Dat zien we toch graag, toeloop op het openbaar vervoer! De R-netbus van Leiden Centraal naar Katwijk staat op het punt van vertrekken, met
op deze rit veel studenten aan boord, en weinig Katwijkers. Maar dat doet er
niet toe; in ieder geval een volle bak.
2022 was het jaar waarin het openbaar vervoer langzaam uit
het dal klauterde, na de magere corona-jaren 2020 en 2021. Zo’n 80 à 90% van de
OV-reizigers van 2019 hebben de weg terug gevonden naar trein, bus, tram en
metro.
Voor mijzelf geldt dat ook. Ik maakte in 2019 maar liefst
48.000 OV-kilometers, en in 2020 totaan de lockdown in maart ook nog 7800, een
respectabel aantal voor maar 10 weken. In heel 2021 kwam ik tot niet meer dan
4000 km, maar in het nu bijna voorbije jaar 2022 tik ik bijna de 17.000 aan
(stand op kerstavond).
Daardoor heb ik in 2022 tenminste weer wat meer JPG’s kunnen
verzamelen voor het traditionele jaaroverzicht van OV-foto’s dat je nu leest. Zoals
de trouwe lezer van mijn Thuispagina al wel zal vermoeden, verschijnt over een week
het jaaroverzicht van overige foto’s, waarop iets anders afgebeeld staat dan
OV.
Die 48.000 km per jaar zal ik in de toekomst niet zo gauw
meer halen. Die waren inclusief woonwerkritten van Leiden naar Castricum en
omstreken. Daar heb ik in maart 2020 al zonder pijn in het hart afscheid van
genomen. Ik ben gaan thuiswerken, en was vast van plan om dat te rekken tot mijn
pensioen, wat me inmiddels ook gelukt is.
Buitenlandse reizen zaten er dit jaar ook weer in – ondanks
mijn aanwezigheid op een vreselijk lange wachtlijst voor een operatie aan een vervelend ouwemannenkwaaltje. Bijna de helft van die 17.000 km die ik gereisd heb, heb ik afgelegd
buiten de landsgrenzen.
Al met al heb ik geen reden tot ontevredenheid over dit
OV-jaar. Toch merk ik vrijwel op elke reisdag binnen Nederland hoezeer het
openbaar is afgeschaald en uitgekleed sinds corona. Vervallen ritten en soms
hele lijnen geschrapt; we zullen in het overzicht hier en daar wel wat
knelpunten tegenkomen.
Daar gaat-ie; een reis door 12 maanden.
In Leiden is het uitkleden en afknijpen van het busvervoer
niet van vandaag of gisteren; het is al jarenlang het beleid. In maart maakte ik
een rondje langs de velden in de agglomeratie Leiden; langs de knelpunten in
het busvervoer. Op de fiets; een busrapportage maken per bus is echt onbegonnen
werk in deze stad.
Van het transferium bij de A44 en de McDonald’s kun je niet
eens zeggen dat het geleden heeft onder corona; ook daarvoor stapte er al nooit
een sterveling over van zijn auto op de bus. Als je hier al een auto ziet, zitten
er mensen in die zich tegoed doen aan zojuist aangeschafte hamburgers.
Op de foto bus 38 die via Valkenburg en Katwijk aan den Rijn
rijdt naar de meest lugubere bestemming die er in Nederland op een lijnfilm
staat: Unmanned Valley. In deze bus zitten nooit veel passagiers; geen wonder,
naar een onbemande vallei - waar ze iets
technisch en experimenteels doen met drones; het fijne weet ik er niet van.
De achter- ofwel de ‘Zeezijde’ van Leiden Centraal, op een
troosteloze corona-winteravond.
Op station Leiden Lammenschans staat de Sprinter naar
Utrecht klaar voor vertrek. Op zich helemaal geen bijzondere foto, maar hij is
wel gemaakt op maandag 21 maart, de eerste dag van de lente, de eerste dag dat
deze nieuwe spitssprinters terugkeerden in het spoorboekje, na de
lockdown-dienstregeling in de winter, én de eerste dag in 2022 dat ik me zelf
weer in de trein waagde.
