt toch bus 124 binnen. De chauffeur begint te
bulderen
(flinke vent, hoor), maar de jongen maakt een obsceen gebaar. Nu
begrijpen zij
elkaar, en de bus rijdt door.
Apenheul
en Zuid
Centrum
Archief De digitale reiziger, 2015
Bij Apenheul stap ik uit. Wat doe ik
hier in de kou? Via de
Jachtlaan loop ik naar Berg en Bos waar ik lijn 6 neem. Deze bus is
redelijk
bezet: deftige bejaarde dames en heertjes, met potsierlijke
hoofddeksels.
Ik blijf zitten in 6. Deze rijdt via
het station naar Zuid.
Tweemaal passeert de bus het Centrum. In Zuid is gekozen voor een ander
systeem
dan in andere wijken. Meestal rijden de hele- en halve uurbussen
ongeveer
dezelfde route in dezelfde richting door de wijk als de kwartierbussen.
In Zuid
rijdt 6 exact dezelfde route als 8, maar dan in de tegengestelde
richting.
Alleen reizigers die halverwege de route instappen, profiteren zodoende
van de
kwartierdienst. Wie dit niet gelooft, kan het natekenen op een A4-tje.
Een eentonig verhaal: ook deze bus is
mager bezet. De hordes
scholieren, die normaal rond deze tijd het OV onveilig maken,
ontbreken. Op de
route is een technische hogeschool, maar de studenten staan blijkbaar
nog over
de reageerbuizen en retorten gebogen, want er staat niemand bij de
halte.
Hoewel, de school oogt verlaten en is misschien al opgeheven. Gebrek
aan grote
onderwijsinstellingen is één van de redenen dat de Apeldoornse stadsbus
te
weinig passagiers trekt.
Eigenlijk heb ik nu al schoon genoeg
van deze saaie stad.
Wat dan? Even overweeg ik door te reizen naar Enschede, om daar de
nieuwste
aanwinsten van het Twentse openbaar vervoer te bewonderen, het in the
middle of
nowhere gelegen station Drienerlo, en het fonkelnieuwe busstation van
Enschede,
waarover het eerste gekanker al is losgebroken. Maar ja, het is een
ruim uur
boemelen en je moet het hele end weer terug.
Deventer
In de restauratie op het Sophiaplein,
een van de weinige
busrestauraties die ik ken *), kies ik een plaats bij het raam. Om
14.49 zie
ik, als de hele vloot bussen al enige minuten geleden vertrokken is,
lijn 1
naar Kerschoten nog aan komen kakken. Het is de enige bus vandaag die
ik uit de
pas zie arriveren op het busstation. Het systeem werkt over het
algemeen wel.
*) en waaraan ik 25 jaar later geen
actieve herinnering meer
heb. Ja, toch weer wel. Het komt langzaam boven. Een ouderwetserig
etablissement.
Ik zat er op die kille dag bij de kachel te lezen in een boek van
Oliver Sachs
dat ik die bij me had voor onderweg. Ik las toen nog boeken.
Om 15.05 neem ik bus 115 naar
Deventer, mijn alternatief
voor het Twente-uitstapje. De streekbussen rijden meestal niet volgens
het
aansluitingenpatroon van de stadsdienst. We zitten midden in de
poolnacht; het
is al bijna donker, voor zover het ooit licht is geweest vandaag. De
bus is
uiterst luxueus, met individuele belichting en beluchting. Geen
gewoonte op
deze lijn, want vrijwel allen die instappen roemen het interieur. In
Deventer
loop ik een rondje om de kerk en pak om 16.15 de trein terug.
Einde
In Apeldoorn reis ik met lijn 4 naar
Orden (Orden muss sein,
blijft het door mijn hoofd malen) en loop van daar naar de
Rijkskantoren, die
er iets minder indrukwekkend uitzien dan de minstens 30 verdiepingen
hoge
torenflats die ik in mijn fantasie heb gezien. Ook het aantal reizigers
dan
instapt is verre van indrukwekkend. Tegen het centrum stroomt de bus
toch nog
een beetje vol. De bussen vanuit de schaarse industrieterreinen zijn
uiterst
matig bezet. De Stadsbus. Er mankeert weinig aan; alleen de passagiers
blijven
weg.
Thuis lees ik in de krant dat het
kabinet zijn zin over het
Groene Hart-tracé [van de HSL] heeft doorgedrukt en de komende jaren
weinig
geld beschikbaar stelt voor de filebestrijding. Einde van een grijze,
grauwe,
kille dag.
