Ook in deze reeks:
Deel 1: Hoe het
begon
Deel 2: De Thuispagina van Frans Mensonides; 25 jaar in OV- en overige foto’s
Deel 3: Het eerste OV-reisverhaal op deze site: Nieuwe Interliners (november 1996)
Deel 4: Uit hun verband gerukte citaten uit 25 jaar De Thuispagina van Frans
Mensonides
Archief
van de beginjaren 1996-2003
Archief van 2005 - heden
Een paar weken geleden schreef ik een stuk over het ontstaan in 1996 van mijn Thuispagina, die deze week 25 jaar bestaat – maar pas 17 jaar zo heet. In deze aflevering een chronologisch foto-overzicht van de 25 jaar na 1996. Twee foto’s per jaar waarvan, zoals gewoonlijk op mijn site, één met het openbaar vervoer als onderwerp en één van heel iets anders.
De
foto’s en de vaak vrij ruim uitgevallen onderschriften zijn soms
tekenend voor
de actualiteit van het OV in dat jaar, soms voor die van de
wereldgeschiedenis, soms
alleen maar voor die van mijn eigen biografie en soms voor die van de
Thuispagina. Soms
gaat het ook nergens over, zoals de trouwe lezer wel van mij gewend is.
Het
zijn iets minder foto’s dan de 50 die je zou verwachten. Ik had een
paar
fotoloze jaren.
Frans Mensonides
4 november 2021
|
|
|
1997 |
Dordrecht,
juni 1997, een van de eerste digitale foto’s op
mijn site. Tijdens
het eerste half jaar dat mijn website bestond, maakte
ik de foto’s bij de artikelen nog met een analoge camera. De papieren
afdrukjes
legde ik op kantoor in de koffiepauze op de scanner (dé scanner, de
enige die
het bedrijf van 300 man in huis had. Als systeembeheerder had ik het
voorrecht,
hem te mogen bedienen). De kwaliteit van de plaatjes
was niet verbluffend, al kon ik
ze nog een beetje oplappen met een ook heel primitief
bewerkingsprogramma dat
erbij geleverd werd, nog lang geen Photoshop. Bekijks had ik wel met zo’n
camera, die bijna niemand al
had. Per reisdag moest ik meerdere malen uitleggen, wat dat voor een
futuristisch
apparaat was. En daarna steevast de vraag beantwoorden: ‘Waar moet het
filmpje
nou in?’ Het eerste OV-reisverhaal dat ik verlucht heb met digitale foto’s, was die over de ‘Tricolore’ van Dordrecht, een veel te ingewikkeld en uitgebreid stadsbussysteem voor zo’n middelgrote stad, met 3 verschillende types buslijnen. Na 1997 heb ik er niet zo gek veel meer over gehoord. Die minimalistische haltes met haltepaal en zitgelegenheid uit één stuk hebben er ook niet lang gestaan. |
Heerewaarden Die reisdag ging er van alles
fout, maar het kon mijn humeur
niet verder meer verpesten dan het op kantoor al verpest was. Mijn
levensspreuk
luidde ook toen al: ‘Al is er geen licht meer aan het eind van de
tunnel; je
kunt er altijd nog een leuke dag van maken.’ Op de foto Heerewaarden, een klein dorpje op een landtong tussen de Maas en de Waal. Ik dronk er in een motel of zo een ontiegelijk smerig kopje koffie. Ergens tussen toen en nu mailde me de nieuwe eigenaar van het etablissement dat ik welkom was voor een lekkerder kopje van de goudbruine nectar uit Brazilië (mijn woorden). Maar ik ben nooit meer teruggeweest in Heerewaarden. |
1998 |
De Rheinuferbahn van Keulen
naar Bonn, toen nog de hoofdstad
van Duitsland. |
1998
zag de introductie van mijn rubriek Langs lange
lijnen.
Daarin stonden streekbuslijnen centraal met een rijtijd van begin- tot
eindpunt
van minimaal 2 uur. Later heb ik die grens van 2 uur verlaagd tot 100
minuten. Het
aantal lange lijnen is in de loop van de jaren flink gedaald. In de herfst van 1998 deed ik de zeer lange lijn ZWN 104 van Spijkenisse naar Vlissingen, bijna 2½ uur. Op de terugweg schoot ik in Goes deze avondfoto. |
1999 |
Dit
was het jaar van Ter Aar, waar ik op 1 juni 1998 in dienst was getreden
van de gemeente.