Op Hemelvaartsdag begaf ik me voor het eerst na 26 maanden
naar Castricum,
waar ook tijdens corona mijn salaris vandaan is blijven komen.
Het vernieuwde station zag ik nu voor het eerst. Op de foto daaronder
de spoorwegovergang even ten zuiden van het station, die de
dorpspolitiek al heel lang verdeelt en verscheurt.
Een paar weken later mijn eerste, ultrakorte buitenlandse
vakantie: een midweek in Brugge. Van de gelegenheid maakte ik gebruik om de
gloednieuwe Urbos 100-trams te nemen op de Kustlijn. Deze ‘Zeelijners’ stromen
in om geleidelijk de versleten trams uit de 80’s te vervangen die uit de
BN-fabrieken afkomstig waren.
Op de bovenste foto de Zeelijner tussen Maria- en Middelkerke,
het enige trajectgedeelte op de 68 km lange Kustlijn waar je echt de zee ziet
vanuit de tram. Op de onderste foto de tram onder een ware triomfboog: het
tram- busstation van Nieuwpoort.
Iets minder enthousiast dan over de Kusttram was ik over de
zogeheten Ringtrambus, die Jette in Gewest Brussel via het Vlaamse Vilvoorde verbindt
met Brussels Airport Zaventem. Dit most echt niet magge, een bus zo toe te
takelen met totaalreclame. En verder klopt er ook echt helemaal niets van het
Ringtrambusproject; alleen zeer geslaagd als Belgenmop. De Vlamingen zijn
tussen haakjes vooral verontwaardigd over het feit dat de reclame op de bus
tweetalig is.
Luxemburg in één foto: gratis en perfect OV, en immer
vrolijk draaiende reuzenraderen.
Zou er dan ergens een plek op aarde zijn waar het OV perfect
is, en liefst ook het land waar dat OV doorheen rijdt? Luxemburg komt een
aardig eind in die richting. Het openbaar vervoer in het hele land(je) is sinds
de meest recente schrikkeldag gratis, en bovendien van topkwaliteit, en zeer
gewild bij de Luxemburger, hoewel die verder toch ook nog redelijk verslingerd
is aan zijn auto, en met geen stokken op een fiets te krijgen is.
Luxepaardje van het Luxemburger OV, maar tevens werkpaardje
(straks > 100.000 reizigers per dag) is de Luxtram. Die zal na voltooiing
van het 16 km lange traject vliegveld Findel in het noorden van Luxemburg Stad verbinden
met het zakencentrum Cloche d’Or in het zuiden.
Het ontwerp van die tram is werkelijk top! En nu doel ik
zowel op het elegante en toch flitsende uiterlijk van de Urbos-trams als de uitgekiende
route van deze tramlijn, die de enige is van het land. De Luxtram doet vrijwel alle
belangrijke bestemmingen in de stad aan.
En iedereen was vrolijk en blij in dit land, maar dat was
misschien vooral om het feest ter ere van de groothertog dat net viel in het
lange weekend dat ik hier was.
l
Ik, door corona nog mensenschuwer geworden dan ik al was,
bleef het hele jaar reizen in de eerste klas – die in Luxemburg wel geld kost,
zij het slechts een symbolisch bedrag. In Luxemburg zit je dan in een knusse
huiskamer.
Kleurrijke stadsbussen in Luxemburg.
Terug in ons versplinterde land. Stroe op de Veluwe was van
de zomer het hart van de boerenprotesten tegen… ja, tegen wat ook alweer?
De streekbus (dun uurdienstje) in de v/m Proefkolonie Frederiksoord in Drenthe, een dorp dat in zijn geheel een museum vormt. 80.000
arme sloebers uit de steden kregen hier de kans om een boerenbestaan op te
bouwen. Er gingen wel een paar dingen mis in die kolonie, die zeker geen
arcadisch paradijs was. Hebben de miljoen thans levende nazaten van de
kolonisten al herstelbetalingen geëist?