Hoogkamp
Archief De digitale reiziger, 2011
De trolleybus werd in Arnhem in 1948
ingezet als opvolger
van de tram, die de oorlogsjaren niet had overleefd. Momenteel is
Arnhem de
enige stad in Nederland waar trolleybussen rijden. Regelmatig is de
trolley
bedreigd met opheffing, maar altijd heeft het gemeentebestuur de
voordelen
(geruisloosheid, milieuvriendelijkheid en comfort) zwaarder laten wegen
dan de
hoge aanleg- en exploitatiekosten. Terwijl andere steden, als Groningen
en
Nijmegen, de elektrisch aangedreven bus ten prooi lieten vallen aan
bezuiniging, werd het net in Arnhem regelmatig uitgebreid.
Enkele jaren geleden stelde een
gekgeworden gedeputeerde
voor om het rivierkruisend vervoer in Arnhem voortaan af te wikkelen
met 50
meter boven de grond bungelende glazen zeepbellen. De Arnhemmers riepen
in koor
dat zij het geld liever besteed zouden zien aan verdere uitbreiding van
het
trolleynet.
Een belofte die vervolgens niet werd
waargemaakt. Vorig jaar
werd het traject Station - Hoogkamp (lijn 2) omgezet in een diesellijn.
De
frequentie werd bovendien gehalveerd. lijn 5 (Kronenburg - Presikhaaf)
werd
ingekort tot het minilijntje Station - Presikhaaf / Elsweide. Deze
drukke lijn
wordt grotendeels gereden met gelede dieselbussen. Er rijden "op proef"
twee gelede trolleys, die gehuurd zijn van "De Lijn" en Gent als
thuisbasis hebben. Misschien is er nog hoop voor de trolleybus op lijn
5;
anders zullen er slechts 3 trolleylijnen overblijven van het net dat in
de
jaren 80 nog uit vijf lijnen bestond.
Op
tilt
Ik besluit met een omweggetje via
Schiphol, Amersfoort en
Ede naar Arnhem te reizen. De reisplanner verslikt zich in deze opgave,
en
meldt alleen dat er geen tariefinformatie beschikbaar is. Ik
vereenvoudig mijn
vraag tot Amersfoort - Arnhem. De "Kippenlijn" (stoptrein Amersfoort
- Ede=Wageningen) vertrekt eens per uur, om .56 uit Amersfoort en geeft
aansluiting richting Arnhem.
Als ik om 9.20 op het perron van
Leiden Centraal aankom, is
de gebruikelijke na-spitschaos in volle gang. Alle treinen uit de
richting Den
Haag zijn vertraagd. De informatievoorziening is niet optimaal (een
tiefuszooi,
zoals een medereiziger het verwoordt); de CTA kondigt verkeerde of al
lang
vertrokken treinen aan, en het wordt niet duidelijk waar en wanneer de
eerstvolgende trein naar Schiphol binnen zal komen.
De tolerantie voor dit soort
toestanden is, mede door de
naderende staking, gedaald tot het nulpunt. Het jonge conductrice-tje
van de
sneltrein van 9.46 - door de CTA aangekondigd als de vertraagde
intercity van
9.31 - wordt door een menigte reizigers bestookt met vragen. Twee
redelijk
normaal lijkende heren springen ongeveer tegelijk op tilt en beginnen
te
schelden tegen de conductrice, die beduusd piept: "ik weet het ook
niet;
ik kom net aanrijden". Conducteurs blijven dergelijke antwoorden geven,
hoewel ze zo langzamerhand zouden moeten weten dat reizigers hier
doorgaans nog
kwaaier van worden.
Ik heb de kansen om in Amersfoort de
stoptrein van 10.56 te
halen, al tot 0% zien dalen, en besluit gewoon via Utrecht naar Arnhem
te gaan.
Onderweg verander ik opeens van plan. Ik laat me door NS niet op de kop
zitten,
en ga toch via Amersfoort. Uiteindelijk beland ik in de stoptrein van
11.56 van
Amersfoort naar Ede. Aangezien alle senioren besloten hebben hun
vrij-reisdag
te bewaren tot de feestdagen, zie ik weer louter studenten. We mogen de
uitvinder van de studentenkaart wel dankbaar zijn. Zonder hem waren
nevenlijnen
als het kippenlijntje allang opgeheven. Hoeveel mensen zouden daar
zonder
studentenkaart inzitten op een ijzige novemberdag; tussen de middag?
Liever
diesel?