Na mijn mislukking als systeembeheerder had ik mijn oude beroep van
archiefmedewerker weer opgenomen. Daarnaast bemoeide ik me
ook nog intensief met het busvervoer naar deze
plattelandsgemeente in het Groene Hart. Het busnet was grondig
uitgekleed door
de toenmalige vervoerder, ZWN. Ik kruiste het pad van een
zogeheten vervoersarchitect van
dat busbedrijf, en dat van een beleidsambtenaar van de provincie, twee
opgeblazen
nitwits met veel te veel babbels en zonder begrip voor de reiziger. Beiden waren niet erg ingenomen
met de wijze waarop ik ze op
mijn site geportretteerd had. Daar kwam een relletje uit voort. De
provincie
heeft zelfs nog een stuk op mijn site gecensureerd. Allemaal niet zonder resultaat.
Bus 182, Leiden – Alphen via
Ter Aar, mede ingevoerd door mijn bemoeienis, vormt tot de dag van
heden de OV-verbinding
van Ter Aar met de rest van de wereld. Ik heb het hele verhaal
al opgerakeld in 2001, toen ik het 1e lustrum vierde van deze site. Op
de foto: bus 182 ter hoogte van het
kerkje
en (buiten beeld) het gemeentehuis van Ter Aar. |
Sinds
ergens in 1998 schreef ik elke week 2 korte columns, waarvan er één
over OV
ging en één over iets anders. In 1999 vond ik voor die tot dan toe
naamloze
rubriek de naam REFLEXXIONZZ!! uit, een parodie op de streekvervoerders
die dat
jaar gefuseerd waren tot Connexxion. En die columns
waren soms ook bespiegelingen.
|
2000 |
De bandenmetro in Parijs, in het gareel gehouden door rubberen rollen of zoiets. Wij van De digitale reiziger deden de Franse hoofdstad in het millenniumjaar. |
Mijn geboortedorp Voorburg heb
ik nooit kunnen vergeten, al
heb ik er slechts 6½ jaar gewoond. Hier de Jacob van Lennepstraat, mijn
geboortestraat, uit deze ode aan het Dorp aan
de Vliet. |
2001 |
Stakingsacties. Het analoge
tijdenbord, met de klapbordjes,
op Rotterdam CS bleef blanco. Een
zwart jaar, niet alleen in de wereldgeschiedenis
(9/11 en de lange, lange nasleep) maar ook in die van de spoorwegen
in Nederland. Chaos op het spoor en acties van
het personeel
tegen het aan hun beroep inherente heen en weer rijden (‘Rondjes Rijden
Rond de
Kerk’). |
Het voordeel van realistische literatuur is dat je in sommige gevallen gewoonweg kunt wandelen in een roman. Voor mijn studie had ik dat jaar ‘De Kapellekensbaan’ en ‘Zomer te ter Muren"’ van Louis Paul Boon gelezen. Die
zomer reisde ik naar Erembodegem,
ooit de woonplaats
van Boon. Dat dorp
heeft model gestaan voor Ter Muren, en bleek een echte Kapellekensbaan
te
hebben, én een kapel.
|
2002 |
Domburg De foto van de bus, gekiekt in
Domburg, dateert uit 2011. |
Veere, nog een foto uit 2011 bij het verhaal uit 2002 (zie de linkerkolom). De plaatjesloze rubriek
REFLEXXIONZZ!! leverde in 2002 tientallen
columns op. Heel wat jaren later stelde ik er twee
compilaties uit samen:
|
2003 |
In
de
loop van 25 jaar heb ik een aardige collectie foto’s opgebouwd
van openbaar vervoermiddelen die inmiddels uit de
vaart genomen zijn, zoals deze Wadloper, in Franeker op de foto gezet
in 2001. |
Bij
mijn literaire bevlieging hoorde ook een kortstondige neiging om fictie
te schrijven, in plaats van de waarheid en niets
dan de
waarheid. Het ging om een handjevol zeer korte verhalen met soms een
surrealistische
sfeer en verwrongen logica. Ik noemde ze ‘apartjes’, me terdege bewust van de vreemde eend
die ze waren in de
bijt van mijn oeuvre. |
2004 |
Sabbatjaar van De digitale reiziger; geen verhalen over
en
foto’s van OV-reizen. Wel was het geloof ik in dit jaar dat een trouwe fan van
mij me een gooi liet
doen naar de Bob den Uyl-prijs voor reisverhalen. Hij besloot me
daarvoor te
nomineren. Gezamenlijk hebben we een
papieren print van mijn verhaal uit
2002,
‘Niet naar
de tuinen van Appeltern’, nog weggebracht naar het Media Park
in
Hilversum (waar zijn dochter door een voorbijgangster werd aangezien
voor een
kindsterretje). |
Tulpen, in de Hortus Bulborum in Limmen
kun je ze echt van
dichtbij bekijken |
2005 |
Dit
jaar is nu ook al 16 jaar geleden. In die tijd had de
opwarming van de aarde nog nauwelijks ingezet en hadden we nog witte
winters –
al was de lente al begonnen toen ik op station Amsterdam Zuid deze foto
nam van
besneeuwde forenzen. Ik vond een nieuwe baan in Castricum (zie rechterkolom) |
Van
2001-2003 en opnieuw vanaf medio 2005 heb ik 3 dagen per
week geforensd naar Castricum.