De ‘Wandelhalle’, de immense koop- en eethal van Hamburg Hbf, het drukste station van
Duitsland.
Deze zomer maakte ik kennis met de zegeningen van het
Interrailen, ooit deel van de Bildungsroman van vele jongelingen tot 25 jaar,
maar tegenwoordig vooral heel populair bij pensionado’s. Velen van hen legden
deze zomer een afstand af groter dan de lengte van de evenaar. Maar ik begon
heel voorzichtigjes met Duitsland.
Mijn eerste Interrail-reis voerde naar Hamburg.
Bus 5 in Hamburg is met 60.000 passagiers per dag de drukste
buslijn van Europa
Net als in Luxemburg viel ik midden in een (OV-)feestje. In
Duitsland gold in juni, juli en augustus het 9-Euro-Ticket waarmee je in heel
Duitsland onbeperkt kon reizen per bus, tram, U-Bahn, S-Bahn, Regionalbahn en
Regional-Express. Het leidde naast capaciteitsproblemen op het spoor ook tot
algemene feestvreugde.
Het kaartje kende meerdere doelen: terugdringen van het
autoverkeer en daarmee de CO2-uitstoot, bestrijding van armoede en stimuleren
van het OV bij dit autoverslaafde volk. Of dat allemaal gelukt is; ik weet het
niet. Maar Duitsland kan in ieder geval terugkijken op een mooie OV-zomer.
Eindstation Fürth Hardhöhe van de Neurenberger U-Bahn lijn
1
Schienenersatzverkehr is Duits voor treinvervangend vervoer.
Ik werd ermee geconfronteerd in Wörgl.
Bijzondere spoorbrug in Papenburg (D)
Die Antwerpse PCC-trams moeten wel onverwoestbaar zijn. Deze
7100’en dateren van eind jaren 60, maar trekken nog dagelijks hun baantjes. Wel
prettige trams, met goede rijeigenschappen, ondanks hun leeftijd.
Hetzelfde geldt voor de Koplopers van NS uit de 70’s, maar
die gaan er nu toch echt binnenkort uit. Hier zag ik er nog een in Tilburg, als
IC Eindhoven – Dordrecht. Die treinserie is inmiddels uit het spoorboekje
geschrapt.
Minimalistische abri aan een dunne buslijn bij Veenendaal.
Voor busreizigers uit Valkenburg (ZH) is dit zoiets als de
brug der zuchten. Maar het is wel een ideale spot- en fotoplek om de R-netbus
in vogelperspectief te zien. De tijdelijke, gietijzeren brug loopt over de
werkzaamheden heen aan de N206, a.k.a. de Ir. G. Tjalmaweg. Die krijgt 2 extra
rijstroken, en daarna zelfs een vrije, ‘vertrambare’ busbaan.
RET-bus bij het tijdelijke eindpunt in de oer-Rotterdamse
wijk Crooswijk (‘Krreuwswaik’)
In de herfst schreef ik een groeidocument over (meestal elektrische) stadsbussen van de RET. Het viel
me weer eens op dat ik geen 1000 kilometer hoefde te reizen om een verhaal op
te tekenen. Veel dichter bij huis lukt dat meestal ook wel.
OV-reizen kun je plannen;
wat je op de bestemming aantreft, is altijd weer een verrassing. Deze
middag: morose symboliek in een wijk ‘doordesemd van de dood’, zoals ik het
formuleerde, met een groot kerkhof op een paar straten afstand van een heel erg
groot kerkhof.
Reizen met het openbaar vervoer worden vaak pas interessant
als je bent uitgestapt. Dat is een waarheid die ik al ontdekt heb in mijn
eerste jaargang als De digitale reiziger. Volgende week het overzicht van de foto’s zonder OV, gemaakt na het uit-
of afstappen.
Frans Mensonides
25 December 2022
© Frans Mensonides, Leiden, 2022