Velp
Archief De digitale reiziger, 2014
Om 12.45 stap ik in Oosterbeek uit de
trein. Trolleybus 1
(Oosterbeek - Velp) komt net aangereden. De bus vertrekt meteen en zet
er de
vaart in. De bus is bijna leeg. Enkele dames die in het centrum van
Oosterbeek
in de abri staan, gebaren "doorrijden". Zij wijzen naar de
Midnet-dieselbus die in de verte aan komt rijden. Blijkbaar vindt niet
iedereen
de trolley comfortabeler.
Op het stationsplein lunch ik d.m.v.
een zak patat. Iemand
heeft het over een "veurksjen" en bedoelt een vorkje. Voor mijn
ongeoefende
oren klinkt het Arnhems erg Limburgs.
tsiiiieeeuuwwww
Om 13.23 neem ik lijn 3 naar Burgers
Zoo. Even voorbij het
viaduct onder het spoor ontspoort de stroomafnemer. De chauffeur moet
naar
buiten om de zaak weer in goede banen te krijgen. Het valt me op dat
hij zijn
geldla in de bus achterlaat. In Haagse trams neemt de bestuurder de
kassa al
onder de arm als hij alleen maar de wissel hoeft om te zetten.
Voor mij is lijn 3 een nieuw traject,
dat voert door een
mooie heuvelrijke wijk. Een van de voordelen van de trolley is het
betere
acceleratievermogen heuvelop. In de afdaling hoeft de chauffeur niet
veel meer
te doen dan de rem los te laten. De bus zeilt vanzelf naar beneden.
Voorbij het ziekenhuis vertakt de
lijn zich in tweeën, een
veelvoorkomend verschijnsel in het Arnhemse trolleynet. Lijn 3 rijdt
overdag in
een 10-minutenfrequentie; aan de uiteinden rijdt de bus dus maar om de
20
minuten.
Ik stap uit in een straat met deftige
huizen; de laatste
halte voor Burgers Zoo. Ik wil lopen naar het andere eindpunt, bij het
openluchtmuseum, maar mijn voornemen wordt doorkruist door een zeer
heftige
hagel-, regen- en sneeuwbui. Op het Oremusplein (het "laat ons
bidden-plein" letterlijk) bid ik voor droog weer en zonnige perioden,
maat
het helpt niet. Ik neem de bus terug. Deze zit propvol en rijdt
voorzichtig in
verband met de gladheid. Als er op de stopknop gedrukt wordt, klinkt er
een
geluid dat lijkt op de laatste ademtocht van een zieke zeemeeuw
("tsiiiieeeuuwwww").
Bing,
bing, bing, bing
Bij het station neem ik een gelede
diesel naar Presikhaaf.
Op het Willemsplein komen we een Gentse trolley tegen. Aan de hand van
het
busboekje reken ik uit dat deze om 15.07 van de halte Presikhaaf zal
vertrekken. Als ik op dat tijdstip bij de halte sta, zie ik de
Gentenaar 300
meter terug helemaal volgeladen worden. Ik krijg dus niet de kans om de
stoelen
van de Belgische bus op hun kwaliteit te beoordelen. In de scharnier is
een
soort hangplek ingericht, waar je nog redelijk confortabel kunt leunen
tegen
een halfcirkelvormige reling.
De bus is uitgerust met een echte bel
i.p.v. een zeemeeuw.
Balorige scholieren drukken tientallen keren op de bel en een vrolijk
"bing bing bing bing" klinkt door de bus. De chauffeur verheft
zich regelmatig van
zijn zetel om
vermaningen een aanwijzingen te roepen naar de passagiers. Bijvoorbeeld
om door
te lopen naar achteren, waar ook niet al te veel plaats meer is. Aan
doorstromingsmaatregelen doen ze in Arnhem niet, en de rit duurt lang,
heel
lang. Om 15.25 sta ik op het Willemsplein. De Belgische bus is wat mij
betreft
goedgekeurd. Bestel er maar een paar bij; alles beter dan die stinkende
diesels.
De
zeepbel van zuid
Velperweg
Archief De digitale reiziger, 2019
Ik neem lijn 3 naar Zuid, waar het aantal trolleylijnen na
de inkorting van 5, gereduceerd is tot twee; en dat in een wijk waar
ongeveer
de helft van de Arnhemmers woont. Zo worden de mensen zeker rijpgemaakt
voor de
zwevende zeepbel. De chauffeur baant zich toeterend een weg door de
stad, en
rijdt twee keer door een rood licht.
Ergens in Zuid stap ik in bus 14 om
de afstand te
overbruggen naar het beginpunt van lijn 9. Lijn 14 rijdt in
halfuursdienst en
zorgt voor de onderlinge verbinding van de zuidelijke wijken. De bus is
koud,
tochtig, en niet al te best bezet. Rond het winkelcentrum Kronenburg
hangen de
trolleydraden van lijn 5 te verroesten.