Daar kwam ik zelden op
het strand, maar in dit
verhaal was ik er wel.
|
2006 |
De
9 tramnetten in de Benelux hebben allemaal in een ruime
belangstelling gestaan van De digitale reiziger, en dat van Antwerpen
niet in
de laatste plaats. Tramnetten: dat is dan exclusief toeristische
tramlijnen, en
inclusief de tram van Utrecht, waarvan je toch moeilijk staande kunt
houden dat
hij een net vormt (2 losse lijnen, waarvan één met een splitsing).
Hetzelfde
geldt feitelijk voor de Vlaamse Kusttram, slechts één lijn, maar wel
een hele
lange. |
Omdat
ik iets heb met tulpen (zie 2004), bezocht ik elk jaar
in de bollentijd de Voorhoutse bollenschuur waar schilder Leo van den
Ende
werkte aan Panorama Tulipland, een reuzenschilderij van de
Bollenstreek. Een
wat tragische figuur, vond ik van den Ende, die soms een gekwelde
indruk maakte.
Je zult miljoen bolbloemen moeten schilderen, met hijgend in je nek het
publiek, de sponsors die het werk voltooid willen zien en de dood die
je op de
hielen zit als je niet al te jong meer bent. |
2007 |
Bus in het Zeeuwse
vestingstadje Retranchement Het bevatte beschrijvingen van
wandelroutes in evenveel dorpen als er weken in
een jaar zitten en kaarten in een kaartspel. Echt van die
automobilistenwandelingetjes van de parkeerplaats vrijwel linea recta
naar een goed
lunchrestaurant en weer terug. Brikkiaans wandelen, noemde ik het. Die verhalen over niet erg
interessante dorpen gaan totaal
nergens over, maar naar mijn ervaring zijn dat juist de leukste. |
Brikkiaans wandelen (zie linkerkolom) in het Twentse Borne, waarvan verslag in een artikel, getiteld: ‘Geborneerd in Borne’, met enige cynische beschouwingen over het verschijnsel: loondienst |
2008 |
Overstaphalte Sportlaan in Slikkerveer,
gemeente Ridderkerk. |
Slechts
2 openbare wegen in Nederland dragen mijn familienaam.
De ene is de Mensonidesweg in Hensbroek, genoemd naar Haye Mensonides
(1814/1881), burgemeester van
die plaats en Tweede Kamerlid. Hendrik Mensonides (1864-1931) was in die kleine gemeenschap smid, ouderling van de kerk en lid van vrijwel elke vereniging. Waaruit wel blijkt dat hij héél erg verre familie was van mij. |
2009 |
Mijn
reisverhalen hebben weinig gemeen met het oeuvre van
Constantijn Huygens (zie rechts van hier) maar wél dat het me puur om
vrijetijdsbesteding
te doen is. Gelukkig heb ik
het niet
voor mijn brood hoeven te doen, en heb ik er nooit een cent aan
verdiend; dan
zou de lol er snel vanaf geweest zijn.
Aan mijn forenzenbestaan, maar nog niet mijn arbeidsleven, kwam een onverwachts en abrupt eind op woensdag 11 maart 2020. Het hervatten ervan, voor nog maar een zeer beperkte tijdsduur, staat niet hoog op mijn prioriteitenlijstje. |
Huygens
langs zijn eigen Zeestraat. Standbeeld van Arend
Odé. Deze
‘Zedeprinten’-site uit 2009 is nog steeds
populair onder de bezoekers van de Thuispagina. Maar niet zozeer in de
zomervakantieperiode
en rond kerstmis; dan kelderen de bezoekerscijfers. Ik moet dus wel
aannemen dat de site heel vaak gebruikt wordt als
lesmateriaal voor
middelbare scholieren. Als een waarzegster mij toen voorspeld had dat ik 32 jaar later aan de universiteit zou afstuderen op een Huygens-website – had ik niets begrepen van die mededeling, want websites had je in 1975 nog niet. |
2010 |
De gebreken en de moeizame
introductie van de
OV-chipkaart reikten
me van 2006-2013 voldoende stof aan voor niet minder dan 30 lange
webpagina’s. Ook
studerenden moesten geloven aan het stuk plastic dat het OV vooral veel
duurder
heeft gemaakt, maar niet echt veel handiger. De Leidse studenten worden
op de
foto door 2 sandwich-studenten gewezen op de komst van die kaart. De
treurnis over
dat stomme baantje voor dat stomme pasje staat ze op het gezicht te
lezen. |
In januari 2010 moest mijn
moeder opgenomen worden in het
ziekenhuis met hartritmestoornissen en ernstige bloedarmoede. De
opnameprocedure duurde een half etmaal en er werden onzinnige vragen
gesteld.