Lijn 9 (De Laar West - Geitenkamp) is
na lijn 5 de drukste
lijn van het Arnhemse net. De bus rijdt in de spits om de 7 minuten. De
bussen
uit de stad, die ons tegemoet komen, zijn vol. De bus rijdt een stukje
over de
snelweg. De topsnelheid is ca. 65 km/uur, en de trolleybus legt het af
tegen de
auto's.
In het centrum stap ik uit. In minder
dan 4 uur tijd heb ik
tweederde van het nog overgebleven trolleynet "gedaan". Ik vind het
wel mooi zo; ik zie af van Geitenkamp en Velp. Ik zie bus 9 wegrijden
in een
wolk van opspattend modderwater; op weg naar een onzekere toekomst
(cliché, cliché).
In een boekhandel lees ik even later
in de krant dat in
Zevenaar het NS-loket al twee maal bestormd is door woedende reizigers,
die
verbolgen waren over het stranden van hun "buffel". Een nieuwe
psychische ziekte dreigt door te breken: de reizigerskolder. Het
verschijnsel
treedt op bij mensen die regelmatig gebruikmaken van de trein, maar
afgezien
daarvan helemaal normaal zijn.
Frans Mensonides
23 november 1996
Archief De digitale reiziger, 2014
En helaas, met ingang van 12 december 2021, de dag dat dit
stuk online ging, is trolleylijn 1 ingekort tot het traject Velp – Arnhem Centraal.
Oosterbeek moet het dus voortaan doen zonder trolleybus, ondanks protesten van
de gemeente Renkum.
Deel 0: Gecensureerd:
aan het
ziekbed van een wethouder (1998, 2001) - 15 jaar thuispagina
Deel 1: Nunc est bulborum; langs
de Geestlijn (2003)
Deel 2: Opkomst en ondergang van
Lovers Rail (1996-1998)
Deel 3: Twee
(mis)managersportretten: Zich
installeren (2002) en Wereld
op Wielen (2000)
Deel 4: Spoorrampjaar 2001
Deel 5: Het hoofdstuk Horeca:
een paar eet- en drinkervaringen (1999, 2000)
Deel 6: Start van Syntus
(1999)
Deel 7: Langs Lange Lijnen: Emmen -
Groningen, met toegift in Beijum (1998)
Deel 8: Stadsdienst Alkmaar op de
digitale snelweg (1997)
Deel 9: Bahn en
Kerstmarkten in het Ruhrgebiet (1998, 1999)
Deel 10: The Lotus Man en andere
ICT-treurnis (1999-2003)
Deel 11: Het aller, allerbeste
uit Langs Lange Lijnen (voorjaar 1998)
Deel 12: Treinreizgerstypen
(1998-2000)
Deel 13: Vier uit 'twee;
verhalen uit REFLEXXIONZZ! (2002)
Deel 14: Lange Lijn langs de Lek
(1998; met foto's uit 2013)
Deel 15: Mannen van 45
(2002)
Deel 16: Provinciaal triest:
Stadsvervoer 4 provinciehoofdsteden (1999-2000)
Deel 17: Buffel-blues;
oostelijke nevenlijnen (2001)
Deel 18: Lange lijnen langs d'oude
Haarlemmermeerlijn (2000 - 2001)
Deel 19: Het volgen van
sportevenementen / Mekkero (2003)
Deel 20: De
informatie-oorlog; een toekomstvisioen (2000)
Deel 21: Eeuwprobleem
(1998)
deel 22: Bussen in het oosten des
lands (1998/2000)
deel ??: Mijn eigen
Zeestraat van Huygens (2002/2003)
deel 23: Het
Bezzte uit REFLEXXIONZZ!! (2000)
deel 24: Foutje?
Blanco erover! Stoptrein 's Hertogenbosch - Nijmegen
deel 25: Het
meezzt fantazztizzche uit REFLEXXIONZZ!!
deel 26: Eeuwig
vrijgezel, ofwel: de onbestaanbare 'nomo' (2003)
deel 27: Vier
aparte typetjes uit REFLEXXIONZZ!! (1999-2003)
deel 28: 'Ik
hoop dat hij nog te eten is!' Verloedering van de stationsrestauratie
(1998-2003)
deel 29: 'Solstitium'
en nog 2 andere literair bedoelde apartjes (2002/3)
deel 30: Oant sjen, hete Friese
7-stedentocht (2003)
deel 31: Interliners
(1996)
© Frans Mensonides, Leiden, 2021