Ik schreef erover op FHM’s. |
2011 |
Opening van een nieuwe spoorwegverbinding in Nederland is een gebeurtenis, even zeldzaam als feestelijk, ook al is het maar het 7 kilometer lange traject Zuidbroek - Veendam. |
Verhalen over de oorlog; in
mijn jeugd werd ik er naar mijn
gevoelen mee doodgegooid. Toch werd WO II een van de rode draden op
mijn site. Kamp Westerbork contrasteert sterk met de radiotelescoop die er pal naast staat, en het grote heelal af’luistert’, dat onbewogen is onder het menselijke leed op het stukje sterrenstof dat wij bewonen. Ik snap zelf niet helemaal waarom, maar ergens gaat er een troost uit van die schotels, naast de blokjes die elk staan voor één genomen mensenleven. |
2012 |
Zwolle Het blijft behelpen met het streekvervoer in dit land; veel meer dan een zesje wordt het toch zelden. |
Mijn moeder, genietend van een
vaartochtje op het Braassemermeer.
De foto is niet gemaakt door mij, maar ik weet niet meer, door wie dan
wel. |
2013 |
Beek-Elsloo |
Kapelle-Biezelinge |
2014 |
De afgelopen jaren ben ik vaak
gesignaleerd, lopend of
fietsend, op de Veluwe,
waar wij in de 60’s altijd onze zomervakantie
doorbrachten. In 2014 wijdde ik een hele reeks aan deze landsstreek. De bereikbaarheid per bus is er op de Veluwe helaas niet op vooruitgegaan sinds de tijd dat de VAD-bus er nog reed.
|
Op diezelfde Veluwe, verscholen
in de bossen van
Schaarsbergen, staat deze bunker. Hij is in 1943 gebouwd door
de Wehrmacht, en
de Duitse generaals coördineerden vanuit deze egelstelling de
luchtverdediging
boven Nederland en omstreken. Het gebouw was opgetrokken met
33.000 kuub beton en Duitse
Grundlichkeit. Na de oorlog mislukten diverse pogingen om het op te
blazen.
Toen hebben ze het maar ingericht als archiefruimte. Mijn foute
werkgever uit
de jaren 00, in het vakje van 2005 al besproken, had er zijn
hoofdkantoor. Maar dat was al lang voorbij
toen ik er in 2014 nog een keer
langsliep in een verhaal
met toch al een
unheimische sfeer, waarin bovendien
een begraafplaatsexploitante me erg voorbarig een offerte uitbracht
voor een
graf in Veluwse grond. |
2015 |
Ook
in Groningen gingen de tramplannen uit de jaren 00 uiteindelijk
niet door. Groningen kreeg in plaats daarvan hoogwaardige Q-linkbussen
op de
belangrijkste routes in stad en ommelanden. Op de foto zien we hem
zelfs in het
Drentse Roden, waar hij nog net niet uit de bocht vliegt. Mijn kreet: ‘De triomf van het rubber over het staal’, was geboren, waarmee ik wil zeggen dat je soms meer hebt aan een bus (op rubberen banden) dan tram of lightrail (op stalen wielen).
|
In de zomer van 2015 nam ik een
NS Weekend Vrij abonnement en
introduceerde ik de rubriek Beminde
zaterdag over reizen met
trein en soms ook
bus door het ganse land. Op de eerste zaterdagen wilde het weer niet
erg meewerken,
zoals hier in Terneuzen. De kerk op de foto is geen kerk, maar een stadhuis. |
2016 |
Niet op stalen wielen, maar wel op rubber banden rijdt de VAL, de automatische metro van Lille, Roubaix en Tourcoing in het uiterste noorden van Frankrijk. Ik reisde er heen tijdens een korte vakantie in het Vlaamse Kortrijk. |
Ook ik begon me in dit jaar
weer te verplaatsen op rubberen
banden, na een lange fietsloze periode. Voor mijn rubriek Beminde
Zaterdag nam
ik bij mooi weer wel eens een OV-fiets om afgelegen plekken te
bereiken. Zoals Radio
Kootwijk, met de
dichtstbijzijnde bushalte op een kilometer op 7. 2016 was ook het jaar dat de Thuispagina de status verwierf van Digitaal Erfgoed van de Koninklijke Bibliotheek. |
2017 |
Hij wás
hij er ineens: de elektrische bus. Eindhoven had in
december 2016 de primeur. Deze foto is kort na de jaarwisseling genomen. Nog geen 5 jaar later rijdt al zo’n 40% van alle bussen in Nederland op stroom.
|
Ik kan met de hand op het hart,
unverfroren en naar waarheid
verklaren, dat ik na mijn afstuderen in de Nederlandse literatuur in
2007 vrijwel
geen boek meer heb gelezen. Dat heeft zijn oorzaken, die ik nog wel
eens zal
uiteenzetten. Wel ben ik van plan, om binnenkort weer eens te beginnen
met het
lezen van literatuur; in de naderende 3e coronawinter of na mijn
pensionering;
ik zie wel. Wel veel
schilderijentoonstellingen gezien, de afgelopen
jaren. Schilderijen hebben als algemeen voordeel boven boeken dat je ze
sneller
uit hebt. Voor mij komt daar nog bij dat ik bij moderne Nederlandse
romans
altijd het gevoel heb, dat ik zelf wel een betere had kunnen schrijven,
terwijl
ik bij schilderijen absoluut niet het idee heb dat ik dat zelf ook wel
gekund had –
behalve dan bij een tentoonstelling van Karel Appel. |
2018 |
In september van dit jaar maakte ik de
bedevaart die elke
Beatle-fan een keer in zijn leven moet maken: naar Liverpool,
het mekka van de
Mersey-Beat en de bakermat van de Britse popmuziek. Waar bleek dat
Strawberry
Field(s), The Magical Mystery Tour, de veerpont over de Mersey en niet
te
vergeten Penny Lane écht bestaan.
|
Foto: Sjoerd Mensonides In 2017 had ik kennisgemaakt
met het Leidse toneelgezelschap
PS|Theater. Ik leverde stof voor hun openlucht-voorstelling Droomland
in mijn
eigen buurtje, de Fortuinwijk in Leiden, waar ik al sinds 1963 woon. En
ik
beklom voor die voorstelling zelf, ongehinderd door talent of ervaring,
het
toneel in een figurantenrol als De Verwarde Man (voor zover je een
podium kunt
beklimmen dat bestaat uit een pleintje bij een winkelcentrum). |
2019 |
Blik op
een trein van TPR, TransPennine Express vanuit het National
Railway Museum in York.
Treinen blijven mannen van 5
tot 105 fascineren. |
De plek waar de twee helften van de wereldbol aaneen
gekit
zijn: het Royal Observatory in Greenwich,
Greater London. Ooit zette heel de
wereld zijn klok gelijk op die van deze sterrenwacht. Tegenwoordig gaat
dat
allemaal automatisch, maar de rode bal op het dak valt nog steeds elke
middag
om exact 13:00 uur naar beneden. |
2020 |
Bij een zwart
(corona-)jaar past een zwart plaatje. In mei
en juni publiceerde ik 7 achtereenvolgende weken een zwart vlak als
OV-foto van
de week. |
|
2021 |
Een
van de 259 futuristische Chinese elektrische Comfort-bussen
van RRReiss passeert het v/m hoofdkantoorvan de
Dedemsvaartsche Stoomtramweg
Maatschappij (DSM) in Dedemsvaart zelf. De rubriek had al die jaren tot
onderwerp: het verleden,
heden en de toekomst van het OV. Daarom is dit een passende foto om
deze
linkerkolom af te sluiten.
|
In juli 2020 heb ik een e-fiets gekocht, om ook tijdens OV-lockdowns nog enige mobiliteit te behouden. Tussen maart 2020 en juni 2021 publiceerde ik de corona-cyclus in 11 delen, met wandelingen en fietstochten in de omgeving, en vrijwel zonder OV. Ik hoop van harte dat het blijft bij die 11 afleveringen en dat ik de komende winter het dozijn niet hoef vol te maken. Daarmee komt er een eind aan deze fotoserie over 25 jaar De Thuispagina van Frans Mensonides. Maar beslist niet aan De Thuispagina zelf, waarvan komend weekend onverdroten de 26ste jaargang begint. |